MC 250werktuigen

59692240 (01/22)
59692240 (01/22)
Het aanbouwapparaat vuilreservoir kan alleen worden gebruikt in combinatie met een Kärcher bezemsysteem of schrobsysteem. Deze aanbouwapparaten worden na dit hoofdstuk beschreven.
Het vuilreservoir kan alleen worden gedemonteerd en neergezet, als de ondersteuningsset (optioneel) wordt gebruikt. De beschrijving geldt voor gebruik met de ondersteuningskit.
Gevaar voor letsel door vuilreservoir
Houd bij het demonteren /monteren voldoende afstand tot het vuilreservoir en de steunen.
Houd voldoende afstand tot de gevarenzone en onderbreek het heffen/neerlaten van het vuilreservoir onmiddellijk, als iemand de gevarenzone betreedt.
Zet het geheven vuilreservoir vast met de veiligheidssteunen, als u eronder werkt.
Demonteer het vuilreservoir pas, als het helemaal leeg is.
Gevaar voor letsel en beschadiging
Plaats het vuilreservoir alleen op een effen en gladde ondergrond.
Vóór het demonteren van het vuilreservoir, het vuilreservoir legen. Zie hoofdstuk 'Vuilreservoir legen'.
Afbeelding: Vuilreservoir vastgezet
Breng het vuilreservoir omhoog tot de veiligheidssteunen naar voren kunnen worden geklapt. Zie hoofdstuk ‘Vuilreservoir legen’.
Laat het vuilreservoir op de veiligheidssteunen neer.
Afdichtingsmanchet demonteren. Hiervoor de slangklem (SW 7) openen en afdichtingsmanchet eraf trekken.
Afbeelding: Variant A met 2 korte veiligheidsbouten
Afbeelding: Variant B met lange veiligheidsbout
Variant A: Voorste veiligheidsbouten (links en rechts) eruit trekken, eerst de veerstekker eruit trekken.
Variant B: Trek de lange veiligheidsbout (links en rechts) er helemaal uit, eerst de veerstekker eruit trekken.
Gebruik hiervoor een slagtrekker (glijhamer)
Draai hiervoor de zeskantschroef los en draai de slagtrekker in de schroefdraad.
Til het vuilreservoir iets op en klap de veiligheidssteunen terug in de opbergstand.
Laat het vuilreservoir helemaal neer.
Maak het hydraulische systeem achter drukloos, zie hoofdstuk 'Hydraulische drukontlasting'.
Koppel de hydraulische slangen van het vuilreservoir los van de hydraulische aansluitingen.
Trek de stekker van de stroomvoorziening eruit.
Koppel de kabel van de achteruitkijkcamera (indien aanwezig) los.
Bij optionele hogedrukreiniger: Koppel de wateraansluiting los.
Draai de zijafdekkingen (links en rechts) naar buiten.
Afbeelding: bevestigde veiligheidsknop met ingestoken en vastgezette steun
Opgelet: Voordat de steunen worden ingedrukt, moeten alle 4 de veiligheidsknoppen (leveringsomvang van de montagekit 'Steunen') aan de linker voor- en achterkant en aan de rechter voor- en achterkant van het vuilreservoir worden bevestigd, afgesteld en vastgezet met de borgmoeren. Zie aan het einde van dit hoofdstuk 'Montage van de veiligheidsknoppen'.
Duw de achterste steunen (links en rechts) er zo ver mogelijk in, trek bij het inschuiven de rode veiligheidskop er gelijktijdig uit. Laat de veiligheidsknop los om te vergrendelen. De veiligheidsbout grijpt bij het vergrendelen in de gaten van de steunen. Controleer of de steunen goed zijn vergrendeld.
Bevestig en borg de voorste steunen zoals reeds beschreven voor de achterste steunen.
De voorste steunen zijn gekenmerkt en passen alleen op de corresponderende zijde.
Afbeelding: Variant A met 2 korte veiligheidsbouten
Afbeelding: Variant B met lange veiligheidsbout
Bij variant A: Draai de achterste steunen omhoog tot de vergrendelingsbouten aan de achterkant kunnen worden uitgetrokken.
Om de veerstekker eruit te trekken, opent u eerst de achterklep van het vuilreservoir. De achterklep is verkrijgbaar in 2 verschillende uitvoeringen.
Variant 1: De achterklep wordt geopend met een vierkante sleutel.
Variant 2: De achterklep is een geschroefd plaatstalen onderdeel. Verwijder ofwel de 4 schroeven of trek de borgveer door de zijopening naar buiten.
Trek de veerstekker eruit.
Trek veiligheidsbout (links en rechts) eruit.
Bij variant B: Controleer of de lange borgpen al helemaal is uitgetrokken, zo ja, dan is er geen verdere handeling nodig.
Draai de steunen afwisselend voor en achter (links en rechts) omhoog:
totdat het vuilreservoir boven de kogelkoppen vrij ligt.
Tot de recyclingwaterklep vrij is.
Zorg ervoor dat het vuilreservoir aan de voorkant niet tegen de cabine drukt.
Het vuilreservoir staat nu vrij op de steunen.
Afbeelding symbolisch: Afvalcontainer op steunen
Steunen zijn identiek
Steun is gemarkeerd voor links
Steun is gemarkeerd voor rechts
Met het voertuig voorzichtig onder het vuilreservoir uit rijden.
Monteer veiligheidsknoppen (4x)
De veiligheidsknoppen 6.321-295.0 maken deel uit van de montageset 'Steunen'
Draai de vergrendelingsknop in de schroefdraad van de gelaste moer op het frame en stel in:
Als de instelling correct is, maakt de bout van de aangetrokken veiligheidsknop de sleuf voor de steunen vrij.
Zet vast met borgmoer.
Gevaar voor letsel door vuilreservoir
Houd bij het demonteren /monteren voldoende afstand tot het vuilreservoir en de steunen.
Houd voldoende afstand tot de gevarenzone en onderbreek het heffen/neerlaten van het vuilreservoir onmiddellijk, als iemand de gevarenzone betreedt.
Zet het geheven vuilreservoir vast met de veiligheidssteunen, als u eronder werkt.
Gevaar voor letsel en beschadiging
Demonteer het vuilreservoir alleen op een effen en gladde ondergrond.
Controleer bij de montage of de kogelkoppen en veiligheidsbouten correct zijn aangebracht.
Laat u eventueel bijstaan door een tweede persoon (begeleider) bij de montage van het vuilreservoir.
Afbeelding: Afvalcontainer op steunen
Het vuilreservoir wordt in omgekeerde volgorde van demontage aan het voertuig bevestigd, daarom is dit hier niet afgebeeld.
Met het voertuig voorzichtig onder het vuilreservoir rijden.
De zijbbekledingen links en rechts moeten open zijn.
Laat het vuilreservoir met de krukken op de steunen zakken totdat het vuilreservoir stevig in de 4 kogelkoppen zit. Schakel eventueel een tweede persoon in.
Trek aan de veiligheidsknop en laat de vergrendeling van de steunen los, trek de steunen eruit (4x).
Veiligheidsbouten achter (links en rechts) erin steken en met veerstekkers borgen.
Maak het hydraulische systeem achter drukloos, zie hoofdstuk 'Hydraulische drukontlasting'.
Sluit de hydraulische slangen van het vuilreservoir aan (let op de kleuren).
Sluit de voedingsstekker aan.
Bij optionele hogedrukreiniger: Sluit de wateraansluiting aan.
Hef het vuilreservoir, en borg het met veiligheidssteunen.
Monteer de afdichtingsmanchet.
Veiligheidsbouten voor (links en rechts) erin steken en vastzetten met veerstekkers.
Laat het vuilreservoir helemaal neer. Klap de voorste veiligheidssteunen in.
Het vuilreservoir is nu aan het voertuig gemonteerd.
Selecteer het juiste> Vegen < programma op het display.
Kantelgevaar
Leeg de vuilcontainer alleen op een vaste, vlakke ondergrond.
Houd bij het legen op heuvels en hellingen een veilige afstand aan.
Gevaar door wegrollen.
Zet voor het legen de rijrichtinghendel in neutrale stand.
Bedien de parkeerrem.
Gevaar voor letsel
Schakel voor het legen van de vuilcontainer de zuigventilator uit.
Gevaar voor letsel
Stel zeker dat zich tijdens het legen geen personen en dieren binnen het draaibereik van de vuilcontainer ophouden.
Gevaar voor beknelling
Pak de stangen van het legingsmechanisme niet vast.
Brandgevaar
Let er bij het legen op dat zich geen brandbaar materiaal (bijv. bladeren ... ) zich in het legingsgebied bevindt.
Als een handzuigslang op het voertuig is aangebouwd, deze voor het legen opzij klappen en borgen. Zie hoofdstuk 'Aanbouwapparaat handzuigslang'.
Voertuig in langzame transportmodus naar de legingspositie rijden.
Voertuig stoppen.
Rijrichtingshendel in neutraal brengen (middelste stand).
Werkhydraulica (PTO) inschakelen.
Schakelaar bedienen.
Vuilreservoir leegmaken.
Aanwijzing
Hef het vuilreservoir altijd helemaal tot de eindpositie.
Eventueel achtergebleven vervuiling met vuilkrabber (optioneel) en water verwijderen. Zie hoofdstuk 'Vuilreservoir reinigen'
Volume vuilreservoir (bruto) | l (m3) | 2500 (2,5) |
Hiermee verklaren wij dat de hierna vermelde machine op basis van het ontwerp en type en in de door ons op de markt gebrachte uitvoering voldoet aan de relevante veiligheids- en gezondheidsvereisten van de EU-richtlijnen. Bij een niet door ons goedgekeurde wijziging van de machine verliest deze verklaring zijn geldigheid.
Product: Veegmachine
Type: PF-E (MC 250)
Relevante EU-richtlijnen2006/42/EG (+2009/127/EG)
2014/30/EU
2000/14/EG
Toegepaste geharmoniseerde normenEN 13019
CISPR 12
Toegepaste conformiteitswaarderingsprocedure2000/14/EG: Bijlage V
Geluidsvermogensniveau dB(A)MC 250 Euro 6
Gemeten: 106
Gegarandeerd: 108 99 *met optionele aanbouwset voor geluiddemping (af fabriek)
MC 250 niveau V
Gemeten: 105
Gegarandeerd: 108 99 *met optionele aanbouwset voor geluiddemping (af fabriek)
De ondergetekenden handelen in opdracht en met volmacht van de directie.
Gevolmachtigde voor de documentatie:
S. Reiser
Alfred Kärcher SE & Co. KG
Alfred-Kärcher-Str. 28 - 40
71364 Winnenden (Germany)
Tel.: +49 7195 14-0
Fax: +49 7195 14-2212
Winnenden, 2020/01/01
De noodbediening is nodig voor de volgende werkzaamheden:
Hef het vuilreservoir/laat het neer, als de hydrauliek van het apparaat is uitgevallen, bijvoorbeeld door een motorstoring.
Bij afgezette motor: Draai de kartelschroef in de juiste positie; het vuilreservoir kan omhoog of omlaag worden bewogen.
Bedien de handpomp met de handslang, deze bevindt zich in de bak onder de bijrijdersstoel.
Zet voor aanvang van werkzaamheden in de motorruimte de opgeheven vuilreservoir links en rechts vast met de rode veiligheidssteunen (op de hefcilinders).
De noodlooppomp kan worden gebruikt om het vuil- of strooimateriaalreservoir handmatig omhoog of omlaag te brengen wanneer de motor is uitgeschakeld.
De noodlooppomp is toegankelijk na het openzwaaien van het schoonwaterreservoir en wordt bediend met een insteekbare hendel.
Bedien de noodlooppomp niet terwijl de motor loopt!
Om het vuil- of strooimateriaalreservoir omhoog of omlaag te brengen, zet u de kartelschroef en de functieschroeven A en B in een van de volgende standen:
Uitgangspositie:
Kartelschroef: ingeschroefd
Functieschroef A: ingeschroefd
Functieschroef B: ingeschroefd
Reservoir optillen:
Kartelschroef: losgedraaid
Functieschroef A: losgedraaid
Functieschroef B: ingeschroefd
Reservoir laten zakken voor het bovenste kantelpunt:
Kartelschroef: losgedraaid
Functieschroef A: losgedraaid
Functieschroef B: ingeschroefd
Reservoir laten zakken vanuit de achterste eindpositie:
Kartelschroef: losgedraaid
Functieschroef A: losgedraaid
Functieschroef B: losgedraaid
Draai de borgmoeren van de functieschroeven A en B los.
Draai de kartelschroef en de functieschroeven A en B met de hand in de gewenste positie.
Steek de hendel in de opname hendel en bedien hem enkele malen totdat het vuil- of strooimateriaalreservoir omhoog of omlaag gaat.
Draai tenslotte de kartelschroef en de functieschroeven A en B in de uitgangspositie.
Draai de borgmoeren van de functieschroeven A en B vast.
Verwijder de pomphendel en berg hem met de inbussleutel op in het opbergvak onder de passagiersstoel.
De vergrendeling dient voor het beveiligen van de aanbouwapparaten (bijv. veegsysteem, frontkrachttiller). Deze bevindt zich links en rechts in het gebied voor het voorwiel en is te herkennen aan de gele hendel.
Gevaar voor ongevallen
De vergrendeling bij elke montage op juiste instelling controleren.
Vergrendeling openen
Contramoer losdraaien.
Schroeven van de linker- en rechtervergrendelingshendel ongeveer 1 cm losdraaien. De vergrendeling is vrijgegeven.
De vergrendelingshendel aan de zijdelingse greep optillen en vervolgens naar achteren duwen. Het aanbouwapparaat kan worden verwijderd.
Vergrendeling sluiten
De bevestigingsarm vanaf het aanbouwapparaat tot aan de aanslag inbrengen.
De vergrendelingshendel naar voren duwen.
Schroef vastdraaien, controleren of het aanbouwapparaat stevig vastzit.
De contramoer vastdraaien.
Afbeelding: Veegmachine gemonteerd
Voor het demonteren/monteren van het veegsysteem is een wisselwagen nodig.
Optioneel toebehoren, bestel-nr. 2.852-862.0
Voertuig op effen ondergrond plaatsen.
Het bezemsysteem moet zich voor demontage / tegen het voertuig op de wisselwagen liggen. Voor demontage / montage een hefwagen gebruiken.
Op het display moet het desbetreffende programma >Vegen< geselecteerd zijn.
De demontage van het veegsysteem wordt beschreven met de optioneel verkrijgbare wisselwagen.
Afbeelding: Veegsysteem met wisselwagen
Voertuig op vlakke, vaste ondergrond zetten en tegen wegrollen beveiligen.
Verplaats de wisselwagen met de pallettruck in positie onder het voertuig.
Verplaats de zijbezem afzonderlijk in de zijbezemhouder en laat deze in de juiste positie zakken.
Hydraulisch systeem voorzijde drukloos schakelen. Zie hoofdstuk 'Hydraulisch systeem drukloos maken'.
Trek de hydraulische slangen, wateraansluitingen en stroomtoevoer los en berg ze op in de houder op de wisselwagen.
Maak de zuigslang los bij de zuigmond (slangklem).
Open de sloten (links en rechts). Zie ook het hoofdstuk 'Vergrendeling openen/sluiten'.
Houder wisselwagen met veegsysteem met zuigmond.
Breng het vuilreservoir omhoog en zet hem vast.
Maak de borging aan de houder los.
Maak beide wateraansluitingen los.
Trek de houder met de eraan bevestigde zuigslang omhoog.
Bewaar het veegsysteem op een veilige en droge plaats.
De aanbouw van het veegsysteem wordt beschreven met de optioneel verkrijgbare wisselwagen. Op het display moet het desbetreffende programma> Vegen < worden geselecteerd.
Bevestig bij de eerste montage van de zuigkop de zuigkop aan het veegsysteem door de drageraansluiting op de zuigkop (links/rechts) te bevestigen en in te stellen (102 ± 0,5 mm).
Afbeelding: Veegsysteem met wisselwagen (afgebeeld zonder zuigmond)
Het veegsysteem wordt in omgekeerde volgorde van demontage aan het voertuig bevestigd, daarom is dit hier niet afgebeeld.
Voertuig op vlakke, vaste ondergrond zetten en tegen wegrollen beveiligen.
Selecteer het juiste> Vegen < programma op het display.
Open de sloten (links en rechts). Zie ook het hoofdstuk 'Vergrendeling openen/sluiten'.
Gebruik een pallettruck om de wisselwagen met veegsysteem erop en de zuigmond aan het voertuig te plaatsen.
Beweeg de bevestigingsarmen (links/rechts) tot aan de aanslag in de daarvoor bestemde bevestiging op het voertuig. Controleer of deze goed past voordat u hem vastzet.
Sluit de vergendeling (schroef) en zet zo het aanbouwapparaat vast.
Hef het vuilreservoir en zet het vast.
Leid beide wateraansluitingen naar boven.
Leid de houder met de eraan bevestigde zuigslang tot aan de zuigmond en vergrendel deze.
Bevestig de zuigslang aan de zuigmond (slangklem).
Hydraulisch systeem voorzijde drukloos schakelen. Zie hoofdstuk 'Hydraulisch systeem drukloos maken'.
Sluit hydraulische slangen aan, let op de aansluitkleuren van de hydraulische slangen.
Sluit waterslangen aan (insteken).
Steek de stekker van de voeding van het borstelsysteem in de stroomvoorziening.
Hef de zijbezems afzonderlijk en schuif ze uit.
Schuif de wisselwagen eruit.
Laat het vuilreservoir helemaal neer.
De indicaties in de schakelaars branden als ze zijn ingeschakeld.
Joystick naar voren: Laat beide bezemarmen neer en schakel de bezem in
Joystick naar achteren: Hef beide bezemarmen en schakel de bezem uit
Joystick naar links/rechts: Draai de linker bezemarm
Joystick naar voren: Laat de linker bezemarm neer, en schakel de bezem in
Joystick naar achteren: Hef de linker bezemarm, en schakel de bezem uit
Joystick naar links/rechts: Draai de linker bezemarm
Joystick naar voren: Laat beide bezemarmen neer en schakel de bezem in
Joystick naar achteren: Hef beide bezemarmen en schakel de bezem uit
Joystick naar links/rechts: Draai de rechter bezemarm
Joystick naar voren: Laat de rechter bezemarm neer, en schakel de bezem in
Joystick naar achteren: Hef de rechter bezemarm, schakel de bezem uit
Joystick naar links/rechts: Draai de rechter bezemarm
Druk langer dan 2 seconden op de knop, de zuigmond bevindt zich in de zweefstand
De kanteling wordt dan aangepast met de rechter joystick
Druk langer dan 2 seconden, dosering recyclingwater instelbaar
(A) | Selectie toerental veegbezem, links en rechts gecombineerd |
(B) | Knop heeft geen functie |
(C) | Motortoerental voor het instellen van de waarden indrukken InstructieVan het ingestelde motortoerental is de zuigcapaciteit afhankelijk.
|
(D) | Geen functie |
(E) | Knop, ontlasting linker en rechter zijbezem |
(F) | Geheugenknop indrukken om de ingestelde waarden of programma's op te slaan |
(G) | Draaiknop indrukken om de ingestelde waarden te wijzigen |
De beschikbare smeerpunten (smeernippels) zijn gekenmerkt.
Dagelijks met gebruikelijk, universeel vet smeren.
Veegbezem op in elkaar gedraaide snoeren en banden controleren, indien nodig verwijderen.
Hydraulische aansluitingen schoon houden en wekelijks op lekkage controleren.
Veegbezem op slijtage en beschadiging controleren, indien nodig vernieuwen.
Het veegspoor zoals op de afbeelding weergegeven instellen.
Links: 09.00 uur - 14.00 uur
Rechts: 10:00 - 15:00
Zijdelingse helling instellen
Schroeven losdraaien.
Zijdelingse helling via het draaipunt van schroef 1 instellen.
Schroeven aandraaien.
Kophelling naar voren instellen
Contramoer losdraaien.
Kophelling via de zeskant instellen.
Contramoer aantrekken.
Bezemaanpersdruk instellen
Het bezemsysteem heeft een hydraulische bezemontlasting.
Gevaar voor letsel en beschadiging
Neem het gewicht van het apparaat in acht.
Beschadigingsgevaar
Bewaar de aanbouwset op een beschermde, effen en droge plaats. De veegbezems moeten onbelast zijn.
Bewaar het veegsysteem dat van het voertuig is gedemonteerd op de wisselwagen.
Bij montage aan het voertuig moeten de veegbezemes onbelast zijn.
Voor het demonteren/monteren van het veegsysteem is een wisselwagen nodig.
Optioneel toebehoren, bestel-nr. 2.852-862.0
Voertuig op effen ondergrond plaatsen.
Het bezemsysteem moet zich voor demontage / tegen het voertuig op de wisselwagen liggen. Voor demontage / montage een hefwagen gebruiken.
Op het display moet het desbetreffende programma >Vegen< geselecteerd zijn.
Demonteer het 3-bezem-veegsysteem met de optioneel verkrijgbare wisselwagen.
Voertuig op vlakke, vaste ondergrond zetten en tegen wegrollen beveiligen.
Verplaats de wisselwagen met de pallettruck in positie onder het voertuig.
Verplaats de zijbezem afzonderlijk in de zijbezemhouder en laat deze in de juiste positie zakken.
Borg de bezemarm van de frontbezem met veiligheidsplaat en borgklem.
Beveilig de frontbezem met veiligheidsplaat.
Hydraulisch systeem voorzijde drukloos schakelen. Zie hoofdstuk 'Hydraulisch systeem drukloos maken'.
Trek de hydraulische slangen, wateraansluitingen en stroomtoevoer los en berg ze op in de houder op de wisselwagen.
Maak de zuigslang los bij de zuigmond (slangklem).
Open de sloten (links en rechts). Zie ook het hoofdstuk 'Vergrendeling openen/sluiten'.
3-bezem-veegsysteem uitschuiven.
Breng het vuilreservoir omhoog en zet hem vast.
Maak de borging aan de houder los.
Maak beide wateraansluitingen los.
Trek de houder met de eraan bevestigde zuigslang omhoog.
Bewaar het veegsysteem op een veilige en droge plaats.
Bevestig het veegsysteem met de optioneel verkrijgbare wisselwagen. Het programma > Vegen < moet op het voertuigdisplay worden geselecteerd.
Bevestig bij de eerste montage van de zuigkop de zuigkop aan het veegsysteem door de drageraansluiting op de zuigkop (links/rechts) te bevestigen en in te stellen (102 ± 0,5 mm).
Voertuig op vlakke, vaste ondergrond zetten en tegen wegrollen beveiligen.
Selecteer het programma > Vegen < programma op het voertuigdisplay.
Open de sloten (links en rechts). Zie ook het hoofdstuk 'Vergrendeling openen/sluiten'.
Gebruik een pallettruck om de wisselwagen met veegsysteem erop en de zuigmond aan het voertuig te plaatsen.
Beweeg de bevestigingsarmen (links/rechts) tot aan de aanslag in de daarvoor bestemde bevestiging op het voertuig. Controleer of deze goed past voordat u hem vastzet.
Sluit de vergendeling (schroef) en zet zo het aanbouwapparaat vast.
Hef het vuilreservoir en zet het vast.
Leid beide wateraansluitingen naar boven.
Leid de houder met de eraan bevestigde zuigslang tot aan de zuigmond en vergrendel deze.
Bevestig de zuigslang aan de zuigmond (slangklem).
Hydraulisch systeem voorzijde drukloos schakelen. Zie hoofdstuk 'Hydraulisch systeem drukloos maken'.
Sluit hydraulische slangen aan, let op de aansluitkleuren van de hydraulische slangen.
Sluit waterslangen aan (insteken).
Steek de stekker van de voeding van het borstelsysteem in de stroomvoorziening.
Maak beide veiligheidsplaten aan de frontbezemarm en frontbezem los.
Hef de zijbezems afzonderlijk en schuif ze uit.
Schuif de wisselwagen eruit.
Laat het vuilreservoir helemaal neer.
De indicaties in de schakelaars branden als ze zijn ingeschakeld.
Joystick naar voren: 3e bezem beweegt omlaag en wordt ingeschakeld
Bij sterke vervuiling de aanpersdruk verhogen
Joystick naar achteren: 3e bezem beweegt omhoog en wordt uitgeschakeld
Joystick naar links/rechts: 3e bezem beweegt naar links/rechts
Joystick naar voren: Bezemarmen samen neerlaten en veegbezem inschakelen
Joystick naar achteren: Bezemarmen samen optillen en veegbezem uitschakelen
Joystick naar links/rechts: Bezemarmen samen zwenken
Langer dan 2 seconden op de toets drukken, de zuigmond bevindt zich in de zweefstand
Langer dan 2 seconden indrukken, dosering recyclingwater instelbaar
(A) | Selectie toerental 3e bezem (frontbezem) |
(B) | Selectie toerental veegbezem |
(C) | Motortoerental voor het instellen van de waarden indrukken InstructieVan het ingestelde motortoerental is de zuigcapaciteit afhankelijk.
|
(D) | Ontlasting veegbezem |
(E) | Ontlasting 3e bezem (frontbezem) |
(F) | Geheugenknop indrukken om de ingestelde waarden of programma's op te slaan |
(G) | Draaiknop indrukken om de ingestelde waarden te wijzigen |
Bij gebruik als onkruidbezem moet de positie van de frontbezem in de gewenste stand worden beveiligd.
Drie posities zijn mogelijk.
Gewenste werkpositie met bout en veerstekker beveiligen. Zie hoofdstuk Transportbeveiliging.
Bij het werken in positie links de knop voor het omkeren van de draairichting indrukken.
Bij het rijden op de openbare weg (transportritten) moet de frontbezem worden beveiligd.
Slede van de frontbezem helemaal naar links verplaatsen.
Frontbezem in deze stand met een bout en veerstekker beveiligen.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het voertuig voor meer informatie.
Onderhoud en verzorging van de veegeenheid
Frontbezem en veegbezem op ingewikkelde snoeren en banden controleren, indien nodig verwijderen.
Hydraulische aansluitingen schoon houden en wekelijks op lekkage controleren.
Frontbezem en veegbezem op slijtage en beschadiging controleren, indien nodig vervangen.
Onderhoud en verzorging van de lagers/lineaire eenheid
Functiestoring of beschadigingsgevaar
De lagereenheden zijn zelfsmerende droge lagers en mogen nooit met smeermiddel worden gesmeerd.
Remreinigers, smeermiddelen of andere reinigingsmiddelen kunnen de lagerfolie aantasten en vernielen. Lagerfolie op slijtage en beschadiging controleren, indien nodig vernieuwen.
De beschikbare smeerpunten (smeernippels) zijn gekenmerkt.
Dagelijks met gebruikelijk, universeel vet smeren.
Reinig de hele lineaire eenheid alleen met water of loog. Reinigen met een hogedrukreiniger is geen probleem.
Onderhoud en verzorging van de ketting
Instructies voor het smeren van de ketting
Let er bij het smeren van de ketting op dat er geen smeermiddel op de rails van de lineaire eenheid terechtkomt. Als dit door onzorgvuldigheid toch gebeurt, dan moeten de rails vóór inbedrijfstelling vetvrij gemaakt worden door deze te reinigen.
Gebruik nooit bijtende stoffen of zuren om de ketting te reinigen.
Inspecteer de ketting minstens één keer per maand. De inspectie omvat reinigen, spannen van de kettingaandrijving en smeren.
De kettingen kunnen worden schoongemaakt met doeken of borstels. Hardnekkig vuil kan worden losgemaakt met petroleum of wasbenzine. Breng onmiddellijk na het gebruik van vetoplosmiddelen een nieuwe, geschikte corrosiebescherming aan.
De kettingaandrijving mag alleen door Kärcher Service worden gespannen.
Regelmatig smeren verlengt de levensduur. Smeer de ketting met nasmeermiddel VP8 FoodPlus Spray van IWIS.
Zorg dat het smeermiddel in de kettingscharnier komt. Dit betekent dat het tussen de schijf en de bus enerzijds en tussen de binnenste en buitenste platen anderzijds moet kunnen komen om de bouten en de bus te bereiken.
Als u een gebrek aan smering vaststelt, wat blijkt uit meer lawaai, stroeve scharnieren of passingroest in de scharnieren, dan raden wij u de volgende procedure aan.
Reinig de ketting met een olie met een zeer lage viscositeit. Hierdoor worden passingroest, oud smeermiddel en ander vuil uit het scharnier gespoeld. Wanneer de ketting is gereinigd, smeert u deze in met een geschikt smeermiddel zoals hierboven beschreven.
Het veegspoor zoals op de afbeelding weergegeven instellen.
Links: 9:00 - 14:00
Rechts: 10:00 - 15:00
Zijdelingse helling instellen
Schroeven losdraaien.
Zijdelingse helling via het draaipunt van schroef 1 instellen.
Schroeven aandraaien.
Kophelling naar voren instellen
Contramoer losdraaien.
Kophelling via de zeskant instellen.
Contramoer aantrekken.
Bezemaanpersdruk instellen
Het bezemsysteem heeft een hydraulische bezem-aanpersdrukverstelling.
Gevaar voor letsel en beschadiging
Neem het gewicht van het apparaat in acht.
Beschadigingsgevaar
Bewaar de aanbouwset op een beschermde, effen en droge plaats. De veegbezems moeten onbelast zijn.
Bewaar het veegsysteem dat van het voertuig is gedemonteerd op de wisselwagen.
Bij montage aan het voertuig moeten de veegbezemes onbelast zijn.
Volgende symbolen en waarschuwingen kunnen tijdens vegen op het display worden weergegeven.
![]() | Zuigmond is onder (neergelaten) |
![]() | Zuigmondcamera geactiveerd |
![]() | Recyclingwaterpeil laag |
![]() | Vuilreservoir/platform kan niet worden bediend |
![]() | Vuilreservoir is geheven |
![]() | Kruisingsfunctie actief |
![]() | Waarschuwing, recyclingwaterpeil te laag - schakel de watercirculatiefunctie niet in (recyclingwater) |
![]() | Waarschuwing, vuilreservoir is geheven |
![]() | Waarschuwing, deksel van vuilreservoir is open |
Het voertuig heeft een kruispuntfunctie. Hiermee kunnen met een knopdruk het bezemsysteem en de zuigmond worden geheven, de rotatie van de bezems en de watertoevoer worden uitgeschakeld. Daarna kan alles weer worden geactiveerd.
Rijrichtingschakelaar in asrichting drukken.
De kruispuntfunctie is geactiveerd en een weergave op het display brandt.
Druk opnieuw op de rijrichtingskeuzeschakelaar.
De kruispuntfunctie is gedeactiveerd en het display gaat uit.
De bezems draaien weer, de zuigmond wordt neergelaten en de watertoevoer werkt weer.
De reiniging wordt voortgezet met de eerste ingestelde waarden.
Als er af fabriek een geluiddemping is geïnstalleerd, is dit te herkennen aan de extra sticker 99 dB (A) achter op het vuilreservoir.
De geluidsisolatie van 99 dB (A) wordt bereikt bij een motortoerental van 1400 omw/min.
De geopende klep handzuigslang dient bij het vullen als overloopbeveiliging
Linker zijbekleding naar buiten zwenken.
Afdekking van de vulsteun verwijderen en een geschikte watertoevoerslang aanbrengen.
Deksel van verswatertank schroeven.
Klep handzuigslang openen
Stand van de omschakelklep overeenkomstig kiezen. Verswatertank of recyclingwatertank vullen.
Maximale vulhoeveelheid verswatertank: 190 liter
Maximale vulhoeveelheid recyclingwatertank: 445 liter
Afdekking na het vullen weer aanbrengen.
Werken met vers water
De doseerknoppen voor het ssproeiwater bevinden zich naast het stuur.
Schakel de verswaterpomp in met de schakelaar op het bedieningspaneel van de armleuning.
Regel de dosering van de waterhoeveelheid met de desbetreffende doseerknoppen.
Meer water: Linksom draaien.
Minder water: Rechtsom draaien.
Werken met recyclingwater
Schakel de waterpomp voor het recyclingwater met de schakelaar van het bedieningspaneel op de armleuning. Minstens 2 seconden indrukken.
Stel met de draaiknop op het bedieningspaneel de gewenste waterhoeveelheid overeenkomstig het veeggoed in (zie onderstaand diagram).
Opmerking: De waterhoeveelheid moet altijd aan de mate van vervuiling worden aangepast. Te grote waterhoeveelheden leiden tot lekkage in de afvoerlucht van het apparaat en kunnen de omgeving van de machine schaden
Door indrukken van de opslagknop bedienen.
de output in % wordt als een balk op het display weergegeven.
In recyclingbedrijf wordt het gevulde water in de vuilwaterreservoir/vuilreservoir gecirculeerd.
Het wordt via een centrifugaalpomp naar de zuigmond getransporteerd.
Dit recyclingwater wordt direct in de zuigmond aangezogen, door de zijfilters gereinigd en via de klep teruggevoerd naar de het vuilwaterreservoir/vuilreservoir.
Het systeem heeft een tekortsensor die aangeeft dat de toevoer van het circulatiewater water te laag is. Bij bereiken van de grenswaarde wordt de pomp uitgeschakeld (led in de middenconsole gaat uit).
In dit geval kan vers water via de watersproeiers in de zuigmond weer in de kringloop worden geleid.
De bediening resp. de toewijzing van de bedieningsconsole wordt beschreven in de hoofdstukken over het 2-borstelveegsysteem of het 3-bezem-veegsysteem.
Pedaal kort bedienen: Volledige bezemaanpersdruk en verhoogd toerental voor sterke vervuiling.
Pedaal ingedrukt houden: Zuigmond blijft bij het achteruitrijden onderaan, zuigmateriaal wordt ook bij het achteruitrijden opgenomen.
Van tijd tot tijd de vulstand van het vuilreservoir controleren.
Bij normaal opgeveegd vuil het vuilreservoir legen, als het reservoir bijna vol is en uiterlijk, als het zuigvermogen vermindert en vuil blijft liggen.
Bij opgeveegd vuil dat zwaar is, kan een weergave op het display gaan branden. Dit geeft aan dat het vuilreservoir vol is (gewichtsmeting), hoewel het vuilreservoir niet vol is.
Vuilreservoir heffen tot de deksel van het vuilreservoir geopend is.
Om de vulstand te controleren, een klimhulp en handgrepen gebruiken.
Dagelijks na beëindigen van het werk het zuigsysteem met water schoonspoelen.
Afbeelding: Reiniging zuigmond en zuigsysteem
Voertuig parkeren.
Werkhydrauliek inschakelen.
ECO-modus inschakelen.
Motortoerental van 1550 t/min selecteren.
Zijbezem optillen.
Waterstraal ca. 3 minuten in het gebied van de zuigmond leiden. Zuigmond en het zuigsysteem worden schoon gespoeld en gereinigd.
Vuil water verzamelt zich in het vuilwaterreservoir. Indien nodig, vuilwater aftappen. Zie hoofdstuk 'Vuil water / recyclingwater aftappen'.
Tap vuil water resp. recyclingwater alleen in een geschikt bereik af.
Parkeer het voertuig op een geschikte plaats om af te tappen.
Schakel het voertuig in.
Gebruik de schakelaar 'Recyclingwater aftappen'. Druk hiervoor op de zekering en bedien de schakelaar. De recyclingwaterklep gaat open.
De schakelaar bevindt zich op het zijpaneel.
Tap vuil water resp. recyclingwater af.
Laat de recyclingwaterklep openstaan, als deze langere tijd niet wordt gebruikt.
Bedien de beveiliging om onbedoelde activering van de schakelaar (bij in-/uitstappen) te voorkomen.
Reinig het recyclingsysteem dagelijks na het werk.
Zoek een geschikte parkeerplaats en parkeer het voertuig.
Schakel het veegsysteem uit.
Open de recyclingwatertank en tap het water in de tank af.
Hef het vuilreservoir omhoog voor betere toegankelijkheid.
Sluit de waterslang aan op de wateraansluiting en verbind deze met de huiswateraansluiting.
Open de watertoevoer.
Systeem wordt parallel in beide richtingen gespoeld.
Aanbevolen poelduur bedraagt 5-10 minuten.
Zodra er helder water uit de zuigmond en de recyclingwatertank bij de afvoer komt, kan de systeemreiniging worden beëindigd.
Opmerking: Om storingen te voorkomen, mag de wateraansluiting (GEKA) niet worden afgesloten.
Als de ventilatorreinigingsset (2.852-587.0) is geïnstalleerd, kan deze worden gebruikt voor reiniging.
Verwijder de blinde afdekking van de C-koppeling bij de ventilatorreinigingsaansluiting.
Sluit een waterslang aan en sluit deze aan op de huishoudelijke watervoorziening. Hiervoor is een adapter van GEKA naar C-koppeling nodig (niet bij de levering inbegrepen).
Selecteer een motortoerental van 1400 omw/min.
Schakel de aftakas en de ventilator in (idealiter met gesloten vuilreservoir).
Watertoevoer openen.
Gebruik de blazer en tot het gewenste resultaat (ca. 3-5 minuten) is bereikt.
Blinde afdekking weer aanbrengen.
Vuilreservoir pas reinigen, nadat de reiniging van de zuigmond en het zuigsysteem is uitgevoerd. Zie hoofdstuk 'Zuigmond en zuigsysteem reinigen'.
Voertuig parkeren.
Vuilreservoir in legingsstand heffen.
Binnenzijde van het vuilreservoir en de zijkanalen met water schoonspoelen.
Indien nodig, het schoonblaasrooster met water schoonspoelen. Hiervoor de borgklemmen links en rechts eruit trekken en rooster omlaag zwenken.
Buiten de ventilatorklep met water schoonspoelen. Hiervoor de ventilatorklep met de stang openen (stang vergrendelt).
Het voertuig met het vuilreservoir kan met een hogedrukreiniger worden gereinigd.
Kritieke gebieden als lagers, banden, etc. met verminderde druk en zonder een rotormondstuk reinigen.
Bereiken met elektrische componenten niet met de hogedrukreiniger reinigen.
Afbeelding: Voertuig reinigen
Frontkrachttiller 2.852-755.0
In deze montagehandleiding wordt de installatie van een frontkrachttiller op een MC 250 beschreven.
Op de frontkrachttiller kunnen verschillende aanbouwapparaten met 3-puntsopname worden gemonteerd.
De aanbouwset mag alleen volgens de voorschriften worden gebruikt.
Wij raden het gebruik van een wisselwagen 2.852-067.0 aan voor de montage aan het voertuig.
Bij de eerste montage van de frontkrachttiller (ca. 110 kg) een kraan of iets dergelijks gebruiken om hem op de wisselwagen te plaatsen.
Voertuig op vlakke, vaste ondergrond zetten en tegen wegrollen beveiligen.
Vergrendeling openen, zie hoofdstuk “Vergrendeling openen/sluiten”.
Wisselwagen met frontkrachttiller met de hefwagen in het midden voor het voertuig positioneren, en vervolgens in het opnameframe van het voertuig tot aan de aanslag inbrengen.
De opnamen van de frontkrachttiller moeten in de linker- en rechteropnamepunten van het voertuig passen.
Vergrendeling aan beiden zijden met schroef vastdraaien en met een contramoer vastzetten.
Voor het vastdraaien van een contramoer is een ringsleutel nodig
Zie ook het hoofdstuk “Vergrendeling openen/sluiten”
Hefwagen neerlaten en uitschuiven.
De krachttiller tegen ongecontroleerd zakken tijdens het hydraulisch aankoppelen beveiligen. Opgelet: Er bestaat gevaar voor letsel door ongecontroleerd zakken van de krachttiller.
Voorste hydraulisch systeem drukloos maken (drukontlasting).
Zie het hoofdstuk “Hydraulisch systeem drukloos maken” in de gebruiksaanwijzing van het voertuig.
De hydraulische slangen aansluiten op de koppelingen (let op de kleuren).
Op het voertuigdisplay “Apparaatdrager” in het menu “Aanbouwapparaten/Apparaatdrager” selecteren.
Zie het hoofdstuk “Display” in de gebruiksaanwijzing van het voertuig.
De drukontlasting uitschakelen.
De frontkrachttiller wordt met de linkerjoystick op het voertuig bediend.
Joystick naar voren - frontkrachttiller gaat naar beneden
Joystick naar achteren - frontkrachttiller gaat naar boven
De frontkrachttiller omhoogbrengen.
Wisselwagen met hefwagen onder frontkrachttiller rijden.
Hefwagen omhoogbrengen.
Zorg dat het frame van de frontkrachttiller stevig vastzit in de opnamepunten van het wisselframe.
Voorste hydraulisch systeem drukloos maken (drukontlasting).
Hydraulische slangen loskoppelen.
De hydraulische slangen met kabelbinders aan de frontkrachttiller bevestigen.
De vergrendeling aan beide zijden van het voertuig openen, zie het hoofdstuk “Vergrendeling openen/sluiten”.
Frontkrachttiller met behulp van de hefwagen uit het opnameframe van het voertuig schuiven.
Frontkrachttiller op een beveiligde plaats parkeren.
Mogelijke aanbouwapparaten aan het montageframe: strooier, watervat of gras-/bladzuigcontainer van een maai-/zuigcombinatie.
Allereerst moeten een keer alle 4 veiligheidsknoppen worden gemonteerd, afgesteld en vastgezet met de borgmoeren.
De veiligheidsknoppen 6.321-295.0 maken deel uit van de montageset 'montageframe'
Schroef de vergrendelingsknop in de schroefdraad van de gelaste moer op het frame en stel deze af.
Als de instelling correct is, maakt de bout van de aangetrokken veiligheidsknop de sleuf voor de steunen vrij.
Zet vast met borgmoer.
Bevestig het montageframe aan het voertuig.
Verwijder de borgklem en trek de borgstaven uit het montageframe.
Laat het montageframe met een kraan (indien aanwezig) op het voertuig zakken totdat het montageframe stevig op zijn plaats zit in de 4 kogelkoppen. Schakel eventueel een tweede persoon in.
Schuif de veiligheidssstangen erin.
Met borgklemmen beveiligen.
Als het montageframe stevig aan het voertuig is bevestigd en vastgezet, kan het bijbehorende aanbouwpparaat erop worden geplaatst en bevestigd, zie de gebruiksaanwijzing van het montageframe.
Demontage van het montageframe met aanbouwapparaat kan alleen met de aanbouwset 'Steunen' worden uitgevoerd. Voor een uitvoerige beschrijving, zie het hoofdstuk 'Vuilreservoir demonteren'.
Bij bestelling af fabriek is de aanbouwset hogedrukreiniger deel van de levering en al in het voertuig gemonteerd.
In dit hoofdstuk worden bediening en verzorging beschreven.
Bij een ingebouwde extra watertank wijkt het aanbouwapparaat enigszins af:
De positie van de hogedrukreiniger in het apparaat. De slangtrommel voor hogedrukslang vervalt bij deze uitrustingsvariant.
Volg de instructies in het hoofdstuk "Aanbouwapparaat extra watertank (af fabriek)" in deze handleiding om de extra watertank te verwijderen.
Voordat u de extra watertank verwijdert, maakt u de slangkoppeling aan de hogedrukslang los en verwijdert u de slang uit de houder
Hogedrukslang uit de houder verwijderen
Open de houder van de hogedrukslang
Draai de slanghaak om hem te openen
Open de houder van de sproei-inrichting.
Haal de sproei-inrichting en de hogedrukslang uit de houder.
Na het werk rolt u eerst de hogedrukslang op de houder en hangt u vervolgens de sproei-inrichting in de houder. Oprollen gaat gemakkelijker als de bovenste slanghaken van tevoren naar boven worden gedraaid.
Draai de houder van de hogedrukslang niet te vast aan.
Volgende symbolen en waarschuwingen worden tijdens bedrijf met de hogedrukreiniger op het display weergegeven.
![]() | Hogedrukreiniger is geactiveerd |
![]() | Hogedrukreiniger inactief |
Gebruik de hogedrukreiniger uitsluitend voor volgende werkzaamheden:
Reinig met hogedrukstraal zonder reiniging (bijv. reinigen van gevels, parkbanken, tuinpaden).
Gebruik de hogedrukreiniger alleen met de meegeleverde vlakstraalsproeier.
Deze hogedrukreiniger is alleen voor het gebruik aan de veeg-/zuigmachine MC 250 bestemd en gekeurd.
Bij het verminderen van de waterhoeveelheid met de druk- en hoeveelheidsregeling opent de overstroomklep en stroomt een deel van het water terug naar de zuigzijde van de pomp.
Het veiligheidsventiel gaat open bij overschrijding van de toegestane bedrijfsoverdruk, en het water stroomt terug naar de zuigzijde van de pomp.
Terugstroom van vervuild water in het drinkwaternet
Gezondheidsrisico
Neem de voorschriften van uw waterbedrijf in acht.
Overeenkomstig de voorschriften mag het apparaat nooit zonder systeemscheider op het drinkwaternet worden gebruikt. Gebruik een systeemscheider van KÄRCHER of een andere systeemscheider conform EN 12729 Type BA. Water dat door een systeemscheider stroomt, geldt niet meer als drinkwater. Sluit de systeemscheider steeds aan op de watertoevoer, nooit direct op de wateraansluiting van het apparaat.
Gevaar voor letsel door hogedrukstraal
Richt de hogedrukstraal niet op personen, dieren, actieve elektrische uitrusting of op het apparaat zelf.
Bescherm de hogedrukreiniger tegen vorst.
Milieuverontreiniging door olie
Reinig motoren alleen op plaatsen met de olieafscheider.
Gebruik alleen sproeiers met de in de gegevens gegevens vermelde afmetingen.
Doe het volgende als dit nog niet is gebeurd:
Sluit de hogedrukslang en straalbuis aan.
Sluit de watertoevoerslang aan en open de afsluitkraan van de watertoevoer.
Waterniveau controleren en eventueel het verswaterreservoir van de MC 250 bijvullen.
Open de afsluitkraan van de watertoevoer.
Zet de rijrichtingshendel in de middelste stand NEUTRAAL en start de motor.
Haal het handspuitpistool en de hogedrukslang uit het opbergvak.
Werkhydraulica PTO inschakelen.
Stoelcontactschakelaar deactiveren (toets F4 op het display).
Hogedrukreiniger op het display met de toets F1 inschakelen.
Het motortoerental stijgt automatisch.
Op het display verschijnt de weergave hoge druk actief (oranje).
Handspuitpistool ontgrendelen.
Hendel van het handspuitpistool indrukken en met de reiniging beginnen.
Bij het eerste gebruik of een lege watertank moet de hogedrukreiniger worden ontlucht:
Gebruik de hogedrukreiniger zonder sproeier tot er geen lucht meer in het systeem zit.
Handspuitpistool sluiten.
Hogedrukreiniger op het display met de toets F1 uitschakelen.
Werkhydraulica uitschakelen.
Handspuitpistool bedienen tot het apparaat drukloos is.
Veiligheidshendel van het handspuitpistool bedienen om hendel van het pistool tegen het per ongeluk loskomen te beveiligen.
Bevestig het handspuitpistool met straalbuis en hogedrukslang in het opbergvak.
Alle hydraulische slangen en aansluitingen op dichtheid controleren.
Hogedrukslang op beschadiging controleren (barstgevaar).
Beschadigde hogedrukslang onmiddellijk vervangen.
Apparaat (pomp) op dichtheid controleren.
3 druppels water per minuut zijn toegestaan en kunnen aan de onderkant van het apparaat naar buiten komen. Bij grotere lekkage contact opnemen met de klantenservice.
Oliepeil bij een stilstaand apparaat aflezen.
Het oliepeil moet in het midden van het kijkglas liggen.
Bij melkachtige olie (water in de olie) onmiddellijk de klantenservice opzoeken.
Waterfilter reinigen.
Apparaat drukloos maken.
Filteromhulsel afschroeven.
Filter met schoon water of perslucht reinigen.
Olie verversen.
Oliehoeveelheid en oliesoort, zie hoofdstuk “Technische gegevens hogedrukreiniger”.
Olieverversing door de klantenservice laten uitvoeren.
Vorstgevaar
Apparaten die niet volledig leeg zijn, kunnen beschadigd raken door vorst.
Maak het apparaat en het toebehoren volledig leeg.
Bescherm het apparaat tegen vorst.
Apparaat op een vorstvrije plaats bewaren.
Als vorstvrij opbergen niet mogelijk is:
Watertoevoer sluiten.
Apparaat max. 1 minuut laten lopen tot pomp en leidingen leeg zijn.
Hogedrukpomp, toevoerslang, waterfilter en hogedrukslang met perslucht uitblazen.
Gevaar voor letsel door onbedoeld starten van het apparaat en elektrische schok.
Schakel het apparaat voor alle werkzaamheden uit en trek de contactsleutel eruit.
Laat elektrische onderdelen alleen door de geautoriseerde klantenservice controleren en repareren.
Neem bij storingen die niet in dit hoofdstuk worden vermeld, in geval van twijfel en indien u daartoe een uitdrukkelijke aanwijzing krijgt, contact op met de bevoegde klantenservice.
Oplossing:
Werkhydraulica (PTO) inschakelen.
Oplossing:
Aanbouwset hogedrukreiniger activeren (display F1).
Oplossing:
Verswatertank vullen.
Oplossing:
Waterfilter reinigen, watertoevoer controleren.
Oplossing:
Controleer/vervang de hogedruksproeier.
Pomp ondicht
Tot 3 druppels wateruitlaat per minuut zijn toegestaan.
Oplossing:
Laat bij grotere ondichtheid het apparaat door de klantenservice controleren.
Pomp klopt
Oplossing:
Controleer de watertoevoerleiding op dichtheid.
Ontlucht het apparaat, zie hoofdstuk "Apparaat ontluchten".
Neem indien nodig contact op met de klantenservice.
Hydraulische aansluiting | ||
---|---|---|
Voorziening uit het hydraulische systeem van de MC 250 | ||
Aansluitvermogen | kW | 4,5 |
Wateraansluiting | ||
Watertoevoer uit de verswaterwatertank van de MC 250 | ||
Toevoertemperatuur (max.) | °C | 60 |
Gegevens capaciteit | ||
Werkdruk | MPa | 7-15 |
Sproeiergrootte | 036 | |
Max. bedrijfsdruk | MPa | 19 |
Volume | l/min | 10 |
Reactiekracht van het handspuitpistool (max.) | N | 30 |
Berekende waarden conform EN 60335-2-79 | ||
Geluidsdrukniveau KpA | dB(A) | 75 |
Onzekerheid KpA | dB(A) | 3 |
Geluidsvermogensniveau LWA + onzekerheid KWA | dB(A) | 97 |
Hand-arm-vibratiewaarde | m/s2 | 1,6 |
Onzekerheid K | m/s2 | 0,7 |
Bedrijfsstoffen | ||
Hoeveelheid olie | l | 0,4 |
Type olie | SAE 15W-40 |
Hiermee verklaren we dat voor de hierna beschreven onvolledige machine aan de technische documenten conform de EG-richtlijn 2006/42/EG (+2009/127/EG) bijlage VII deel B werden opgemaakt en aan volgende punten van de richtlijn voldoet:
Bijlage I punt 1.1, 1.2, 1.3, 1.4, 1.5, 1.6 en 1.7. I punt 1.1,
Bij een niet door ons goedgekeurde wijziging van de onvolledige machine verliest deze verklaring zijn geldigheid.
Product: | Aanbouwset |
Hogedrukreiniger | |
Type: | 2.852-757.7 |
Toegepaste geharmoniseerde normen in aansluiting op: | |
EN 60335–2–79 |
Overheden kunnen relevante documenten over de onvolledige machine bij de documentatiegevolmachtigde aanvragen. Het doorgeven van de documenten gebeurt via e-mail.
Vóór inbedrijfstelling of inbouw van de onvolledige machine moet worden gegarandeerd dat de machine, waarin de onvolledige machine moet worden gebruikt of ingebouwd, aan de EG-machinerichtlijn 2006/42/EG (+2009/127/EG) voldoet.
Informatie hierover vindt u in de EG-conformiteitsverklaring van de machine.
De ondergetekenden handelen in opdracht en met volmacht van de directie.
Gevolmachtigde voor de documentatie:
S. Reiser
Alfred Kärcher SE & Co. KG
Alfred-Kärcher-Str. 28 - 40
71364 Winnenden (Germany)
Tel.: +49 7195 14-0
Fax: +49 7195 14-2212
Winnenden, 2019/11/01
Bij bestelling af fabriek is het aanbouwapparaat centrale smeerinstallatie deel van de leveringsomvang.
De centrale smeerinstallatie is bedrijfsklaar bij levering en alle instellingen (smeerduur en smeerinterval) zijn aangepast en ingesteld op het afgeleverde voertuig. Ingrijpen door de bediener is niet nodig.
De smeerwerkzaamheden volgens het onderhoudsschema (zie hoofdstuk "Verzorging en onderhoud van het voertuig en de aanbouwapparaten") vervallen vanwege de centrale smeerinstallatie.
De centrale smeerinstallatie heeft een smeermiddelreservoir dat door de bediener moet worden gevuld.
Gevaar voor milieuschade als gevolg van lekkende smeermiddelen
Smeermiddelen die tijdens het vullen vrijkomen zijn schadelijk voor het milieu!
Vul het reservoir niet te vol (let op de markering), let op lekkende smeermiddelen bij het vullen en vang deze onmiddellijk op.
Volg absoluut de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing die bij het apparaat is meegeleverd en de daarin vermelde veiligheidsinstructies!
Beschadigingsgevaar
Wanneer het apparaat wordt gevuld, kan het beschadigd raken!
Vul het smeermiddelreservoir alleen bij via de vulnippel.
Beschadigingsgevaar
Beschadiging van het voertuig en aanbouwonderdelen door verkeerde smeerolie!
Gebruik alleen goedgekeurd smeermiddel. Zie hoofdstuk "Technische gegevens/Smeermiddelen" van de gebruiksaanwijzing van het voertuig.
De pompeenheid en het smeeroliereservoir van de centrale smeerinstallatie zijn geïnstalleerd aan de achterkant van het voertuig en zijn toegankelijk via de achterste afdekking aan de linker- of rechterkant van het voertuig (afhankelijk of een aanbouwset voor de extra watertank is geïnstalleerd).
Overzicht apparaat
Vulnippel
Markering vulniveau "Min”
Markering vulniveau "Max”
Regeleenheid
De regeleenheid bevindt zich onder een afdekking met een kijkvenster. Instellingen mogen alleen door de bevoegde dienst worden uitgevoerd.
Smeertijd
Cyclustijd
Controlelampje groen
Controlelampje rood
Diagnose- en service-interface.
Het voertuig staat geparkeerd, het contact staat aan.
De centrale smeerinstallatie werkt automatisch volgens de ingestelde parameters. De bedrijfstoestand kan worden afgelezen van de twee controlelampjes.
Het apparaat is onderhoudsvrij, met uitzondering van het regelmatig vullen van het smeeroliereservoir.
Gevaar voor letsel
Smeermiddel ontsnapt onder druk
Koppel de aansluitingen van de centrale smeerinstallatie alleen los als deze niet in bedrijf is (smeercyclus)!
Werkzaamheden
Smeermiddelreservoir vullen
Controleer het vulniveau van het smeeroliereservoir.
Sluit de vetpers of de vulpomp aan op de vulnippel.
Vul het smeeroliereservoir.
Let op de "Max" markering op het smeermiddelreservoir. Overvul het reservoir niet.
Aanbouwapparaat verwijderen
Als een aanbouwapparaat (bijvoorbeeld het bezemsysteem) wordt verwijderd, moet de retourleiding van de centrale smeerinstallatie worden aangesloten op de aansluiting van de smeerleiding, zodat het smeermiddelcircuit gesloten blijft (bypass).
Bedrijfstoestand MET aanbouwapparaat
Bedrijfstoestand ZONDER aanbouwapparaat
Retourleiding van de centrale smeerinstallatie
Smeermiddelleiding Centrale smeerinstallatie
Opbergvak (insteekkoppeling) van de retourleiding
Aanbouwapparaat smeermiddelleiding
Het aanbouwapparaat kan nu worden verwijderd.
Vuilreservoir verwijderen
Alvorens het vuilreservoir te verwijderen, moeten de verbindingen van de centrale smeerinstallatie worden losgekoppeld.
De leidingen naar de smeerpunten op de watertank van het voertuig zijn vast verbonden en moeten op het aangegeven punt met een geschikt werktuig worden losgekoppeld.
Leg er vóór het loskoppelen een doek onder om eventueel ontsnapt vet op te vangen.
Maak de smeermiddelleidingen en de elektrische aansluiting los.
Het vuilreservoir kan nu worden verwijderd.
Visuele controle van de smeerpunten
Controleer regelmatig alle aansluitingen en smeerpunten op lekkages.
Op de regeleenheid bevinden zich twee controlelampjes (rood en groen) die door middel van knippercodes de huidige bedrijfstoestand van de centrale smeerinstallatie aangeven.
Normale werking
Indicatie | Betekenis |
---|---|
![]() | Na het inschakelen van het contact: De installatie is bedrijfsklaar. |
![]() | De smering loopt. Weergave van de duur van de smering, daarna weergave over gereedheid. |
Storingsindicaties
Storingsindicatie | Storing | Verwijdering |
---|---|---|
![]() | Smeermiddelreservoir leeg. | Reservoir vullen, display gaat uit. |
![]() | Lekkage in het systeem | Controleer aansluitingen, leidingen en smeerpunten op lekkages. Als de fout niet wordt gevonden, neem dan contact op met de servicedienst. |
De regeleenheid geeft andere, hier niet genoemde, knippercodes af. Breng in het geval van een dergelijke foutmelding, de Kärcher Service op de hoogte.
Bij bestelling af fabriek is het aanbouwapparaat deel van de leveringsomvang.
De extra watertank bevindt zich aan de achterkant van het voertuig.
De extra watertank kan voor onderhoudsdoeleinden zonder werktuigen uit het voertuig worden verwijderd.
Het voertuig is geparkeerd en niet in gebruik, de parkeerrem is aangetrokken.
Extra watertank vullen
Verwijder de tankdeksel.
Verwijder de beschermkap van de slangaansluiting.
Waterslang aansluiten.
Tank vullen.
Controleer vóór het vullen of de kogelkraan (zie hieronder) gesloten is. Controleer het waterpeil regelmatig tijdens het vullen om overlopen te voorkomen. De extra watertank heeft geen niveau-indicatie of automatische uitschakeling van de watertoevoer.
Plaats de tankdeksel en de beschermkap terug.
Werkingsprincipe van de extra watertank
Werken met de extra watertank
De kogelkraan mag alleen worden geopend als het schoonwaterreservoir van het voertuig leeg is.
Stop het voertuig als het schoonwaterreservoir leeg is (melding via de voertuiginterface).
Open de afdekking van het voertuig linksachter.
Open de kogelkraan.
Het schoonwaterreservoir wordt gevuld.
Wanneer de kogelkraan open is, kan het vegen worden voortgezet met het voertuig
Extra watertank verwijderen
De watertank kan uit het apparaat worden verwijderd voor onderhoud of reiniging.
De extra watertank moet helemaal leeg zijn voordat hij kan worden verwijderd!
Open de achterste afdekking van het voertuig.
Koppel de verbindingsslang los van de snelkoppeling.
Open de snelsluitingen aan beide zijden van de tank.
Trek de tank naar achteren uit het voertuig.
Bij bestelling af fabriek is het aanbouwapparaat handzuigslang deel van de levering.
Aanbouwapparaat van het voertuig nemen
Als het aanbouwapparaat niet nodig is, kan het op eenvoudige wijze worden verwijderd.
Om te verwijderen, de klapstift verwijderen en beide veiligheidswiggen openen. Hiervoor het aanbouwapparaat met 2 personen verwijderen.
Aanbouwapparaat opzij zwenken
Om het vuilreservoir te legen, moet het aanbouwapparaat compleet naar buiten worden gezwenkt.
Hiervoor beide veiligheidswiggen openen en het aanbouwapparaat tot de zijwand helemaal naar buiten zwenken; een magneet houdt deze vast. Voor het terug zwenken de veiligheidshaak omhoog drukken.
Het voertuig staat geparkeerd en de richtingkeuzeschakelaar staat in de NEUTRAAL-stand (middelste stand).
Werken met handzuigslang
Hef het vuilreservoir op tot de rubberdoek omlaag kan worden geklapt.
Rubberdoek omlaag over de aanzuigopening klappen.
Vuilreservoir weer neerlaten.
Klemslotgordel openen en handzuigslang met handzuigbuis uit de opberging nemen.
Klep van de gewenste zijde openen.
Handzuigslang in de aansluitopening steken en draaien (bajonet).
Indien nodig de waterslang erin steken.
Werkhydraulica (PTO) inschakelen.
Ventilator van schakelaar (bedieningsconsole) inschakelen.
Stoelcontactschakelaar deactiveren (toets F4 op het display).
Met de handzuigslang werken.
Na het beëindigen van het werk:
Werkhydraulica uitschakelen.
Zekeringcontactschakelaar activeren.
Zuigslang met zuigbuis in de opberging leggen en met de klemslotgordel borgen.
Normaal vegen
Vuilreservoir heffen en rubberdoek omhoog klappen.
Vuilreservoir neerlaten.