B 50 W

59698640 (08/24)
59698640 (08/24)
Voordat u het apparaat voor het eerst gebruikt, dient u deze originele gebruiksaanwijzing en de meegeleverde veiligheidsinstructies door te lezen en deze in acht te nemen.
Bewaar beide documenten voor later gebruik of volgende eigenaars.
Deze schuurzuigmachine wordt voor de natte reiniging van effen vloeren gebruikt.
Het apparaat kan door instellen van de waterhoeveelheid, de reinigingsmiddelhoeveelheid en de rijsnelheid aan de desbetreffende reinigingstaak worden aangepast.
Het apparaat kan aan de betreffende reinigingstaak worden aangepast door een geschikt reinigingsprogramma te kiezen.
De werkbreedte en de capaciteit van de schoon- en vuilwaterreservoirs (zie hoofdstuk "Technische gegevens") zorgen voor een effectieve reiniging bij een lange gebruiksduur.
Het apparaat is zelfrijdend.
De batterijen kunnen worden opgeladen met het ingebouwde oplaadapparaat. Het oplaadapparaat kan worden gebruikt met een spanning van 100-240 V.
Overeenkomstig de desbetreffende reinigingstaak kan het apparaat met verschillend toebehoren worden uitgerust. Vraag naar onze catalogus of bezoek ons op internet op www.kaercher.com.
Dit apparaat is geschikt voor commercieel en industrieel gebruik, bijvoorbeeld in hotels, scholen, ziekenhuizen, fabrieken, winkels, kantoren en verhuurbedrijven. Gebruik dit apparaat uitsluitend overeenkomstig de gegevens in deze gebruiksaanwijzing.
Het apparaat mag alleen voor de reiniging van vochtongevoelige en polijstongevoelige, gladde vloeren worden gebruikt.
Het apparaat is niet geschikt voor de reiniging van bevroren vloeren (bijvoorbeeld in koelhuizen).
Het apparaat is ontworpen voor het reinigen van vloeren binnenshuis of van overdekte ruimten.
Het apparaat is geschikt voor gebruik in het temperatuurbereik 5-40 °C.
Het apparaat moet in een vorstvrije ruimte worden bewaard.
Het apparaat is niet geschikt voor gebruik in explosiegevaarlijke omgevingen.
Er mogen geen ontvlambare gassen, onverdunde zuren of oplosmiddelen met het apparaat worden opgenomen. Daartoe behoren benzine, verfverdunner of stookolie, die door opwerveling met de zuiglucht explosieve mengsels kunnen vormen. Verder ook aceton, onverdunde zuren of oplosmiddelen, aangezien deze de in het apparaat gebruikte materialen aantasten.
Reactief metaalstof (bijv. aluminium, magnesium, zink) vormt explosieve gassen in combinatie met sterk alkalische of zure reinigingsmiddelen.
Het apparaat is niet bedoeld voor het reinigen van openbare verkeerswegen.
Houd rekening met de toelaatbare oppervlaktebelasting van de vloer (zie hoofdstuk Technische gegevens).
Het apparaat mag alleen worden uitgerust met originele toebehoren en reserveonderdelen.
Bij het gebruik van oplaadapparaten of batterijen mogen alleen de in de gebruiksaanwijzing toegestane componenten worden gebruikt. Een afwijkende combinatie moet door de verantwoordelijke leverancier van het oplaadapparaat en/of de batterij zijn goedgekeurd.
De verpakkingsmaterialen zijn herbruikbaar. Verwijder verpakkingen op een milieuvriendelijke manier.
Elektrische en elektronische apparaten bevatten waardevolle recyclebare materialen en vaak bestanddelen zoals batterijen, accu's of olie, die bij onjuiste omgang of verkeerd afvalverwijdering een potentieel gevaar voor de gezondheid van de mens en voor het milieu kunnen vormen. Voor een correcte werking van het apparaat zijn deze bestanddelen echter noodzakelijk. Voer apparaten met dit symbool niet samen met het huisvuil af.
Actuele informatie over ingrediënten vindt u op: www.kaercher.de/REACH
Gebruik alleen origineel toebehoren en originele reserveonderdelen. Deze garanderen een veilige en storingsvrije werking van het apparaat.
Informatie over toebehoren en reserveonderdelen vindt u onder www.kaercher.com.
Controleer de inhoud bij het uitpakken op volledigheid. Bij ontbrekend toebehoren of bij transportschade neemt u contact op met uw distributeur.
Neem voor het eerste gebruik van het apparaat deze gebruiksaanwijzing en de bijbehorende brochure Veiligheidsinstructies voor borstelreinigingsapparaten, nr. 5.956-251.0 in acht en handel dienovereenkomstig.
Het apparaat kan kantelen
Gevaar voor letsel
Gebruik het apparaat niet op hellende vlakken.Gevaren voor ongevallen door foute bediening
Personen kunnen gewond raken.
Bedieners moeten adequaat in het gebruik van het apparaat worden geïnstrueerd.Het apparaat mag alleen worden gebruikt, als de kap en alle deksel gesloten zijn.
Ontbrekende of gewijzigde veiligheidsinrichtingen!
Veiligheidsinrichtingen zijn er voor uw veiligheid.
Veiligheidsinrichtingen mogen niet worden omzeild, verwijderd of buiten werking worden gesteld.Verwijder voor onmiddellijke buitenwerkingstelling de intelligente sleutel (noodstop).
Wanneer de rijhendel wordt losgelaten, worden de rijaandrijving en de borstelaandrijving uitgeschakeld.
![]() | GEVAARLaadproces Elektrische schok Verwijder de poolbeschermkappen op de batterijpolen niet.Zorg voor een correcte montage |
![]() | LET OPBeschadigingsgevaar Water beschadigt de zuigturbine Zorg ervoor dat er geen water in een op die manier gemarkeerde opening terechtkomt. |
De Li-ionversie heeft ingebouwde lithium-ionbatterijen. Deze zijn onderworpen aan speciale criteria. Het verwijderen en installeren, evenals het testen van defecte batterijen mag alleen worden uitgevoerd door de klantenservice van Kärcher of door een expert.
Opslag- en transportinstructies ontvangt u van uw Kärcher-klantenservice.
Aanpassingen en veranderingen aan het apparaat zijn niet toegestaan.
U mag de batterij niet openen, er bestaat gevaar voor kortsluiting. Bovendien kunnen irriterende dampen of bijtende vloeistoffen ontsnappen.
Stel de batterij niet bloot aan fel zonlicht, hitte en vuur. Er is ontploffingsgevaar.
Gebruik het oplaadapparaat niet in een explosieve omgeving.
Gebruik het oplaadapparaat niet in verontreinigde of natte toestand.
Zorg voor voldoende ventilatie tijdens het laadproces.
Explosiegevaar. In de buurt van een batterij of in een batterijlaadruimte mag u niet met een open vlam werken, mag u geen vonken maken of roken.
Explosiegevaar. Leg geen gereedschappen en dergelijke op de batterij, d.w.z. op de eindpolen en celverbinders.
Controleer vóór elk gebruik het apparaat en het netsnoer op beschadigingen. Gebruik beschadigde apparaten niet meer en laat beschadigde onderdelen alleen door gekwalificeerd personeel repareren.
Houd kinderen uit de buurt van batterijen en oplaadapparaat.
Laad geen beschadigde batterijen op. Laat beschadigde batterijen vervangen door de Kärcher-klantenservice.
Gooi een defecte batterij niet bij het huisvuil. Informeer de Kärcher-klantenservice.
Vermijd contact met vloeistof die uit defecte accu's komt. Bij toevallig contact de vloeistof met water afspoelen. In geval van contact met de ogen ook een arts raadplegen.
Neem deze gebruiksaanwijzing altijd in acht. Neem de aanbevelingen van de wetgever m.b.t. de omgang met batterijen in acht.
De netspanning moet overeenkomen met de spanning die op het typeplaatje van het apparaat is aangegeven.
Gebruik het oplaadapparaat alleen voor het opladen van toegestane accupacks.
Gebruik de batterij alleen met dit apparaat. Het is verboden en gevaarlijk om ze voor andere doeleinden te gebruiken.
Neem de volgende waarschuwingen in acht bij het omgaan met batterijen:
![]() | Let op de aanwijzingen in de instructies voor de batterij, op de batterij en in deze gebruiksaanwijzing. |
![]() | Draag oogbescherming. |
![]() | Houd kinderen uit de buurt van zuur en batterijen. |
![]() | Explosiegevaar |
![]() | Vuur, vonken, open vuur en roken zijn verboden. |
![]() | Risico op brandwonden door zuur! |
![]() | Eerste hulp |
![]() | Waarschuwing |
![]() | Afvoer |
![]() | Gooi batterijen niet in de vuilnisbak. |
* optioneel, ** Niet meegeleverd
Apparaatonderdelen die bestemd zijn voor bediening of onderhoud door de gebruiker, zijn geel gemarkeerd.
* Optie
Bij het rijden door smalle ruimten of voor het opbergen kan de zuigbalk worden gedemonteerd en aan de rand van het apparaat worden gehangen.
![]() | Netsnoer voor oplaadapparaat |
![]() | Sjoroog |
![]() | *Mophouder |
![]() | *Schoon water vullen |
![]() | Vulniveau schoonwaterreservoir 25% |
![]() | Vulniveau schoonwaterreservoir 50% |
![]() | Vulniveau schoonwaterreservoir 100% |
![]() | Pedaal borstelvervanging (BD) Toets borstelvervanging (BR) |
![]() | Borstelkanteling instellen (alleen D 51-reinigingskop) |
![]() | Afvoer vuil water Afvoer schoon water |
![]() | Reservoir voor grof vuil wegnemen |
![]() | Reinigingskop optillen/neerlaten |
![]() | Vooruitrijden |
![]() | Achteruitrijden |
De intelligente sleutel wordt gebruikt om het apparaat in te schakelen en bepaalde apparaatfuncties te activeren.
Geel: Bediener
Het apparaat kan worden gebruikt. Alle instellingen voor de reinigingsprogramma's die via de smartphone-app voor deze sleutel zijn vrijgegeven, kunnen worden gewijzigd.
Grijs: Voorman
Het apparaat kan worden gebruikt. Alle instellingen voor de beschikbare reinigingsprogramma's van het apparaat kunnen worden gewijzigd.
Risico op schade bij het rijden met het apparaat
Het apparaat mag niet worden gebruikt met de borstelkop omhoog geklapt, omdat dit de reinigingsunit kan beschadigen of vernielen.
Klap de borstelkop omlaag vóór het afladen of rijden.Schroeven van de transportbeveiligingen eruit draaien.
De transportbeveiligingen verwijderen.
Het apparaat vooruit van de pallet trekken.
Beide klemhendels naar boven zwenken.
De zuigbalk in de zuigbalkophanging plaatsen.
Beide klemhendels naar onderen zwenken.
Alleen variant BD: Vóór de inbedrijfstelling de discborstel monteren (zie hoofdstuk Onderhoudswerkzaamheden).
Bij variant BR zijn de borstels gemonteerd.
De borstel monteren (zie hoofdstuk Onderhoudswerkzaamheden).
Beschadigingsgevaar
Batterijen mogen alleen worden vervangen door batterijen van dezelfde technologie.Loodbatterijen mogen niet worden vervangen door li-ionbatterijenLi-ionbatterijen mogen niet worden vervangen door loodbatterijen.Loodbatterijen:
Beschrijving | Bestelnr. |
---|---|
Set 76 Ah - onderhoudsvrij, 24 V | 2.815-099.0 |
Set 105 Ah - onderhoudsvrij, 24 V | 2.815-100.0 |
Set 115 Ah - onderhoudsvrij, 24 V | 2.815-091.0 |
Set 80 Ah - onderhoudsvrij, 24 V | 2.815-090.0 |
Het apparaat heeft 2 accu's nodig.
Li-ionbatterijen:
Beschrijving | Bestelnr. |
---|---|
80 Ah, 25,6 V | 6.654-454.0 |
Het apparaat heeft 1 batterij nodig.
Lengte | 350 |
Breedte | 355 |
Hoogte | 290 |
Bij de apparaatvariant met Li-ionbatterij is de batterij reeds geïnstalleerd en aangesloten.
Brand- en explosiegevaar!
Leg geen gereedschap of dergelijke op de accu. Kortsluiting en explosiegevaar.Rook en open vuur moet worden voorkomen.Ruimtes waarin accu's worden opgeladen, moeten goed worden geventileerd, aangezien bij het opladen zeer explosief gas ontstaat.Letselgevaar door kantelen van het apparaat!
Het apparaat kan kantelen bij het uit- en inbouwen van de batterijen.
Zorg er bij het in- en uitbouwen van de accu's voor dat het apparaat veilig staat.Gevaar voor beschadiging van de besturingselektronica!
De besturingselektronica kan worden vernield door de polariteit van de batterijaansluitingen om te keren.
Let bij het aansluiten van de accu op juiste poling.Levensgevaar door brand of explosie bij diep ontladen accu’s!
Verkeerd opladen van diep ontladen accu's kan brand veroorzaken.
Gebruik het apparaat niet als de accu diep ontladen is.Zorg ervoor dat de accu is opgeladen voordat u het systeem start.Het apparaat ca. 2 m naar voren duwen, zodat de zwenkwielen naar achteren wijzen.
Het vuilwaterreservoir vastnemen aan de verzonken greep en zijwaarts omhoog zwenken.
De batterijen in de bak plaatsen.
De batterijen aansluiten:
De afstandsstukken plaatsen.
Beide batterijen met de verbindingskabel verbinden.
De aansluitkabel aan de nog vrije batterijpolen (+) en (-) vastklemmen.
Het vuilwaterreservoir omhoog zwenken.
Li-ionbatterijen worden in transportmodus geleverd en moeten worden geactiveerd voordat het apparaat in bedrijf wordt gesteld.
De batterij opladen (zie "Inbedrijfstelling/batterij opladen"), hierdoor wordt de transportmodus beëindigd.
Letselgevaar door kantelen van het apparaat!
Het apparaat kan kantelen bij het uit- en inbouwen van de batterijen.
Zorg er bij het in- en uitbouwen van de accu's voor dat het apparaat veilig staat.Kantelend apparaat
Gevaar voor letsel, gevaar voor beschadiging
De batterijen alleen verwijderen als er een reinigingskop op het apparaat is bevestigd.De programmaschakelaar op "0" zetten.
De intelligente sleutel eruit trekken.
Het vuilwaterreservoir ledigen.
Het apparaat ca. 2 m naar voren duwen, zodat de zwenkwielen naar achteren wijzen.
Het vuilwaterreservoir vastnemen aan de verzonken greep en zijwaarts omhoog zwenken.
De kabel van de minpool van de accu losmaken.
De resterende kabels van de batterijen losmaken.
De afstandsstukken verwijderen.
De batterijen eruit nemen.
De opgebruikte batterijen conform de geldende bepalingen afvoeren.
Vóór de eerste inbedrijfstelling, na een servicereset of bij overschakelen op een ander type accu is het absoluut noodzakelijk de oplaadcurve in te stellen.
Gevaar door onbedoeld starten van het apparaat
Gevaar voor letsel
Maak de bougiestekker los of ontkoppel de accu alvorens werkzaamheden aan het toestel uit te voeren.Gevaar voor beschadiging van de accu
De levensduur en de ladingscapaciteit van de accu kunnen worden beïnvloed door een onjuiste oplaadcurve.
Zorg ervoor dat de bij de accu passende curve in de machine is geselecteerd.De actueel geselecteerde curve is tijdens het laden te zien op het display of via de app in het gedeelte "Apparaatstatus".De oplaadcurve kan alleen door Kärcher Service worden ingesteld.
Voor de volgende accu's zijn oplaadcurves beschikbaar:
EXIDE GF12105V
HOPPECKE TB115
EXIDE GF12076V
EXIDE FF12080W
TROJAN 27TMX
HOPPECKE TB80
ZENITH L120185
Om ook andere accu's te kunnen gebruiken, kan door de serviceafdeling van Kärcher een aangepaste oplaadcurve worden aangemaakt. Daartoe moeten de overeenkomstige parameters van de accu worden overgemaakt.
Gevaar voor letsel door de oplader!
Elektrische schok door onjuist gebruik van de oplader!
Neem de netspanning en de zekering op het typeplaatje van het apparaat in acht.Gebruik het oplaadapparaat alleen in droge ruimtes met voldoende ventilatie.Het ingebouwde oplaadapparaat is elektronisch gestuurd en geschikt voor alle aanbevolen accu's. Het oplaadapparaat beëindigt het laadproces automatisch.
Door een snellader te gebruiken, kan de oplaadtijd worden verkort tot maximaal 2,5 uur (alleen voor de versie lithium-ion).
De overeenkomstige oplaadcurve moet worden ingesteld voor elk geïnstalleerd type accu.
De geïnstalleerde accu wordt tijdens het opladen op het display weergegeven.
De oplaadtijd bedraagt gemiddeld max. 14 uur.
Het apparaat kan tijdens laden niet worden gebruikt.
Het apparaat beschikt over een beveiliging tegen volledige ontlading, d.w.z. dat als tijdens de werking de nog toegestane minimale capaciteit wordt bereikt, de borstelmotor en de turbine worden uitgeschakeld.
Breng het apparaat direct naar de voorziene oplaadplaats, vermijd daarbij hellingen.
Steek de netstekker op de aansluitkabel in het stopcontact.
Laad op tot het display aangeeft dat de accu volledig opgeladen is.
Gevaar voor brandwonden door uittreden van zuur!
Vul de accu met water alleen als deze ontladen is.
Gebruik bij het werken met accuzuur een veiligheidsbril en spoel zuurspatten op de huid of kleding onmiddellijk uit met water.Gevaar voor beschadiging van de accu’s!
Bij gebruik van water met toevoegingen vervalt de garantie op de accu.
Gebruik voor het bijvullen van de accu's alleen gedestilleerd of ontzilt water (EN 50272-T3).Gebruik geen vreemde additieven of verbeteringsmiddelen.Een uur voor het einde van de laadprocedure gedestilleerd water toevoegen. Hierbij de juiste zuurstand conform de kenmerking van de accu in acht nemen.
Aan het einde van de laadprocedure moeten alle cellen gassen.
Een intelligente sleutel in het bedieningspaneel steken.
De programmaschakelaar naar een reinigingsprogramma draaien.
Op het scherm verschijnt na elkaar:
Kärcher-logo
Tijd tot de volgende service in uren
Batterijstatus en bedrijfsuren
Softwareversie
Bedrijfsindicatie
Het apparaat is bedrijfsgereed.
De app "Machine Connect" op een smartphone die met het apparaat is verbonden, kan worden gebruikt om geavanceerde apparaatfuncties uit te voeren:
het type reinigingskop instellen
de maximale transportsnelheid instellen
de USB-poort uit-/inschakelen
de aanlooptijd van de borstel(s) instellen
de nalooptijd van de afzuiging instellen
de snelheidsafhankelijke waterdosering in-/uitschakelen
de rechten van de gele intelligente sleutel beheren
de fabrieksinstellingen herstellen
De mogelijke functies zijn afhankelijk van de uitvoering van het apparaat.
De QR-code op het apparaat met uw smartphone scannen.
De app "Machine Connect" op de smartphone installeren en starten.
Een intelligente sleutel in het bedieningspaneel steken.
Tegelijkertijd gedurende 3 seconden op de toetsen "+" en "-" op het bedieningspaneel van het apparaat drukken.
Tijdens het koppelingsproces knippert het Bluetooth®-symbool op het bedieningspaneel.
De instructies van de app op de smartphone voor het koppelen. opvolgen.
De functies van de app worden uitgelegd op de smartphone.
Als de smartphone met het apparaat is gekoppeld, is het Bluetooth-symbool constant aan.
De mobiele telefoon kan worden aangesloten op de USB-poort van het apparaat om de batterij op te laden.
Nadat een bepaalde bedrijfsduur is verstreken, vraagt het display om diverse onderhoudswerkzaamheden uit te voeren:
Instructie | Interval (uren) |
---|---|
REINIGING FILTER ZUIGEN | 10 |
REINIGING ZUIGBALK | 20 |
REINIGING WATER FILTEREN | 50 |
CONTROLEREN BORST.SLIJTAGE | 100 |
CONTROLEREN ZUIGSTRIP | 100 |
De aangegeven onderhoudsactiviteit uitvoeren.
Op een willekeurige toets op het bedieningspaneel drukken om te bevestigen.
De instructie verdwijnt en wordt opnieuw weergegeven na het verstrijken van het interval.
Gevaarlijke situatie tijdens bedrijf
Verlies van stabiliteit
Gevaar voor letsel
Gevaar voor letsel
Bij gevaar de rijhendel loslaten.Het pedaal om de reinigingskop omhoog/omlaag te brengen met slechts één voet bedienen. De andere voet stevig op de grond houden.De afsluiting van de verswatertank openen.
Het verswater (maximaal 50 °C) tot de onderrand van de vulopening vullen.
Opmerking: De slang van het verswaterreservoir kan tijdens het vullen met de slanghouder worden vastgeklemd.
De afsluiting van het verswaterreservoir sluiten.
De vulslang uit het apparaat trekken.
Het uiteinde van de vulslang op een waterkraan aansluiten.
De afsluiting van het schoonwaterreservoir afnemen.
De watertoevoer openen (watertemperatuur maximaal 50 °C).
Het vulniveau van het schoonwaterreservoir via de vulopening observeren.
De watertoevoer sluiten wanneer het vulniveau de onderkant van de vulopening bereikt.
De afsluiting van het verswaterreservoir aanbrengen.
De vulslang loskoppelen van de waterkraan.
De vulslang in het apparaat schuiven.
Sluit de waterslang aan op de aansluiting van het vulsysteem (maximale watertemperatuur 50 °C).
De watertoevoer openen.
Bewaak het apparaat. Het automatische vulsysteem onderbreekt de watertoevoer, als de verswatertank vol is.
De watertoevoer sluiten.
Verwijder de waterslang.
Gevaar voor beschadiging van het apparaat!
Bij gebruik van ongeschikte reinigingsmiddelen kan het apparaat beschadigd raken.
Gebruik alleen aanbevolen reinigingsmiddelen. Voor andere reinigingsmiddelen is de exploitant het verhoogde risico met betrekking tot de bedrijfsveiligheid en het gevaar voor ongevallen.Gebruik alleen reinigingsmiddelen die vrij zijn van oplosmiddelen, zout- en fluorwaterstofzuur.Neem de veiligheidsaanwijzingen op de reinigingsmiddelen in acht.Gebruik geen sterk schuimende reinigingsmiddelen.
Aanbevolen reinigingsmiddelen
Toepassing | Reinigingsmiddelen |
---|---|
Onderhoudsreiniging van alle waterbestendige vloeren | CA 50 C RM 756 |
Onderhoudsreiniging met verzorgingscomponenten | RM 746 RM 780 |
Onderhoudsreiniging en basisreiniging van industriële ondergronden | RM 69 |
Onderhoudsreiniging van glanzende ondergronden | RM 755 |
Onderhoudsreiniging en basisreiniging van stenen tegels | RM 753 |
Onderhoudsreiniging en basisreiniging van zuurbestendige ondergronden | RM 751 |
Reiniging en desinfectie | RM 732 |
Basisreiniging van alle alkalibestendige vloerbedekkingen | RM 752 |
Basisreiniging en decoating van alkaligevoelige vloeren | RM 754 |
Alleen variant DOSE:
Aan het vers water wordt in het traject naar de reinigingskop reinigingsmiddel toegevoegd door een doseerinrichting.
Het reinigingsmiddel in de reinigingsmiddel-jerrycan vullen.
Met de doseerinrichting kan maximaal 3 % reinigingsmiddel worden gedoseerd. Als de dosering hoger is, moet het reinigingsmiddel in het schoonwaterreservoir worden gedaan.
Gevaar voor verstopping
Bij het toevoegen van het reinigingsmiddel aan het schoonwaterreservoir kan het reinigingsmiddel uitdrogen en de werking van de doseerinrichting verstoren.
Spoel na het toevoegen van het reinigingsmiddel in het schoonwaterreservoir het apparaat met helder water: Selecteer een reinigingsprogramma met watertoepassing, stel de hoeveelheid water in op de hoogste waarde, stel de reinigingsmiddeldosering in op 0.Het reinigingsmiddel in het verswaterreservoir vullen.
De afsluitdop van de vulopening heeft binnenin een schaalverdeling en kan worden gebruikt om de reinigingsmiddelhoeveelheid af te meten.
Bij de apparaatvariant DOSE wordt het reinigingsmiddel toegevoegd aan het schone water op weg naar de reinigingskop.
De reinigingsmiddelendosering kan voor elk reinigingsprogramma afzonderlijk worden ingesteld.
Een intelligente sleutel in het bedieningspaneel steken.
Het in te stellen reinigingsprogramma kiezen met de programmaschakelaar.
Op de toets reinigingsmiddelendosering drukken.
De gewenste reinigingsmiddelendosering met de toetsen "+" en "-" instellen.
Om de instelling te aanvaarden, 3 seconden wachten of op een van de andere toetsen drukken.
De waterhoeveelheid overeenkomstig de verontreiniging van de vloerbedekking instellen.
De eerste reinigingspoging met geringe waterhoeveelheid uitvoeren. De waterhoeveelheid stap voor stap verhogen tot het gewenste reinigingsresultaat is bereikt.
Bij leeg verswaterreservoir werkt de reinigingskop zonder vloeistoftoevoer verder.
Een apparaat met een manuele waterklep is uitgerust met een regelknop voor waterdosering rechts naast het bedieningspaneel.
De regelknop waterdosering naar de gewenste waarde draaien.
De borstelbevochtiging is alleen actief als de reinigingskop omlaag staat en de rijhendel wordt bediend.
Een apparaat met een elektrische waterklep is op het bedieningspaneel voorzien van een toets voor de waterdosering.
De waterdosering kan voor elk reinigingsprogramma afzonderlijk worden ingesteld.
Een intelligente sleutel in het bedieningspaneel steken.
Het in te stellen reinigingsprogramma kiezen met de programmaschakelaar.
Op de toets waterdosering drukken.
De gewenste waterdosering met de toetsen "+" en "-" instellen.
Om de instelling te aanvaarden, 3 seconden wachten of op een van de andere toetsen drukken.
De borstelbevochtiging is alleen actief als de reinigingskop omlaag staat en de rijhendel wordt bediend.
De helling moet zodanig worden ingesteld dat de zuiglippen van de zuigbalk over de gehele lengte gelijkmatig op de vloer worden gedrukt.
Het apparaat op een ondergrond zonder helling neerzetten.
Het programma “Afzuiging” selecteren.
Het apparaat een klein stuk vooruit rijden.
De zuigbalk wordt neergelaten.
De waterpas aflezen.
De moer M 12 losdraaien, daarbij de M 10-inbusbout met een inbussleutel vasthouden.
De schroef zo instellen dat de waterpasindicator zich tussen de twee strepen bevindt.
De moer M 12 vastdraaien, daarbij de M 10-inbusbout met een inbussleutel vasthouden.
Om de nieuwe instelling te controleren, het apparaat met neergelaten zuigbalk in zuigwerking een stukje vooruit rijden en de waterpas observeren. Indien nodig de instelprocedure herhalen.
Met de hoogteverstelling wordt de buiging van de zuiglippen bij contact met de vloer beïnvloed.
Basisinstelling: 3 ringen boven, 3 ringen onder de zuigbalk.
Oneffen vloer: 5 sluitringen boven, 1 sluitring onder de zuigbalk.
Zeer gladde vloer: 1 sluitring boven, 5 sluitringen onder de zuigbalk.
De moeren losschroeven.
Plaats het gewenste aantal ringen tussen de zuigbalk en de afstandsrol.
De resterende onderlegringen boven de afstandrol aanbrengen.
De moer erop schroeven en vastdraaien.
Het proces bij de tweede afstandsrol herhalen.
Stel beide afstandsrollen in op dezelfde hoogte.
(Alleen bij D 51-reinigingskop)
Als het apparaat tijdens het reinigen naar één kant trekt, kan dit worden verholpen door de helling van de borstel te verstellen.
Na het vervangen van de borstel/pad moet de zijwaartse trekkracht eventueel opnieuw worden ingesteld.
De draaiknop borstelhelling verstellen tot het apparaat recht vooruit rijdt.
De sleutelschakelaar op “1” zetten.
Het display toont achtereenvolgens:
De periode tot de volgende klantendienst
De softwareversie, bedieningsdeel
De laadtoestand van de accu en het aantal bedrijfsuren
Het apparaat is zo geconstrueerd dat de reinigingskop rechts uitsteekt. Dit maakt het mogelijk om overzichtelijk en dicht bij de rand te werken.
De intelligente sleutel erin steken.
De hendel zuigbalkneerlating omhoog zwenken.
Het pedaal reinigingskop optillen/neerlaten omlaag bewegen en rechts vergrendelen.
De programmaschakelaar op een willekeurig programma zetten.
Risico op schade bij het rijden met het apparaat
Het apparaat mag niet worden gebruikt met de borstelkop omhoog geklapt, omdat dit de reinigingsunit kan beschadigen of vernielen.
Klap de borstelkop omlaag vóór het afladen of rijden.Met het apparaat rijden.
De rijhendel naar voren duwen.
Het apparaat rijdt vooruit.
De rijhendel naar achteren duwen.
Het apparaat rijdt achteruit.
Het apparaat beweegt pas wanneer de rijhendel 5° worden bewogen.
De rijhendel loslaten.
Het apparaat stopt.
Beschadigingsgevaar
Als het apparaat te lang op dezelfde plek wordt gebruikt, kan de vloerbedekking beschadigd raken.
Gebruik het apparaat niet stilstaand op één plaats.De intelligente sleutel erin steken.
De programmaschakelaar op het gewenste reinigingsprogramma zetten.
De hendel zuigbalkneerlating omlaag zwenken.
Het pedaal reinigingskop optillen/neerlaten omlaag duwen, naar links bewegen en omhoog laten gaan.
De rijhendel naar voren duwen en over het te reinigen oppervlak rijden.
Als het vuilwaterreservoir vol is, sluit de vlotter de zuigopening en draait de zuigturbine met verhoogd toerental. In dit geval het zuigen uitschakelen en naar het leegmaken van het vuilwaterreservoir rijden.
De regelknop waterhoeveelheid naar "OFF" draaien (niet bij de uitvoering DOSE).
De rijhendel loslaten.
Het pedaal reinigingskop optillen/neerlaten omlaag duwen en rechts vergrendelen.
Een kort traject verder rijden.
Het restwater wordt afgezogen.
De hendel zuigbalkneerlating omhoog zwenken.
Milieuverontreiniging!
Milieuverontreiniging als gevolg van onjuiste lozing in afvalwater.
Neem de plaatselijke voorschriften inzake de behandeling van afvoerwater in acht.De aftapslang uit de houder nemen, en in een geschikt opvangvat leiden.
De aftapslang op het daarvoor bestemde punt samendrukken of knikken.
Het deksel van de aftapslang openen.
Het vuil water aftappen. De waterhoeveelheid regelen door drukken of knikken.
Het vuilwaterreservoir met helder water schoonspoelen.
De aftapslang vuil water uit de houder nemen en boven een geschikte verzamelinrichting neerlaten.
De deksel van de doseerinrichting aan de aftapslang openen.
De deksel van het vuilwaterreservoir openen.
De flexibele sluiting van het spoelsysteem eraf trekken.
De waterslang verbinden met het spoelsysteem.
De deksel vuilwaterreservoir sluiten.
De watertoevoer openen en het vuilwaterreservoir gedurende ca. 30 seconden spoelen.
Indien nodig het spoelproces 2 - 3 keer herhalen.
De watertoevoer sluiten en de slang loskoppelen van het apparaat.
De flexibele sluiting weer op de watertoevoer van het spoelsysteem aanbrengen.
De deksel van het vuilwaterreservoir sluiten. Daarbij de klep voor de reservoirventilatie indrukken, zodat er een spleet open blijft en het vuilwaterreservoir kan drogen.
De aftapslang vuil water in de houder duwen en de deksel van de doseerinrichting sluiten.
De sluiting schoonwaterreservoir openen.
Het schone water aflaten.
Het filter reinigen.
De afsluiting verswaterreservoir aanbrengen.
De slang van de niveau-indicatie uit de houder nemen en naar beneden zwenken.
De slang weer vastmaken.
(Alleen bij R-reinigingskop)
De container voor grof vuil optillen en eruit trekken.
Het reservoir voor grof vuil leegmaken en indien nodig reinigen.
Het reservoir voor grof vuil terugplaatsen.
De programmaschakelaar naar de stand "0" draaien.
De intelligente sleutel eruit trekken.
De hendel reinigingskop optillen/neerlaten omlaag duwen en rechts vergrendelen.
De hendel zuigbalkneerlating omhoog zwenken.
Het apparaat tegen wegrollen beveiligen.
De deksel van het vuilwaterreservoir sluiten. De klep voor de reservoirventilatie daarbij zo indrukken dat deze vastklikt in de groef van het schoonwaterreservoir, zodat het vuilwaterreservoir kan drogen.
Eventueel de accu laden.
Rijden op stijgende hellingen
Gevaar voor letsel
Gebruik het apparaat voor het laden en lossen alleen op hellingen tot de maximale waarde (zie hoofdstuk "Technische gegevens").Rij langzaam.Niet in acht nemen van het gewicht
Gevaar voor letsel en beschadiging
Neem voor transport het gewicht van het apparaat in acht.Het apparaat alleen laden als de vuil- en schoonwaterreservoirs leeg zijn.Belaad het apparaat alleen samen met een andere persoon of met behulp van de rijaandrijving.Het pedaal reinigingskop optillen/neerlaten omlaag duwen en rechts vergrendelen.
De borstels uitnemen om beschadiging te voorkomen.
De zuigbalk van het apparaat demonteren.
Bij het transport in voertuigen het apparaat met de sjorogen conform de geldende richtlijnen tegen wegglijden en omvallen beveiligen.
Letsel- en beschadigingsgevaar door het niet in acht nemen van het gewicht
Houd bij de opslag rekening met het gewicht van het apparaat.Vorst
Vernietiging van het apparaat door bevriezend water.
Verwijder al het water uit het apparaat.Bewaar het apparaat op een vorstvrije plaats.Dit apparaat mag alleen in binnenruimtes worden opgeslagen.
Voor een langere levensduur de batterijen volledig opladen.
De batterijen bij opslag minstens één keer per maand volledig opladen.
Per ongeluk opstartend apparaat
Gevaar voor letsel
De programmaschakelaar naar de stand "0" draaien.Voor alle werkzaamheden aan het apparaat de intelligente sleutel uittrekken.Trek de netstekker van de oplader eruit.Het vuilwater en vuilwater aftappen en afvoeren.
Met uw dealer kunt u een regelmatige veiligheidsinspectie vastleggen of een onderhoudscontract afsluiten. Vraag hierover advies.
Beschadigingsgevaar!
Gevaar voor beschadiging van het apparaat door onjuiste reiniging.
Spuit het apparaat niet af met water en gebruik geen agressieve schoonmaakmiddelen.Het vuil water aftappen.
Het vuilwaterreservoir reinigen met het spoelsysteem van het vuilwaterreservoir.
De grofvuilzeef uit het vuilwaterreservoir verwijderen en reinigen.
De turbinebeschermzeef controleren, indien nodig uitnemen en reinigen.
De buitenkant van het apparaat reinigen met een vochtige, in mild zeepsop gedrenkte doek.
Alleen R-reinigingsknop: Het reservoir voor grof vuil eruit nemen en leegmaken.
Alleen R-reinigingsknop: De waterverdeelstrip reinigen.
De zuiglippen schoonmaken, op slijtage controleren en indien nodig vervangen.
De schraaplippen aan de reinigingskop schoonmaken, op slijtage controleren en indien nodig vervangen.
De borstels schoonmaken, op slijtage controleren en indien nodig vervangen.
De deksel van het vuilwaterreservoir sluiten. De klep voor de reservoirventilatie indrukken, zodat er een spleet open blijft en het vuilwaterreservoir kan drogen.
De accu laden.
Loodzuurbatterij:
Als de laadtoestand onder 50% is, de accu volledig en zonder onderbrekingen opladen.
Als de ladingstoestand boven 50% is, de accu alleen opladen, als u bij het volgende gebruik de volledige bedrijfsduur nodig hebt.
Li-ionbatterij:
Herladen indien nodig.
Het schoonwaterreservoir leegmaken en uitspoelen.
Het filter verswater reinigen.
De vlotter reinigen.
Bij tijdelijk buiten gebruik gesteld apparaat met loodzuurbatterij: De compensatielading van de accu uitvoeren.
De accupool op oxidatie controleren, indien nodig afborstelen. Op vastheid van de verbindingskabels letten.
De afdichtingen tussen het vuilwaterreservoir en de deksel reinigen en op dichtheid controleren, indien nodig vervangen.
Alleen R-reinigingsknop: De borsteltunnel reinigen.
Alleen R-reinigingsknop: De waterverdeellijst aan de reinigingskop lostrekken en het waterkanaal reinigen.
Bij niet-onderhoudsvrije loodbatterijen de zuurdichtheid van de cellen controleren.
Bij een langere stilstandtijd het apparaat met volledig opgeladen accu's afzetten. De accu minstens maandelijks volledig opladen.
De voorgeschreven inspectie door de klantenservice laten uitvoeren.
De deksel van het vuilwaterreservoir openen.
De grofvuilzeef er omhoog aftrekken.
De grofvuilzeef onder stromend water schoonspoelen.
De grofvuilzeef in het vuilwaterreservoir plaatsen.
De vergrendelingshendel naar links duwen en tegelijkertijd de waterverdeelstrip van de reinigingskop wegtrekken.
De waterverdeelstrip van de reinigingskop afnemen.
De waterverdeelstrip reinigen.
De linkerzijde van de strip in de reinigingskop plaatsen.
De waterverdeelstrip in de richting van de reinigingskop zwenken en aan de rechterkant vastklikken.
Het schone water aflaten.
De afsluiting van het verswaterreservoir losschroeven.
Het filter verswater eruit trekken en met schoon water schoonspoelen.
Het filter verswater plaatsen.
De afsluiting van het verswaterreservoir aanbrengen.
Als de zuiglippen zijn versleten, moeten ze worden omgekeerd of vervangen.
De zuiglippen kunnen 3 keer worden omgekeerd totdat alle 4 de randen zijn versleten.
De zuigbalk verwijderen.
De stergreep eruit schroeven.
Het binnenste gedeelte van de zuigbalk eruit trekken.
De spansluiting openen.
De spanband verwijderen.
De zuiglippen uit het binnenste gedeelte verwijderen.
De gebruikte of nieuwe zuiglippen op de noppen van het binnenste gedeelte van de zuigbalk drukken.
De spanband aanbrengen.
Het binnenste gedeelte van de zuigbalk in het bovenste deel schuiven.
De stergreep erin schroeven en vastdraaien.
Vervang de schijfborstels wanneer de lengte van de haren 10 mm heeft bereikt.
De hendel reinigingskop optillen/neerlaten omlaag duwen en rechts vergrendelen.
Het borstelvervangpedaal naar beneden duwen.
De discborstel zijdelings onder de reinigingskop uittrekken.
De nieuwe schijfborstel onder de reinigingskop houden, omhoog drukken en vergrendelen.
Vervang de borstelwalsen, als de borstellengte 10 mm heeft bereikt.
De hendel reinigingskop optillen/neerlaten omlaag duwen en rechts vergrendelen.
Op de toets borstelvervanging drukken.
Het lagerdeksel naar rechts zwenken.
De borstelwalsen eruit trekken.
De nieuwe voorste borstelwals in de lagerpunten positioneren.
De nieuwe achterste borstelwals in de lagerpunten positioneren.
Het lagerdeksel terugzwenken en vastklikken.
De vergrendelingsbout aan de zijkant van de duwstang uittrekken en verdraaien (2x).
De orbitale kop vastnemen bij de handgreep en hem zo ver mogelijk omhoog draaien.
De orbitale kop klikt in deze positie stevig vast met de vergrendelingsbout.
De pad langzaam verwijderen van de drijfschijf.
Lijn de nieuwe pad uit met de middelste vergrendeling.
Druk de pad stevig op de drijfschijf.
De orbitale kop bij de handgreep vasthouden, de vergrendelingsbout van de ophanging uittrekken, de orbitale kop terug in de werkstand zetten en de vergrendelingsbout van de ophanging gedraaid laten terugglijden in de uitgangspositie.
De vergrendelingsbout van de duwstang in de schuifbus vergrendelen door de kop naar de lasbouwgroep te plaatsen en de greep van de vergrendelingsbouten (2x) te draaien.
Zorg ervoor dat de vergrendelingsbout volledig ingevoerd vastzit.
De handgreep tot aan de aanslag indrukken.
De vergrendelingsbout aan de zijkant van de duwstang uittrekken en verdraaien (2x).
De orbitale kop vastnemen bij de handgreep en hem zo ver mogelijk omhoog draaien.
De orbitale kop klikt in deze positie stevig vast met de vergrendelingsbout.
De pad langzaam verwijderen van de drijfschijf.
De schroef van de drijfschijf met aluminium adapter losschroeven (6x).
De schroef van de centrelock lossen (3x).
Drijfschijf met borstel vervangen.
De drijfschijf met aluminium adapter opschroeven (6x).
De orbitale kop bij de handgreep vasthouden, de vergrendelingsbout van de ophanging uittrekken, de orbitale kop terug in de werkstand zetten en de vergrendelingsbout van de ophanging gedraaid laten terugglijden in de uitgangspositie.
De vergrendelingsbout van de duwstang in de schuifbus vergrendelen door de kop naar de lasbouwgroep te plaatsen en de greep van de vergrendelingsbouten (2x) te draaien.
Zorg ervoor dat de vergrendelingsbout volledig ingevoerd vastzit.
De handgreep tot aan de aanslag indrukken.
Per ongeluk opstartend apparaat
Gevaar voor letsel
De programmaschakelaar op "0" zetten alvorens werkzaamheden aan het apparaat uit te voeren.Voor alle werkzaamheden aan het apparaat de intelligente sleutel uittrekken.Trek de netstekker van de oplader eruit.Het vuilwater en vuilwater aftappen en afvoeren.
Bij storingen die met deze tabel niet kunnen worden verholpen de klantenservice raadplegen.
Het apparaat kan niet gestart worden
Oplossing:
De intelligente sleutel erin steken.
De programmaschakelaar op het gewenste programma zetten.
De rijhendel bedienen.
De accu's controleren, eventueel opladen.
Controleren of de accupolen zijn aangesloten.
De waterhoeveelheid is onvoldoende
Oplossing:
De vulstand van het verswater controleren, eventueel de tank vullen.
De hoeveelheid water verhogen.
Uitvoering DOSE: De waterhoeveelheid instellen met de toets waterhoeveelheid op het bedieningspaneel.
Andere uitvoeringen: De waterhoeveelheid met de regelknop waterhoeveelheid instellen.
Het filter verswater reinigen.
R-reinigingskop: De waterverdeelstrip reinigen.
De slangen op verstopping controleren, eventueel reinigen.
Het zuigvermogen is te gering
Oplossing:
De programmaschakelaar op de NORMALE of INTENSIEVE MODUS zetten.
De zuigkracht in de app instellen op HOOG.
Het apparaat afzetten en het vuilwater aftappen.
Controleren of de deksel van de vuilwater-aftapslang is gesloten.
De afdichtingen tussen het vuilwaterreservoir en de deksel reinigen en op dichtheid controleren, eventueel vervangen.
De turbinebeschermzeef op verontreiniging controleren, indien nodig reinigen.
De zuiglippen van de zuigbalk reinigen, eventueel omkeren of vervangen.
De zuigslang op verstopping controleren eventueel reinigen.
De aanzuigslang op dichtheid controleren, eventueel reinigen.
De instelling van de zuigbalk controleren.
Het vuilwaterreservoir vastnemen aan de verzonken greep en zijwaarts omhoog zwenken.
De afdichting aan de zuigturbine controleren.
De afdichting aan het zuigkanaal controleren.
Het reinigingsresultaat is onvoldoende
Oplossing:
De snelheid reduceren.
Een intensiever reinigingsprogramma kiezen.
De borstel op slijtage controleren, eventueel vervangen.
De borstel op verontreiniging controleren, indien nodig reinigen.
Het borsteltype en het reinigingsmiddel op geschiktheid controleren.
De watertoevoer controleren.
De hoeveelheid water verhogen.
De twee-stappenmethode gebruiken: In de eerste werkgang reinigen zonder afzuiging, in de tweede werkgang reinigen met afzuiging.
De zuigturbine loopt met hoger toerental
Oplossing:
Het vuilwater aftappen.
De vlotter reinigen.
De pluizenzeef controleren, eventueel reinigen.
De zuigslang op verstopping controleren eventueel reinigen.
De zuigbalk op verstopping controleren, eventueel verstopping verhelpen
De borstels draaien niet
Oplossing:
Controleren of een vreemd voorwerp de borstels blokkeert, eventueel het voorwerp verwijderen.
De programmaschakelaar op het gewenste programma zetten.
De reinigingskop neerlaten.
Het apparaat vibreert bij het reinigen
Oplossing:
Controleren of de borstel(s) correct zijn gemonteerd.
Een zachtere borstel gebruiken.
De borstel vernieuwen.
Alleen uitvoering DOSE: De reinigingsmiddeldosering werkt niet
Oplossing:
Het reinigingsmiddelniveau in de reinigingsmiddel-jerrycan controleren.
De reinigingsmiddelendosering verhogen.
De aansluiting van de reinigingsmiddelslang op de reinigingsmiddel-jerrycan controleren.
Het filter in de reinigingsmiddel-jerrycan reinigen.
De terugslagklep in de slang naar de reinigingskop controleren op verstopping.
De slangen controleren op lekkage.
De werking van de reinigingsmiddelpomp controleren.
De aftapslang vuil water is verstopt
Oplossing:
De deksel van de doseerinrichting aan de aftapslang openen.
De zuigslang van de zuigbalk trekken en met de hand sluiten.
De programmaschakelaar op een programma met afzuiging zetten.
De verstopping wordt uit de aftapslang in het vuilwaterreservoir gezogen.
Oorzaak:
Geen intelligente sleutel ingestoken.
Oplossing:
Een intelligente sleutel erin steken.
VERKEERDE KIK
Oorzaak:
De ingestoken intelligente sleutel geeft geen toestemming voor het uitvoeren van de geselecteerde functie.
Oplossing:
Een andere intelligente sleutel gebruiken.
Eventueel de gebruikte intelligente sleutel laten activeren (afhankelijk van het geval).
GEEN BEVOEGDHEID
Oorzaak:
De ingestoken intelligente sleutel geeft geen toestemming voor het uitvoeren van de geselecteerde functie.
Oplossing:
Een andere intelligente sleutel gebruiken.
Eventueel de gebruikte intelligente sleutel laten activeren (afhankelijk van het geval).
GREEPSCHAKEL. LOSSEN!
Oorzaak:
Wanneer het apparaat wordt ingeschakeld, wordt een rijhendel bediend.
Oplossing:
Beide rijhendels loslaten.
BATTERIJNIVEAU LAAG
Oorzaak:
De batterij is bijna leeg. De reinigingsfuncties van het apparaat worden automatisch uitgeschakeld.
Oplossing:
Het apparaat naar het oplaadstation rijden en de batterij opladen.
ACCU LEEG
Oorzaak:
De batterij is leeg. De reinigingsfuncties en de rijaandrijving zijn uitgeschakeld.
Oplossing:
Het apparaat uitschakelen, even wachten en weer inschakelen. Vervolgens naar het oplaadstation rijden. Eventueel in uitgeschakelde toestand naar het oplaadstation duwen. De accu opladen.
STORING WATERSTROMING
Waterklep geblokkeerdOorzaak:
De elektrische waterklep is defect.
Oplossing:
Contacteer de Klantenservice.
AANDR.MOT. OVERB.
Oorzaak:
Het stroomverbruik van de rijmotor is te hoog.
Oplossing:
De rijaandrijving controleren op vreemde voorwerpen.
Een weg met geringe helling kiezen.
Het apparaat uitschakelen, even wachten, het apparaat weer inschakelen.
AANDRIJFMOT. BLOK.
Rijmotor geblokkeerdOorzaak:
De rijmotor is geblokkeerd.
Oplossing:
De rijaandrijving controleren op vreemde voorwerpen.
Elk aandrijfwiel afzonderlijk opkrikken en controleren of het kan worden gedraaid.
Het apparaat kan niet gestart worden
Oplossing:
De intelligente sleutel erin steken.
De programmaschakelaar op het gewenste programma zetten.
De rijhendel bedienen.
De accu's controleren, eventueel opladen.
Controleren of de accupolen zijn aangesloten.
De waterhoeveelheid is onvoldoende
Oplossing:
De vulstand van het verswater controleren, eventueel de tank vullen.
De hoeveelheid water verhogen.
Uitvoering DOSE: De waterhoeveelheid instellen met de toets waterhoeveelheid op het bedieningspaneel.
Andere uitvoeringen: De waterhoeveelheid met de regelknop waterhoeveelheid instellen.
Het filter verswater reinigen.
R-reinigingskop: De waterverdeelstrip reinigen.
De slangen op verstopping controleren, eventueel reinigen.
Het zuigvermogen is te gering
Oplossing:
De programmaschakelaar op de NORMALE of INTENSIEVE MODUS zetten.
De zuigkracht in de app instellen op HOOG.
Het apparaat afzetten en het vuilwater aftappen.
Controleren of de deksel van de vuilwater-aftapslang is gesloten.
De afdichtingen tussen het vuilwaterreservoir en de deksel reinigen en op dichtheid controleren, eventueel vervangen.
De turbinebeschermzeef op verontreiniging controleren, indien nodig reinigen.
De zuiglippen van de zuigbalk reinigen, eventueel omkeren of vervangen.
De zuigslang op verstopping controleren eventueel reinigen.
De aanzuigslang op dichtheid controleren, eventueel reinigen.
De instelling van de zuigbalk controleren.
Het vuilwaterreservoir vastnemen aan de verzonken greep en zijwaarts omhoog zwenken.
De afdichting aan de zuigturbine controleren.
De afdichting aan het zuigkanaal controleren.
Het reinigingsresultaat is onvoldoende
Oplossing:
De snelheid reduceren.
Een intensiever reinigingsprogramma kiezen.
De borstel op slijtage controleren, eventueel vervangen.
De borstel op verontreiniging controleren, indien nodig reinigen.
Het borsteltype en het reinigingsmiddel op geschiktheid controleren.
De watertoevoer controleren.
De hoeveelheid water verhogen.
De twee-stappenmethode gebruiken: In de eerste werkgang reinigen zonder afzuiging, in de tweede werkgang reinigen met afzuiging.
De zuigturbine loopt met hoger toerental
Oplossing:
Het vuilwater aftappen.
De vlotter reinigen.
De pluizenzeef controleren, eventueel reinigen.
De zuigslang op verstopping controleren eventueel reinigen.
De zuigbalk op verstopping controleren, eventueel verstopping verhelpen
De borstels draaien niet
Oplossing:
Controleren of een vreemd voorwerp de borstels blokkeert, eventueel het voorwerp verwijderen.
De programmaschakelaar op het gewenste programma zetten.
De reinigingskop neerlaten.
Het apparaat vibreert bij het reinigen
Oplossing:
Controleren of de borstel(s) correct zijn gemonteerd.
Een zachtere borstel gebruiken.
De borstel vernieuwen.
Alleen uitvoering DOSE: De reinigingsmiddeldosering werkt niet
Oplossing:
Het reinigingsmiddelniveau in de reinigingsmiddel-jerrycan controleren.
De reinigingsmiddelendosering verhogen.
De aansluiting van de reinigingsmiddelslang op de reinigingsmiddel-jerrycan controleren.
Het filter in de reinigingsmiddel-jerrycan reinigen.
De terugslagklep in de slang naar de reinigingskop controleren op verstopping.
De slangen controleren op lekkage.
De werking van de reinigingsmiddelpomp controleren.
De aftapslang vuil water is verstopt
Oplossing:
De deksel van de doseerinrichting aan de aftapslang openen.
De zuigslang van de zuigbalk trekken en met de hand sluiten.
De programmaschakelaar op een programma met afzuiging zetten.
De verstopping wordt uit de aftapslang in het vuilwaterreservoir gezogen.
Oorzaak:
Geen intelligente sleutel ingestoken.
Oplossing:
Een intelligente sleutel erin steken.
VERKEERDE KIK
Oorzaak:
De ingestoken intelligente sleutel geeft geen toestemming voor het uitvoeren van de geselecteerde functie.
Oplossing:
Een andere intelligente sleutel gebruiken.
Eventueel de gebruikte intelligente sleutel laten activeren (afhankelijk van het geval).
GEEN BEVOEGDHEID
Oorzaak:
De ingestoken intelligente sleutel geeft geen toestemming voor het uitvoeren van de geselecteerde functie.
Oplossing:
Een andere intelligente sleutel gebruiken.
Eventueel de gebruikte intelligente sleutel laten activeren (afhankelijk van het geval).
GREEPSCHAKEL. LOSSEN!
Oorzaak:
Wanneer het apparaat wordt ingeschakeld, wordt een rijhendel bediend.
Oplossing:
Beide rijhendels loslaten.
BATTERIJNIVEAU LAAG
Oorzaak:
De batterij is bijna leeg. De reinigingsfuncties van het apparaat worden automatisch uitgeschakeld.
Oplossing:
Het apparaat naar het oplaadstation rijden en de batterij opladen.
ACCU LEEG
Oorzaak:
De batterij is leeg. De reinigingsfuncties en de rijaandrijving zijn uitgeschakeld.
Oplossing:
Het apparaat uitschakelen, even wachten en weer inschakelen. Vervolgens naar het oplaadstation rijden. Eventueel in uitgeschakelde toestand naar het oplaadstation duwen. De accu opladen.
STORING WATERSTROMING
Waterklep geblokkeerdOorzaak:
De elektrische waterklep is defect.
Oplossing:
Contacteer de Klantenservice.
AANDR.MOT. OVERB.
Oorzaak:
Het stroomverbruik van de rijmotor is te hoog.
Oplossing:
De rijaandrijving controleren op vreemde voorwerpen.
Een weg met geringe helling kiezen.
Het apparaat uitschakelen, even wachten, het apparaat weer inschakelen.
AANDRIJFMOT. BLOK.
Rijmotor geblokkeerdOorzaak:
De rijmotor is geblokkeerd.
Oplossing:
De rijaandrijving controleren op vreemde voorwerpen.
Elk aandrijfwiel afzonderlijk opkrikken en controleren of het kan worden gedraaid.
Algemeen | |
Rijsnelheid (max.) | 6 km/h |
Theoretische oppervlaktecapaciteit | 3060 m2/h |
Praktische oppervlaktecapaciteit | 1380 m2/h |
Volume vuilwaterreservoir | 50 l |
Volume grofvuilreservoir | - l |
Volume reinigingsmiddeltank (optie dosering) | 3 l |
Reinigingsmiddeldosering | 0...3 % |
Waterdosering | 0...2,5±0,2 l/min |
Afmetingen | |
Lengte | 1375 mm |
Breedte zonder zuigbalk | 542 mm |
Hoogte | 1082 mm |
Werkbreedte | 510 mm |
Afmeting verpakking lxbxh | 1505x770x1271 mm |
Bandenuitrusting | |
Voorwiel, breedte | 50 mm |
Voorwiel, diameter | 200 mm |
Achterwiel, breedte | 28 mm |
Achterwiel, diameter | 100 mm |
Gewicht | |
Toegestaan totaal gewicht | 245 kg |
Leeggewicht (transportgewicht) | 195 kg |
Borstelcontactkracht, max. | 290 (29) N (kg) |
Borstelcontactkracht, max. | 3,2 (32) N/m2 (g/cm2) |
Gegevens capaciteit apparaat | |
Nominale spanning | 24 V |
Nominale spanning, li-ion | 25,6 V |
Accucapaciteit | 76 / 80 / 105 / 115 Ah (5 h) |
Batterijcapaciteit, li-ion | 80 Ah (5 h) |
Gemiddelde netbelasting | 1300 W |
Vermogen rijmotor | 130 W |
Vermogen zuigturbine | 250 W |
Vermogen borstelaandrijving | 800 W |
Beschermingsgraad | IPX3 |
Zuigen | |
Zuigvermogen, luchthoeveelheid | 21 l/s |
Onderdruk (max.) | 9,5 (95) kPa (mbar) |
Reinigingsborstel | |
Borsteldoorsnede | 510 mm |
Borstellengte | - mm |
Borsteltoerental | 140 1/min |
Interne oplader | |
Nominale spanning | 100...240 V |
Frequentie | 50-60 Hz |
Stroomopname | max 5 A |
Oplaadtijd | max 14 h |
Interne snellader (alleen lithium-ion versie) | |
Nominale spanning | 100...240 V |
Frequentie | 50-60 Hz |
Stroomopname | max 10 A |
Oplaadtijd | max 2,5 h |
Omgevingsvoorwaarden | |
Toegestaan temperatuurbereik | 5...40 °C |
Watertemperatuuur max. | 50 °C |
Waterdruk vulsysteem | 1(10) MPa (bar) |
Waterdruk vuilwaterreservoir-spoelsysteem | 1 (10) MPa (bar) |
Relatieve luchtvochtigheid | 20...90 % |
Helling | |
Stijging werkbereik max. | 2 % |
Berekende waarden conform EN 60335-2-72 | |
Hand-arm-vibratiewaarde | 0,2 m/s2 |
Onzekerheid K | 0,2 m/s2 |
Geluidsdrukniveau LpA normaal bedrijf | 65 dB(A) |
Onzekerheid KpA | 2 dB(A) |
Geluidsvermogensniveau LWA + onzekerheid KWA normaal bedrijf | 81 dB(A) |
Algemeen | |
Rijsnelheid (max.) | 6 km/h |
Theoretische oppervlaktecapaciteit | 3600 m2/h |
Praktische oppervlaktecapaciteit | 1620 m2/h |
Volume vuilwaterreservoir | 50 l |
Volume grofvuilreservoir | - l |
Volume reinigingsmiddeltank (optie dosering) | 3 l |
Reinigingsmiddeldosering | 0...3 % |
Waterdosering | 0...2,6±0,2 l/min |
Afmetingen | |
Lengte | 1290 mm |
Breedte zonder zuigbalk | 542 mm |
Hoogte | 1082 mm |
Werkbreedte | 600 mm |
Afmeting verpakking lxbxh | 1505x770x1271 mm |
Bandenuitrusting | |
Voorwiel, breedte | 50 mm |
Voorwiel, diameter | 200 mm |
Achterwiel, breedte | 28 mm |
Achterwiel, diameter | 100 mm |
Gewicht | |
Toegestaan totaal gewicht | 241 kg |
Leeggewicht (transportgewicht) | 191 kg |
Borstelcontactkracht, max. | 250 (25) N (kg) |
Borstelcontactkracht, max. | 2,5 (25) N/m2 (g/cm2) |
Gegevens capaciteit apparaat | |
Nominale spanning | 24 V |
Nominale spanning, li-ion | 25,6 V |
Accucapaciteit | 76 / 80 / 105 / 115 Ah (5 h) |
Batterijcapaciteit, li-ion | 80 Ah (5 h) |
Gemiddelde netbelasting | 1300 W |
Vermogen rijmotor | 130 W |
Vermogen zuigturbine | 250 W |
Vermogen borstelaandrijving | 800 W |
Beschermingsgraad | IPX3 |
Zuigen | |
Zuigvermogen, luchthoeveelheid | 21 l/s |
Onderdruk (max.) | 9,5 (95) kPa (mbar) |
Reinigingsborstel | |
Borsteldoorsnede | 600 mm |
Borstellengte | - mm |
Borsteltoerental | 150 1/min |
Interne oplader | |
Nominale spanning | 100...240 V |
Frequentie | 50-60 Hz |
Stroomopname | max 5 A |
Oplaadtijd | max 14 h |
Interne snellader (alleen lithium-ion versie) | |
Nominale spanning | 100...240 V |
Frequentie | 50-60 Hz |
Stroomopname | max 10 A |
Oplaadtijd | max 2,5 h |
Omgevingsvoorwaarden | |
Toegestaan temperatuurbereik | 5...40 °C |
Watertemperatuuur max. | 50 °C |
Waterdruk vulsysteem | 1(10) MPa (bar) |
Waterdruk vuilwaterreservoir-spoelsysteem | 1 (10) MPa (bar) |
Relatieve luchtvochtigheid | 20...90 % |
Helling | |
Stijging werkbereik max. | 2 % |
Berekende waarden conform EN 60335-2-72 | |
Hand-arm-vibratiewaarde | 0,2 m/s2 |
Onzekerheid K | 0,2 dB(A) |
Geluidsdrukniveau LpA normaal bedrijf | 65 dB(A) |
Onzekerheid KpA | 2 dB(A) |
Geluidsvermogensniveau LWA + onzekerheid KWA normaal bedrijf | 81 dB(A) |
Algemeen | |
Rijsnelheid (max.) | 6 km/h |
Theoretische oppervlaktecapaciteit | 3060 m2/h |
Praktische oppervlaktecapaciteit | 1490 m2/h |
Volume vuilwaterreservoir | 50 l |
Volume grofvuilreservoir | 3,5 l |
Volume reinigingsmiddeltank (optie dosering) | 3 l |
Reinigingsmiddeldosering | 0...3 % |
Waterdosering | 0...2,6±0,2 l/min |
Afmetingen | |
Lengte | 1284 mm |
Breedte zonder zuigbalk | 542 mm |
Hoogte | 1082 mm |
Werkbreedte | 550 mm |
Afmeting verpakking lxbxh | 1505x770x1271 mm |
Bandenuitrusting | |
Voorwiel, breedte | 50 mm |
Voorwiel, diameter | 200 mm |
Achterwiel, breedte | 28 mm |
Achterwiel, diameter | 100 mm |
Gewicht | |
Toegestaan totaal gewicht | 235 kg |
Leeggewicht (transportgewicht) | 185 kg |
Borstelcontactkracht, max. | 155 (15,5) N (kg) |
Borstelcontactkracht, max. | 6,3 (63) N/m2 (g/cm2) |
Gegevens capaciteit apparaat | |
Nominale spanning | 24 V |
Nominale spanning, li-ion | 25,6 V |
Accucapaciteit | 76 / 80 / 105 / 115 Ah (5 h) |
Batterijcapaciteit, li-ion | 80 Ah (5 h) |
Gemiddelde netbelasting | 1350 W |
Vermogen rijmotor | 130 W |
Vermogen zuigturbine | 250 W |
Vermogen borstelaandrijving | 980 W |
Beschermingsgraad | IPX3 |
Zuigen | |
Zuigvermogen, luchthoeveelheid | 21 l/s |
Onderdruk (max.) | 9,5 (95) kPa (mbar) |
Reinigingsborstel | |
Borsteldoorsnede | 96 mm |
Borstellengte | 550 mm |
Borsteltoerental | 965 1/min |
Interne oplader | |
Nominale spanning | 100...240 V |
Frequentie | 50-60 Hz |
Stroomopname | max 5 A |
Oplaadtijd | max 14 h |
Interne snellader (alleen lithium-ion versie) | |
Nominale spanning | 100...240 V |
Frequentie | 50-60 Hz |
Stroomopname | max 10 A |
Oplaadtijd | max 2,5 h |
Omgevingsvoorwaarden | |
Toegestaan temperatuurbereik | 5...40 °C |
Watertemperatuuur max. | 50 °C |
Waterdruk vulsysteem | 1(10) MPa (bar) |
Waterdruk vuilwaterreservoir-spoelsysteem | 1 (10) MPa (bar) |
Relatieve luchtvochtigheid | 20...90 % |
Helling | |
Stijging werkbereik max. | 2 % |
Berekende waarden conform EN 60335-2-72 | |
Hand-arm-vibratiewaarde | 0,2 m/s2 |
Onzekerheid K | 0,2 m/s2 |
Geluidsdrukniveau LpA normaal bedrijf | 65 dB(A) |
Onzekerheid KpA | 2 dB(A) |
Geluidsvermogensniveau LWA + onzekerheid KWA normaal bedrijf | 81 dB(A) |
Algemeen | |
Rijsnelheid (max.) | 6 km/h |
Theoretische oppervlaktecapaciteit | 3060 m2/h |
Praktische oppervlaktecapaciteit | 1380 m2/h |
Volume vuilwaterreservoir | 50 l |
Volume grofvuilreservoir | - l |
Volume reinigingsmiddeltank (optie dosering) | 3 l |
Reinigingsmiddeldosering | 0...3 % |
Waterdosering | 0...2,5±0,2 l/min |
Afmetingen | |
Lengte | 1380 mm |
Breedte zonder zuigbalk | 542 mm |
Hoogte | 1082 mm |
Werkbreedte | 510 mm |
Afmeting verpakking lxbxh | 1505x770x1271 mm |
Bandenuitrusting | |
Voorwiel, breedte | 50 mm |
Voorwiel, diameter | 200 mm |
Achterwiel, breedte | 28 mm |
Achterwiel, diameter | 100 mm |
Gewicht | |
Toegestaan totaal gewicht | 257 kg |
Leeggewicht (transportgewicht) | 207 kg |
Borstelcontactkracht, max. | 340 (34) N (kg) |
Borstelcontactkracht, max. | 3,2 (32) N/m2 (g/cm2) |
Gegevens capaciteit apparaat | |
Nominale spanning | 24 V |
Nominale spanning, li-ion | 25,6 V |
Accucapaciteit | 76 / 80 / 105 / 115 Ah (5 h) |
Batterijcapaciteit, li-ion | 80 Ah (5 h) |
Gemiddelde netbelasting | 1300 W |
Vermogen rijmotor | 130 W |
Vermogen zuigturbine | 250 W |
Vermogen borstelaandrijving | 800 W |
Beschermingsgraad | IPX3 |
Zuigen | |
Zuigvermogen, luchthoeveelheid | 21 l/s |
Onderdruk (max.) | 9,5 (95) kPa (mbar) |
Reinigingsborstel | |
Borsteldoorsnede | 510 mm |
Borstellengte | - mm |
Borsteltoerental | 140 1/min |
Interne oplader | |
Nominale spanning | 100...240 V |
Frequentie | 50-60 Hz |
Stroomopname | max 5 A |
Oplaadtijd | max 14 h |
Interne snellader (alleen lithium-ion versie) | |
Nominale spanning | 100...240 V |
Frequentie | 50-60 Hz |
Stroomopname | max 10 A |
Oplaadtijd | max 2,5 h |
Omgevingsvoorwaarden | |
Toegestaan temperatuurbereik | 5...40 °C |
Watertemperatuuur max. | 50 °C |
Waterdruk vulsysteem | 1(10) MPa (bar) |
Waterdruk vuilwaterreservoir-spoelsysteem | 1 (10) MPa (bar) |
Relatieve luchtvochtigheid | 20...90 % |
Helling | |
Stijging werkbereik max. | 2 % |
Berekende waarden conform EN 60335-2-72 | |
Hand-arm-vibratiewaarde | 0,2 m/s2 |
Onzekerheid K | 0,2 m/s2 |
Geluidsdrukniveau LpA normaal bedrijf | 65 dB(A) |
Onzekerheid KpA | 2 dB(A) |
Geluidsvermogensniveau LWA + onzekerheid KWA normaal bedrijf | 81 dB(A) |
In elk land gelden de garantievoorwaarden die door onze verantwoordelijke verkoopmaatschappij zijn uitgegeven. Mogelijke storingen aan uw apparaat verhelpen we binnen de garantieperiode gratis, voor zover een materiaal- of fabricagefout de oorzaak is. Als u gebruik wilt maken van de garantie, neemt u met uw aankoopbon contact op met uw distributeur of de dichtstbijzijnde geautoriseerde klantenservice.
Meer informatie vindt u onder: www.kaercher.com/dealersearch
Meer informatie over de garantie (indien beschikbaar) vindt u in het servicegedeelte van uw lokale Kärcher-website onder "Downloads".
Hiermee verklaren wij dat de hierna vermelde machine op basis van het ontwerp en type en in de door ons op de markt gebrachte uitvoering voldoet aan de relevante veiligheids- en gezondheidsvereisten van de EU-richtlijnen. Bij een niet door ons goedgekeurde wijziging van de machine verliest deze verklaring zijn geldigheid.
Product: bodemreiniger
Type: 1.533-xxx
Relevante EU-richtlijnen2006/42/EG (+2009/127/EG)
2014/30/EU
2014/53/EU (TCU)
Toegepaste geharmoniseerde normenEN 60335-1
EN 60335-2-29
EN 60335-2-72
EN 62311: 2008
EN 55012: 2007 + A1: 2009
EN 61000-6-3: 2007 + A1:2011
EN IEC 61000-6-2: 2005
TCUEN 301 511 V12.5.1
EN 300 440 V2.1.1
EN 300 328 V2.2.2
EN 300 330 V2.1.1
Toegepaste nationale normen-
De ondergetekenden handelen in opdracht en met volmacht van de directie.
Gevolmachtigde voor de documentatie:
S. Reiser
Alfred Kärcher SE & Co. KG
Alfred-Kärcher-Str. 28 - 40
71364 Winnenden (Germany)
Tel.: +49 7195 14-0
Fax: +49 7195 14-2212
Winnenden, 2021/08/01
2-2-NN-A4-GS-19869