LogoB 110 R 
  • Algemene instructies
  • Functie
  • Reglementair gebruik
  • Milieubescherming
  • Toebehoren en reserveonderdelen
  • Leveringsomvang
  • Veiligheidsinstructies
    • Veiligheidsinrichtingen
      • Veiligheidsschakelaars
      • Stoelschakelaar
      • Symbolen op het apparaat
      • Opmerkingen over batterij (accu) en oplaadapparaat
      • Waarschuwingssymbolen
  • Beschrijving apparaat
    • Overzicht apparaat
    • Kleurmarkering
    • Bedieningsveld
    • Programmaschakelaar
    • Houder zuigbalk
    • Symbolen op het apparaat
  • Montage
    • Lossen
    • Borstels monteren
    • Zuigbalk monteren
    • Accu’s
      • Aanbevolen accusets
      • Accu's plaatsen en aansluiten
      • Li-ionbatterij activeren
      • Accu verwijderen
  • Inbedrijfstelling
    • Accu laden
      • Oplaadcurve instellen
      • Extern oplaadapparaat
      • Interne oplader
    • Onderhoudsvrije accu’s (nat)
  • Werking
    • Verschuif het apparaat
    • Stel de stoel in
      • Hoogte instellen
      • Stel positie in
    • Het apparaat inschakelen
    • Licht inschakelen
      • Dagrijverlichting
      • Zijlicht
    • Parkeerrem controleren
    • Rijden
    • Verswater bijvullen
      • Vul vers water bij met het vulsysteem
      • Verswater bijvullen
    • Reinigingsmiddel vullen
      • Aanwijzingen over reinigingsmiddelen
      • Reinigingsmiddel met doseerinrichting vullen
      • Reinigingsmiddel in de tank doen
    • Stel parameters in
      • Gele Intelligent Key
    • Zuigbalk instellen
      • Helling instellen
      • Hoogte instellen
    • Stel de schraperlip in
    • Reinigen
      • Zijschrobdek (optie)
  • Werking beëindigen
    • Reiniging beëindigen
    • Vuilwater aftappen
    • Vuilwatertank-spoelsysteem (optie)
    • Leeg de grofvuilbak
    • Verswater aftappen
    • Zet apparaat uit
  • Grijze Intelligent Key
    • Transportrit
      • Maximale snelheid
      • Onderhoudsteller terugzetten
      • Reinigingskop instellen
      • Snelheidsafhankelijke waterdosering
      • Nalooptijden
      • Taal instellen
      • Sleutelbeheer
      • Schakel aanbouwsets in/uit
      • Fabrieksinstelling
    • Parameters voor reinigingsprogramma's instellen
  • vervoer
  • Opslag
  • Verzorging en onderhoud
    • Onderhoudsintervallen
      • Na elk gebruik
      • Wekelijks
      • Eens per maand
      • Jaarlijks
    • Veiligheidsinspectie/onderhoudscontract
    • Onderhoudswerkzaamheden
      • Zuiglippen vervangen
      • Grofvuilfilter reinigen
      • Vlotter en pluizenzeef reinigen
      • Schijfborstel vervangen
      • Borstelwalsen vervangen
      • Vervang zijschrobborstel (optie)
      • Filter verswater reinigen
      • Reinig de waterverdelerlijst
      • Accu's reinigen
      • Onderhoudsteller terugzetten
  • Hulp bij storingen
  • Storingen met weergave
    • Storingen zonder weergave op het display
      • Het apparaat kan niet gestart worden

      • Het apparaat rijdt niet meer, op het display wordt “Batterij leeg!” weergegeven

      • Het apparaat beweegt ongelijkmatig (schokkerig) bij het starten en stoppen.

      • De waterhoeveelheid is onvoldoende

      • Het schoonwaterdisplay geeft een verkeerd vulniveau aan na het handmatig legen van de tank

      • De balk van de niveau-indicatie knippert, op het display wordt “Schoonwaterres. leeg!” weergegeven

      • Het zuigvermogen is te gering

      • Het reinigingsresultaat is onvoldoende

      • De borstels draaien niet

      • Het apparaat remt niet

      • De vuilwater-afvoerslang is verstopt

      • De reinigingsmiddeldosering dosis functioneert niet

  • Garantie
  • Toebehoren
    • Toebehoren reinigingskop met borstelwalsen
    • Toebehoren reinigingskop met schijfborstels
    • Toebehoren zuigbalk
  • Technische gegevens
    • B 110 R 65
    • B 110 D 65
    • B 110 R 75
    • B 110 D 75
  • EU-conformiteitsverklaring

      B 110 R 

      59691670 (07/24)

      Algemene instructies

      Voordat u het apparaat voor het eerst gebruikt, dient u deze originele gebruiksaanwijzing en de meegeleverde veiligheidsinstructies door te lezen en deze in acht te nemen.

      Bewaar beide documenten voor later gebruik of volgende eigenaars.

      Functie

      Deze schuurzuigmachine wordt voor de natte reiniging of het polijsten van effen vloeren gebruikt.

      Het apparaat kan door instellen van de waterhoeveelheid en de reinigingsmiddelhoeveelheid aan de desbetreffende reinigingstaak worden aangepast. De reinigingsmiddeldosering wordt aangepast via de toevoeging in de tank of via een doseerinrichting (optie "Dosis").

      De borstelbevochtiging wordt snelheidsafhankelijk of constant uitgevoerd.

      De werkbreedte en de capaciteit van de vers- en vuilwatertanks (zie hoofdstuk "Technische gegevens") zorgen voor een effectieve reiniging bij een lange gebruiksduur.

      Het apparaat bezit een rijaandrijving.

      Instructie

      Overeenkomstig de desbetreffende reinigingstaak kan het apparaat met verschillend toebehoren worden uitgerust. Vraag naar onze catalogus of bezoek ons op internet op www.kaercher.com.

      Reglementair gebruik

      Dit apparaat is geschikt voor commercieel en industrieel gebruik, bijvoorbeeld in hotels, scholen, ziekenhuizen, fabrieken, winkels, kantoren en verhuurbedrijven. Gebruik dit apparaat uitsluitend overeenkomstig de gegevens in deze gebruiksaanwijzing.

      • Het apparaat mag alleen voor de reiniging van vochtongevoelige en polijstongevoelige, gladde vloeren worden gebruikt.

      • Dit apparaat is bedoeld voor het reinigen van binnenruimtes.

      • Het bedrijfstemperatuurbereik ligt tussen +5 °C en +40 °C.

      • Het apparaat is niet geschikt voor de reiniging van bevroren vloeren (bijvoorbeeld in koelhuizen).

      • Het apparaat is geschikt voor een maximale waterhoogte van 1 cm. Rijd geen gebied in, als het risico bestaat dat het maximale waterpeil wordt overschreden.

      • Bij het gebruik van oplaadapparaten of accu’s mogen alleen de in de gebruiksaanwijzing toegestane componenten worden gebruikt. Een afwijkende combinatie moet door de verantwoordelijke leverancier van het oplaadapparaat en/of de accu zijn goedgekeurd.

      • Het apparaat is niet bedoeld voor het reinigen van openbare verkeerswegen.

      • Het apparaat mag niet worden gebruikt op drukgevoelige vloeren. Houd rekening met de toegestane oppervlaktebelasting van de vloer. De door het apparaat veroorzaakte oppervlaktebelasting is gespecificeerd in de technische gegevens.

      • Het apparaat is niet geschikt voor gebruik in explosiegevaarlijke omgevingen.

      • Het apparaat is toegelaten voor gebruik op vlaktes met een maximale stijging (zie hoofdstuk “Technische gegevens”).

      Milieubescherming

      De verpakkingsmaterialen zijn herbruikbaar. Verwijder verpakkingen op een milieuvriendelijke manier.

      Elektrische en elektronische apparaten bevatten waardevolle recyclebare materialen en vaak bestanddelen zoals batterijen, accu's of olie, die bij onjuiste omgang of verkeerd afvalverwijdering een potentieel gevaar voor de gezondheid van de mens en voor het milieu kunnen vormen. Voor een correcte werking van het apparaat zijn deze bestanddelen echter noodzakelijk. Voer apparaten met dit symbool niet samen met het huisvuil af.

      Instructies betreffende ingrediënten (REACH)

      Actuele informatie over ingrediënten vindt u op: www.kaercher.de/REACH

      Toebehoren en reserveonderdelen

      Gebruik alleen origineel toebehoren en originele reserveonderdelen. Deze garanderen een veilige en storingsvrije werking van het apparaat.

      Informatie over toebehoren en reserveonderdelen vindt u onder www.kaercher.com.

      Leveringsomvang

      Controleer de inhoud bij het uitpakken op volledigheid. Bij ontbrekend toebehoren of bij transportschade neemt u contact op met uw distributeur.

      Veiligheidsinstructies

      Neem voor het eerste gebruik van het apparaat deze handleiding en de bijbehorende brochure veiligheidsinstructies voor borstelreinigingsapparaten en sproei-extractieapparaten, nr. 5.956-251.0 in acht, en handel overeenkomstig.

      Het apparaat is toegelaten voor gebruik op vlaktes met een begrensde stijging (zie “Technische gegevens”).

      WAARSCHUWING

      Het apparaat kan kantelen

      Gevaar voor letsel

      Gebruik het apparaat alleen op oppervlakken die de toegestane helling niet overschrijden (zie hoofdstuk "Technische gegevens").

      WAARSCHUWING

      Gevaren voor ongevallen door onjuiste bediening

      Er kunnen mensen gewond raken.

      Bedieners moeten adequaat in het gebruik van het apparaat worden getraind.

      Het apparaat mag alleen worden gebruikt, als de kap en alle deksel gesloten zijn.

      Veiligheidsinrichtingen

      VOORZICHTIG

      Ontbrekende of gewijzigde veiligheidsinrichtingen!

      Veiligheidsinrichtingen zijn er voor uw veiligheid.

      Veiligheidsinrichtingen mogen niet worden omzeild, verwijderd of buiten werking worden gesteld.

      Veiligheidsschakelaars

      Voor onmiddellijke buitenbedrijfstelling van alle functies: Zet de veiligheidsschakelaar op „0“.

      • Het apparaat remt hard, als de veiligheidsschakelaar is uitgeschakeld.

      • De veiligheidsschakelaar werkt rechtstreeks op alle apparaatfuncties

      Stoelschakelaar

      Als de bestuurder tijdens het werk of tijdens het rijden de stoel verlaat, schakelt de stoelschakelaar de aandrijfmotor na een korte vertraging uit.

      Symbolen op het apparaat


      LET OP

      Beschadigingsgevaar

      Water leidt tot beschadiging van de zuigturbine.

      Vul of spuit geen water in deze opening.

      VOORZICHTIG

      Gevaar voor verbranding

      Onderdelen die met deze waarschuwing zijn gemarkeerd, worden tijdens het gebruik heet.

      Raak onderdelen die met deze waarschuwing zijn gemarkeerd niet aan. Laat deze onderdelen afkoelen voordat u werkzaamheden aan het apparaat uitvoert.

      GEVAAR

      Gevaar voor ongevallen

      Bij hoge snelheden is er op hellingen een verhoogd risico op kantelen.

      Rijd op hellingen langzaam naar beneden.Draai niet op hellingen.Vermijd bij snel rijden schokkerig sturen met een grote stuuruitslag.

      Opmerkingen over batterij (accu) en oplaadapparaat

      De Li-ionversie heeft ingebouwde lithium-ionbatterijen. Deze zijn onderworpen aan speciale criteria. Het verwijderen en installeren, evenals het testen van defecte batterijen mag alleen worden uitgevoerd door de klantenservice van Kärcher of door een expert.

      Opslag- en transportinstructies ontvangt u van uw Kärcher-klantenservice.

      GEVAAR

      Aanpassingen en veranderingen aan het apparaat zijn niet toegestaan.

      U mag de batterij niet openen, er bestaat gevaar voor kortsluiting. Bovendien kunnen irriterende dampen of bijtende vloeistoffen ontsnappen.

      Stel de batterij niet bloot aan fel zonlicht, hitte en vuur. Er is ontploffingsgevaar.

      Gebruik het oplaadapparaat niet in een explosieve omgeving.

      Gebruik het oplaadapparaat niet in verontreinigde of natte toestand.

      Zorg voor voldoende ventilatie tijdens het laadproces.

      Explosiegevaar. In de buurt van een batterij of in een batterijlaadruimte mag u niet met een open vlam werken, mag u geen vonken maken of roken.

      Explosiegevaar. Leg geen gereedschappen en dergelijke op de batterij, d.w.z. op de eindpolen en celverbinders.

      WAARSCHUWING

      Controleer vóór elk gebruik het apparaat en het netsnoer op beschadigingen. Gebruik beschadigde apparaten niet meer en laat beschadigde onderdelen alleen door gekwalificeerd personeel repareren.

      Houd kinderen uit de buurt van batterijen en oplaadapparaat.

      Laad geen beschadigde batterijen op. Laat beschadigde batterijen vervangen door de Kärcher-klantenservice.

      Gooi een defecte batterij niet bij het huisvuil. Informeer de Kärcher-klantenservice.

      Vermijd contact met vloeistof die uit defecte accu's komt. Bij toevallig contact de vloeistof met water afspoelen. In geval van contact met de ogen ook een arts raadplegen.

      VOORZICHTIG

      Neem deze gebruiksaanwijzing altijd in acht. Neem de aanbevelingen van de wetgever m.b.t. de omgang met batterijen in acht.

      De netspanning moet overeenkomen met de spanning die op het typeplaatje van het apparaat is aangegeven.

      Gebruik het oplaadapparaat alleen voor het opladen van toegestane accupacks.

      Gebruik de batterij alleen met dit apparaat. Het is verboden en gevaarlijk om ze voor andere doeleinden te gebruiken.

      Waarschuwingssymbolen

      Neem de volgende waarschuwingen in acht bij het omgaan met batterijen:

      Let op de aanwijzingen in de instructies voor de batterij, op de batterij en in deze gebruiksaanwijzing.
      Draag oogbescherming.
      Houd kinderen uit de buurt van zuur en batterijen.
      Explosiegevaar
      Vuur, vonken, open vuur en roken zijn verboden.
      Risico op brandwonden door zuur!
      Eerste hulp
      Waarschuwing
      Afvoer
      Gooi batterijen niet in de vuilnisbak.

      Beschrijving apparaat

      Overzicht apparaat


      1. * Vulsysteem
      2. Afsluiting verswatertank met verswaterfilter
      3. Grofvuilzeef
      4. Deksel vuilwatertank
      5. Bedieningsveld
      6. Instelwiel schraperlip (alleen D-reinigingskop)
      7. Pedaal borstelvervanging (alleen D-reinigingskop)
      8. Stuurwiel
      9. Schraperlip
      10. Greep borstelvervanging (alleen R-reinigingskop)
      11. Zijlicht
      12. Grofvuilbak (alleen R-reinigingskop)
      13. Jerrycans met reinigingsmiddel
      14. Typeplaatje
      15. Zuigslang reinigingsmiddel
      16. Accu
      17. * Interne oplader
      18. Accuconnector (met externe oplader)Netsnoer oplader (met interne oplader)
      19. Opbergruimte voor reinigingsset “Homebase Box”
      20. * Waarschuwingslamp
      21. Stoel
      22. Ontgrendeling vuilwatertank
      23. Hendel stoelverstelling
      24. Vulopening verswaterreservoir
      25. Slanghouder
      26. Dagrijverlichting
      27. Rijpedaal
      28. * Zijschrobdek
      29. * Wateraansluiting voor vuilwatertank-spoelsysteem
      30. Steun deksel vuilwatertank
      31. Vlotter
      32. Pluizenzeef
      33. Opslag voor zuigbalk
      34. Aftapslang vuilwater met doseerinrichting
      35. Vuilwatertank
      36. *Mophouder
      37. Zuigslang
      38. Klemhendel zuigbalk
      39. Afsluiting vuilwatertank
      40. Zuigbalk
      41. Reinigingskop
      42. Vulstandweergave verswater
      43. Schoonwaterreservoir

      * optioneel

      Kleurmarkering

      • Bedieningselementen voor het reinigingsproces zijn geel.

      • Bedieningselementen voor onderhoud en service zijn lichtgrijs.

      Bedieningsveld


      1. * Schakelaar zijschrobdek
      2. Claxon
      3. Rijrichting-schakelaar
      4. Programmaschakelaar
      5. Intelligent Key
      6. Display
      7. Infoknop
      8. Veiligheidsschakelaars

      Programmaschakelaar


      1. OFFApparaat is uitgeschakeld.
      2. TransportNaar de gebruiksplaats rijden.
      3. Schrob & zuig: EcoDe vloer nat reinigen (met verminderde waterhoeveelheid en verlaagd borsteltoerental) en het vuile water opzuigen (met verminderd zuigvermogen).
      4. Schrobben & zuigenDe vloer nat reinigen en het vuile water opzuigen.
      5. Schrob & zuig: HrdDe vloer nat reinigen (met verhoogde contactdruk) en het vuile water opzuigen.
      6. Alleen schrobbenAanbrengen zonder opzuigenDe vloer nat reinigen en reinigingsmiddel laten inwerken.
      7. Alleen zuigenHet vuil opzuigen.
      8. PolijstenDe vloer zonder vloeistof aan te brengen met verhoogd borsteltoerental polijsten.

      Houder zuigbalk

      • Bij het rijden door nauwe ruimtes kan de zuigbalk worden verwijderd en in een van de openingen op het deksel van de vuilwatertank worden gehangen.


      • De zuigbalk kan voor opslag in de uitsparing op de vuilwatertank worden gehangen.

      Symbolen op het apparaat

      Aftapopening verswatertank
      Aftapopening vuilwatertank
      Vulstand verswaterreservoir (50%)
      Sjoroog
      *Mophouder
      Wateraansluiting vulsysteem
      Waterdruk vuilwatertank-spoelsysteem
      Borstelwissel

      * optioneel

      Montage

      Lossen

      1. Verwijder de verpakkingsfolie.

      2. De spanband verwijderen.


        1. Spanband
        2. Bord
        3. Blok
        4. Kanthout
      3. Schroef de blokken, kanthouten en borden los. De los te schroeven onderdelen zijn in de afbeelding grijs gemarkeerd.

      4. Plaats een oprit voor de pallet met de losgeschroefde borden en kanthouten, en zet deze vast met spaanplaatschroeven.


      5. Installeer de accu's, als het apparaat zonder accu's is geleverd (zie hoofdstuk "Voor inbedrijfstelling/accu's").

      6. Rijd het apparaat vooruit van de pallet (zie hoofdstuk "Bediening/rijden").

      Borstels monteren

      1. De montage van de borstel wordt beschreven in het hoofdstuk 'Onderhoudswerkzaamheden'.

      Zuigbalk monteren

      1. Beide klemhendels naar boven zwenken.


        1. Zuigslang
        2. Zuigbalkophanging
        3. Zuigbalk
        4. Klemhendel
      2. De zuigbalk in de zuigbalkophanging plaatsen.

      3. Beide klemhendels naar onderen zwenken.

      Accu’s

      Aanbevolen accusets

      LET OP

      Beschadigingsgevaar

      Batterijen mogen alleen worden vervangen door batterijen van dezelfde technologie.Loodbatterijen mogen niet worden vervangen door li-ionbatterijenLi-ionbatterijen mogen niet worden vervangen door loodbatterijen.

      Loodbatterijen:

      Beschrijving
      Bestelnr.
      Volume (m3)*
      Luchtstroom (m3/h)**
      170 Ah - onderhoudsvrij, AGM
      4.039-352.7
      2,4
      1,0
      180 Ah - onderhoudsvrij, gel
      4.039-354.7
      3,8
      1,6
      285 Ah - onderhoudsvrij, AGM
      4.039-353.7
      12,6
      5,1

      * Minimaal volume van de acculaadruimte

      ** Minimale luchtstroom tussen acculaadruimte en omgeving

      Het apparaat heeft 2 accu's nodig.

      Li-ionbatterijen:

      Beschrijving
      Bestelnr.
      80 Ah, 25,6 V
      6.654-454.0

      Het apparaat heeft 2 accu's nodig.

      Accu's plaatsen en aansluiten

        Instructie

        Bij de apparaatvariant met li-ionbatterij is de batterij reeds geïnstalleerd en aangesloten.

        VOORZICHTIG

        Uit- en inbouwen van de accu's

        Instabiele stand van de machine

        Zorg er bij het in- en uitbouwen van de accu's voor dat de machine veilig staat.

        LET OP

        Verwisselen van de polariteit

        Onbruikbaar worden van de besturingselektronica

        Let bij het aansluiten van de accu op juiste poling.

        LET OP

        Diepontlading

        Beschadigingsgevaar

        Laad de accu's voor de inbedrijfstelling van het apparaat.
      1. Het vuilwater aftappen.

      2. Het vuilwaterreservoir ontgrendelen en naar achteren zwenken.

      3. De accu's in het apparaat plaatsen.


        170 Ah, 4.039-352.7

        1. Afstandsstuk 310x85x70 mm
        2. Afstandstuk 240x55x30 mm

        180 Ah, 4.039-354.7

        1. Afstandsstuk 310x85x70 mm

        285 Ah, 4.039-353.7

        1. Afstandsstuk 345x60x47 mm

        160 Ah Li-ion, 6.654-454.0

        1. Plaat
        2. Afstandstuk 155x300x60
        3. Afstandstuk 320x90x40
      4. De afstandsstukken tussen de accu en het apparaat plaatsen op de punten die in de afbeelding worden weergegeven.

      5. De polen met de verbindingskabels verbinden.

      6. De aansluitkabel aan de nog vrije batterijpolen (+) en (‑) klemmen.

        Instructie

        Bij accuset 170 Ah 4.039-352.7 de aansluitkabel met de geïsoleerde poolschroef aan de minpool bevestigen.

      7. De accustekker aan apparaatzijde met de accustekker aan accuzijde verbinden.

      8. Het vuilwaterreservoir naar voren zwenken en sluiten.

      Li-ionbatterij activeren

      Li-ionbatterijen worden in transportmodus geleverd en moeten worden geactiveerd voordat het apparaat in bedrijf wordt gesteld.

      1. De batterij opladen (zie "Inbedrijfstelling/batterij opladen"), hierdoor wordt de transportmodus beëindigd.

      Accu verwijderen

      VOORZICHTIG

      Uit- en inbouwen van de accu's

      Instabiele stand van de machine

      Zorg er bij het in- en uitbouwen van de accu's voor dat de machine veilig staat.

      WAARSCHUWING

      Letselgevaar door kantelen van het apparaat!

      Het apparaat kan kantelen bij het uit- en inbouwen van de accu's.

      Zorg er bij het in- en uitbouwen van de accu's voor dat het apparaat veilig staat.
      1. De sleutelschakelaar op “0” zetten en de sleutel eruit trekken.

      2. De batterijstekker uittrekken.

      3. Het vuilwater aftappen.

      4. Het vuilwaterreservoir omhoog zwenken.

      5. De kabel aan de apparaatzijde losmaken van de minpool van de batterij.

      6. De resterende kabels van de accu's losmaken.

      7. De accu's eruit nemen.

      8. De opgebruikte accu's conform de geldende bepalingen afvoeren.

      Inbedrijfstelling

      Accu laden

      GEVAAR

      Onjuist gebruik van de oplader

      Bij het opladen van de accu ontstaan brandbare gassen

      Elektrische schok

      Explosiegevaar

      Neem de netspanning en de zekering op het typeplaatje van het apparaat in acht.Gebruik het oplaadapparaat alleen in droge ruimtes met voldoende ventilatie.Laad de accu alleen in een geschikte ruimte. De kamer moet een minimaal volume hebben, afhankelijk van het accutype en een luchtverversing met een minimale luchtstroom (zie "Aanbevolen accu's").

      LET OP

      Verzamelen van gevaarlijke gassen tijdens het laden onder de tank

      Explosiegevaar

      Zwenk voor het laden van onderhoudsvrije accu's het vuilwaterreservoir omhoog.

      De oplaadtijd bedraagt gemiddeld ca. 10-15 uur.

      Het apparaat kan tijdens laden niet worden gebruikt.

      Instructie

      Het apparaat beschikt over een beveiliging tegen volledige ontlading, d.w.z. dat als nog de toegestane minimale capaciteit wordt bereikt, de borstelmotor en de turbine worden uitgeschakeld.

      1. Het apparaat direct naar de oplader verplaatsen, hierbij stijgingen vermijden.

      Oplaadcurve instellen

      Vóór de eerste inbedrijfstelling, na een servicereset of bij overschakelen op een ander type accu is het absoluut noodzakelijk de oplaadcurve in te stellen.

      GEVAAR

      Gevaar door onbedoeld starten van het apparaat

      Gevaar voor letsel

      Maak de bougiestekker los of ontkoppel de accu alvorens werkzaamheden aan het toestel uit te voeren.

      LET OP

      Gevaar voor beschadiging van de accu

      De levensduur en de ladingscapaciteit van de accu kunnen worden beïnvloed door een onjuiste oplaadcurve.

      Zorg ervoor dat de bij de accu passende curve in de machine is geselecteerd.De actueel geselecteerde curve is tijdens het laden te zien op het display of via de app in het gedeelte "Apparaatstatus".

      Instructie

      De oplaadcurve kan alleen door Kärcher Service worden ingesteld.

      Voor de volgende accu's zijn oplaadcurves beschikbaar:

      • EXIDE GF12105V

      • HOPPECKE TB115

      • EXIDE GF12076V

      • EXIDE FF12080W

      • TROJAN 27TMX

      • HOPPECKE TB80

      • ZENITH L120185

      Instructie

      Om ook andere accu's te kunnen gebruiken, kan door de serviceafdeling van Kärcher een aangepaste oplaadcurve worden aangemaakt. Daartoe moeten de overeenkomstige parameters van de accu worden overgemaakt.

      Extern oplaadapparaat

      LET OP

      Beschadigingsgevaar door een niet-passende oplader!

      Verbind de oplader niet met de accustekker aan apparaatzijde.

      Gebruik alleen een bij het ingebouwde accutype passende oplader.
      Batterij
      Capaciteit
      Oplaadapparaat
      4.039-352.7
      170 Ah
      6.654-436.0
      4.039-354.7
      180 Ah
      6.654-434.0
      4.039-353.7
      285Ah
      6.654-419.0
      1. Het vuilwaterreservoir ontgrendelen en naar achteren zwenken.

      2. De accustekker aan apparaatzijde eraf trekken.


        1. Accustekker, apparaatzijde
        2. Accustekker, accuzijde
      3. De accustekker aan accuzijde met de oplader verbinden.

      4. De netstekker van de oplader in het stopcontact steken.

      5. Het laadproces volgens de aanwijzingen in de gebruiksaanwijzing van de oplader uitvoeren.

      6. De accustekker aan apparaatzijde met de accustekker aan accuzijde verbinden.

      7. Het vuilwaterreservoir naar voren zwenken en vervolgens sluiten.

      Interne oplader

      1. Ontgrendel de vuilwatertank en klap hem terug.

      2. De netstekker van de interne oplader in het stopcontact steken.

        De ladingstoestand van de accu wordt op het display weergegeven.

      3. Trek na het opladen de netstekker van de oplader uit het stopcontact.

      4. De vuilwatertank omhoog zwenken.

      Onderhoudsvrije accu’s (nat)

        GEVAAR

        Bijvullen van water in ontladen toestand van de accu

        Risico op brandwonden door uittreden van zuur, onbruikbaar worden van kleding

        Gebruik bij de hantering van accuzuur een veiligheidsbril, beschermende kleding en beschermende handschoenen.Neem de voorschriften in acht.Spoel eventuele zuurspatten op de huid of de kleding onmiddellijk weg met veel water.

        LET OP

        Gebruik van water met additieven

        Defecte accu's, verlies van de aanspraak op garantie

        Gebruik voor het bijvullen van de accu's alleen gedestilleerd of ontzilt water (EN 50272-T3).Gebruik geen additieven, zogenaamde verbeteringsmiddelen, omdat dan de garantie komt te vervallen.
      1. Een uur voor het einde van de laadprocedure gedestilleerd water toevoegen. Hierbij de juiste zuurstand conform de kenmerking van de accu in acht nemen.

        Aan het einde van de laadprocedure moeten alle cellen gassen.

      2. Gemorst water verwijderen. Ga hiervoor te werk zoals beschreven in het gedeelte “Accu's reinigen” van het hoofdstuk Verzorging en onderhoud.

      Werking

      GEVAAR

      Vallende voorwerpen

      Gevaar voor letsel

      Rijd niet met het apparaat in gebieden waar het bedieningspersoneel kan worden geraakt door vallende voorwerpen.

      LET OP

      Gevaarlijke situatie tijdens bedrijf

      Gevaar voor letsel

      Zet de veiligheidsschakelaar bij gevaar op "0".

      Verschuif het apparaat

      Om het apparaat te kunnen verplaatsen, moeten de remmen worden ontgrendeld.

      GEVAAR

      Gevaar voor ongevallen

      Als de rem ontgrendeld is, is de functie van de rem permanent buiten werking.

      Zorg ervoor dat u de munten ter ontgrendeling verwijdert, nadat het verschuiven is beëindigd.
      1. Draai de ontgrendelingshendel weg van het wiel en houd hem daar vast.


        1. Ontgrendelhendel
      2. Steek een munt tussen de behuizing en de hendel aan beide uiteinden van de hendel.

      3. Laat de ontgrendelingshendel los.

      4. Duw het apparaat.

      5. Verwijder beide munten onmiddellijk na het verschuiven.

      Stel de stoel in

      Hoogte instellen

      1. Ga naast het apparaat staan.

      2. Breng de stoel achteraan omhoog.

      3. Lijn de stoelhouder uit met de gewenste hoogte van het apparaat.

      4. Laat de stoel achter neer.

      Stel positie in

      1. Bedien de stoelverstelhendel en verplaats de stoel naar de gewenste positie.

      2. Laat de stoelverstelhendel los en zet de stoel vast.

      Het apparaat inschakelen

      1. Op de bestuurdersplaats plaats nemen.

      2. De intelligente sleutel erin steken.

      3. De veiligheidsschakelaar op “1” zetten.

      4. De programmaschakelaar op de gewenste functie draaien.

      5. Als op het display een van de onderstaande indicaties verschijnt, dan de voet van het gaspedaal nemen, de veiligheidsschakelaar op “0” zetten en de nodige onderhoudswerkzaamheden uitvoeren.

        Display
        Handeling
        Onderhoud
        Zuigbalk
        De zuigbalk reinigen.
        Onderhoud
        Borstel
        De borstels op slijtage controleren en reinigen.
        Onderhoud
        Rubberstrip
        De zuiglipppen op slijtage en instelling controleren.
        Onderhoud
        Vuilwaterfilter
        De pluizenzeef reinigen.
        Onderhoud
        Schoonwaterfilt.
        Het filter verswater reinigen.
      6. Op de infoknop drukken.

      7. De teller voor het onderhoud terugzetten (zie “Grijze intelligente sleutel/onderhoudsteller terugzetten”).

        Instructie

        Als de teller niet wordt teruggezet, verschijnt de onderhoudsindicator telkens bij het inschakelen van het apparaat opnieuw.

      Licht inschakelen

      Dagrijverlichting

      De dagrijverlichting is aan als het apparaat ingeschakeld is.

      Zijlicht

      Het stadslicht gaat branden, zodra de programmaschakelaar op een reinigingsprogramma is gezet.

      Parkeerrem controleren

      GEVAAR

      Defecte parkeerrem

      Gevaar voor ongevallen

      Controleer voor elke handeling de werking van de parkeerrem op het niveau.
      1. Het apparaat inschakelen.

      2. De rijrichtingsschakelaar op “vooruit” zetten.

      3. De programmaschakelaar op “Transport” zetten.

      4. Het gaspedaal licht intrappen.

        De rem moet hoorbaar ontgrendelen. Het apparaat moet op effen terrein vlot wegrollen.

      5. Het gaspedaal loslaten.

        De rem moet hoorbaar aangrijpen.

      Is dit niet het geval, stel het apparaat dan buiten bedrijf en bel de klantenservice.

      Rijden

      GEVAAR

      Geen remwerking

      Gevaar voor ongevallen

      Voordat u het apparaat gebruikt absoluut de werking van de parkeerrem controleren. Gebruik het apparaat in geen geval als de parkeerrem niet werkt.

      GEVAAR

      Zorgeloos rijden

      Kantelgevaar

      Rij in rijrichting. Rij dwars op de rijrichting alleen op stijgingen tot maximaal 10%.Keer niet op hellingen.Rijd langzaam in bochten en op natte grond.Gebruik het apparaat uitsluitend op verharde vloer.

      Instructie

      De rijrichting kan tijdens rijden worden gewijzigd. Dit betekent dat zeer doffe plekken kunnen worden gepolijst door meerdere keren heen en weer te bewegen.

      1. De zitpositie innemen.

      2. De intelligente sleutel erin steken.

      3. De veiligheidsschakelaar op “1” zetten.

      4. De programmaschakelaar op “Transport” zetten.

      5. De rijrichting met de rijrichtingsschakelaar aan het bedieningspaneel instellen.

      6. De rijsnelheid door het indrukken van het gaspedaal bepalen.

      7. Het gaspedaal loslaten.

        Het apparaat stopt.

      8. Bij overbelasting wordt de rijmotor uitgeschakeld. Op het display verschijnt een storingsmelding. Bij oververhitting van de besturing wordt het betreffende aggregaat uitgeschakeld.

      9. Het apparaat minstens 15 minuten laten afkoelen.

      10. De programmaschakelaar op “OFF” zetten, kort wachten en op het gewenste programma zetten.

      Verswater bijvullen

      Vul vers water bij met het vulsysteem

      1. Sluit de waterslang aan op de aansluiting van het vulsysteem (maximale watertemperatuur 50 °C).

      2. De watertoevoer openen.

      3. Bewaak het apparaat. Het automatische vulsysteem onderbreekt de watertoevoer, als de verswatertank vol is.

      4. De watertoevoer sluiten.

      5. Verwijder de waterslang.

      Verswater bijvullen

      1. De afsluiting van de verswatertank openen.

      2. Het verswater (maximaal 50 °C) tot de onderrand van de vulopening vullen.

        Opmerking: De slang van het verswaterreservoir kan tijdens het vullen met de slanghouder worden vastgeklemd.

      3. De afsluiting van het verswaterreservoir sluiten.

      Reinigingsmiddel vullen

      Aanwijzingen over reinigingsmiddelen

      WAARSCHUWING

      Ongeschikte reinigingsmiddelen

      Gezondheidsgevaar, beschadiging van het apparaat

      Gebruik alleen aanbevolen reinigingsmiddelen. Voor andere reinigingsmiddelen is de exploitant het verhoogde risico met betrekking tot de bedrijfsveiligheid en het gevaar voor ongevallen.Gebruik alleen reinigingsmiddelen die vrij zijn van oplosmiddelen, zout- en fluorwaterstofzuur.Neem de veiligheidsaanwijzingen op de reinigingsmiddelen in acht.

      Instructie

      Gebruik geen sterk schuimende reinigingsmiddelen.

      Aanbevolen reinigingsmiddelen

      Toepassing
      Zuiveringsmiddelen
      Onderhoudsreiniging van alle waterbestendige vloeren
      RM 746
      RM 756
      RM 780
      Onderhoudsreiniging van glanzende oppervlakken (bijvoorbeeld graniet)
      RM 755 es
      Onderhoudsreiniging, tussenreiniging en basisreiniging van industriële vloeren
      RM 69 ASF
      Onderhoudsreiniging en basisreiniging van steengoed tegels
      RM 753
      Onderhoudsreiniging van tegels in het sanitaire bereik
      RM 751
      Decoating van alle alkalibestendige vloeren (bijvoorbeeld PVC)
      RM 752
      Decoating van linoleumvloeren
      RM 754

      Reinigingsmiddel met doseerinrichting vullen

      Alleen variant DOSE:

      Aan het vers water wordt op weg naar de reinigingskop door een doseerinrichting reinigingsmiddel toegevoegd.

      1. Het vuilwaterreservoir ontgrendelen en naar achteren zwenken.

      2. De reinigingsmiddelbus met reinigingsmiddel vullen.

      3. Het vuilwaterreservoir naar voren zwenken.

        Instructie

        Met de doseerinrichting kan maximaal 3 % reinigingsmiddel worden gedoseerd. Als de dosering hoger is, moet het reinigingsmiddel in het verswaterreservoir worden gedaan.

      Reinigingsmiddel in de tank doen

      1. Het reinigingsmiddel in het verswaterreservoir vullen.

        Opmerking: De deksel voor de vulopening van het verswaterreservoir kan voor het meten van het reinigingsmiddel worden gebruikt. Hij is aan de binnenzijden voorzien van een schaalindeling.

      Stel parameters in

      1. Stel de programmaschakelaar in op het gewenste reinigingsprogramma.

      2. Draai de infoknop tot de gewenste parameter wordt weergegeven.

      3. Druk op de infoknop.

        De ingestelde waarde knippert.

      4. Stel de gewenste waarde in door de infoknop te verdraaien.

      5. Bevestig de gewijzigde instelling door op de infoknop te drukken of wacht tot de ingestelde waarde na 10 seconden automatisch wordt overgenomen.

      Gele Intelligent Key

      De gele Intelligent Key autoriseert functies die nodig zijn voor de reinigingstaak.

      In het apparaat zijn de parameters voor de verschillende reinigingsprogramma's vooringesteld. Afhankelijk van de autorisatie van de gele Intelligent Key, kunnen individuele parameters worden gewijzigd.

      De displayteksten voor parameterinstelling spreken grotendeels voor zich.

      Parameter "FACT" (alleen beschikbaar met R-reinigingskop):

      • “Fine Clean”: Laag borsteltoerental voor het verwijderen van grijze sluiers op steenwerk.

      • “Whisper Clean”: Gemiddelde borstelsnelheid voor routinematige reiniging met verlaagd geluidsniveau.

      • “Power Clean”: Hoge borstelsnelheid voor polijsten, kristalliseren en vegen.

      Zuigbalk instellen

      Helling instellen

      De helling moet zodanig worden ingesteld dat de zuiglippen van de zuigbalk over de gehele lengte gelijkmatig op de vloer worden gedrukt.

      1. Plaats het apparaat op een oppervlak zonder helling.

      2. De programmaschakelaar in stand “Zuigen” draaien.

      3. Het apparaat een klein stuk vooruit schuiven.

      4. Lees het waterpas af.


        1. Schroef
        2. Moer
        3. Waterweegschaal
      5. De moer losdraaien.

      6. Stel de schroef zodanig in dat de niveau-indicator tussen de twee lijnen staat.

      7. Draai de moer vast.

      8. Om de nieuwe instelling te controleren, beweegt u het apparaat een stuk verder naar voren. Herhaal indien nodig het instellingsproces.

      9. De programmaschakelaar in stand “OFF” draaien.

      Hoogte instellen

      Met de hoogteverstelling wordt de buiging van de zuiglippen bij contact met de vloer beïnvloed.

      Instructie

      Basisinstelling: 3 ringen boven, 3 ringen onder de zuigbalk.

      Oneffen vloer: 5 sluitringen boven, 1 sluitring onder de zuigbalk.

      Zeer gladde vloer: 1 sluitring boven, 5 sluitringen onder de zuigbalk.

      1. De moeren losschroeven.


        1. Moer
        2. Onderlegring
        3. Afstandsrol met houder
      2. Plaats het gewenste aantal ringen tussen de zuigbalk en de afstandsrol.

      3. De resterende onderlegringen boven de afstandrol aanbrengen.

      4. De moer erop schroeven en vastdraaien.

      5. Het proces bij de tweede afstandsrol herhalen.

        Instructie

        Stel beide afstandsrollen in op dezelfde hoogte.

      Stel de schraperlip in

      De schraperlippen moeten alleen bij de D-reinigingskop worden afgesteld.

      1. Stel de schraperlippen door verdraaien van het instelwiel zodanig in dat de schraperlip de vloer raakt.

      2. Draai het instelwiel nog eens 1 slag omlaag.

      Reinigen

      1. Neem plaats op de stoel.

      2. Steek de Intelligent Key erin.

      3. Zet de veiligheidsschakelaar op "1".

      4. Zet de rijrichtingschakelaar op voorwaarts rijden.

      5. Stel de programmaschakelaar in op het gewenste reinigingsprogramma.

      6. Bepaal de snelheid met het rijpedaal.

      7. Met de rijrichtingshendel de rijrichting selecteren.

      8. Over het te reinigen oppervlak rijden.

      Zijschrobdek (optie)

      Het zijschrobdek vereenvoudigt het werken dichtbij de rand.

      Instructie

      Het zijschrobdek is niet actief in de programma's voor polijsten en zuigen.

      1. Bedien de zijschrobschakelaar.

        Het zijschrobdek wordt geactiveerd.

      2. Om het werken met het zijschrobdek te beëindigen, zet u de schakelaar van het zijschrobdek op "0".

      Werking beëindigen

      Reiniging beëindigen

      1. Zet de programmaschakelaar op rijden.

      2. Een kort traject verder rijden.

        Het restwater wordt afgezogen.

      3. De programmaschakelaar in stand “OFF” draaien.

      4. Neem de Intelligent Key eruit.

      5. Eventueel de accu laden.

      Vuilwater aftappen

      WAARSCHUWING

      Onjuiste afvoer van afvoerwater

      Milieuverontreiniging

      Neem de plaatselijke voorschriften inzake de behandeling van afvoerwater in acht.

      Instructie

      Als de vuilwatertank vol is, wordt de zuigstroom onderbroken door een vlotter om te voorkomen dat de vuilwatertank overstroomt. Tap in dit geval het vuile water af.

      1. Verwijder de vuilwater-afvoerslang uit de houder en open het deksel van de afvoerslang.


      2. Knijp in het uiteinde van de slang en laat deze neer boven de afvoerinrichting.

      3. Pas de sterkte van de vuilwaterstraal aan door in het uiteinde van de slang te knijpen.

      4. De vuilwatertank met helder water schoonspoelen.

      5. Sluit de deksel van de afvoerslang.

      6. Druk de vuilwaterslang in de houder op het apparaat.

      Vuilwatertank-spoelsysteem (optie)

      1. Verwijder de vuilwater-afvoerslang uit de houder en open het deksel van de afvoerslang.

      2. Sluit de deksel van de brandtstoftank.

      3. Sluit een watertoevoerslang aan op de wateraansluiting van het vuilwatertank-spoelsysteem.

      4. Open de waterinlaat en spoel de vuilwatertank ongeveer 30 seconden.

      5. Herhaal indien nodig het spoelproces 2 tot 3 keer.

      6. De watertoevoer sluiten.

      7. De watertoevoerslang van het apparaat scheiden.

      8. Sluit de afvoerslang voor vuilwater en druk in de houder.

      Leeg de grofvuilbak

      1. Til de grofvuilbak op en trek hem eruit.

      2. Leeg de grofvuilbak.

      3. De grofvuilbak weer plaatsen.

      Verswater aftappen

      1. De afsluiting verswatertank openen.

      2. Tap het verse water af.

      3. Het filter reinigen.

      4. Breng de afsluiting verswatertank aan.

      Zet apparaat uit

      1. De programmaschakelaar in stand “OFF” draaien.

      2. Neem de Intelligent Key eruit.

      3. Beveilig het apparaat tegen wegrollen.

      4. Open het deksel van de vuilwatertank en zet deze vast met de steun zodat de vuilwatertank kan drogen. Zwenk hiervoor de steun omlaag en positioneer het onderste uiteinde bij het omlaag zwenken van de deksel op het gewenste niveau.


        1. Deksel vuilwatertank
        2. Steun
        3. Niveau
      5. Eventueel de accu laden.

      Grijze Intelligent Key

      De grijze Intelligent Key geeft de het toezichtspersoneel uitgebreide bevoegdheden en instelmogelijkheden.

      1. Steek de Intelligent Key erin.

      2. Selecteer de gewenste functie door verdraaien van de infoknop.

      Transportrit

      1. De programmaschakelaar op “Transport” zetten.

      2. Op de infoknop drukken.

      In het menu Transport kunnen de volgende functies worden uitgevoerd:

      • Maximale snelheid instellen

      • Bedrijfsurenteller weergeven

      • Onderhoudsteller wissen

      • Softwareversies weergeven

      • R- of D-reinigingskop instellen

      • Snelheidsafhankelijke waterdosering in-/uitschakelen

      • Nalooptijden instellen

      • Taal instellen

      • Sleutelbeheer

      • Aanbouwsets in-/uitschakelen

      • Fabrieksinstelling activeren

      Maximale snelheid

      In het menu “Max. snelheid” kan de maximale snelheid worden beperkt.

      1. Aan de infoknop draaien tot “Max. snelheid” op het display wordt weergegeven.

      2. Op de infoknop drukken.

      3. Aan de infoknop draaien tot de gewenste maximale snelheid wordt weergegeven.

      4. Op de infoknop drukken.

        Instructie

        De werksnelheid mag de ingestelde maximale snelheid niet overschrijden.

      Onderhoudsteller terugzetten

      Als er onderhoudswerkzaamheden zijn uitgevoerd die op het display worden weergegeven, moet vervolgens de onderhoudsteller wordt teruggezet.

      1. Aan de infoknop draaien tot “Onderhoudstellers” wordt weergegeven.

      2. Op de infoknop drukken.

        De tellerstanden worden weergegeven.

      3. Aan de infoknop draaien tot de te wissen teller wordt geaccentueerd.

      4. Op de infoknop drukken.

      5. “Ja” selecteren door aan de infoknop te draaien.

      6. Op de infoknop drukken.

        De teller is gewist.

      Reinigingskop instellen

      1. Aan de infoknop draaien tot “Borstel” in het menu wordt weergegeven.

      2. Op de infoknop drukken.

      3. Aan de infoknop draaien tot het type van de ingebouwde reinigingskop is gemarkeerd.

        “Roll” = R-reinigingskop

        “Disc” = D-reinigingskop

      4. Op de infoknop drukken.

      Snelheidsafhankelijke waterdosering

      Als de snelheidsafhankelijke waterdosering is ingeschakeld, wordt de borstelbesproeiing evenredig afgestemd op de snelheid.

      De waterdosering wordt bovendien beïnvloed door de instelling van het desbetreffende reinigingsprogramma (0...100%).

      Instelling
      AAN [ml/m2]
      OFF [l/min]
      0%
      0
      0
      10%
      7,5
      0,6
      20%
      15
      1,1
      30%
      22,5
      1,7
      40%
      30
      2,3
      50%
      37,5
      2,8
      60%
      45
      3,4
      70%
      52,5
      3,9
      80%
      60
      4,5
      90%
      67,5
      5,1
      100%
      75
      5,7

      Een snelheidsafhankelijke of constante waterdosering instellen:

      1. Aan de infoknop draaien tot “Waterdoseermodus” op het display wordt weergegeven.

      2. Op de infoknop drukken.

      3. Aan de infoknop draaien tot de gewenste functie is gemarkeerd.

      4. Op de infoknop drukken.

      Nalooptijden

      1. Aan de infoknop draaien tot het menupunt “Spin-downtijden” op het display wordt weergegeven.

      2. Op de infoknop drukken.

      3. Aan de infoknop draaien tot de gewenste bouwgroep is gemarkeerd.

      4. Op de infoknop drukken.

      5. Aan de infoknop draaien tot de gewenste nalooptijd wordt weergegeven.

      6. Op de infoknop drukken.

      Taal instellen

      1. Aan de infoknop draaien tot het menupunt “Taal” op het display wordt weergegeven.

      2. Op de infoknop drukken.

      3. Aan de infoknop draaien tot de gewenste taal is gemarkeerd.

      4. Op de infoknop drukken.

      Sleutelbeheer

      In het menu “KIK's” worden de bevoegdheden voor gele intelligente sleutels en de taal van de displayweergave vrijgegeven.

      1. De grijze intelligente sleutel erin steken.

      2. Aan de infoknop draaien tot op het display het menupunt “KIK's” wordt weergegeven.

      3. Op de infoknop drukken.

      4. De grijze intelligente sleutel eruit trekken en de te personaliseren gele intelligente sleutel erin steken.

      5. Het te wijzigen menupunt selecteren door aan de infoknop te draaien.

      6. Op de infoknop drukken.

      7. De instelling van het menupunt selecteren door aan de infoknop te draaien.

      8. De instelling bevestigen door op het menupunt te drukken.

      9. Het volgende te wijzigen menupunt selecteren door aan de infoknop te draaien.

      10. Nadat alle instellingen zijn uitgevoerd, het menu “Bevestigen” oproepen door aan de infoknop te draaien.

      11. Op de infoknop drukken.

        De bevoegdheden zijn opgeslagen.

      Schakel aanbouwsets in/uit

      1. Draai de infoknop tot de gewenste aanbouwset op het display wordt weergegeven.

      2. Druk op de infoknop.

      3. Draai de infoknop tot de gewenste functie van de aanbouwset is geselecteerd.

      4. Druk op de infoknop.

      Fabrieksinstelling

      De fabrieksinstelling van alle reinigingsparameters wordt hersteld.

      1. Aan de infoknop draaien tot het menupunt “Fabrieksinstel.” wordt weergegeven.

      2. Op de infoknop drukken.

      3. Aan de infoknop draaien tot “Ja” wordt geaccentueerd.

      4. Op de infoknop drukken.

      Parameters voor reinigingsprogramma's instellen

      Alle parameters voor reinigingsprogramma's blijven behouden tot een andere instelling wordt geselecteerd.

      1. De programmaschakelaar op het gewenste reinigingsprogramma zetten.

      2. Op de infoknop drukken.

        De eerste instelbare parameter wordt weergegeven.

      3. Op de infoknop drukken

        De ingestelde waarde knippert.

      4. De gewenste waarde instellen door aan de infoknop te draaien.

      5. De gewijzigde instelling door het indrukken van de infoknop bevestigen of wachten tot de ingestelde waarde na 10 seconden automatisch wordt overgenomen.

      6. De volgende parameter selecteren door aan de infoknop te draaien.

      7. Na het wijzigen van alle gewenste parameters aan de infoknop draaien tot het menupunt “Afsluiten” wordt weergegeven.

      8. Op de infoknop drukken.

        Het menu wordt verlaten.

      vervoer

      GEVAAR

      Rijden op stijgende hellingen

      Gevaar voor letsel

      Gebruik het apparaat voor het laden en lossen alleen op hellingen tot de maximale waarde (zie hoofdstuk "Technische gegevens").Rij langzaam.

      VOORZICHTIG

      Niet in acht nemen van het gewicht

      Gevaar voor letsel en beschadiging

      Houd bij het vervoer rekening met het gewicht van het apparaat.
      1. Met gemonteerde D-reinigingskop verwijdert u de schijfborstels van de borstelkop.

      2. Bij het transport in voertuigen het apparaat conform de geldende richtlijnen tegen wegglijden en omvallen beveiligen.


      Opslag

      VOORZICHTIG

      Letsel- en beschadigingsgevaar door het niet in acht nemen van het gewicht

      Houd bij de opslag rekening met het gewicht van het apparaat.

      LET OP

      Vorst

      Vernietiging van het apparaat door bevriezend water.

      Verwijder al het water uit het apparaat.Bewaar het apparaat op een vorstvrije plaats.
      • Dit apparaat mag alleen in binnenruimtes worden opgeslagen.

      • Voor een langere levensduur de batterijen volledig opladen.

      • De batterijen bij opslag minstens één keer per maand volledig opladen.

      Verzorging en onderhoud

      GEVAAR

      Per ongeluk opstartend apparaat

      Verwondingsgevaar, elektrische schok

      Draai de programmaschakelaar in stand "OFF".Verwijder de Intelligent Key voor alle werkzaamheden aan het apparaat.Trek de netstekker van de oplader eruit.Trek de accustekker eruit.
      • Het vuilwater en vuilwater aftappen en afvoeren.

      Onderhoudsintervallen

      Na elk gebruik

      LET OP

      Ondeskundige reiniging

      Beschadigingsgevaar.

      Spuit het apparaat niet schoon met water.Gebruik geen agressieve reinigingsmiddelen.

      Voor de gedetailleerde beschrijving van de afzonderlijke onderhoudswerkzaamheden zie hoofdstuk "Onderhoudswerkzaamheden".

      • Het vuilwater aftappen.

      • Het vuilwaterreservoir met helder water uitspoelen.

      • De grofvuilzeef reinigen.

      • Alleen R-reinigingsknop: Het reservoir voor grof vuil eruit nemen en leegmaken.

      • Het apparaat van buiten met een vochtige, in mild zeepsop gedrenkte doek reinigen.

      • De zuiglippen schoonmaken, op slijtage controleren en indien nodig vervangen.

      • De afstrijklippen schoonmaken, op slijtage controleren en indien nodig vervangen.

      • De borstels schoonmaken, op slijtage controleren en indien nodig vervangen.

      • De accu laden.

        Loodzuurbatterij:

        • Als de laadtoestand onder 50% is, de accu volledig en zonder onderbrekingen opladen.

        • Als de ladingstoestand boven 50% is, de accu alleen opladen, als u bij het volgende gebruik de volledige bedrijfsduur nodig hebt.

        Li-ionbatterij:

        • Herladen indien nodig.

      Wekelijks

      • Bij regelmatig gebruik de accu minstens een keer per week volledig en zonder onderbreking opladen.

      Eens per maand

      Voor de gedetailleerde beschrijving van de afzonderlijke onderhoudswerkzaamheden zie hoofdstuk “Onderhoudswerkzaamheden”.

      • Als het apparaat tijdelijk wordt uitgeschakeld: Voer de compensatielading van de accu uit.

      • De accupool op oxidatie controleren, indien nodig afborstelen. Op vastheid van de verbindingskabels letten.

      • De afdichtingen tussen de vuilwatertank en de deksel reinigen en op dichtheid controleren, indien nodig vervangen.

      • Het verswatertank legen en de afzettingen schoonspoelen.

      • Het filter verswater reinigen.

      • Bij niet-onderhoudsvrije accu's de zuurdichtheid van de cellen controleren.

      • Alleen R-reinigingskop: Reinig de borsteltunnel.

      • Alleen R-reinigingskop: Reinig de waterverdelerlijst van de reinigingskop.

      • Bij een langere stilstandtijd het apparaat met volledig opgeladen accu's afzetten. De accu minstens maandelijks volledig opladen.

      Jaarlijks

      • De voorgeschreven inspectie door de klantenservice laten uitvoeren.

      Veiligheidsinspectie/onderhoudscontract

      Met uw dealer kunt u een regelmatige veiligheidsinspectie vastleggen of een onderhoudscontract afsluiten. Vraag hierover advies.

      Onderhoudswerkzaamheden

      Zuiglippen vervangen

      Als de zuiglippen zijn versleten, moeten ze worden omgekeerd of vervangen.

      De zuiglippen kunnen 3 keer worden omgekeerd totdat alle 4 de randen zijn versleten.

      1. De zuigbalk verwijderen.
      2. De stergreep eruit schroeven.

        1. Stergreep
        2. Spanband
        3. Binnenste gedeelte zuigbalk
        4. Spansluiting
      3. Het binnenste gedeelte van de zuigbalk eruit trekken.
      4. De spansluiting openen.
      5. De spanband verwijderen.
      6. De zuiglippen uit het binnenste gedeelte verwijderen.

        1. Afstrijklip
        2. Steunlip
        3. Binnenste gedeelte zuigbalk
        4. Spanband
      7. De gebruikte of nieuwe zuiglippen op de noppen van het binnenste gedeelte van de zuigbalk drukken.
      8. De spanband aanbrengen.
      9. Het binnenste gedeelte van de zuigbalk in het bovenste deel schuiven.
      10. De stergreep erin schroeven en vastdraaien.

      Grofvuilfilter reinigen

      1. Open de deksel van de vuilwatertank.


        1. Grofvuilzeef
        2. Pluizenzeef
      2. De grofvuilzeef er omhoog aftrekken.

      3. De grofvuilzeef onder stromend water schoonspoelen.

      4. Plaats de grofvuilzeef in de vuilwatertank.

      Vlotter en pluizenzeef reinigen

      1. Open de deksel van de vuilwatertank.


        1. Vlotter
        2. Vlotterschakelaar
        3. Pluizenzeef
      2. Spoel de vlotter met schoon water.

      3. Spoel de vlotterschakelaar met schoon water.

      4. Verwijder de pluizenzeef en reinig deze.

      Schijfborstel vervangen

      Instructie

      Vervang de schijfborstels, als de borstellengte 10 mm heeft bereikt.

      1. Breng de reinigingskop omhoog.

      2. Duw het borstelwisselpedaal omlaag.

      3. Trek de schijfborstel er zijdelings onder de reinigingskop uit.

      4. De nieuwe schijfborstel onder de reinigingskop houden, omhoog drukken en vergrendelen.

      Borstelwalsen vervangen

      Instructie

      Vervang de borstelwalsen, als de borstellengte 10 mm heeft bereikt.

      1. De reinigingskop optillen.

      2. De greep voor de borstelwissel eruit trekken.


        1. Greep borstelwissel
        2. Lagerdeksel met afstrijklip
        3. Borstelwals
      3. Het lagerdeksel met afstrijklip verwijderen.

      4. De borstelwals eruit trekken.

      5. De nieuwe borstelwals inzetten en op de meenemer centreren.

        1. Meenemer
        2. Opnamedoorn
      6. Het lagerdeksel met afstrijklip aanbrengen.

        Instructie

        Zorg ervoor dat de borstelwals op de opnamedoorn zit en niet eronder.

      7. De greep voor de borstelwissel naar boven zwenken en vastklikken.

      8. De bewerking aan de tegenoverliggende zijde herhalen.

      Vervang zijschrobborstel (optie)

      1. De borstelwisselhendel omlaag drukken.


        1. Borstel zijdelingse schrobmodule
        2. Hendel borstelwissel

        De borstel valt uit de houder.

      2. Houd de nieuwe borstel onder het zijschrobdek, druk hem omhoog en laat hem vergrendelen

      Filter verswater reinigen

      1. Tap vers water af (zie hoofdstuk "Vers water aftappen").

      2. De afsluiting van het verswatertank losschroeven.


        1. Filter verswater
        2. Afsluiting verswaterreservoir
      3. Het filter verswater eruit trekken en met schoon water schoonspoelen.

      4. Het filter verswater plaatsen.

      5. De afsluiting van het verswaterreservoir aanbrengen.

        Opmerking: Zorg ervoor dat de slangaansluiting in de afsluiting verswaterreservoir na het vastschroeven op het diepste punt ligt.

      Reinig de waterverdelerlijst

      1. Druk de ontgrendeling in pijlrichting en houd hem vast.


      2. Zwenk de waterverdeler naar voren.

      3. Trek de waterverdelerlijst er in lengterichting uit.

      4. Reinig de waterverdelerlijst.

      5. Plaats de waterverdeellijst terug in de reinigingskop en klik de vergrendeling vast.

      Accu's reinigen

      1. Veiligheidsbril, beschermende kleding en beschermende handschoenen dragen.

      2. De doppen van de accu's gesloten houden.

      3. De accu's uitbouwen.

      4. De kunststof onderdelen van de accu's en het accucompartiment alleen met water of met water doordrenkte reinigingsdoeken zonder toevoegingen reinigen.

      5. De oppervlakken na het reinigen drogen.

      6. De accu's opnieuw inbouwen.

      Onderhoudsteller terugzetten

      Als er onderhoudswerkzaamheden op het display zijn uitgevoerd, moet de bijbehorende onderhoudsteller worden gereset.

      Instructie

      Het resetten van de onderhoudstellers wordt beschreven in het hoofdstuk "Grijze Intelligent Key".

      Hulp bij storingen

      GEVAAR

      Het apparaat kan onverwacht starten

      Mensen die aan het apparaat werken, kunnen gewond raken.

      Trek voor alle werkzaamheden aan het apparaat de Intelligent Key eruit.Trek voor alle werkzaamheden de netstekker van de interne oplader uit het stopcontact.Ontkoppel de accustekker voor alle werkzaamheden.
      1. Het vuilwater aftappen.

      2. Tap het resterende verse water af.

      Instructie

      Neem contact op met de klantenservice, als de fout niet kan worden verholpen met de volgende instructies.

      Storingen met weergave

      Als de weergegeven fout niet in de volgende lijst voorkomt, doe dan het volgende:

      1. De programmaschakelaar in stand “OFF” draaien.

      2. Wacht 10 seconden.

      3. Zet de programmaschakelaar op de vorige functie.

      4. Als de storing opnieuw optreedt, de klantenservice raadplegen.

      Storingen zonder weergave op het display

      • Het apparaat kan niet gestart worden 

      • Het apparaat rijdt niet meer, op het display wordt “Batterij leeg!” weergegeven 

      • Het apparaat beweegt ongelijkmatig (schokkerig) bij het starten en stoppen. 

      • De waterhoeveelheid is onvoldoende 

      • Het schoonwaterdisplay geeft een verkeerd vulniveau aan na het handmatig legen van de tank 

      • De balk van de niveau-indicatie knippert, op het display wordt “Schoonwaterres. leeg!” weergegeven 

      • Het zuigvermogen is te gering 

      • Het reinigingsresultaat is onvoldoende 

      • De borstels draaien niet 

      • Het apparaat remt niet 

      • De vuilwater-afvoerslang is verstopt 

      • De reinigingsmiddeldosering dosis functioneert niet 

      Het apparaat kan niet gestart worden

      Oplossing:

      1. Op de bestuurdersplaats gaan zitten.

      2. Voordat u de veiligheidsschakelaar inschakelt, uw voet van het rijpedaal nemen.

      3. De veiligheidsschakelaar op “1” zetten.

      4. De accu's controleren, eventueel opladen.

      5. De programmaschakelaar op "OFF" zetten.

      6. Wacht 10 seconden.

      7. Zet de programmaschakelaar op het gewenste programma.

      8. Rijd indien mogelijk alleen met het apparaat op een vlakke vloer.

      9. Controleer eventueel de parkeerrem.

        Als de storing toch weer optreedt, de klantenservice raadplegen.

      Het apparaat rijdt niet meer, op het display wordt “Batterij leeg!” weergegeven

      Oplossing:

      1. De programmaschakelaar op “OFF” zetten.

      2. Wacht 10 seconden.

      3. De programmaschakelaar op “Transport” zetten.

      4. Naar het laadstation rijden.

      5. Als het apparaat nog steeds niet rijdt, dan de accu ter plaatse opladen of de rem ontgrendelen (zie “Gebruik/Apparaat duwen”) en het apparaat naar het laadstation duwen.

      Het apparaat beweegt ongelijkmatig (schokkerig) bij het starten en stoppen.

      Oplossing:

      1. De rem ontgrendelen (zie “Gebruik/Apparaat duwen”).

      De waterhoeveelheid is onvoldoende

      Oplossing:

      1. Controleer het verswaterniveau, vul indien nodig de tank volledig zodat de lucht eruit gedrukt wordt.

      2. Verwijder het filter voor vers water en reinig het.

      3. Plaats het filter en schroef de afsluiting erop.

      4. Alleen R-reinigingskop: Trek de waterverdeellijst van de reinigingskop af.

      5. Alleen R-reinigingskop: Reinig het waterkanaal.

      6. De slangen op verstopping controleren, eventueel reinigen.

      Het schoonwaterdisplay geeft een verkeerd vulniveau aan na het handmatig legen van de tank

      Oplossing:

      1. Het apparaat gebruiken. Tijdens het gebruik ontlucht het slangsysteem en wordt de niveau-indicatie automatisch gecorrigeerd.

      De balk van de niveau-indicatie knippert, op het display wordt “Schoonwaterres. leeg!” weergegeven

      Oplossing:

      1. Het verswaterreservoir bijvullen.

      Het zuigvermogen is te gering

      Oplossing:

      1. De afdichtingen tussen de vuilwatertank en de deksel reinigen en op dichtheid controleren, eventueel vervangen.

      2. De pluizenzeef op vervuiling controleren, eventueel reinigen.

      3. De zuiglippen van de zuigbalk reinigen, eventueel omkeren of vervangen.

      4. Sluit het deksel van de vuilwater-afvoerslang.

      5. Sluit het deksel van het vuilwatertank-spoelsysteem.

      6. De zuigslang op verstopping controleren eventueel reinigen.

      7. De aanzuigslang op dichtheid controleren, eventueel reinigen.

      8. De instelling van de zuigbalk controleren.

      Het reinigingsresultaat is onvoldoende

      Oplossing:

      1. Stel voor de reinigingstaak het passende reinigingsprogramma in.

      2. Gebruik passende borstels voor de reinigingstaak.

      3. Gebruik een passend reinigingsmiddel voor de reinigingstaak.

      4. De snelheid reduceren.

      5. Stel de contactdruk in.

      6. Stel de schraperlippen in.

      7. De borstels op slijtage controleren, eventueel vervangen.

      8. Controleer de wateruitvoer.

      De borstels draaien niet

      Oplossing:

      1. Verminder de contactdruk.

      2. Controleer of een vreemd voorwerp de borstel blokkeert, eventueel het vreemde voorwerp verwijderen.

      3. Laat de motor afkoelen als deze overbelast is.

      4. De programmaschakelaar op "OFF" zetten.

      5. Wacht 10 seconden.

      6. Zet de programmaschakelaar op het gewenste programma.

      7. Controleer of de stekker van het apparaat in de reinigingskop is gestoken.

      Het apparaat remt niet

      Oplossing:

      1. Maak de rem van de rem los (zie "Bediening/apparaat verschuiven").

      De vuilwater-afvoerslang is verstopt

      Oplossing:

      1. De deksel van het doseerappparaat openen.

      2. Trek de zuigslang van de zuigbalk en sluit deze af met de hand.

      3. Zet de programmaschakelaar op “Zuigen”.

        De verstopping wordt uit de afvoerslang in de vuilwatertank gezogen.

      De reinigingsmiddeldosering dosis functioneert niet

      Oplossing:

      1. Alleen versie Dosis: Bel de klantenservice.

      Garantie

      In elk land gelden de garantievoorwaarden die door onze verantwoordelijke verkoopmaatschappij zijn uitgegeven. Mogelijke storingen aan uw apparaat verhelpen we binnen de garantieperiode gratis, voor zover een materiaal- of fabricagefout de oorzaak is. Als u gebruik wilt maken van de garantie, neemt u met uw aankoopbon contact op met uw distributeur of de dichtstbijzijnde geautoriseerde klantenservice.

      Meer informatie vindt u onder: www.kaercher.com/dealersearch

      Meer informatie over de garantie (indien beschikbaar) vindt u in het servicegedeelte van uw lokale Kärcher-website onder "Downloads".

      Toebehoren

      Toebehoren reinigingskop met borstelwalsen

      A: Verpakkingseenheid, B: Door het apparaat vereiste aantal

      Aanduiding
      R 65
      Onderdeelnr.
      R 75
      Onderdeelnr.
      Beschrijving
      A
      B
      Borstelwals, rood (gemiddeld, standaard)
      4.035-604.0
      4.035-605.0
      Voor de onderhoudsreiniging van zelfs sterk vervuilde vloeren.
      1
      2
      Borstelwals, wit (zacht)
      6.907-770.0
      6.907-771.0
      Voor het polijsten en de onderhoudsreiniging van gevoelige vloeren.
      1
      2
      Borstelwals, oranje (hoog/laag)
      6.907-726.0
      6.907-730.0
      Voor het schrobben van vloeren met structuur (veiligheidstegels enz.).
      1
      2
      Borstelwals, groen (hard)
      6.907-727.0
      6.907-731.0
      Voor de basisreiniging van sterk vervuilde vloeren en voor het decoaten (bijv. was, acryl).
      1
      2
      Borstelwals, zwart (zeer hard)
      6.907-728.0
      6.907-732.0
      1
      2
      Microvezelwals
      4.114-054.0
      4.114-007.0
      Voor de onderhoudsreiniging van gladde vloeren.
      1
      2
      Walspad-as
      4.762-626.0
      4.762-627.0
      Voor het plaatsen van walspads.
      1
      2
      Walspad, geel (zacht)
      6.369-454.0
      6.369-454.0
      Voor het polijsten van bodems
      20
      96; 106
      Walspad, rood (gemiddeld)
      6.369-456.0
      6.369-456.0
      Voor het reinigen van licht vervuilde vloeren.
      20
      96; 106
      Walspad, groen (hard)
      6.369-455.0
      6.369-455.0
      Voor het reinigen van normaal tot sterk vervuilde vloeren.
      20
      96; 106

      Toebehoren reinigingskop met schijfborstels

      A: Verpakkingseenheid, B: Door het apparaat vereiste aantal

      Aanduiding
      D 65
      Onderdeelnr.
      D 75
      Onderdeelnr.
      Beschrijving
      A
      B
      Schijfborstel, natuur (zacht)
      4.905-012.0
      4.905-020.0
      Voor het polijsten van bodems.
      1
      2
      Schijfborstel, wit
      4.905-011.0
      4.905-019.0
      Voor het polijsten en de onderhoudsreiniging van gevoelige vloeren.
      1
      2
      Schijfborstel, rood (gemiddeld, standaard)
      4.905-010.0
      4.905-018.0
      Voor het reinigen van gering vervuilde of gevoelige vloeren.
      1
      2
      Schijfborstel, zwart (hard)
      4.905-013.0
      4.905-021.0
      Voor het reinigen van sterk vervuilde vloeren.
      1
      2
      Diamantpad fijn, groen
      6.371-235.0
      6.371-236.0
      Voor het opfrissen van kalkhoudende bekledingen en vloeren met een epoxyharslaag.
      5
      2
      Diamantpad grof, wit
      6.371-250.0
      6.371-252.0
      5
      2
      Diamantpad gemiddeld, geel
      6.371-251.0
      6.371-253.0
      5
      2
      Pad-rijschotel
      4.762-446.0
      4.762-447.0
      Voor het plaatsen van pads.
      1
      2

      Toebehoren zuigbalk

      A: Verpakkingseenheid, B: Door het apparaat vereiste aantal

      Aanduiding
      Onderdeelnr.
      Beschrijving
      A
      B
      Set zuigstrips, voor PU (rood), achter Linatex
      4.039-366.0
      Standaard
      paar
      1 paar
      Set zuigstrips, Linatex-rubber
      4.039-356.0
      Scheurbestendig
      paar
      1 paar
      Set zuigstrips, PU
      4.039-357.0
      Oliebestendig
      paar
      1 paar

      Technische gegevens

      • B 110 R 65 

      • B 110 D 65 

      • B 110 R 75 

      • B 110 D 75 

      B 110 R 65

      Algemeen
      Rij-/reinigingssnelheid
      6 km/h
      Transportsnelheid
      6 km/h
      Rijsnelheid, achteruit
      4 km/h
      Theoretische oppervlaktecapaciteit
      3900 m2/h
      Theoretische oppervlaktecapaciteit met zijschrobdek
      - m2/h
      Praktische oppervlaktecapaciteit
      2730 m2/h
      Volume verswaterreservoir
      110 l
      Volume vuilwaterreservoir
      110 l
      Volume grofvuilreservoir
      1,6 l
      Volume reinigingsmiddeltank (optie dosering)
      5 l
      Reinigingsmiddeldosering
      0,25...3 %
      Waterdosering
      0,15...5,7 l/min
      Oppervlaktebelasting (met bestuurder en vol verswaterreservoir)
      Oppervlaktedruk
      0,62...0,66 N/mm2
      Oppervlaktebelasting (gewicht/parkeerplaats)
      470...542 kg/m2
      Afmetingen
      Lengte
      1640 mm
      Breedte
      740 mm
      Breedte zuigbalk
      950 mm
      Hoogte
      1310 mm
      Werkbreedte
      650 mm
      Werkbreedte met zijschrobdek
      - mm
      Afmeting verpakking lxbxh
      1750x990x1475 mm
      Draaicirkel
      1750 mm
      Afmetingen accuvak lxbxh
      2x(315x386x375) mm
      Bandenuitrusting
      Voorwiel, breedte
      90 mm
      Voorwiel, diameter
      250 mm
      Achterwiel, breedte
      75 mm
      Achterwiel, diameter
      290 mm
      Gewicht
      Toegestaan totaal gewicht
      650 kg
      Leeggewicht (transportgewicht)
      480 kg
      Typisch bedrijfsgewicht
      540 kg
      Borstelcontactkracht, max.
      736 (75) N (kg)
      Borstelcontactkracht, max.
      581 (570) N/m2 (g/cm2)
      Gegevens capaciteit apparaat
      Nominale spanning
      24 V
      Accucapaciteit
      160 / 285 Ah (5 h)
      Gemiddelde netbelasting
      2350 W
      Nominaal vermogen
      2500 W
      Vermogen rijmotor
      600 W
      Vermogen zuigturbine
      600 W
      Vermogen borstelaandrijving
      2 x 600 W
      Beschermingsgraad
      IPX3
      Zuigen
      Zuigvermogen, luchthoeveelheid
      ~25 l/s
      Onderdruk (max.)
      ~17 (~170) kPa (mbar)
      Onderdruk (tijdens bedrijf)
      ~5 (~50) kPa (mbar)
      Reinigingsborstel
      Borsteldoorsnede
      100 mm
      Borstellengte
      605 mm
      Borsteltoerental
      1200 1/min
      Borsteldiameter zijschrobdek
      - mm
      Borstelsnelheid zijschrobdek
      - 1/min
      Interne oplader
      Kabellengte
      2 m
      Nominale spanning
      100...240 V
      Frequentie
      50-60 Hz
      Netbelasting
      750 W
      Laadstroom
      28 A
      Efficiëntie
      92 %
      Interne snellader (alleen lithium-ion versie)
      Nominale spanning
      100...240 V
      Frequentie
      50-60 Hz
      Netbelasting
      1100 W
      Laadstroom
      35 A
      Omgevingsvoorwaarden
      Toegestaan temperatuurbereik
      5...40 °C
      Watertemperatuuur max.
      50 °C
      Waterdruk vulsysteem (optie)
      1 (10) MPa (bar)
      Waterdruk vuilwaterreservoir-spoelsysteem (optie)
      1 (10) MPa (bar)
      Relatieve luchtvochtigheid
      20...90 %
      Helling
      Stijging werkbereik max.
      10 %
      Helling korte afstand (max. 10 m) transport, laden
      22 %
      Berekende waarden conform EN 60335-2-72
      Hand-arm-vibratiewaarde
      <2,5 m/s2
      Vibratiewaarde stoel
      <0,5 m/s2
      Onzekerheid K
      0,2 dB(A)
      Geluidsdrukniveau LpA eco-modus
      59,2 dB(A)
      Geluidsdrukniveau LpA normaal bedrijf
      63,6 dB(A)
      Onzekerheid KpA
      1,6 dB(A)
      Geluidsvermogensniveau LWA + onzekerheid KWA eco-modus
      74,1 dB(A)
      Geluidsvermogensniveau LWA + onzekerheid KWA normaal bedrijf
      78,7 dB(A)
      Zijschrobdek
      Vermogen
      - W
      Borstelcontactkracht, max.
      - N (kg)
      Borstelcontactkracht, max.
      - N/m2 (g/cm2)

      B 110 D 65

      Algemeen
      Rij-/reinigingssnelheid
      6 km/h
      Transportsnelheid
      6 km/h
      Rijsnelheid, achteruit
      4 km/h
      Theoretische oppervlaktecapaciteit
      3900 m2/h
      Theoretische oppervlaktecapaciteit met zijschrobdek
      - m2/h
      Praktische oppervlaktecapaciteit
      2730 m2/h
      Volume verswaterreservoir
      110 l
      Volume vuilwaterreservoir
      110 l
      Volume grofvuilreservoir
      - l
      Volume reinigingsmiddeltank (optie dosering)
      5 l
      Reinigingsmiddeldosering
      0,25...3 %
      Waterdosering
      0,15...5,7 l/min
      Oppervlaktebelasting (met bestuurder en vol verswaterreservoir)
      Oppervlaktedruk
      0,62...0,66 N/mm2
      Oppervlaktebelasting (gewicht/parkeerplaats)
      470...542 kg/m2
      Afmetingen
      Lengte
      1640 mm
      Breedte
      740 mm
      Breedte zuigbalk
      950 mm
      Hoogte
      1310 mm
      Werkbreedte
      650 mm
      Werkbreedte met zijschrobdek
      - mm
      Afmeting verpakking lxbxh
      1750x990x1475 mm
      Draaicirkel
      1750 mm
      Afmetingen accuvak lxbxh
      2x(315x386x375) mm
      Bandenuitrusting
      Voorwiel, breedte
      90 mm
      Voorwiel, diameter
      250 mm
      Achterwiel, breedte
      75 mm
      Achterwiel, diameter
      290 mm
      Gewicht
      Toegestaan totaal gewicht
      650 kg
      Leeggewicht (transportgewicht)
      480 kg
      Typisch bedrijfsgewicht
      540 kg
      Borstelcontactkracht, max.
      736 (75) N (kg)
      Borstelcontactkracht, max.
      51 (50) N/m2 (g/cm2)
      Gegevens capaciteit apparaat
      Nominale spanning
      24 V
      Accucapaciteit
      160 / 285 Ah (5 h)
      Gemiddelde netbelasting
      2350 W
      Nominaal vermogen
      2500 W
      Vermogen rijmotor
      600 W
      Vermogen zuigturbine
      600 W
      Vermogen borstelaandrijving
      2 x 600 W
      Beschermingsgraad
      IPX3
      Zuigen
      Zuigvermogen, luchthoeveelheid
      ~25 l/s
      Onderdruk (max.)
      ~17 (~170) kPa (mbar)
      Onderdruk (tijdens bedrijf)
      ~5 (~50) kPa (mbar)
      Reinigingsborstel
      Borsteldoorsnede
      355 mm
      Borstellengte
      - mm
      Borsteltoerental
      180 1/min
      Borsteldiameter zijschrobdek
      - mm
      Borstelsnelheid zijschrobdek
      - 1/min
      Interne oplader
      Kabellengte
      2 m
      Nominale spanning
      100...240 V
      Frequentie
      50-60 Hz
      Netbelasting
      750 W
      Laadstroom
      28 A
      Efficiëntie
      92 %
      Interne snellader (alleen lithium-ion versie)
      Nominale spanning
      100...240 V
      Frequentie
      50-60 Hz
      Netbelasting
      1100 W
      Laadstroom
      35 A
      Omgevingsvoorwaarden
      Toegestaan temperatuurbereik
      5...40 °C
      Watertemperatuuur max.
      50 °C
      Waterdruk vulsysteem (optie)
      1 (10) MPa (bar)
      Waterdruk vuilwaterreservoir-spoelsysteem (optie)
      1 (10) MPa (bar)
      Relatieve luchtvochtigheid
      20...90 %
      Helling
      Stijging werkbereik max.
      10 %
      Helling korte afstand (max. 10 m) transport, laden
      22 %
      Berekende waarden conform EN 60335-2-72
      Hand-arm-vibratiewaarde
      <2,5 m/s2
      Vibratiewaarde stoel
      <0,5 m/s2
      Onzekerheid K
      0,2 dB(A)
      Geluidsdrukniveau LpA eco-modus
      59,2 dB(A)
      Geluidsdrukniveau LpA normaal bedrijf
      63,6 dB(A)
      Onzekerheid KpA
      1,6 dB(A)
      Geluidsvermogensniveau LWA + onzekerheid KWA eco-modus
      74,1 dB(A)
      Geluidsvermogensniveau LWA + onzekerheid KWA normaal bedrijf
      78,7 dB(A)
      Zijschrobdek
      Vermogen
      - W
      Borstelcontactkracht, max.
      - N (kg)
      Borstelcontactkracht, max.
      - N/m2 (g/cm2)

      B 110 R 75

      Algemeen
      Rij-/reinigingssnelheid
      6 km/h
      Transportsnelheid
      6 km/h
      Rijsnelheid, achteruit
      4 km/h
      Theoretische oppervlaktecapaciteit
      4500 m2/h
      Theoretische oppervlaktecapaciteit met zijschrobdek
      5100 m2/h
      Praktische oppervlaktecapaciteit
      3150 m2/h
      Volume verswaterreservoir
      110 l
      Volume vuilwaterreservoir
      110 l
      Volume grofvuilreservoir
      1,8 l
      Volume reinigingsmiddeltank (optie dosering)
      5 l
      Reinigingsmiddeldosering
      0,25...3 %
      Waterdosering
      0,15...5,7 l/min
      Oppervlaktebelasting (met bestuurder en vol verswaterreservoir)
      Oppervlaktedruk
      0,62...0,66 N/mm2
      Oppervlaktebelasting (gewicht/parkeerplaats)
      470...542 kg/m2
      Afmetingen
      Lengte
      1640 mm
      Breedte
      740 mm
      Breedte zuigbalk
      950 mm
      Hoogte
      1310 mm
      Werkbreedte
      750 mm
      Werkbreedte met zijschrobdek
      850 mm
      Afmeting verpakking lxbxh
      1750x990x1475 mm
      Draaicirkel
      1750 mm
      Afmetingen accuvak lxbxh
      2x(315x386x375) mm
      Bandenuitrusting
      Voorwiel, breedte
      90 mm
      Voorwiel, diameter
      250 mm
      Achterwiel, breedte
      75 mm
      Achterwiel, diameter
      290 mm
      Gewicht
      Toegestaan totaal gewicht
      650 kg
      Leeggewicht (transportgewicht)
      480 kg
      Typisch bedrijfsgewicht
      540 kg
      Borstelcontactkracht, max.
      736 (75) N (kg)
      Borstelcontactkracht, max.
      510 (500) N/m2 (g/cm2)
      Gegevens capaciteit apparaat
      Nominale spanning
      24 V
      Accucapaciteit
      160 / 285 Ah (5 h)
      Gemiddelde netbelasting
      2350 W
      Nominaal vermogen
      2500 W
      Vermogen rijmotor
      600 W
      Vermogen zuigturbine
      600 W
      Vermogen borstelaandrijving
      2 x 600 W
      Beschermingsgraad
      IPX3
      Zuigen
      Zuigvermogen, luchthoeveelheid
      ~25 l/s
      Onderdruk (max.)
      ~17 (~170) kPa (mbar)
      Onderdruk (tijdens bedrijf)
      ~5 (~50) kPa (mbar)
      Reinigingsborstel
      Borsteldoorsnede
      100 mm
      Borstellengte
      705 mm
      Borsteltoerental
      1200 1/min
      Borsteldiameter zijschrobdek
      220 mm
      Borstelsnelheid zijschrobdek
      220 1/min
      Interne oplader
      Kabellengte
      2 m
      Nominale spanning
      100...240 V
      Frequentie
      50-60 Hz
      Netbelasting
      750 W
      Laadstroom
      28 A
      Efficiëntie
      92 %
      Interne snellader (alleen lithium-ion versie)
      Nominale spanning
      100...240 V
      Frequentie
      50-60 Hz
      Netbelasting
      1100 W
      Laadstroom
      35 A
      Omgevingsvoorwaarden
      Toegestaan temperatuurbereik
      5...40 °C
      Watertemperatuuur max.
      50 °C
      Waterdruk vulsysteem (optie)
      1 (10) MPa (bar)
      Waterdruk vuilwaterreservoir-spoelsysteem (optie)
      1 (10) MPa (bar)
      Relatieve luchtvochtigheid
      20...90 %
      Helling
      Stijging werkbereik max.
      10 %
      Helling korte afstand (max. 10 m) transport, laden
      22 %
      Berekende waarden conform EN 60335-2-72
      Hand-arm-vibratiewaarde
      <2,5 m/s2
      Vibratiewaarde stoel
      <0,5 m/s2
      Onzekerheid K
      0,2 dB(A)
      Geluidsdrukniveau LpA eco-modus
      59,2 dB(A)
      Geluidsdrukniveau LpA normaal bedrijf
      63,6 dB(A)
      Onzekerheid KpA
      1,6 dB(A)
      Geluidsvermogensniveau LWA + onzekerheid KWA eco-modus
      74,1 dB(A)
      Geluidsvermogensniveau LWA + onzekerheid KWA normaal bedrijf
      78,7 dB(A)
      Zijschrobdek
      Vermogen
      140 W
      Borstelcontactkracht, max.
      88 (9) N (kg)
      Borstelcontactkracht, max.
      30,6 (30) N/m2 (g/cm2)

      B 110 D 75

      Algemeen
      Rij-/reinigingssnelheid
      6 km/h
      Transportsnelheid
      6 km/h
      Rijsnelheid, achteruit
      4 km/h
      Theoretische oppervlaktecapaciteit
      4500 m2/h
      Theoretische oppervlaktecapaciteit met zijschrobdek
      5100 m2/h
      Praktische oppervlaktecapaciteit
      3150 m2/h
      Volume verswaterreservoir
      110 l
      Volume vuilwaterreservoir
      110 l
      Volume grofvuilreservoir
      - l
      Volume reinigingsmiddeltank (optie dosering)
      5 l
      Reinigingsmiddeldosering
      0,25...3 %
      Waterdosering
      0,15...5,7 l/min
      Oppervlaktebelasting (met bestuurder en vol verswaterreservoir)
      Oppervlaktedruk
      0,62...0,66 N/mm2
      Oppervlaktebelasting (gewicht/parkeerplaats)
      470...542 kg/m2
      Afmetingen
      Lengte
      1640 mm
      Breedte
      740 mm
      Breedte zuigbalk
      950 mm
      Hoogte
      1310 mm
      Werkbreedte
      750 mm
      Werkbreedte met zijschrobdek
      850 mm
      Afmeting verpakking lxbxh
      1750x990x1475 mm
      Draaicirkel
      1750 mm
      Afmetingen accuvak lxbxh
      2x(315x386x375) mm
      Bandenuitrusting
      Voorwiel, breedte
      90 mm
      Voorwiel, diameter
      250 mm
      Achterwiel, breedte
      75 mm
      Achterwiel, diameter
      290 mm
      Gewicht
      Toegestaan totaal gewicht
      650 kg
      Leeggewicht (transportgewicht)
      480 kg
      Typisch bedrijfsgewicht
      540 kg
      Borstelcontactkracht, max.
      736 (75) N (kg)
      Borstelcontactkracht, max.
      41 (40) N/m2 (g/cm2)
      Gegevens capaciteit apparaat
      Nominale spanning
      24 V
      Accucapaciteit
      160 / 285 Ah (5 h)
      Gemiddelde netbelasting
      2350 W
      Nominaal vermogen
      2500 W
      Vermogen rijmotor
      600 W
      Vermogen zuigturbine
      600 W
      Vermogen borstelaandrijving
      2 x 600 W
      Beschermingsgraad
      IPX3
      Zuigen
      Zuigvermogen, luchthoeveelheid
      ~25 l/s
      Onderdruk (max.)
      ~17 (~170) kPa (mbar)
      Onderdruk (tijdens bedrijf)
      ~5 (~50) kPa (mbar)
      Reinigingsborstel
      Borsteldoorsnede
      385 mm
      Borstellengte
      - mm
      Borsteltoerental
      180 1/min
      Borsteldiameter zijschrobdek
      220 mm
      Borstelsnelheid zijschrobdek
      220 1/min
      Interne oplader
      Kabellengte
      2 m
      Nominale spanning
      100...240 V
      Frequentie
      50-60 Hz
      Netbelasting
      750 W
      Laadstroom
      28 A
      Efficiëntie
      92 %
      Interne snellader (alleen lithium-ion versie)
      Nominale spanning
      100...240 V
      Frequentie
      50-60 Hz
      Netbelasting
      1100 W
      Laadstroom
      35 A
      Omgevingsvoorwaarden
      Toegestaan temperatuurbereik
      5...40 °C
      Watertemperatuuur max.
      50 °C
      Waterdruk vulsysteem (optie)
      1 (10) MPa (bar)
      Waterdruk vuilwaterreservoir-spoelsysteem (optie)
      1 (10) MPa (bar)
      Relatieve luchtvochtigheid
      20...90 %
      Helling
      Stijging werkbereik max.
      10 %
      Helling korte afstand (max. 10 m) transport, laden
      22 %
      Berekende waarden conform EN 60335-2-72
      Hand-arm-vibratiewaarde
      <2,5 m/s2
      Vibratiewaarde stoel
      <0,5 m/s2
      Onzekerheid K
      0,2 dB(A)
      Geluidsdrukniveau LpA eco-modus
      59,2 dB(A)
      Geluidsdrukniveau LpA normaal bedrijf
      63,6 dB(A)
      Onzekerheid KpA
      1,6 dB(A)
      Geluidsvermogensniveau LWA + onzekerheid KWA eco-modus
      74,1 dB(A)
      Geluidsvermogensniveau LWA + onzekerheid KWA normaal bedrijf
      78,7 dB(A)
      Zijschrobdek
      Vermogen
      140 W
      Borstelcontactkracht, max.
      88 (9) N (kg)
      Borstelcontactkracht, max.
      30,6 (30) N/m2 (g/cm2)

      EU-conformiteitsverklaring

      Hiermee verklaren wij dat de hierna vermelde machine op basis van het ontwerp en type en in de door ons op de markt gebrachte uitvoering voldoet aan de relevante veiligheids- en gezondheidsvereisten van de EU-richtlijnen. Bij een niet door ons goedgekeurde wijziging van de machine verliest deze verklaring zijn geldigheid.

      Product: bodemreiniger

      Type: 1.161-xxx

      Relevante EU-richtlijnen

      2006/42/EG (+2009/127/EG)

      2014/30/EU

      2014/53/EU (TCU)

      Toegepaste geharmoniseerde normen

      EN 60335-1

      EN 60335-2-29

      EN 60335-2-72

      EN 62233: 2008

      EN 55012: 2007 + A1: 2009

      EN 61000-3-2: 2014

      EN 61000-3-3: 2013

      EN 61000-6-2: 2005

      EN 61000-6-3: 2007 + A1:2011

      TCU

      EN 301 511 V12.5.1

      EN 300 440 V2.1.1

      EN 300 328 V2.2.2

      EN 300 330 V2.1.1

      Toegepaste nationale normen

      -

      De ondergetekenden handelen in opdracht en met volmacht van de directie.


      Gevolmachtigde voor de documentatie:

      S. Reiser

      Alfred Kärcher SE & Co. KG

      Alfred-Kärcher-Str. 28 - 40

      71364 Winnenden (Germany)

      Tel.: +49 7195 14-0

      Fax: +49 7195 14-2212

      Winnenden, 2021/09/01

      <BackPage>

       



      </BackPage>