LogoIB 7/40 Classic IB 7/40 Advanced
  • Algemene instructies
  • Reglementair gebruik
  • Functie
  • Milieubescherming
  • Veiligheidsinstructies
    • Gevarenniveaus
    • Symbolen op het apparaat
    • Algemene veiligheidsinstructies
    • Voorschriften en richtlijnen
  • Veiligheidsinrichtingen
    • Noodstopknop
    • Uitschakelen in noodgevallen
  • Toebehoren en reserveonderdelen
  • Leveringsomvang
  • Garantie
  • Beschrijving apparaat
    • Overzicht apparaat
    • Overzicht bedieningsveld
    • Overzicht display
    • Overzicht straalinrichting
  • Inbedrijfstelling
    • Sproeier bevestigen
    • Toebehoren bevestigen
      • Scrambler bevestigen
      • Sproeierverlenging bevestigen
      • Handgreep bevestigen
      • Werkverlichting bevestigen
    • Perslucht aansluiten
    • Netaansluiting tot stand brengen
  • Werking
    • Droogijs vullen
    • Apparaat instellen
    • Reinigen
    • Uitschakelen in noodgevallen
    • Opnieuw in bedrijf stellen na noodstop
    • Werking onderbreken
    • Condensaat aftappen
    • Statistiekfunctie
      • Opvragen van waarden
      • Waarden resetten
    • Basisinstellingen
    • Werking beëindigen
  • Vervoer
  • Opslag
  • Onderhoud
    • Onderhoudsaanwijzingen
    • Onderhoudscontract
    • Onderhoudsschema
      • Dagelijks voor begin van de werkzaamheden
      • Alle 100 bedrijfsuren
      • Om de 500 uur of jaarlijks
    • Onderhoudswerkzaamheden
      • Zijbekleding afnemen
      • Filterpatroon in waterafscheider vervangen
    • Tests
      • Na een bedrijfsonderbreking van meer dan een jaar
      • Na het wijzigen van de opstelplaats
      • Na reparatiewerkzaamheden of wijzigingen die de bedrijfsveiligheid kunnen beïnvloeden
  • Hulp bij storingen
    • Storingen verhelpen
      • E001

        Controlelampje Stuurspanning brandt rood

      • E002

        Controlelampje Noodstop brandt rood

      • E003

        Controlelampje Perslucht brandt rood

      • E004

        Controlelampje Dosering brandt rood

      • E005

        Controlelampje Straalpistool brandt rood

      • E006

        Controlelampje Straalpistool brandt rood

      • E007

        Controlelampje Perslucht brandt rood

      • E008

        Controlelampje Straalpistool brandt oranje

      • Geen displayweergave ondanks een ingeschakelde hoofdschakelaar

      • Geen persluchtstraal ondanks getrokken triggerhendel

      • Persluchtstraal te zwak

      • Geen droogijspellets in de persluchtstraal

    • Storingen met indicatie op het display
      • E001

        Controlelampje Stuurspanning brandt rood

      • E002

        Controlelampje Noodstop brandt rood

      • E003

        Controlelampje Perslucht brandt rood

      • E004

        Controlelampje Dosering brandt rood

      • E005

        Controlelampje Straalpistool brandt rood

      • E006

        Controlelampje Straalpistool brandt rood

      • E007

        Controlelampje Perslucht brandt rood

      • E008

        Controlelampje Straalpistool brandt oranje

      • Geen displayweergave ondanks een ingeschakelde hoofdschakelaar

      • Geen persluchtstraal ondanks getrokken triggerhendel

      • Persluchtstraal te zwak

      • Geen droogijspellets in de persluchtstraal

    • Storingen zonder indicatie op het display
      • E001

        Controlelampje Stuurspanning brandt rood

      • E002

        Controlelampje Noodstop brandt rood

      • E003

        Controlelampje Perslucht brandt rood

      • E004

        Controlelampje Dosering brandt rood

      • E005

        Controlelampje Straalpistool brandt rood

      • E006

        Controlelampje Straalpistool brandt rood

      • E007

        Controlelampje Perslucht brandt rood

      • E008

        Controlelampje Straalpistool brandt oranje

      • Geen displayweergave ondanks een ingeschakelde hoofdschakelaar

      • Geen persluchtstraal ondanks getrokken triggerhendel

      • Persluchtstraal te zwak

      • Geen droogijspellets in de persluchtstraal

  • Technische gegevens
    • IB 7/40 Classic
    • IB 7/40 Advanced
    • Benodigde perslucht
    • Geluidsdrukniveau
    • Geluidsvermogensniveau
  • EU-conformiteitsverklaring

      IB 7/40 Classic IB 7/40 Advanced

      59629020 (10/24)

      Algemene instructies

      Lees voor het eerste gebruik van het toestel deze originele gebruiksaanwijzing en volg de instructies erin op. Bewaar de originele gebruiksaanwijzing voor later gebruik of voor de volgende eigenaar.

      Reglementair gebruik

      • Het apparaat wordt gebruikt om verontreinigingen te verwijderen met droogijspellets die worden weggeschoten in een luchtstraal.

      • Het apparaat mag niet in een explosiegevaarlijke omgeving worden gebruikt.

      • Als straalmiddel mogen alleen droogijspellets gebruikt worden. Het gebruik van andere straalmiddelen kan leiden tot beschadiging van het apparaat.

      Functie

      Perslucht wordt via een reduceerklep in het straalpistool geleid. Bij het bedienen van de triggerhendel op het straalpistool gaat de klep open en komt de luchtstraal uit het straalpistool. Tevens worden droogijspellets door een doseerapparaat in de luchtstraal gedoseerd.

      Bij de versie "IB 7/40 Advanced" kan de toevoeging van droogijspellets aan het straalpistool worden uitgeschakeld.

      De droogijspellets knallen tegen het te reinigen oppervlak en verwijderen het vuil. Door de koude droogijspellets van -79 °C ontstaan tussen vuil en te reinigen object bijkomend warmtespanningen, die eveneens bijdragen tot het losmaken van het vuil. Verder gaat het droogijs bij aanraking met het oppervlak onmiddellijk over tot gasvormig kooldioxide waarbij het volume ervan met een factor 700 toeneemt. Vuil dat door het droogijs werd losgemaakt, wordt op die manier verdreven.

      Tijdens de straalwerking zorgt een vibrator aan het droogijsreservoir voor continue aanvulling van de droogijspellets.

      Milieubescherming

      De verpakkingsmaterialen zijn herbruikbaar. Verwijder verpakkingen op een milieuvriendelijke manier.

      Elektrische en elektronische apparaten bevatten waardevolle recyclebare materialen en vaak bestanddelen zoals batterijen, accu's of olie, die bij onjuiste omgang of verkeerd afvalverwijdering een potentieel gevaar voor de gezondheid van de mens en voor het milieu kunnen vormen. Voor een correcte werking van het apparaat zijn deze bestanddelen echter noodzakelijk. Voer apparaten met dit symbool niet samen met het huisvuil af.

      Instructies betreffende ingrediënten (REACH)

      Actuele informatie over ingrediënten vindt u op: www.kaercher.de/REACH

      Veiligheidsinstructies

      Het apparaat mag alleen worden gebruikt door personen die deze gebruiksaanwijzing hebben gelezen en begrepen. In het bijzonder moeten alle veiligheidsinstructies in acht worden genomen.

      Bewaar deze gebruiksaanwijzing, zodat de bediener er altijd over kan beschikken.

      De exploitant van het apparaat moet ter plaatse een risicobeoordeling uitvoeren en ervoor zorgen dat de bedieners geïnstrueerd worden.

      Gevarenniveaus

      GEVAAR

      Aanwijzing voor direct dreigend gevaar dat tot zware of dodelijke verwondingen leidt.

      WAARSCHUWING

      Aanwijzing voor een mogelijk gevaarlijke situatie die tot zware of dodelijke verwondingen kan leiden.

      VOORZICHTIG

      Aanwijzing voor een mogelijk gevaarlijke situatie die tot lichte verwondingen kan leiden.

      LET OP

      Aanwijzing voor een mogelijk gevaarlijke situatie die tot materiële schade kan leiden.

      Symbolen op het apparaat

      Gevaar door rondvliegende droogijspellets.

      Richt het straalpistool niet op personen. Verwijder andere personen uit de gebruiksplaats en houd ze uit de buurt (bijvoorbeeld door hekken) tijdens het gebruik. Raak de sproeier niet aan tijdens gebruik, en breng de handen niet in de droogijsstraal.

      Verstikkingsgevaar door kooldioxide.

      De droogijspellets bestaan uit vast kooldioxide.

      Gedurende de werking neemt het kooldioxidegehalte van de lucht op de werkplek toe.

      Zorg voor voldoende luchtverversing op de werkplek.

      Leg de afvoergasslang bijvoorbeeld buiten, zodat niemand in gevaar wordt gebracht door kooldioxide.

      Opmerking: Kooldioxide is zwaarder dan lucht. Zorg ervoor dat kooldioxide niet in lager gelegen ruimten kan terechtkomen (erin stromen), bijvoorbeeld van buiten naar een kelder onder de werkplaats.

      Het dragen van een kooldioxidewaarschuwingsapparaat wordt aanbevolen bij langere straalwerkzaamheden (langer dan 10 minuten per dag) en vooral in kleine ruimtes (minder dan 300 m³).

      Tekenen van een hoge kooldioxideconcentratie:

      In 3...5% van de gevallen: Hoofdpijn, hoge ademhalingsfrequentie.

      In 7...10% van de gevallen: Hoofdpijn, misselijkheid, mogelijk bewusteloosheid.

      Schakel het apparaat bij de eerste tekenen onmiddellijk uit en ga naar buiten in de frisse lucht. Zorg voor betere ventilatie of gebruik een ademhalingstoestel voordat u verder werkt.

      Kooldioxide is zwaarder dan lucht en verzamelt zich in nauwe ruimtes, dieper gelegen ruimtes of in gesloten reservoirs. Zorg voor voldoende ventilatie van de werkruimte.

      Neem het veiligheidsinformatieblad van de droogijsfabrikant in acht.

      Gevaar van letsels, beschadigingsgevaar door elektrostatische ontladingen.

      Tijdens het reinigingsproces kan het te reinigen object elektrostatisch geladen raken.

      Verbind het te reinigen object met de aarde en houd de aarding in stand totdat het reinigingsproces voltooid is.

      Gevaar van letsel door elektrische schok.

      Haal de netstekker uit het stopcontact voordat u de besturingskast opent.

      Gevaar van letsels door cryogene brandwonden.

      Droogijs heeft een temperatuur van ‑79 °C. Raak droogijs en koude onderdelen van het apparaat niet aan.

      Gevaar van letsels door rondvliegende droogijspellets en vuildeeltjes.

      Draag een veiligheidsbril.

      Gevaar van gehoorschade.

      Draag een gehoorbescherming.

      Gevaar van letsels door rondvliegende droogijspellets en vuildeeltjes.

      Draag veiligheidshandschoenen conform EN 511.

      Gevaar van letsels door rondvliegende droogijspellets en vuildeeltjes.

      Draag beschermende kleding met lange mouwen.

      Algemene veiligheidsinstructies

      GEVAAR

      Gevaar van letsels

      Het apparaat kan onverwacht starten.

      Trek voor werkzaamheden aan het apparaat de stekker uit het stopcontact.

      GEVAAR

      Gevaar van letsels

      Droogijs en koude apparaatonderdelen kunnen bij contact koude brandwonden veroorzaken.

      Draag koudebeschermende kleding of laat het apparaat opwarmen, voordat u aan het apparaat gaat werken.Stop nooit droogijs in uw mond.

      GEVAAR

      Gevaar van letsels

      Lichte voorwerpen kunnen door de droogijsstraal worden meegesleurd.

      Zet lichte voorwerpen vast alvorens met de reiniging te beginnen.

      WAARSCHUWING

      Gevaar van letsels

      De terugstootkracht van het straalpistool kan u uit balans brengen.

      Zoek een veilige plek om te staan en houd het straalpistool stevig vast voordat u de trekker overhaalt.

      WAARSCHUWING

      Gevaar van letsels

      Droogijspellets en vuildeeltjes kunnen mensen raken en verwonden.

      Gebruik het apparaat niet, als er andere mensen dichtbij zijn, tenzij ze beschermende kleding dragen.

      WAARSCHUWING

      Gevaar van letsels

      Gebruik het apparaat niet als een aansluitkabel of belangrijke onderdelen van het apparaat beschadigd zijn, bijv. Veiligheidsvoorzieningen, straalmiddelslang, straalpistool.

      WAARSCHUWING

      Gevaar voor bekneld raken door het doseerapparaat.

      Vóór het verwijderen van de schutplaat in het droogijsreservoir absoluut de stekker van het apparaat uit het stopcontact trekken.

      Voorschriften en richtlijnen

      Er kunnen speciale voorschriften en richtlijnen voor het omgaan met droogijsstraalapparatuur van toepassing zijn bij de werking van deze installatie.

      Het is daarom essentieel dat u de regels en richtlijnen die in uw land van toepassing zijn in acht neemt en dienovereenkomstig handelt!

      Veiligheidsinrichtingen

      VOORZICHTIG

      Gevaar van letsels wegens ontbrekende of gewijzigde veiligheidsinrichtingen!

      Veiligheidsinrichtingen zijn er om u te beschermen.

      Veiligheidsinrichtingen mogen niet worden omzeild, verwijderd of buiten werking worden gesteld.

      Noodstopknop

      De Ice Blaster beschikt over een noodstopknop. Wanneer die knop wordt ingedrukt, wordt de droogijsdosering stilgelegd en de luchtstroom uit de sproeier wordt onderbroken.

      Uitschakelen in noodgevallen

      1. De triggerhendel van het straalpistool loslaten.

      2. De noodstopknop indrukken.

        De droogijsdosering wordt stilgelegd en de luchtstroom uit de sproeier wordt onderbroken.

      3. De persluchttoevoer afsluiten.

      Toebehoren en reserveonderdelen

      Gebruik alleen origineel toebehoren en originele reserveonderdelen. Deze garanderen een veilige en storingsvrije werking van het apparaat.

      Informatie over toebehoren en reserveonderdelen vindt u onder www.kaercher.com.

      Leveringsomvang

      Controleer de inhoud bij het uitpakken op volledigheid. Bij ontbrekend toebehoren of bij transportschade neemt u contact op met uw distributeur.

      Garantie

      In elk land gelden de garantievoorwaarden die door onze verantwoordelijke verkoopmaatschappij zijn uitgegeven. Mogelijke storingen aan uw apparaat verhelpen we binnen de garantieperiode gratis, voor zover een materiaal- of fabricagefout de oorzaak is. Als u gebruik wilt maken van de garantie, neemt u met uw aankoopbon contact op met uw distributeur of de dichtstbijzijnde geautoriseerde klantenservice.

      Meer informatie vindt u onder: www.kaercher.com/dealersearch

      Meer informatie over de garantie (indien beschikbaar) vindt u in het servicegedeelte van uw lokale Kärcher-website onder "Downloads".

      Beschrijving apparaat

      Overzicht apparaat


      1. Zwenkwiel met parkeerrem
      2. Koppeling straalmiddelslang
      3. Aardingskabel met klem (alleen IB 7/40 Advanced, optie bij IB 7/40 Classic)
      4. Koppeling stuurleiding
      5. Bedieningsveld
      6. Opbergvak toebehoren
      7. Deksel droogijsreservoir
      8. Duwbeugel
      9. Condenswaterafvoer
      10. Persluchtaansluiting
      11. Drukontlastklep, condensaatlediging van de waterafscheider
      12. Netsnoer met netstekker
      13. Kabelhouder
      14. Zekering F1, onder de zijbekleding
      15. Droogijs-uitvoer voor lediging van het reservoir
      16. Houder voor straalpistool
      17. Transportgreep, botsbeschermingsbeugel

      Overzicht bedieningsveld


      1. Toets Lediging droogijsreservoir
      2. Toets Statistiek, teller resetten
      3. Sleutelschakelaar
      4. Noodstopknop
      5. Apparaatschakelaar
      6. Toets Droogijsdosering verlagen
      7. Toets Droogijsdosering verhogen
      8. Toets Straaldruk verlagen
      9. Toets Straaldruk verhogen
      10. Display

      Overzicht display


      1. Controlelampje Stuurspanninggroen: Stuurspanning in orderood: Stuurspanning te laaggeel: Lediging droogijsreservoir actief
      2. Controlelampje Noodstoprood: Noodstopknop bediendgroen: Noodstopknop niet bediend
      3. Controlelampje persluchtgroen: Druk in ordeoranje: geselecteerde straaldruk niet bereiktrood: Druk te laag (onder 0,15 MPa/1,5 bar)
      4. 4 controlelampjes Doseerapparaatgroen: Aandrijving in orderood: Storing aan de aandrijving
      5. Controlelampje Straalpistoolgroen: Straalpistool in ordeoranje: Triggerhendel van de straalpistool tijdens het inschakelen bediendrood: Straalpistool verwijderd of stuurleiding beschadigd
      6. Weergaveveld

      Overzicht straalinrichting


      1. *Toets Straaldruk verlagen
      2. *Toets Straaldruk verhogen
      3. *Toets Droogijsdosering verhogen
      4. *Toets Droogijsdosering aan/uitBrandt rood bij uitgeschakelde droogijsdosering
      5. *Toets Droogijsdosering verlagen
      6. Koppeling straalmiddel-slang
      7. Veiligheidsknop
      8. Koppeling stuurleiding
      9. Triggerhendel
      10. Straalpistool
      11. Sproeier

      *Alleen IB 7/40 Advanced:

      Inbedrijfstelling

      GEVAAR

      Gevaar van letsels

      Droogijspellets kunnen uit beschadigde onderdelen ontsnappen en letsels veroorzaken.

      Controleer vóór inbedrijfstelling alle onderdelen van het apparaat, vooral de straalmiddelslang, op goede staat. Vervang beschadigde bouwgroepen door goede. Reinig vuile bouwgroepen en controleer ze op goede werking.
      1. Het apparaat op een horizontaal en vlak oppervlak neerzetten.

      2. De zwenkwielen vergrendelen met de parkeerremmen.

      3. De straalmiddelslang aansluiten op het apparaat en borgen.

      4. Het straalpistool aansluiten op het apparaat en borgen.

      5. De stuurleiding met het apparaat verbinden.

      6. De stuurleiding met het straalpistool verbinden.

      Sproeier bevestigen

      Instructie

      De selectie van de sproeier is afhankelijk van het materiaal van het te reinigen object en van de aard van verontreiniging.

      Alle sproeiers worden zonder gereedschap op de schroefdraad van het straalpistool geschroefd.

      De op de sproeier aangebrachte sleutelvlakken dienen voor het losmaken van vastzittende sproeiers met een steeksleutel.

      GEVAAR

      Gevaar van letsels door onbedoeld starten van het apparaat

      Vóór het vervangen van de sproeier apparaat uitschakelen.

      WAARSCHUWING

      Gevaar voor letsels door aanraken van koude sproeier

      Sproeier vóór het aanraken laten opwarmen of veiligheidshandschoenen dragen.

      LET OP

      Koudlas

      Sproeierschroefdraad vóór de montage met het bijgevoegde vet instrijken.

      Behalve de meegeleverde vlakstraalsproeier staan nog andere vlak- en rondstraalsproeiers in verschillende uitvoeringen ter beschikking als toebehoren.


      1. Ronde straalsproeier, gebogen, met rubberen armatuur
      2. Vlakstraalsproeier, kort
      3. Rondstraalsproeier, kort
      4. Rondstraalsproeier, lang
      5. Vlakstraalsproeier, lang, in de leveringsomvang
      6. Vlakstraalsproeier, gebogen, met rubberen armatuur
      1. De sproeier op het schroefdraadstuk van het straalpistool plaatsen en met de hand vastdraaien.

      Toebehoren bevestigen

      Scrambler bevestigen

      De scrambler verbrijzelt de droogijspellets en wordt tussen het straalpistool en de sproeier gemonteerd. De positionering van de 4 geperforeerde platen in de scrambler bepaalt de mate van verbrijzeling.


        1. Schroefverbinding
        2. Magazijn
        3. Geperforeerde plaat

        De mate van verbrijzeling selecteren:

      1. De schroefverbinding losdraaien.

      2. Het magazijn met de geperforeerde platen verwijderen.

      3. Geperforeerde platen in het magazijn rangschikken (3 mogelijkheden). De aangegeven maten op de afbeelding hebben betrekking op de afmeting van de openingen.


      4. Het magazijn met de geperforeerde platen in de scrambler plaatsen.

      5. De schroefverbinding opschroeven en vastdraaien.

      Sproeierverlenging bevestigen


      1. De sproeierverlenging tussen het straalpistool en de sproeier aanbrengen.

      Handgreep bevestigen


      1. De handgreep aan de verlenging bevestigen.

      Werkverlichting bevestigen


      1. De werkverlichting tussen de sproeier en het straalpistool bevestigen.

      2. Werkverlichting in- en uitschakelen. Basisinstellingen

      Perslucht aansluiten

      Instructie

      Voor een storingsvrije werking moet de perslucht een laag vochtigheidsgehalte (maximum 5% relatieve luchtvochtigheid, dooipunt onder 0°C) hebben. De perslucht moet vrij zijn van olie, vuil en vreemde lichamen.

      De perslucht moet droog en vrij van olie zijn, na de compressor moet tenminste een nakoeler en een afscheider geschakeld zijn.

      1. De drukontlastklep sluiten.

      2. De perslucht-toevoerleiding op de persluchtaansluiting van het apparaat aansluiten. De maximaal toegestane toevoerdruk van 1 MPa (10 bar) mag niet worden overschreden.

      Netaansluiting tot stand brengen

      GEVAAR

      Gevaar voor letsel door elektrische schok

      Het gebruikte stopcontact moet worden geïnstalleerd door een elektricien en moet voldoen aan IEC 60364-1.Het apparaat mag alleen worden aangesloten op een stroomvoorziening met randaarde.Het gebruikte stopcontact moet gemakkelijk toegankelijk zijn en zich op een hoogte tussen 0,6 m en 1,9 m boven de vloer bevinden.Het gebruikte stopcontact moet zich in het gezichtsveld van de bediener bevinden.Het apparaat moet worden beveiligd met een aardlekschakelaar (30 mA).De stroomkabel van het apparaat voor elk gebruik op beschadigingen controleren. Gebruik het apparaat niet, als de kabel beschadigd is. Beschadigde kabel laten vervangen door een gekwalificeerde elektricien.De verlengkabel moet IPX4-bescherming bieden en het kabelontwerp moet minimaal voldoen aan H 07 RN-F 3G1.5.Ongeschikte verlengkabels kunnen gevaarlijk zijn. Als een verlengsnoer wordt gebruikt, moet deze geschikt zijn voor gebruik buitenshuis en moet de aansluiting droog en boven de grond zijn. Aanbevolen wordt om een kabelhaspel te gebruiken die het stopcontact minimaal 60 mm boven de vloer houdt.
      1. De netstekker in het stopcontact steken.

      Werking

      Droogijs vullen

      GEVAAR

      Cryogene brandwonden

      Droogijs heeft een temperatuur van ‑79 °C.

      Droogijs en koude onderdelen van het apparaat nooit zonder bescherming aanraken.Veiligheidshandschoenen en veiligheidskledij dragen.

      Instructie

      Bij langdurige werkonderbrekingen kunnen de droogijspellets in het droogijsreservoir samensmelten. Werk indien mogelijk niet langer dan 20 minuten onderbreken. Voor langere onderbrekingen moet het apparaat gebruikt worden tot het droogijsreservoir leeg is of moet het reservoir door de functie Droogijslediging worden leeggemaakt.

      1. Deksel droogijsreservoir openen.

      2. Droogijsreservoir op vreemde voorwerpen en condensaat controleren, vreemde voorwerpen en condensaat verwijderen.

      3. Droogijspellets in het reservoir vullen.

        LET OP

        Schade aan het apparaat door ongeschikt straalmiddel

        Als straalmiddel uitsluitend droogijspellets gebruiken.
      4. Deksel droogijsreservoir sluiten.

      Apparaat instellen

      De instellingen zijn afhankelijk van het materiaal van het te reinigen object en de aard van verontreiniging ervan.

      1. Ontgrendel de noodstoptoets door deze te draaien.

      2. De apparaatschakelaar op "I" zetten.

      3. De sleutelschakelaar rechtsom draaien.

      4. De straaldruk instellen met de toetsen Straaldruk verhogen/verlagen.

        Instructie

        Hoe hoger de ingestelde straaldruk, hoe intenser (agressiever) de reinigingswerking.

      5. Droogijsdosering instellen met de toetsen Droogijsdosering verhogen/verlagen.

      6. De sleutelschakelaar linksom draaien en de sleutel eruit trekken.

        Door het automatische sluiten van het sleutelgat wordt vervuiling ervan tijdens de werking voorkomen.

        Bij uitgenomen sleutel is het apparaat beveiligd tegen verstellen van de instellingen en resetten van de statistische waarden.

      Reinigen

      Onderhoudswerkzaamheden moeten dagelijks voor het begin van de werkzaamheden worden uitgevoerd. Onderhoud.

      GEVAAR

      Gevaar van letsels door rondvliegende droogijspellets

      Richt het straalpistool niet op personen.Verwijder andere personen uit de gebruiksplaats en houd ze uit de buurt tijdens het gebruik (bijv. door middel van hekken).Raak de sproeieropening niet aan tijdens de werking, en breng de handen niet in de droogijsstraal.Vóór het onderbreken van de verbinding tussen straalpistool en straalmiddelslang en tussen straalmiddelslang en apparaat absoluut eerst de persluchttoevoer afsluiten, het apparaat drukvrij maken en de netstekker uit het stopcontact halen.

      WAARSCHUWING

      Verstikkingsgevaar door kooldioxide

      De droogijspellets bestaan uit vast kooldioxide. Wanneer het apparaat in werking is, neemt het kooldioxidegehalte van de lucht op de werkplek toe.

      Tekenen van een hoge kooldioxideconcentratie in de lucht die u inademt zijn hoofdpijn en een hoge ademhalingsfrequentie (kooldioxideconcentratie 3...5%) of hoofdpijn, misselijkheid en bewusteloosheid (kooldioxideconcentratie 7...10%). Bij het optreden van die symptomen het apparaat onmiddellijk uitschakelen en naar buiten gaan, bij het voortzetten van het werk de verluchtingsmaatregelen verbeteren of een beademingstoestel gebruiken.

      Zorg ervoor dat de werkplek voldoende geventileerd is en gebruik zo nodig een waarschuwingsapparaat voor personen.Neem het veiligheidsinformatieblad van de droogijsfabrikant in acht.

      GEVAAR

      Gevaar door voor de gezondheid gevaarlijke stoffen

      Indien bij de verwerking stof dat schadelijk is voor de gezondheid kan ontstaan, neem dan voor het begin van de werkzaamheden overeenkomstige veiligheidsmaatregelen.

      GEVAAR

      Explosiegevaar

      Bij gelijktijdige verwerking van lichtmetalen en ijzerhoudende onderdelen kan een explosieve atmosfeer ontstaan.

      Bewerk nooit tegelijkertijd lichtmetalen en ijzerhoudende onderdelen.Indien afwisselend lichtmetalen en ijzerhoudende onderdelen bewerkt worden, moeten de werkruimte en de afzuiginrichting vóór de bewerking van het andere materiaal worden gereinigd.

      GEVAAR

      Elektrische schok door elektrostatische oplading van het te reinigen voorwerp en risico op beschadiging van elektronische bouwgroepen

      Bij het reinigen kan het te reinigen object elektrisch geladen raken.

      Verbind het te reinigen object met de aarde en houd de aarding in stand tijdens het reinigingsproces.

      WAARSCHUWING

      Gevaar van letsels door struikelen

      Straalmiddelslang en stuurleiding zodanig leggen dat tijdens het werk geen struikelgevaar bestaat.

      LET OP

      Beschadigingsgevaar door vreemde voorwerpen die in het droogijsreservoir vallen.

      Houd het deksel van het droogijsreservoir gesloten tijdens de werkzaamheden

      LET OP

      Schade aan het doseerapparaat door vuil

      Houd het deksel van het droogijsreservoir gesloten tijdens de werkzaamheden om het binnendringen van afgestraalde verontreinigingen te verhinderen.

      Instructie

      Bij de variant IB 7/40 Advanced kan de toevoeging van droogijspellets uit- en ingeschakeld worden met de knop Droogijsdosering uit/aan op het straalpistool. Bij een uitgeschakelde dosering brandt de knop rood, op het display verschijnt "Ice off".

      Tevens kan bij de variant IB 7/40 Advanced de straaldruk en de hoeveelheid droogijs aan het straalpistool worden veranderd.

      Instructie

      Bij gebruik van het straalpistool Advanced (optie) kan de toevoeging van droogijspellets uit- en ingeschakeld worden met de knop Droogijsdosering uit/aan op het straalpistool. Bij een uitgeschakelde dosering brandt de knop rood, op het display verschijnt "Ice off".

      Tevens kan bij het straalpistool Advanced de straaldruk en de hoeveelheid droogijs aan het straalpistool worden veranderd.

      1. Er werden dagelijkse onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd voor de ingebruikname" (zie hoofdstuk Onderhoud).

      2. Het werkgebied afsluiten om te voorkomen dat mensen erin komen tijdens het gebruik.

      3. Zorg bij het werken in besloten ruimten voor voldoende luchtverversing om de kooldioxideconcentratie in de omgevingslucht onder het gevaarlijke niveau te houden.

      4. Het te reinigen object indien nodig vastzetten.

      5. De aardingskabel (alleen bij IB 7/40 Advanced) elektrisch geleidend met het te reinigen object verbinden of dat laatste op een andere manier aarden.

      6. Bedrijfsmodus Persluchtstraal "1" of Droogijsstraal "2" instellen aan de schakelaar voor bedrijfsmodi van het straalpistool.

      7. Beschermende kleding, veiligheidshandschoenen, een goed aansluitende veiligheidsbril en gehoorbescherming dragen.

      8. De persluchttoevoer activeren.

      9. Ontgrendel de noodstoptoets door deze te draaien.

      10. Een veilige standplaats kiezen en een stabiele lichaamshouding aannemen om niet uit evenwicht te worden gebracht door de terugslagkracht van het straalpistool. Om het plotselinge optreden van een terugslag te voorkomen kan een langzame stijging van de straaldruk worden ingesteld (zie hoofdstuk Basisinstellingen).

      11. De beveiligingsknop van het straalpistool indrukken.

      12. De droogijsstraal activeren door de triggerhendel van het straalpistool te bedienen en het reinigingsproces uitvoeren.

      Uitschakelen in noodgevallen

      1. De triggerhendel van het straalpistool loslaten.

      2. De noodstopknop indrukken.

        De droogijsdosering wordt stilgelegd en de luchtstroom uit de sproeier wordt onderbroken.

      3. De persluchttoevoer onderbreken.

      Opnieuw in bedrijf stellen na noodstop

      • Noodstopschakelaar ontgrendelen door draaien.

      Werking onderbreken

      Instructie

      Bij langdurige werkonderbrekingen kunnen de droogijspellets in het droogijsreservoir samensmelten. Werk indien mogelijk niet langer dan 20 minuten onderbreken. Voor langere onderbrekingen moet het apparaat gebruikt worden tot het droogijsreservoir leeg is of moet het reservoir door de functie Droogijslediging worden leeggemaakt.

      1. De triggerhendel van het straalpistool loslaten.

      2. Bij werkpauzen kan het straalpistool eventueel op de houder aan het apparaat worden geplaatst.

      Condensaat aftappen

      Een waterfascheider reinigt de naar het apparaat geleide perslucht. Daardoor verzamelt zich condensaat in de waterafscheider, die af en toe leeggemaakt moet worden.

      1. Een opvangbak onder de condensaatafvoer zetten.

      2. De drukontlastklep langzaam openen en wachten tot het condensaat uit het apparaat is weggelopen.

      3. Het condensaat milieuvriendelijk afvoeren.

      Statistiekfunctie

      Opvragen van waarden

      1. De apparaatschakelaar op "I" zetten.

      2. De knop Statistiek kort indrukken.

        De bedrijfsduur wordt weergegeven.

        • t: Bedrijfsduur sinds de laatste reset.

        • T: Totale bedrijfsduur

      3. De knop Statistiek kort indrukken.

        De verwerkte droogijshoeveelheid verschijnt.

        • m: Droogijshoeveelheid sinds de laatste reset.

        • M: Droogijshoeveelheid in totaal

      4. De knop Statistiek kort indrukken.

        Het gemiddelde droogijsverbruik verschijnt.

        • q: Gemiddeld droogijsverbruik sinds de laatste reset

        • Q: Gemiddeld droogijsverbruik totaal

      Waarden resetten

      1. De sleutelschakelaar rechtsom draaien.

      2. De knop Statistiek 4 seconden lang indrukken.

        De waarden worden gereset.

        Instructie

        De totale waarden kunnen niet worden gewist.

      Basisinstellingen

      In de bedrijfsmodus Basisinstellingen hebben de toetsen de volgende functies:


      1. Menupunt omlaag
      2. Waarde verlagen
      3. Menupunt omhoog
      4. Waarde verhogen
      1. Het menu Basisinstellingen oproepen.

        1. Toetsen Straaldruk verhogen en Straaldruk verlagen tegelijk indrukken en ingedrukt houden.

        2. De sleutelschakelaar rechtsom draaien.

      2. Basisinstellingen uitvoeren.

        Menupunt
        Instelbereik
        Beschrijving
        Softstart
        0, 1, 2, 3, 4, 5 seconden
        Zachte start, duurt tot de geselecteerde straaldruk is bereikt
        T_Dump
        1, 2, 3, 4, 5 minuten
        Duur van de droogijs-ledigingsprocedure
        Language
        metric, imperial
        Maateenheden
        metrisch: kg/h, MPa
        imperial: lbs, psi
        Lighting
        ON/OFF
        Sproeierverlichting (optie) in-/uitschakelen
        Demo-Mode
        ON/OFF
        Demonstratiewerking:
        Bediening wordt gesimuleerd, perslucht- en droogijsafgifte zijn geblokkeerd.
      3. De sleutelschakelaar linksom draaien om het menu Basisinstellingen te verlaten.

      Werking beëindigen

      GEVAAR

      Gevaar van letsels door rondvliegende droogijspellets

      Richt het straalpistool niet op personen.Verwijder andere personen uit de gebruiksplaats en houd ze uit de buurt tijdens het gebruik (bijv. door middel van hekken).

      GEVAAR

      Cryogene brandwonden

      Droogijs heeft een temperatuur van ‑79 °C.

      Droogijs en koude onderdelen van het apparaat nooit zonder bescherming aanraken.Veiligheidshandschoenen en veiligheidskledij dragen.
      1. De persluchttoevoer sluiten.

      2. Een opvangbak onder de condensaatafvoer zetten.

      3. De drukontlastklep langzaam openen en wachten tot het condensaat en de perslucht uit het apparaat zijn ontweken.

      4. Condensaat milieuvriendelijk afvoeren.

      5. Een opvangbak onder de droogijsuitlaat zetten.

      6. De toets Lediging droogijsreservoir indrukken en wachten tot het droogijsreservoir leeg is.

        De droogijslediging stopt na de vooraf ingestelde tijd (zie hoofdstuk Basisinstellingen).

        Indien nodig de toets Lediging droogijsreservoir meerdere keren indrukken.

      7. De apparaatschakelaar op "0/OFF" zetten.

      8. Het apparaat afkoppelen van de persluchttoevoerleiding.

      9. De netstekker uit het stopcontact halen.

      10. De aardingskabel reinigen en oprollen.

      11. Het straalgoed volgens de plaatselijk geldende voorschriften afvoeren.

      Vervoer

      GEVAAR

      Ongevallengevaar door droogijsresten in het apparaat

      In gesloten voertuigen kan kooldioxide van smeltend droogijs mensen die in het voertuig reizen in gevaar brengen.

      Verwijder het droogijs volledig uit het apparaat voordat u het vervoert.

      VOORZICHTIG

      Letsel- en beschadigingsgevaar door het niet in acht nemen van het gewicht!

      Bij vervoer en opslag van het apparaat bestaat het risico van letsel en schade door het gewicht.

      Bij het transport en de opslag van het apparaat het gewicht van het apparaat in acht nemen, zie hoofdstuk Technische gegevens.
      1. Vóór het vervoer alle stappen in het hoofdstuk "Werking beëindigen" (Werking beëindigen) uitvoeren.

      2. Apparaat op het transportvoertuig brengen.

      3. De parkeerremmen van de zwenkwielen vergrendelen.

      4. Apparaat met spanriemen vastzetten.

      Opslag

      LET OP

      Verstikkingsgevaar door accumulatie van kooldioxide

      Sla droogijspellets alleen op in goed geventileerde plaatsen.

      VOORZICHTIG

      Letsel- en beschadigingsgevaar door het niet in acht nemen van het gewicht!

      Bij vervoer en opslag van het apparaat bestaat het risico van letsel en schade door het gewicht.

      Bij het transport en de opslag van het apparaat het gewicht van het apparaat in acht nemen, zie hoofdstuk Technische gegevens.
      1. Sla het apparaat alleen in binnenruimten op.

      Onderhoud

      Onderhoudsaanwijzingen

      Basis voor een veilige installatie is regelmatig onderhoud volgens het onderstaande onderhoudsschema.

      Gebruik uitsluitend originele onderdelen van de fabrikant of door deze geadviseerde delen, zoals

      • Reserve- en slijtagedelen,

      • toebehoren,

      • brandstoffen,

      • reinigingsmiddelen.

      GEVAAR

      Gevaar voor ongevallen

      Het apparaat kan onverwacht starten. Koude onderdelen van apparaten of vloeibaar kooldioxide kunnen bevriezing veroorzaken. Gasvormig kooldioxide kan de dood door verstikking veroorzaken.

      Voordat u aan het apparaat gaat werken, moet u alle stappen in het hoofdstuk "Gebruik beëindigen" uitvoeren. Wacht tot het apparaat is opgewarmd of draag beschermende kleding tegen de kou. Stop nooit droogijs in uw mond.

      LET OP

      Beschadigingsgevaar

      Onjuiste reinigingsmiddelen beschadigen het apparaat en het straalpistool.

      Reinig het apparaat en het straalpistool nooit met oplosmiddelen, benzine of oliehoudende reinigingsmiddelen.

      Onderhoudscontract

      Om een betrouwbaar gebruik van de installatie te garanderen, raden we u aan om een onderhoudscontract af te sluiten. Neem contact op uw verantwoordelijke KÄRCHER-klantenservice.

      Onderhoudsschema

      Dagelijks voor begin van de werkzaamheden

      1. Onderzoek de straalmiddelslang zorgvuldig op scheuren, knikken en andere beschadigingen. Zachte plekken in de slang duiden op slijtage aan de binnenkant van de slang. Vervang de defecte of versleten slang door een nieuwe slang.

      2. Controleer elektrische kabels en connectoren op schade. Laat defecte onderdelen door de klantenservice vervangen.

      Alle 100 bedrijfsuren

      1. Koppelingen aan straalmiddelslang en aan het apparaat controleren op beschadiging en slijtage. Defecte straalmiddelslang vervangen, defecte koppelingen aan apparaat laten vervangen door de klantenservice.

      2. Doseerapparaat controleren op schade en lekken. Schade en lekken door de klantenservice laten verhelpen.

      3. Controleren of de bevestigingsdoppen van de achterwielen goed vastzitten.

      Om de 500 uur of jaarlijks

      1. Laat het apparaat door de klantenservice controleren.

      Onderhoudswerkzaamheden

      Zijbekleding afnemen

      Voor de uitvoering van enkele onderhoudswerkzaamheden moeten de zijpanelen van het apparaat worden verwijderd:


        1. Snelsluiting
        2. Zijpanelen
      1. Snelsluiting linksom openen.

      2. Zijpaneel afnemen.

      Filterpatroon in waterafscheider vervangen


        1. Filterpatroon
        2. Bovenste deel
        3. Schijf
        4. Moer
        5. Onderste deel
        6. Schroef
      1. 4 schroeven verwijderen.

      2. Onderste deel wegnemen.

      3. Moer verwijderen.

      4. Schijf verwijderen.

      5. Filterpatroon verwijderen.

      6. Nieuwe filterpatroon plaatsen.

      7. Waterafscheider in omgekeerde volgorde opnieuw monteren.

      Tests

      Volgens DGUV R 100-500 moeten de volgende tests met betrekking tot het apparaat door een gekwalificeerd persoon worden uitgevoerd. De resultaten van de tests moeten worden vastgelegd in een controlecertificaat. Het testcertificaat moet tot de volgende test door de exploitant van het apparaat worden bewaard.

      Na een bedrijfsonderbreking van meer dan een jaar

      1. Het apparaat op onberispelijke toestand en werking controleren.

      Na het wijzigen van de opstelplaats

      1. Controleer het apparaat op de onderispelijke toestand, functie en installatie.

      Na reparatiewerkzaamheden of wijzigingen die de bedrijfsveiligheid kunnen beïnvloeden

      1. Controleer het apparaat op de onberispelijke toestand, functie en installatie.

      Hulp bij storingen

      GEVAAR

      Gevaar voor ongevallen

      Het apparaat kan onverwacht starten. Koude apparaatonderdelen of vloeibaar kooldioxide kunnen bevriezing veroorzaken. Gasvormig kooldioxide kan overlijden door verstikking veroorzaken.

      Voordat u aan het apparaat gaat werken, moet u alle stappen in het hoofdstuk "Werking beëindigen" uitvoeren. Wacht tot het apparaat is opgewarmd of draag beschermende kleding tegen de kou. Stop nooit droogijs in uw mond.

      LET OP

      Beschadigingsgevaar

      Door gebruik van onjuiste reinigingsmiddelen kunnen het apparaat en het spuitpistool beschadigd raken.

      Reinig het apparaat en het spuitpistool nooit met oplosmiddelen, benzine of oliehoudende reinigingsmiddelen.

      Storingen verhelpen

      Storingen hebben vaak oorzaken die eenvoudig met behulp van het volgende overzicht kunnen worden verholpen. Neem bij twijfel of storingen die hier niet worden vermeld contact op met de erkende Kärcher-klantenservice.

      • E001 Controlelampje Stuurspanning brandt rood 

      • E002 Controlelampje Noodstop brandt rood 

      • E003 Controlelampje Perslucht brandt rood 

      • E004 Controlelampje Dosering brandt rood 

      • E005 Controlelampje Straalpistool brandt rood 

      • E006 Controlelampje Straalpistool brandt rood 

      • E007 Controlelampje Perslucht brandt rood 

      • E008 Controlelampje Straalpistool brandt oranje 

      • Geen displayweergave ondanks een ingeschakelde hoofdschakelaar 

      • Geen persluchtstraal ondanks getrokken triggerhendel 

      • Persluchtstraal te zwak 

      • Geen droogijspellets in de persluchtstraal 

      E001

      Controlelampje Stuurspanning brandt rood

      Oorzaak:

      Stuurspanning is te laag.

      Oplossing:

      Bediener

      1. Het apparaat uitschakelen.

      2. Kort wachten.

      3. Het apparaat weer inschakelen.

      Oplossing:

      Bediener

      • Stopcontact laten controleren.

      • Als de foutcode herhaaldelijk verschijnt, contact opnemen met de Kärcher-klantenservice.

      E002

      Controlelampje Noodstop brandt rood

      Oorzaak:

      Noodstopknop is ingedrukt

      Oplossing:

      Bediener

      • Ontgrendel de noodstoptoets door deze te draaien.

      E003

      Controlelampje Perslucht brandt rood

      Oorzaak:

      Druk van de persluchtvoorziening is te laag.

      Oplossing:

      Bediener

      1. De druk verhogen.

      2. Het apparaat uitschakelen.

      3. Kort wachten.

      4. Het apparaat weer inschakelen.

      E004

      Controlelampje Dosering brandt rood

      Oorzaak:

      Storing in de doseerunit.

      Oplossing:

      Bediener

      1. Het apparaat uitschakelen.

      2. Kort wachten.

      3. Het apparaat weer inschakelen.

      Oplossing:

      Bediener

      • Als de foutcode herhaaldelijk verschijnt, contact opnemen met de Kärcher-klantenservice.

      E005

      Controlelampje Straalpistool brandt rood

      Oorzaak:

      Verbinding tussen apparaat en straalpistool gestoord.

      Oplossing:

      Bediener

      • Correcte verbinding van de koppelingen in de stuurleiding controleren.

      • De stuurkabel controleren op beschadigingen.

      E006

      Controlelampje Straalpistool brandt rood

      Oorzaak:

      Kortsluiting in het straalpistool of de stuurkabel.

      Oplossing:

      Bediener

      • Het straalpistool of straalslang met stuurkabel vervangen.

      E007

      Controlelampje Perslucht brandt rood

      Oorzaak:

      Storing aan de perslucht-regelklep.

      Oplossing:

      Bediener

      • Contact opnemen met klantenservice.

      E008

      Controlelampje Straalpistool brandt oranje

      Oorzaak:

      Triggerhendel van het straalpistool werd tijdens het inschakelen of bij het ontgrendelen van de noodstoptoets bediend.

      Oplossing:

      Bediener

      • De triggerhendel van het straalpistool loslaten.

      Geen displayweergave ondanks een ingeschakelde hoofdschakelaar

      Oorzaak:

      Netstekker niet in het stopcontact gestoken.

      Oplossing:

      Bediener

      • De netstekker in een stopcontact steken.

      Oorzaak:

      Zekering F1 werd aangesproken.

      Oplossing:

      Bediener

      • Het zijpaneel wegnemen en zekering F1 door indrukken ontgrendelen.

      Geen persluchtstraal ondanks getrokken triggerhendel

      Oorzaak:

      Persluchttoevoer heeft te weinig druk.

      Oplossing:

      Bediener

      • De druk controleren.

      Oorzaak:

      De straaldruk is te laag ingesteld.

      Oplossing:

      Bediener

      • De straaldruk hoger instellen.

      Oorzaak:

      Spanningsvoorziening is onderbroken.

      Oplossing:

      Bediener

      • De spanningsvoorziening controleren. Controlelampje "Apparaat aan" moet groen branden.

      Oorzaak:

      Noodstopknop is ingedrukt

      Oplossing:

      Bediener

      • De noodstoptoets ontgrendelen door deze te draaien. Controlelampje "Apparaat aan" moet groen branden.

      Oorzaak:

      Stuurleiding is niet correct aangesloten.

      Oplossing:

      Bediener

      • De verbinding tussen stuurleiding en straalpistool alsook tussen stuurleiding en apparaat controleren.

      Oorzaak:

      Stuurleiding is defect.

      Oplossing:

      Bediener

      • De straalmiddelslang vervangen.

      Persluchtstraal te zwak

      Oorzaak:

      De straaldruk is te laag ingesteld.

      Oplossing:

      Bediener

      • De straaldruk hoger instellen.

      Oorzaak:

      Persluchttoevoer heeft te weinig druk of debiet van de compressor is te laag.

      Oplossing:

      Bediener

      • De druk en het debiet controleren.

      Oorzaak:

      Filterpatroon in de waterafscheider verstopt.

      Oplossing:

      Bediener

      • De filterpatroon in waterafscheider vervangen.

      Oorzaak:

      Straalmiddelslang of straalpistool is verstopt.

      Oplossing:

      Bediener

      • De straalmiddelslang en het straalpistool laten ontdooien en de verstopping verhelpen.

      • De werkdruk verhogen en / of droogijsdosering verlagen.

      Geen droogijspellets in de persluchtstraal

      Oorzaak:

      Droogijsdosering is uitgeschakeld (alleen met straalpistool Advanced). Toets Droogijsdosering Aan/Uit op het straalpistool brandt rood, displayindicatie "Ice off".

      Oplossing:

      Bediener

      • De toets Droogijsdosering op het straalpistool indrukken.

      Oorzaak:

      Droogijsreservoir is leeg

      Oplossing:

      Bediener

      • Het droogijsreservoir vullen

      Oorzaak:

      Droogijs is samengesmolten.

      Oplossing:

      Bediener

      • Het droogijsreservoir leegmaken en vullen met verse droogijspellets.

      Oorzaak:

      Triller aan het droogijsreservoir werkt niet.

      Oplossing:

      Bediener

      • Contact opnemen met de klantenservice.

      Oorzaak:

      Aandrijfmotor van het doseerapparaat is overbelast.

      Oplossing:

      Bediener

      • Doseerapparaat laten ontdooien.

      Oorzaak:

      Persluchtuitlaat in het droogijsreservoir

      Oplossing:

      Klantenservice

      • De drukcompensatieleiding in het doseerapparaat reinigen.

      Oorzaak:

      Doseerschijf in de doseereenheid is defect

      Oplossing:

      Klantenservice

      • De doseerschijf vervangen.

      Storingen met indicatie op het display

      • E001 Controlelampje Stuurspanning brandt rood 

      • E002 Controlelampje Noodstop brandt rood 

      • E003 Controlelampje Perslucht brandt rood 

      • E004 Controlelampje Dosering brandt rood 

      • E005 Controlelampje Straalpistool brandt rood 

      • E006 Controlelampje Straalpistool brandt rood 

      • E007 Controlelampje Perslucht brandt rood 

      • E008 Controlelampje Straalpistool brandt oranje 

      • Geen displayweergave ondanks een ingeschakelde hoofdschakelaar 

      • Geen persluchtstraal ondanks getrokken triggerhendel 

      • Persluchtstraal te zwak 

      • Geen droogijspellets in de persluchtstraal 

      E001

      Controlelampje Stuurspanning brandt rood

      Oorzaak:

      Stuurspanning is te laag.

      Oplossing:

      Bediener

      1. Het apparaat uitschakelen.

      2. Kort wachten.

      3. Het apparaat weer inschakelen.

      Oplossing:

      Bediener

      • Stopcontact laten controleren.

      • Als de foutcode herhaaldelijk verschijnt, contact opnemen met de Kärcher-klantenservice.

      E002

      Controlelampje Noodstop brandt rood

      Oorzaak:

      Noodstopknop is ingedrukt

      Oplossing:

      Bediener

      • Ontgrendel de noodstoptoets door deze te draaien.

      E003

      Controlelampje Perslucht brandt rood

      Oorzaak:

      Druk van de persluchtvoorziening is te laag.

      Oplossing:

      Bediener

      1. De druk verhogen.

      2. Het apparaat uitschakelen.

      3. Kort wachten.

      4. Het apparaat weer inschakelen.

      E004

      Controlelampje Dosering brandt rood

      Oorzaak:

      Storing in de doseerunit.

      Oplossing:

      Bediener

      1. Het apparaat uitschakelen.

      2. Kort wachten.

      3. Het apparaat weer inschakelen.

      Oplossing:

      Bediener

      • Als de foutcode herhaaldelijk verschijnt, contact opnemen met de Kärcher-klantenservice.

      E005

      Controlelampje Straalpistool brandt rood

      Oorzaak:

      Verbinding tussen apparaat en straalpistool gestoord.

      Oplossing:

      Bediener

      • Correcte verbinding van de koppelingen in de stuurleiding controleren.

      • De stuurkabel controleren op beschadigingen.

      E006

      Controlelampje Straalpistool brandt rood

      Oorzaak:

      Kortsluiting in het straalpistool of de stuurkabel.

      Oplossing:

      Bediener

      • Het straalpistool of straalslang met stuurkabel vervangen.

      E007

      Controlelampje Perslucht brandt rood

      Oorzaak:

      Storing aan de perslucht-regelklep.

      Oplossing:

      Bediener

      • Contact opnemen met klantenservice.

      E008

      Controlelampje Straalpistool brandt oranje

      Oorzaak:

      Triggerhendel van het straalpistool werd tijdens het inschakelen of bij het ontgrendelen van de noodstoptoets bediend.

      Oplossing:

      Bediener

      • De triggerhendel van het straalpistool loslaten.

      Geen displayweergave ondanks een ingeschakelde hoofdschakelaar

      Oorzaak:

      Netstekker niet in het stopcontact gestoken.

      Oplossing:

      Bediener

      • De netstekker in een stopcontact steken.

      Oorzaak:

      Zekering F1 werd aangesproken.

      Oplossing:

      Bediener

      • Het zijpaneel wegnemen en zekering F1 door indrukken ontgrendelen.

      Geen persluchtstraal ondanks getrokken triggerhendel

      Oorzaak:

      Persluchttoevoer heeft te weinig druk.

      Oplossing:

      Bediener

      • De druk controleren.

      Oorzaak:

      De straaldruk is te laag ingesteld.

      Oplossing:

      Bediener

      • De straaldruk hoger instellen.

      Oorzaak:

      Spanningsvoorziening is onderbroken.

      Oplossing:

      Bediener

      • De spanningsvoorziening controleren. Controlelampje "Apparaat aan" moet groen branden.

      Oorzaak:

      Noodstopknop is ingedrukt

      Oplossing:

      Bediener

      • De noodstoptoets ontgrendelen door deze te draaien. Controlelampje "Apparaat aan" moet groen branden.

      Oorzaak:

      Stuurleiding is niet correct aangesloten.

      Oplossing:

      Bediener

      • De verbinding tussen stuurleiding en straalpistool alsook tussen stuurleiding en apparaat controleren.

      Oorzaak:

      Stuurleiding is defect.

      Oplossing:

      Bediener

      • De straalmiddelslang vervangen.

      Persluchtstraal te zwak

      Oorzaak:

      De straaldruk is te laag ingesteld.

      Oplossing:

      Bediener

      • De straaldruk hoger instellen.

      Oorzaak:

      Persluchttoevoer heeft te weinig druk of debiet van de compressor is te laag.

      Oplossing:

      Bediener

      • De druk en het debiet controleren.

      Oorzaak:

      Filterpatroon in de waterafscheider verstopt.

      Oplossing:

      Bediener

      • De filterpatroon in waterafscheider vervangen.

      Oorzaak:

      Straalmiddelslang of straalpistool is verstopt.

      Oplossing:

      Bediener

      • De straalmiddelslang en het straalpistool laten ontdooien en de verstopping verhelpen.

      • De werkdruk verhogen en / of droogijsdosering verlagen.

      Geen droogijspellets in de persluchtstraal

      Oorzaak:

      Droogijsdosering is uitgeschakeld (alleen met straalpistool Advanced). Toets Droogijsdosering Aan/Uit op het straalpistool brandt rood, displayindicatie "Ice off".

      Oplossing:

      Bediener

      • De toets Droogijsdosering op het straalpistool indrukken.

      Oorzaak:

      Droogijsreservoir is leeg

      Oplossing:

      Bediener

      • Het droogijsreservoir vullen

      Oorzaak:

      Droogijs is samengesmolten.

      Oplossing:

      Bediener

      • Het droogijsreservoir leegmaken en vullen met verse droogijspellets.

      Oorzaak:

      Triller aan het droogijsreservoir werkt niet.

      Oplossing:

      Bediener

      • Contact opnemen met de klantenservice.

      Oorzaak:

      Aandrijfmotor van het doseerapparaat is overbelast.

      Oplossing:

      Bediener

      • Doseerapparaat laten ontdooien.

      Oorzaak:

      Persluchtuitlaat in het droogijsreservoir

      Oplossing:

      Klantenservice

      • De drukcompensatieleiding in het doseerapparaat reinigen.

      Oorzaak:

      Doseerschijf in de doseereenheid is defect

      Oplossing:

      Klantenservice

      • De doseerschijf vervangen.

      Storingen zonder indicatie op het display

      • E001 Controlelampje Stuurspanning brandt rood 

      • E002 Controlelampje Noodstop brandt rood 

      • E003 Controlelampje Perslucht brandt rood 

      • E004 Controlelampje Dosering brandt rood 

      • E005 Controlelampje Straalpistool brandt rood 

      • E006 Controlelampje Straalpistool brandt rood 

      • E007 Controlelampje Perslucht brandt rood 

      • E008 Controlelampje Straalpistool brandt oranje 

      • Geen displayweergave ondanks een ingeschakelde hoofdschakelaar 

      • Geen persluchtstraal ondanks getrokken triggerhendel 

      • Persluchtstraal te zwak 

      • Geen droogijspellets in de persluchtstraal 

      E001

      Controlelampje Stuurspanning brandt rood

      Oorzaak:

      Stuurspanning is te laag.

      Oplossing:

      Bediener

      1. Het apparaat uitschakelen.

      2. Kort wachten.

      3. Het apparaat weer inschakelen.

      Oplossing:

      Bediener

      • Stopcontact laten controleren.

      • Als de foutcode herhaaldelijk verschijnt, contact opnemen met de Kärcher-klantenservice.

      E002

      Controlelampje Noodstop brandt rood

      Oorzaak:

      Noodstopknop is ingedrukt

      Oplossing:

      Bediener

      • Ontgrendel de noodstoptoets door deze te draaien.

      E003

      Controlelampje Perslucht brandt rood

      Oorzaak:

      Druk van de persluchtvoorziening is te laag.

      Oplossing:

      Bediener

      1. De druk verhogen.

      2. Het apparaat uitschakelen.

      3. Kort wachten.

      4. Het apparaat weer inschakelen.

      E004

      Controlelampje Dosering brandt rood

      Oorzaak:

      Storing in de doseerunit.

      Oplossing:

      Bediener

      1. Het apparaat uitschakelen.

      2. Kort wachten.

      3. Het apparaat weer inschakelen.

      Oplossing:

      Bediener

      • Als de foutcode herhaaldelijk verschijnt, contact opnemen met de Kärcher-klantenservice.

      E005

      Controlelampje Straalpistool brandt rood

      Oorzaak:

      Verbinding tussen apparaat en straalpistool gestoord.

      Oplossing:

      Bediener

      • Correcte verbinding van de koppelingen in de stuurleiding controleren.

      • De stuurkabel controleren op beschadigingen.

      E006

      Controlelampje Straalpistool brandt rood

      Oorzaak:

      Kortsluiting in het straalpistool of de stuurkabel.

      Oplossing:

      Bediener

      • Het straalpistool of straalslang met stuurkabel vervangen.

      E007

      Controlelampje Perslucht brandt rood

      Oorzaak:

      Storing aan de perslucht-regelklep.

      Oplossing:

      Bediener

      • Contact opnemen met klantenservice.

      E008

      Controlelampje Straalpistool brandt oranje

      Oorzaak:

      Triggerhendel van het straalpistool werd tijdens het inschakelen of bij het ontgrendelen van de noodstoptoets bediend.

      Oplossing:

      Bediener

      • De triggerhendel van het straalpistool loslaten.

      Geen displayweergave ondanks een ingeschakelde hoofdschakelaar

      Oorzaak:

      Netstekker niet in het stopcontact gestoken.

      Oplossing:

      Bediener

      • De netstekker in een stopcontact steken.

      Oorzaak:

      Zekering F1 werd aangesproken.

      Oplossing:

      Bediener

      • Het zijpaneel wegnemen en zekering F1 door indrukken ontgrendelen.

      Geen persluchtstraal ondanks getrokken triggerhendel

      Oorzaak:

      Persluchttoevoer heeft te weinig druk.

      Oplossing:

      Bediener

      • De druk controleren.

      Oorzaak:

      De straaldruk is te laag ingesteld.

      Oplossing:

      Bediener

      • De straaldruk hoger instellen.

      Oorzaak:

      Spanningsvoorziening is onderbroken.

      Oplossing:

      Bediener

      • De spanningsvoorziening controleren. Controlelampje "Apparaat aan" moet groen branden.

      Oorzaak:

      Noodstopknop is ingedrukt

      Oplossing:

      Bediener

      • De noodstoptoets ontgrendelen door deze te draaien. Controlelampje "Apparaat aan" moet groen branden.

      Oorzaak:

      Stuurleiding is niet correct aangesloten.

      Oplossing:

      Bediener

      • De verbinding tussen stuurleiding en straalpistool alsook tussen stuurleiding en apparaat controleren.

      Oorzaak:

      Stuurleiding is defect.

      Oplossing:

      Bediener

      • De straalmiddelslang vervangen.

      Persluchtstraal te zwak

      Oorzaak:

      De straaldruk is te laag ingesteld.

      Oplossing:

      Bediener

      • De straaldruk hoger instellen.

      Oorzaak:

      Persluchttoevoer heeft te weinig druk of debiet van de compressor is te laag.

      Oplossing:

      Bediener

      • De druk en het debiet controleren.

      Oorzaak:

      Filterpatroon in de waterafscheider verstopt.

      Oplossing:

      Bediener

      • De filterpatroon in waterafscheider vervangen.

      Oorzaak:

      Straalmiddelslang of straalpistool is verstopt.

      Oplossing:

      Bediener

      • De straalmiddelslang en het straalpistool laten ontdooien en de verstopping verhelpen.

      • De werkdruk verhogen en / of droogijsdosering verlagen.

      Geen droogijspellets in de persluchtstraal

      Oorzaak:

      Droogijsdosering is uitgeschakeld (alleen met straalpistool Advanced). Toets Droogijsdosering Aan/Uit op het straalpistool brandt rood, displayindicatie "Ice off".

      Oplossing:

      Bediener

      • De toets Droogijsdosering op het straalpistool indrukken.

      Oorzaak:

      Droogijsreservoir is leeg

      Oplossing:

      Bediener

      • Het droogijsreservoir vullen

      Oorzaak:

      Droogijs is samengesmolten.

      Oplossing:

      Bediener

      • Het droogijsreservoir leegmaken en vullen met verse droogijspellets.

      Oorzaak:

      Triller aan het droogijsreservoir werkt niet.

      Oplossing:

      Bediener

      • Contact opnemen met de klantenservice.

      Oorzaak:

      Aandrijfmotor van het doseerapparaat is overbelast.

      Oplossing:

      Bediener

      • Doseerapparaat laten ontdooien.

      Oorzaak:

      Persluchtuitlaat in het droogijsreservoir

      Oplossing:

      Klantenservice

      • De drukcompensatieleiding in het doseerapparaat reinigen.

      Oorzaak:

      Doseerschijf in de doseereenheid is defect

      Oplossing:

      Klantenservice

      • De doseerschijf vervangen.

      Technische gegevens

      • IB 7/40 Classic 

      • IB 7/40 Advanced 

      IB 7/40 Classic

      Elektrische aansluiting
      Netspanning
      220...240 V
      Fase
      1 ~
      Frequentie
      50 Hz
      Aansluitvermogen
      0,6 kW
      Lekstroom, typ.
      <7,5 mA
      Aardlekschakelaar
      0,03 delta I, A
      Persluchtaansluiting
      Persluchtslang, nominale wijdte
      1/2 Inch
      Druk (max.)
      1,0 (10) MPa (bar)
      Druk (min.)
      0,2 (2) MPa (bar)
      Persluchtverbruik
      0,5…3,5 m3/min
      Persluchtkwaliteit
      droog en olievrij, ten minste 1 nakoeler en 1 afscheider zijn stroomafwaarts geïnstalleerd
      Gegevens capaciteit apparaat
      Straaldruk, max.
      1,0 (10) MPa (bar)
      Diameter droogijspellets (max.)
      3 mm
      Droogijsverbruik
      15…50 kg/h
      Afmetingen en gewichten
      Inhoud droogijsreservoir
      15 kg
      Breedte
      510 mm
      Diepte
      768 mm
      Hoogte
      1096 mm
      Leeggewicht, zonder toebehoren
      70 kg
      Bedrijfsgewicht
      93 kg
      Gewicht straalinrichting (straalmiddelslang, straalpistool, gereedschapstas)
      6,75 kg
      Reactiekracht van het straalpistool, max.
      30 N
      Straalmiddelslang
      8 N
      Apparaattrillingen
      Straalpistool
      1,2 m/s2
      Straalmiddelslang
      1,2 m/s2

      IB 7/40 Advanced

      Elektrische aansluiting
      Netspanning
      220...240 V
      Fase
      1 ~
      Frequentie
      50 Hz
      Aansluitvermogen
      0,6 kW
      Lekstroom, typ.
      <7,5 mA
      Aardlekschakelaar
      0,03 delta I, A
      Persluchtaansluiting
      Persluchtslang, nominale wijdte
      1/2 Inch
      Druk (max.)
      1,0 (10) MPa (bar)
      Druk (min.)
      0,2 (2) MPa (bar)
      Persluchtverbruik
      0,5…3,5 m3/min
      Persluchtkwaliteit
      droog en olievrij, ten minste 1 nakoeler en 1 afscheider zijn stroomafwaarts geïnstalleerd
      Gegevens capaciteit apparaat
      Straaldruk, max.
      1,0 (10) MPa (bar)
      Diameter droogijspellets (max.)
      3 mm
      Droogijsverbruik
      15…50 kg/h
      Afmetingen en gewichten
      Inhoud droogijsreservoir
      15 kg
      Breedte
      510 mm
      Diepte
      768 mm
      Hoogte
      1096 mm
      Leeggewicht, zonder toebehoren
      71 kg
      Bedrijfsgewicht
      95 kg
      6,75 kg
      Reactiekracht van het straalpistool, max.
      30 N
      Straalmiddelslang
      8 N
      Apparaattrillingen
      Straalpistool
      1,2 m/s2
      Straalmiddelslang
      1,2 m/s2

      Benodigde perslucht


      1. Druk in MPa
      2. Druk in bar
      3. Volumestroom in m3/min
      4. Rechte sproeiers
      5. Gebogen sproeiers

      Geluidsdrukniveau


      1. Druk in MPa
      2. Druk in bar
      3. Geluidsdrukniveau in dB(A)
      4. Rondstraalsproeier, kort
      5. Vlakstraalsproeier, kort
      6. Vlakstraalsproeier, gebogen
      7. Rondstraalsproeier, lang
      8. Vlakstraalsproeier, lang, in de leveringsomvang

      Geluidsvermogensniveau


      1. Druk in MPa
      2. Druk in bar
      3. Geluidsvermogensniveau in dB(A)
      4. Rondstraalsproeier, kort
      5. Vlakstraalsproeier, kort
      6. Vlakstraalsproeier, gebogen
      7. Rondstraalsproeier, lang
      8. Vlakstraalsproeier, lang, in de leveringsomvang

      EU-conformiteitsverklaring

      Hiermee verklaren wij dat de hierna vermelde machine op basis van het ontwerp en type en in de door ons op de markt gebrachte uitvoering voldoet aan de relevante veiligheids- en gezondheidsvereisten van de EU-richtlijnen. Bij een niet door ons goedgekeurde wijziging van de machine verliest deze verklaring zijn geldigheid.

      Product: Ice Blaster

      Type:

      1.574-xxx

      Relevante EU-richtlijnen

      2006/42/EG (+2009/127/EG)

      2014/30/EU

      2011/65/EU

      2009/125/EG

      Toegepaste bepaling(en)

      (EU) 2019/1781

      Toegepaste geharmoniseerde normen

      EN 60335-1

      EN IEC 63000: 2018

      EN 62233: 2008

      EN 55014-1: 2017 + A11: 2020

      EN 55014-2: 1997 + A1: 2001 + A2: 2008

      EN 61000-3-2: 2014

      EN 61000-3-3: 2013

      De ondergetekenden handelen in opdracht en met volmacht van de directie.


      Gevolmachtigde voor de documentatie:

      S. Reiser

      Alfred Kärcher SE & Co. KG

      Alfred-Kärcher-Str. 28 - 40

      71364 Winnenden (Germany)

      Tel.: +49 7195 14-0

      Fax: +49 7195 14-2212

      Winnenden, 2024/03/01

      <BackPage>

      4-2-SC-A4-GS-17339



      </BackPage>