Lees voor het eerste gebruik van het toestel deze oorspronkelijke gebruiksaanwijzing en volg de instructies erin op. Bewaar de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing voor later gebruik of voor de volgende eigenaar.

• Om de kwaliteit van het water te garanderen, mag alleen drinkwater van een openbare waterleverancier worden gebruikt. De kwaliteit moet minimaal voldoen aan de richtlijnen van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO).

• Als er een ingreep in het drinkwaternet nodig is om het apparaat te installeren, moet dit worden uitgevoerd door opgeleid gespecialiseerd personeel dat een goedkeuring heeft in overeenstemming met de lokaal geldende wet- en regelgeving. Dit werk moet, indien nodig, door de klant worden uitgevoerd.

• Ter bescherming tegen waterschade die is veroorzaakt door een gesprongen waterslang, raden we aan om een afsluiter en een aquastop (optioneel verkrijgbaar) in de watertoevoerleiding te installeren.

• Onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat mogen alleen worden uitgevoerd door de gebruiker van het apparaat die deze gebruiksaanwijzing heeft gelezen.

• Bij het gebruik van een CO₂-fles moeten de lokaal geldende regels voor het markeren van de installatieruimte in acht worden genomen.

• Gebruik geen waterstraal om het apparaat schoon te maken.

• Kunststof oppervlakken mogen niet worden schoongemaakt met alcoholische, agressieve of schurende reinigingsmiddelen. De oppervlaktereiniger CA 30 R (6.295-686.0) wordt aanbevolen.

• Het apparaat wordt gebruikt om gekoeld water af te geven met en zonder toevoeging van koolstofdioxide (CO₂) in voedselkwaliteit in zelfbedieningsmodus.

• Het apparaat kan op de volgende gebieden worden gebruikt:

  • In het huishouden en soortgelijke toepassingen

  • In personeelskeukens van winkels, kantoren en andere werkplekken

  • In de landbouw

  • In hotels, motels, bed & breakfast en andere accommodaties

  • In de horeca en soortgelijke groothandel

• Het apparaat is voorzien van een combifilter.

• Het apparaat moet in een vorstvrije ruimte worden geïnstalleerd.

• Gebruik of parkeer het apparaat niet buitenshuis.

• Leg, bewaar of transporteer het apparaat niet.

Niet-reglementair gebruik is verboden.

De bediener is aansprakelijk voor schade die ontstaat door niet-reglementair gebruik.

Bij het uitwisselen van CO₂-flessen moeten de veiligheidsinstructies van de gasleverancier en eventuele wettelijke bepalingen in acht worden genomen.

• De CO₂-fles moet zijn uitgerust met een door KÄRCHER goedgekeurde drukregelaar, zodat het koolzuurgehalte van het water kan worden aangepast.

• De kooldioxide E 290 moet voldoen aan de zuiverheidsvereisten volgens richtlijn 96/77/EG (voedselkwaliteit) en moet geëtiketteerd zijn overeenkomstig artikel 7 van richtlijn 89/107/EEG.

• Voordat u een gasfles gaat gebruiken, moet u ervoor zorgen dat het juiste gastype beschikbaar is. Alleen de sticker voor gevaarlijke goederen die op elke gasfles moet staan, geeft betrouwbare informatie over het type gas. De kleur van de gasfles geeft niet altijd duidelijke informatie over het gastype. Een gasfles waarvan de inhoud twijfelachtig is of anderszins merkbaar is (schade, blootstelling aan vuur, sporen van mechanische verwerking) mag niet worden gebruikt.

• Landspecifieke voorschriften moeten in acht worden genomen.

De verpakkingsmaterialen zijn herbruikbaar. Verwijder verpakkingen op een milieuvriendelijke manier.

Elektrische en elektronische apparaten bevatten waardevolle recyclebare materialen en vaak bestanddelen zoals batterijen, accu's of olie, die bij onjuiste omgang of verkeerd afvalverwijdering een mogelijk gevaar voor de gezondheid en het milieu kunnen vormen. Voor een correct werking van het apparaat zijn deze bestanddelen echter noodzakelijk. Verwijder apparaten, voorzien van dit symbool, niet samen met huishoudelijk afval.

R-290 Bevat broeikasgas R290 - hermetisch afgesloten apparaat

Actuele informatie over inhoudsstoffen vindt u op: www.kaercher.de/REACH

Gebruik alleen origineel toebehoren en originele reserveonderdelen. Deze garanderen een veilige en storingsvrije werking van het apparaat.

Informatie over toebehoren en reserveonderdelen vindt u onder www.kaercher.com.

Controleer bij het uitpakken van het apparaat de inhoud van de doos op volledigheid met behulp van de gebruiksaanwijzing. Bij ontbrekend toebehoren of bij transportschade neemt u contact op met uw distributeur.

Tijdens de eerste installatie en eventuele reparaties in verband met de vervanging van accessoires moet ervoor worden gezorgd dat alleen onderdelen worden gebruikt die zijn goedgekeurd door KÄRCHER (aansluitset, CO₂-drukregelaar). Deze componenten werden getest en zijn gecertificeerd zodat zij aan de KÄRCHER-kwaliteitsnorm voldoen. Er mogen geen andere componenten worden gebruikt.

• De stroomaansluiting en watertoevoerdruk moeten overeenkomen met de waarden in de technische gegevens (zie hoofdstuk "Technische gegevens").

• Afhankelijk van de lokale voorschriften moet er een goedgekeurde terugslagklep worden geïnstalleerd.

• Het apparaat op een effen ondergrond neerzetten.

• Stekker en stopcontact moeten altijd vrij toegankelijk zijn.

• De apparaatschakelaar, de zekering en de gas- en wateraansluiting (achterkant van het apparaat) moeten vrij toegankelijk zijn. De minimale afstand tot de muur is 100 mm.

• Om het stroomverbruik te reduceren, kan de stroomtoevoer worden onderbroken tijdens pauzes in gebruik (bijv. door een timer).

• Het apparat alleen met de meegeleverde slangen aansluiten.

• Gebruik geen gebruikte slangleidingen.

Aansluitschema:

---



1. Contactdoos (gezekerd met 30 mA aardlekschakelaar)
2. Netsnoer
3. Waterdispenser
4. Watertoevoerslang (aansluitset)
5. Drukregelaar met manometer (alleen nodig bij watertoevoerdruk boven 6 bar (0,6 MPa))
6. Waterkraan van de gebouwinstallatie
7. Drinkwaterleiding van de gebouwinstallatie
8. Aquastop (optioneel)
9. Terugslagklep (optioneel)

Aansluiting:

---



1. Wateraansluiting
2. CO₂-aansluiting
3. Netaansluiting
4. Deksel zekeringhouder met zekering 6 A
5. Verlichte apparaatschakelaar

1. Verwijder de stop uit de waterafgifte-opening en gooi deze weg.

   ---

   

2. Trek de stoppen uit de wateraansluiting en de CO₂-aansluiting en gooi ze weg.

   ---

   

3. Sluit de watertoevoerslang aan op de wateraansluiting “H₂O”.

4. Sluit de watertoevoerslang aan op de waterkraan van de gebouwinstallatie (sluit eventueel extra componenten aan).

5. De netkabel met de netaansluiting verbinden.

6. Sluit de CO₂-aansluitleiding aan op de CO₂-aansluiting.

1. De vergrendeling van de filterafdekking openen.

   ---

   

2. Verwijder het zijfilterdeksel.

3. Verwijder de servicekop die in de fabriek is geïnstalleerd.

   ---

   

   1. De filterhouder van max. 45° naar buiten zwenken.

   2. Draai de servicekop tegen de klok in.

   3. Verwijder de servicekop.

4. Plaats het filter.

   ---

   

   1. De filterhouder van max. 45° naar buiten zwenken.

   2. Plaats het filter van bovenaf in de filterhouder.

   3. Draai het filter zo ver mogelijk vast.

      Het filter wordt vergrendeld.

   4. Zwenk het filter met de filterhouder in het apparaat.

5. Plaats het zijfilterdeksel.

6. Sluit de vergrendeling van het filterdeksel.

1. Sluit een CO₂-fles of een nieuwe CO₂-cilinder aan (zie hoofdstuk "Sluit een nieuwe CO2-fles aan" of "Sluit een nieuwe CO2-cilinder aan").

2. De CO₂-druk instellen:

   1. CO₂-fles: Open de hoofdklep en stel de draaiknop zo in dat de manometer 4 bar aangeeft.

   2. CO2 cilinder: Draai het instelwiel van de bedieningsknop naar stand “4”.

3. Het apparaat inschakelen.

4. Houd de watertoevoer gesloten.

5. Plaats een bak onder de wateruitgang.

6. Druk 10 seconden op de knop “CO₂ gekoeld water”.

   Er ontsnapt gas dat vermengd kan zijn met waterdruppels. Dit korte gaslek is ongevaarlijk.

7. Draai de bedieningsknop naar 0 bar of positie “0”.

8. Druk net zo lang op de knop “CO₂ gekoeld water” tot u geen gas meer hoort weglekken.

1. De watertoevoer openen.

2. Plaats een bak onder de wateruitgang.

3. Druk net zo lang op de knop "Gekoeld water" tot een spoeltijd van 5 minuten is bereikt (ca. 10 - 15 liter).

4. Druk net zo lang op de knop "CO₂ gekoeld water" tot nog eens 4 minuten spoeltijd is bereikt (ca. 4 - 5 liter).

   Instructie

   Na 60 seconden continu water geven, wordt de waterafgifte automatisch door het apparaat gestopt.

5. Voer chemische reiniging uit (zie hoofdstuk “Chemische reiniging").

6. De CO₂-druk instellen:

   1. CO₂-fles: Open de hoofdklep en stel de draaiknop zo in dat de manometer 4 bar aangeeft.

   2. CO2 cilinder: Draai het instelwiel van de bedieningsknop naar stand “4”.

   Het apparaat is bedrijfsgereed.

De volgende stappen moeten worden uitgevoerd bij het aansluiten van een nieuwe of het verwijderen van een lege CO₂-fles.

---

1. Draairegelaar
2. Drukregelaar
3. Wartelmoer
4. Hoofdkraan
5. Manometer regeldruk
6. CO₂-slang

1. Sluit de gasfles op de hoofdkraan.

2. De drukregelaar op “0” draaien.

Instructie

Als de drukregelaar is gescheiden van de CO₂-fles, hoewel er nog voldoende druk is, is de O-ring tussen de fles en de drukregelaar vervormd en moet deze worden vervangen.

3. Maak de spanband los om de CO₂-fles vast te zetten.

4. Haal de lege gasfles eruit.

5. Schroef de drukregelaar van de lege gasfles los.

---

1. Draairegelaar
2. Drukregelaar
3. Wartelmoer
4. Hoofdkraan
5. Manometer regeldruk
6. CO₂-slang

1. Verwijder de beschermkap van de nieuwe gasfles.

2. Draai de hoofdkraan even open, zodat eventueel aanwezige vloeibare CO₂ kan ontsnappen.

3. Schroef de drukregelaar op de nieuwe gasfles. Zorg ervoor dat de afdichtring goed zit.

4. De wartelmoer handvast aandraaien.

5. Stel de nieuwe CO₂-fles op, en maak deze vast met een spanband.

6. Sluit de CO₂-slang aan op de drukregelaar.

7. Open langzaam de hoofdkraan op de gasfles.

8. Stel 4 bar in op de drukregelaar met behulp van de bedieningsknop.

9. Sluit de hoofdkraan op de gasfles.

10. Lees de weergegeven waarde af op de regeldrukmanometer. De weergegeven waarde moet minimaal 5 minuten constant blijven.

Bij een herkenbare drukdaling:

11. Verhelp de drukdaling.

    1. Controleer of de O-ring tussen de gecomprimeerde gastank en de drukregelaar voorhanden en onbeschadigd is.

    2. Vervang eventueel een defecte O-ring.

    3. Controleer of de drukregelaar goed zit.

    4. Draai de wartelmoer steviger vast.

    5. Controleer de slangkoppeling op de drukregelaar en de CO₂-slang op zichtbare schade.

Als de drukval niet kan worden verholpen door de genoemde maatregelen, is de drukregelaar defect en moet deze worden vervangen.

12. Open de hoofdkraan nadat u de lektest succesvol heeft uitgevoerd.

13. Stel de bedrijfsdruk op de drukregelaar in met de bedieningsknop. De standaardinstelling is 4 bar en kan worden aangepast, indien nodig.

14. Na elke vernieuwing van de CO₂-fles één liter “Co2-houdend₂-houdend water” afgeven, zodat de CO₂-menger weer vol raakt.

De volgende stappen moeten worden uitgevoerd bij het aansluiten van een nieuwe of een lege CO₂-cilinder.

---

1. Drukregelaar schaal
2. Instelwiel
3. Drukregelaar
4. Flesschroefverbinding
5. CO₂-slang
6. CO₂-cilinder

1. De drukregelaar in stand “OFF” draaien.

2. Maak de bevestiging van de CO₂-cilinder los.

3. Koppel indien nodig de CO₂-slang los van de CO₂-aansluiting.

4. Schroef de lege CO₂-cilinder linksom los van de flesschroefverbinding.

---

1. Drukregelaar schaal
2. Instelwiel
3. Drukregelaar
4. Flesschroefverbinding
5. CO₂-slang
6. CO₂-cilinder

1. Verwijder het deksel van de CO₂-cilinder.

2. Schroef de CO₂-cilinder op de flesschroefverbinding van de drukregelaar. Als u weerstand voelt, draait u de CO₂-cilinder iets verder totdat deze stevig vastzit.

   Er klinkt een kort gesis.

3. Sluit de CO₂-slang eventueel weer aan op de CO₂-aansluiting.

4. Bevestig de CO₂-cilinder weer verticaal.

5. Stel de drukregelaar in op stand “4”.

6. Na elke vernieuwing van de CO₂-fles één liter “CO₂-houdend water” afgeven, zodat de CO₂-menger weer volloopt.

Het water stroomt in eerste instantie uit de waterinlaat via het combinatiefilter (zie voor een filterbeschrijving het hoofdstuk Verbruiksmateriaal). Afhankelijk van welke knop wordt ingedrukt, stroomt het water vervolgens via de koelmodule of daarnaast via de CO₂-menger om water af te geven. Het volledige watersysteem moet regelmatig chemisch worden gereinigd.

---



1. Knop "CO₂ gekoeld water"
2. Knop “Gekoeld water”

1. Plaats een bak in het midden van de druppelschaal.

   ---

   

2. Druk op de knop voor het gewenste watertype tot de bak gevuld is.

   Tijdens dit proces licht de ingedrukte knop op.

Als het apparaat langer dan 4 dagen niet wordt gebruikt:

1. De watertoevoer sluiten.

2. Het apparaat uitschakelen.

3. Draai de hoofdkraan van de CO₂-fles dicht of draai de drukregelaar van de CO₂-cilinder terug naar stand "0".

1. Het apparaat inschakelen.

2. De watertoevoer openen.

3. Neem uit elk type water minimaal 2 liter water en gooi dit weg.

4. Voer chemische reiniging uit (zie hoofdstuk Chemische reiniging)

• Transporteer het apparaat niet horizontaal.

• Apparaat bij transport in voertuigen conform de richtlijnen tegen wegglijden en omvallen beveiligen.

Het apparaat mag niet liggende worden getransporteerd.

• Kies een geschikte verpakking voor transport en markeer deze aan de buitenkant met een opvallende markering voor verticaal transport.

• Plaats indien mogelijk een kleine houten pallet onder de verzenddoos.

• U kunt het apparaat ook rechtstreeks naar een Kärcher-servicecentrum brengen.

1. Het apparaat op een vorstvrije plaats bewaren.

Voor alle werkzaamheden aan het apparaat:

1. Drukontlasting van het apparaat.

   1. De watertoevoer sluiten.

   2. Plaats een bak onder de wateruitgang.

   3. Druk op de knop “Gekoeld water” tot er geen water meer wordt afgegeven.

2. Het apparaat uitschakelen.

3. Het netsnoer uittrekken.

4. Sluit de hoofdkraan van de CO₂-fles of draai de drukregelaar van de CO₂-cilinder terug naar “0”.

5. Draai de CO₂-cilinder eventueel uit de drukregelaar.

1. De watertoevoer sluiten.

2. Druk op de knop "Gekoeld water" tot er geen water meer uittreedt.

3. De vergrendeling van de filterafdekking openen.

4. Verwijder het zijfilterdeksel.

5. Verwijder het te vervangen filter.

   ---

   

   1. Het filter met de filterhouder van max. draaibaar 45°.

   2. Schroef het filter los en verwijder het.

6. Het nieuwe filter uitpakken.

7. Het nieuwe filter plaatsen.

   ---

   

   1. Plaats het filter in de filterhouder en draai het zo ver mogelijk vast.

      Het filter wordt vergrendeld.

   2. Zwenk het filter met de filterhouder in het apparaat.

8. Plaats het zijfilterdeksel.

9. Sluit de vergrendeling van het filterdeksel.

10. De netstekker in het stopcontact steken.

11. Plaats een bak onder de wateruitgang.

12. De watertoevoer openen.

13. Druk zo vaak op de toets "Gekoeld water" tot een spoeltijd van 5 minuten is bereikt (ca. 10 - 15 liter).

    Instructie

    Na 60 seconden continu water geven, stopt het apparaat automatisch met doseren.

14. Voer chemische reiniging uit (zie hoofdstuk Chemische reiniging).

De chemische reiniging moet worden uitgevoerd na de eerste keer opstarten en in het algemeen minstens elke 6 maanden. Hetzelfde geldt na een uitschakeling van meer dan 4 dagen of een buitengewone filterwisseling. De reinigingsset is vereist voor chemische reiniging (zie hoofdstuk Verbruiksmateriaal).

1. De watertoevoer sluiten.

2. Sluit de hoofdkraan van de CO₂-fles of draai de drukregelaar van de CO₂-cilinder terug naar “0”.

3. Druk op de knop voor "CO₂ gekoeld water" tot geen water meer uittreedt.

4. Het apparaat uitschakelen.

5. Verwijder het combifilter (zie hoofdstuk Filter vervangen).

6. Plaats de servicekop.

   ---

   

   1. De filterhouder van max. 45° naar buiten zwenken.

   2. Plaats de servicekop.

   3. Draai de servicekop rechtsom.

   4. De filterhouder in het apparaat naar binnen zwenken.

7. Verwijder de watertoevoerleiding.

8. Bereid de reinigingsset voor.

   ---

   

   1. Wateringang
   2. Injector met schroefaansluiting
   3. Afdichtring
   4. Injectorbehuizing
   5. Wateruitgang (aansluiting op apparaat)

   1. Schroef de reinigingsset los.

   2. Plaats de 4 reinigingstabletten in de reinigingsset.

   3. Schroef de reinigingsset in elkaar, rekening houdend met de juiste plaatsing van de afdichtring.

9. Sluit de reinigingsset aan op de apparaatingang.

10. Sluit de watertoevoerleiding aan op de reinigingsset.

11. Positioneer de reinigingsset verticaal, indien mogelijk.

    ---

    

12. Verwijder de druppelschaal.

13. Plaats een geschikte bak met een inhoud van minimaal 1 liter onder de wateruitgang.

14. De netstekker in het stopcontact steken.

15. De watertoevoer openen.

16. Het apparaat inschakelen.

Instructie

Voer de volgende stappen uiterst zorgvuldig uit om ervoor te zorgen dat de chemische reiniging het grootst mogelijke effect heeft.

Instructie

Het reinigingsmiddel voor de chemische reiniging is voorzien van een blauwe kleurindicator. De kleur van het water toont de concentratie en werkzaamheid van het reinigingsmiddel.

Instructie

Tijdens het reinigingsproces wordt er gering schuim gevormd. Dit is volledig normaal.

17. Voer de reiniging uit.

    1. Druk op de knop "CO₂ gekoeld water" totdat het apparaat na 60 seconden geen water meer afgeeft.

    2. Wacht 60 seconden tot het wasmiddel is opgelost.

    3. Herhaal dit proces (spoel 60 seconden en wacht 60 seconden) in totaal 2 keer.

    4. Leeg het bakje na elke inspoelprocedure.

    5. Druk 30 seconden op de knop "Gekoeld water".

       De inspoelprocedure is voltooid. Het reinigingsmiddel begint te werken. Dit moet minimaal 15 min duren en kan naar wens worden verlengd.

    6. Wacht minimaal 15 minuten tot het reinigingsmiddel in werking is.

18. De watertoevoer sluiten.

19. Druk op een willekeurige toets tot geen water meer uittreedt.

20. Het apparaat uitschakelen.

21. Verwijder de reinigingsset.

22. Sluit de watertoevoerslang weer aan op het apparaat.

23. Verwijder de servicekop en plaats het filter terug.

Instructie

U kunt het spoelproces op elk moment kort onderbreken, bijv. om de spoelbeker te legen.

1. Plaats een geschikte bak met een inhoud van minimaal 1 liter onder de wateruitgang.

2. De watertoevoer openen.

3. Het apparaat inschakelen.

4. Druk herhaaldelijk op de knop "Gekoeld water" tot er geen blauwe kleur meer zichtbaar is.

   Spoel daarna nog met minimaal 4 liter.

5. Druk op de knop “CO₂ gekoeld water” tot er geen blauwe verkleuring meer zichtbaar is.

   Spoel daarna nog met minimaal 2 liter.

6. Open de hoofdkraan op de CO₂-fles en controleer de ingestelde gasdruk of zet de drukregelaar van de CO₂-fles in stand “4”.

7. Doseer één liter CO₂-houdend water zodat de CO₂-menger weer vol raakt.

   Het apparaat is bedrijfsgereed.

Om de effectiviteit van chemische reiniging te kunnen testen, moeten monsters onmiddellijk na voltooiing van de chemische reiniging worden genomen, rekening houdend met de regels voor microbiologische wateranalyse, en beoordeeld door een geaccrediteerd laboratorium.

De vlotter geeft aan wanneer de druppelschaal vol is. Als het maximale vulpeil is bereikt, verschijnt er een rode markeringsring op de vlotter.

---



1. Verwijder en leeg voorzichtig de volle druppelschaal.

2. De druppelschaal op vervuiling controleren en eventueel reinigen.

3. Installeer de druppelschaal weer.

• Het apparaat geeft geen water af, maar geeft 'Bedrijfsgereed' weer. Alle toetsen branden. 

• Het apparaat werkt niet. De knoppen lichten niet op. 

• Het apparaat werkt niet. De knoppen lichten niet op. 

• De wateruitgang wordt niet gekoeld, hoewel de knop "Gekoeld water" werd ingedrukt 

• De bruis- en koudwaterknoppen lichten afwisselend op en er klinkt een signaaltoon. 

• De bruiswatertoets licht na 60 seconden niet meer op en de afgifte van bruiswater wordt geblokkeerd. 

• Interne pomp start met "CO2 gekoeld water" met verschillende vertraging. 

• De interne pomp start regelmatig kort op 

• Geen koolzuur in het water. 

• Geen koolzuur in het water. 

• Te weinig koolzuur in het water 

• Te weinig koolzuur in het water 

• Te weinig koolzuur in het water 

• Spattende levering van bruisend water voor grotere hoeveelheden 

• Spattende levering van bruisend water voor grotere hoeveelheden 

Oorzaak:

De watertoevoer is onderbroken.

Oplossing:

1. Zorg voor de watertoevoer.

2. Controleer de afsluitinrichtingen.

3. Neem contact op met de servicedienst als de storing aanhoudt.

Oorzaak:

De spaningstoevoer is defect.

Oplossing:

• Controleer de voeding.

Oorzaak:

De zekering is defect.

Oplossing:

• Verwijder de afdekking van de zekering naast de apparaatschakelaar, vervang de zekering. Als de zekering opnieuw doorbrandt, schakel het apparaat dan uit en neem contact op met de klantenservice.

Oorzaak:

De koelmodule heeft de ingestelde temperatuur nog niet bereikt.

Oplossing:

1. Controleer opnieuw na 20 tot 40 minuten wachten.

Als het water nog steeds niet gekoeld is:

2. Het apparaat uitschakelen.

3. Neem contact op met de service.

Oorzaak:

Storing van de temperatuurregeling.

Oplossing:

• Neem contact op met de service.

Oorzaak:

Het vullen van de carbonatortank is mislukt.

Oplossing:

1. Het apparaat uitschakelen.

2. Controleer de watertoevoer.

3. Controleer de gasdruk.

4. Het apparaat uit- en weer inschakelen.

5. Neem contact op met de servicedienst als de storing aanhoudt.

Oorzaak:

Dit is een normale functie, geen fout.

Oplossing:

• Verhelpen is niet nodig

Oorzaak:

Dit is een normale functie voor de functie van de carbonatortank.

Oplossing:

• Verhelpen is niet nodig

Oorzaak:

CO₂-gasdruk te laag.

Oplossing:

• Corrigeer de CO₂-gasdruk.

Oorzaak:

CO₂-fles of CO₂-cilinder leeg.

Oplossing:

1. Vervang de CO₂-fles of de CO₂-cilinder.

2. Neem contact op met de servicedienst als de storing aanhoudt.

Oorzaak:

De koudwatertank heeft de ingestelde temperatuur nog niet bereikt.

Oplossing:

• Controleer het koolzuurgehalte in het water opnieuw na 20 min wachten.

Oorzaak:

Het filter is vuil en vermindert de benodigde waterstroom.

Oplossing:

1. Controleer de doorstroming van het filter en vervang het filter indien nodig.

2. Neem contact op met de servicedienst als de storing aanhoudt.

Oorzaak:

_CO2-fles of _CO2-cilinder bijna leeg.

Oplossing:

• Vervang de CO₂-fles of de CO₂-cilinder.

Oorzaak:

Het bijvullen van de carbonatortank is verstoord.

Oplossing:

• Controleer de doorstroming van het filter en vervang het filter indien nodig.

Oorzaak:

De gasdrukinstelling is te hoog.

Oplossing:

1. Corrigeer de CO₂-gasdruk.

2. Neem contact op met de servicedienst als de storing aanhoudt.

In elk land gelden de garantievoorwaarden die door onze verantwoordelijke verkoopmaatschappij zijn uitgegeven. Mogelijke storingen aan uw apparaat verhelpen we binnen de garantieperiode gratis, voor zover een materiaal- of fabricagefout de oorzaak is. Als u gebruik wilt maken van de garantie, neemt u met uw aankoopbon contact op met uw distributeur of de dichtstbijzijnde geautoriseerde klantenservice.

Meer informatie vindt u op: www.kaercher.com/dealersearch