LogoB 50 W 
  • Algemene instructies
  • Functie
  • Reglementair gebruik
  • Milieubescherming
  • Toebehoren en reserveonderdelen
  • Leveringsomvang
  • Veiligheidsinstructies
    • Veiligheidsinrichtingen
      • Noodstop
      • Rijhendel
    • Symbolen op het apparaat
    • Opmerkingen over batterij (accu) en oplaadapparaat
    • Waarschuwingssymbolen
  • Beschrijving apparaat
    • Overzicht apparaat
    • Kleurmarkering
    • Bedieningspaneel
    • Programmaschakelaar
    • Houder zuigbalk
    • Symbolen op het apparaat
  • Intelligente sleutel
  • Montage
    • Apparaat lossen
    • Zuigbalk monteren
    • Borstels monteren
    • Accu’s
      • Aanbevolen accu's
      • Maximale accu-afmetingen
      • Batterijen plaatsen en aansluiten
      • Li-ionbatterij activeren
      • Batterij uitbouwen
  • Inbedrijfstelling
    • Oplaadcurve instellen
    • Accu laden
    • Onderhoudsvrije accu’s (nat)
  • Apparaat inschakelen
  • Smartphone koppelen
  • Verzoeken om onderhoud
  • Werking
    • Bedrijfsstoffen bijvullen
      • Verswater bijvullen
      • Vullen met schoon water met behulp van de vulslang
      • Vul vers water bij met het vulsysteem
      • Aanwijzingen over reinigingsmiddelen
      • Toevoeging van reinigingsmiddel met doseerinrichting
      • Toevoeging van reinigingsmiddel zonder doseerinrichting
    • Reinigingsmiddelendosering instellen
    • Waterhoeveelheid instellen
      • Manuele waterklep
      • Elektrische waterklep
      • Helling van de zuigbalk instellen
      • Hoogte instellen
    • Zijwaartse trekkracht van de borstel instellen
    • Apparaat inschakelen
    • Rijden
    • Reinigen
    • Werking beëindigen
      • Reiniging beëindigen
      • Vuil water aftappen
      • Spoelsysteem vuilwaterreservoir
      • Schoon water aan de sluiting aflaten
      • Schoon water via de niveau-indicatie aflaten
      • Container voor grof vuil legen
      • Apparaat parkeren
  • Transport
  • Opslag
  • Verzorging en onderhoud
    • Veiligheidsinspectie/onderhoudscontract
    • Onderhoudsintervallen
      • Na elk gebruik
      • Eens per maand
      • Jaarlijks
    • Onderhoudswerkzaamheden
      • Grofvuilfilter reinigen
      • Waterverdeelstrip reinigen
      • Filter verswater reinigen
      • Zuiglippen omkeren of vervangen
      • Schijfborstel vervangen
      • Borstelwalsen vervangen
      • Pad vervangen
      • Drijfschijf met pad vervangen
      • Dagelijkse verzorging
        • Borstelwals vervangen
        • Borstelwals reinigen
        • Vuilwaterreservoir spoelen met spoelsysteem
        • Schoon water afvoeren
        • Schoonwaterreservoir handmatig vullen
        • Grofvuilreservoir leegmaken
        • Zuigbalk monteren
        • Veeglade leegmaken
        • Zuigstrips vervangen
        • Zuigbalk reinigen
        • Vuilwaterreservoir handmatig reinigen
        • Rengjør vannfordelingslist
        • Rengjøringsrullebørste
      • Vervangen / bijvullen
        • Batterij opladen
        • Reinigingsmiddelreservoir vervangen
        • Zuigbalk reinigen
        • Schoonwaterreservoir vullen met vulsysteem
        • Schoonwaterfilter
        • Vers water vullen met vulslang
        • Spatbescherming vervangen
        • Discborstel vervangen
        • Zuiglippen vervangen
        • Verdeelstrip schoon water
  • Hulp bij storingen
    • Storingen zonder weergave op het display
      • Het apparaat kan niet gestart worden

      • De waterhoeveelheid is onvoldoende

      • Het zuigvermogen is te gering

      • Het reinigingsresultaat is onvoldoende

      • De zuigturbine loopt met hoger toerental

      • De borstels draaien niet

      • Het apparaat vibreert bij het reinigen

      • Alleen uitvoering DOSE: De reinigingsmiddeldosering werkt niet

      • De aftapslang vuil water is verstopt

      • KIK INVOEGEN 
      • VERKEERDE KIK

         
      • GEEN BEVOEGDHEID

         
      • GREEPSCHAKEL. LOSSEN!

         
      • BATTERIJNIVEAU LAAG

         
      • ACCU LEEG

         
      • STORING WATERSTROMING

        Waterklep geblokkeerd
      • AANDR.MOT. OVERB.

         
      • AANDRIJFMOT. BLOK.

        Rijmotor geblokkeerd
    • Storingen weergegeven op het display
      • Het apparaat kan niet gestart worden

      • De waterhoeveelheid is onvoldoende

      • Het zuigvermogen is te gering

      • Het reinigingsresultaat is onvoldoende

      • De zuigturbine loopt met hoger toerental

      • De borstels draaien niet

      • Het apparaat vibreert bij het reinigen

      • Alleen uitvoering DOSE: De reinigingsmiddeldosering werkt niet

      • De aftapslang vuil water is verstopt

      • KIK INVOEGEN 
      • VERKEERDE KIK

         
      • GEEN BEVOEGDHEID

         
      • GREEPSCHAKEL. LOSSEN!

         
      • BATTERIJNIVEAU LAAG

         
      • ACCU LEEG

         
      • STORING WATERSTROMING

        Waterklep geblokkeerd
      • AANDR.MOT. OVERB.

         
      • AANDRIJFMOT. BLOK.

        Rijmotor geblokkeerd
  • Technische gegevens
    • D 51
    • D 60
    • R 55
    • O 51
  • Garantie
  • EU-conformiteitsverklaring

      B 50 W 

      59698640 (08/24)

      Algemene instructies

      Voordat u het apparaat voor het eerst gebruikt, dient u deze originele gebruiksaanwijzing en de meegeleverde veiligheidsinstructies door te lezen en deze in acht te nemen.

      Bewaar beide documenten voor later gebruik of volgende eigenaars.

      Functie

      Deze schuurzuigmachine wordt voor de natte reiniging van effen vloeren gebruikt.

      Het apparaat kan door instellen van de waterhoeveelheid, de reinigingsmiddelhoeveelheid en de rijsnelheid aan de desbetreffende reinigingstaak worden aangepast.

      Het apparaat kan aan de betreffende reinigingstaak worden aangepast door een geschikt reinigingsprogramma te kiezen.

      De werkbreedte en de capaciteit van de schoon- en vuilwaterreservoirs (zie hoofdstuk "Technische gegevens") zorgen voor een effectieve reiniging bij een lange gebruiksduur.

      Het apparaat is zelfrijdend.

      De batterijen kunnen worden opgeladen met het ingebouwde oplaadapparaat. Het oplaadapparaat kan worden gebruikt met een spanning van 100-240 V.

      Instructie

      Overeenkomstig de desbetreffende reinigingstaak kan het apparaat met verschillend toebehoren worden uitgerust. Vraag naar onze catalogus of bezoek ons op internet op www.kaercher.com.

      Reglementair gebruik

      Dit apparaat is geschikt voor commercieel en industrieel gebruik, bijvoorbeeld in hotels, scholen, ziekenhuizen, fabrieken, winkels, kantoren en verhuurbedrijven. Gebruik dit apparaat uitsluitend overeenkomstig de gegevens in deze gebruiksaanwijzing.

      • Het apparaat mag alleen voor de reiniging van vochtongevoelige en polijstongevoelige, gladde vloeren worden gebruikt.

      • Het apparaat is niet geschikt voor de reiniging van bevroren vloeren (bijvoorbeeld in koelhuizen).

      • Het apparaat is ontworpen voor het reinigen van vloeren binnenshuis of van overdekte ruimten.

      • Het apparaat is geschikt voor gebruik in het temperatuurbereik 5-40 °C.

      • Het apparaat moet in een vorstvrije ruimte worden bewaard.

      • Het apparaat is niet geschikt voor gebruik in explosiegevaarlijke omgevingen.

      • Er mogen geen ontvlambare gassen, onverdunde zuren of oplosmiddelen met het apparaat worden opgenomen. Daartoe behoren benzine, verfverdunner of stookolie, die door opwerveling met de zuiglucht explosieve mengsels kunnen vormen. Verder ook aceton, onverdunde zuren of oplosmiddelen, aangezien deze de in het apparaat gebruikte materialen aantasten.

      • Reactief metaalstof (bijv. aluminium, magnesium, zink) vormt explosieve gassen in combinatie met sterk alkalische of zure reinigingsmiddelen.

      • Het apparaat is niet bedoeld voor het reinigen van openbare verkeerswegen.

      • Houd rekening met de toelaatbare oppervlaktebelasting van de vloer (zie hoofdstuk Technische gegevens).

      • Het apparaat mag alleen worden uitgerust met originele toebehoren en reserveonderdelen.

      • Bij het gebruik van oplaadapparaten of batterijen mogen alleen de in de gebruiksaanwijzing toegestane componenten worden gebruikt. Een afwijkende combinatie moet door de verantwoordelijke leverancier van het oplaadapparaat en/of de batterij zijn goedgekeurd.

      Milieubescherming

      De verpakkingsmaterialen zijn herbruikbaar. Verwijder verpakkingen op een milieuvriendelijke manier.

      Elektrische en elektronische apparaten bevatten waardevolle recyclebare materialen en vaak bestanddelen zoals batterijen, accu's of olie, die bij onjuiste omgang of verkeerd afvalverwijdering een potentieel gevaar voor de gezondheid van de mens en voor het milieu kunnen vormen. Voor een correcte werking van het apparaat zijn deze bestanddelen echter noodzakelijk. Voer apparaten met dit symbool niet samen met het huisvuil af.

      Instructies betreffende ingrediënten (REACH)

      Actuele informatie over ingrediënten vindt u op: www.kaercher.de/REACH

      Toebehoren en reserveonderdelen

      Gebruik alleen origineel toebehoren en originele reserveonderdelen. Deze garanderen een veilige en storingsvrije werking van het apparaat.

      Informatie over toebehoren en reserveonderdelen vindt u onder www.kaercher.com.

      Leveringsomvang

      Controleer de inhoud bij het uitpakken op volledigheid. Bij ontbrekend toebehoren of bij transportschade neemt u contact op met uw distributeur.

      Veiligheidsinstructies

      Neem voor het eerste gebruik van het apparaat deze gebruiksaanwijzing en de bijbehorende brochure Veiligheidsinstructies voor borstelreinigingsapparaten, nr. 5.956-251.0 in acht en handel dienovereenkomstig.

      WAARSCHUWING

      Het apparaat kan kantelen

      Gevaar voor letsel

      Gebruik het apparaat niet op hellende vlakken.

      WAARSCHUWING

      Gevaren voor ongevallen door foute bediening

      Personen kunnen gewond raken.

      Bedieners moeten adequaat in het gebruik van het apparaat worden geïnstrueerd.

      Het apparaat mag alleen worden gebruikt, als de kap en alle deksel gesloten zijn.

      Veiligheidsinrichtingen

      VOORZICHTIG

      Ontbrekende of gewijzigde veiligheidsinrichtingen!

      Veiligheidsinrichtingen zijn er voor uw veiligheid.

      Veiligheidsinrichtingen mogen niet worden omzeild, verwijderd of buiten werking worden gesteld.

      Noodstop

      Instructie

      Verwijder voor onmiddellijke buitenwerkingstelling de intelligente sleutel (noodstop).

      Rijhendel

      Wanneer de rijhendel wordt losgelaten, worden de rijaandrijving en de borstelaandrijving uitgeschakeld.

      Symbolen op het apparaat

      GEVAAR

      Laadproces

      Elektrische schok

      Verwijder de poolbeschermkappen op de batterijpolen niet.Zorg voor een correcte montage

      LET OP

      Beschadigingsgevaar

      Water beschadigt de zuigturbine

      Zorg ervoor dat er geen water in een op die manier gemarkeerde opening terechtkomt.

      Opmerkingen over batterij (accu) en oplaadapparaat

      De Li-ionversie heeft ingebouwde lithium-ionbatterijen. Deze zijn onderworpen aan speciale criteria. Het verwijderen en installeren, evenals het testen van defecte batterijen mag alleen worden uitgevoerd door de klantenservice van Kärcher of door een expert.

      Opslag- en transportinstructies ontvangt u van uw Kärcher-klantenservice.

      GEVAAR

      Aanpassingen en veranderingen aan het apparaat zijn niet toegestaan.

      U mag de batterij niet openen, er bestaat gevaar voor kortsluiting. Bovendien kunnen irriterende dampen of bijtende vloeistoffen ontsnappen.

      Stel de batterij niet bloot aan fel zonlicht, hitte en vuur. Er is ontploffingsgevaar.

      Gebruik het oplaadapparaat niet in een explosieve omgeving.

      Gebruik het oplaadapparaat niet in verontreinigde of natte toestand.

      Zorg voor voldoende ventilatie tijdens het laadproces.

      Explosiegevaar. In de buurt van een batterij of in een batterijlaadruimte mag u niet met een open vlam werken, mag u geen vonken maken of roken.

      Explosiegevaar. Leg geen gereedschappen en dergelijke op de batterij, d.w.z. op de eindpolen en celverbinders.

      WAARSCHUWING

      Controleer vóór elk gebruik het apparaat en het netsnoer op beschadigingen. Gebruik beschadigde apparaten niet meer en laat beschadigde onderdelen alleen door gekwalificeerd personeel repareren.

      Houd kinderen uit de buurt van batterijen en oplaadapparaat.

      Laad geen beschadigde batterijen op. Laat beschadigde batterijen vervangen door de Kärcher-klantenservice.

      Gooi een defecte batterij niet bij het huisvuil. Informeer de Kärcher-klantenservice.

      Vermijd contact met vloeistof die uit defecte accu's komt. Bij toevallig contact de vloeistof met water afspoelen. In geval van contact met de ogen ook een arts raadplegen.

      VOORZICHTIG

      Neem deze gebruiksaanwijzing altijd in acht. Neem de aanbevelingen van de wetgever m.b.t. de omgang met batterijen in acht.

      De netspanning moet overeenkomen met de spanning die op het typeplaatje van het apparaat is aangegeven.

      Gebruik het oplaadapparaat alleen voor het opladen van toegestane accupacks.

      Gebruik de batterij alleen met dit apparaat. Het is verboden en gevaarlijk om ze voor andere doeleinden te gebruiken.

      Waarschuwingssymbolen

      Neem de volgende waarschuwingen in acht bij het omgaan met batterijen:

      Let op de aanwijzingen in de instructies voor de batterij, op de batterij en in deze gebruiksaanwijzing.
      Draag oogbescherming.
      Houd kinderen uit de buurt van zuur en batterijen.
      Explosiegevaar
      Vuur, vonken, open vuur en roken zijn verboden.
      Risico op brandwonden door zuur!
      Eerste hulp
      Waarschuwing
      Afvoer
      Gooi batterijen niet in de vuilnisbak.

      Beschrijving apparaat

      Overzicht apparaat


      1. Reinigingsmiddel-jerrycan (alleen variant DOSE)
      2. Zuigslang reinigingsmiddel (alleen variant DOSE)
      3. Vulopening schoonwaterreservoir met sluiting en geïntegreerde maatbeker
      4. Turbinebeschermzeef
      5. Slanghouder
      6. Vulslang schoon water
      7. Klep voor reservoirventilatie
      8. Wateraansluiting spoelsysteem vuilwaterreservoir
      9. Vlotter
      10. Grofvuilzeef
      11. Houdrail voor homebase
      12. Batterij
      13. Zwabberhouder
      14. R-reinigingskop
      15. Waterverdeelstrip
      16. Regelknop waterdosering (alleen Good-variant)
      17. Legplank voor reinigingsset "Homebase Box"
      18. Deksel vuilwaterreservoir
      19. Houder voor smartphone
      20. Bedieningspaneel
      21. Vuilwaterreservoir
      22. *Vulsysteem schoon water
      23. Niveau-indicatie en aftapslang schoon water
      24. Greep voor omhoog zwenken van vuilwaterreservoir
      25. Toets borstelvervanging (R-reinigingskop)
      26. Reservoir voor grof vuil (R-reinigingskop)
      27. Schoonwaterreservoir
      28. Typeplaatje
      29. Klemhendel zuigbalk
      30. Zuigbalk
      31. Hendel zuigbalk neerlaten
      32. Pedaal om reinigingskop omhoog/omlaag te brengen
      33. Opbergvak
      34. Zuigslang
      35. Sluiting schoonwaterreservoir met filter
      36. Kabelhaak voor netsnoer
      37. Aftapslang vuil water met doseerinrichting
      38. Duwbeugel
      39. Rijhendel
      40. Walsborstel (R-reinigingskop)
      41. Pedaal borstelvervanging (D-reinigingskop)
      42. Discborstel (D-reinigingskop)
      43. D 51-reinigingskop
      44. Draaiknop kanteling borstel (D 51-reinigingskop)
      45. USB-poort
      46. Opbergvak voor zuigbalk
      47. D 60-reinigingskop
      48. Bevestiging borstelkop
      49. O 51-reinigingskop
      50. Drijfschijf en pad
      51. Handgreep

      * optioneel, ** Niet meegeleverd

      Kleurmarkering

      Apparaatonderdelen die bestemd zijn voor bediening of onderhoud door de gebruiker, zijn geel gemarkeerd.

      Bedieningspaneel


      1. Programmaschakelaar
      2. Rijhendel
      3. * Toets waterdosering
      4. Display
      5. Neerlegvlak voor smartphone
      6. Houder voor smartphone
      7. Toets snelheid
      8. * Toets reinigingsmiddelendosering
      9. Toets "+"
      10. Toets "-"
      11. Intelligente sleutelWit - operatorRood - servicetechnicus

      * Optie

      Programmaschakelaar


      1. 0Het apparaat is uitgeschakeld.
      2. ECO-MODUSDe vloer nat reinigen en het vuile water opzuigen met minder gebruik van hulpbronnen (lager borsteltoerental, lagere zuigkracht, lagere reinigingsmiddel- en waterdosering).
      3. NORMAAL-MODUSDe vloer nat reinigen en het vuile water opzuigen.
      4. INTENSIEF-MODUSDe vloer nat reinigen (met verhoogde reinigingsmiddel- en waterdosering) en het vuile water opzuigen.

      Houder zuigbalk

      Bij het rijden door smalle ruimten of voor het opbergen kan de zuigbalk worden gedemonteerd en aan de rand van het apparaat worden gehangen.


      1. Opbergvak voor zuigbalk (rand van apparaat)
      2. Zuigbalk

      Symbolen op het apparaat

      Netsnoer voor oplaadapparaat
      Sjoroog
      *Mophouder
      *Schoon water vullen
      Vulniveau schoonwaterreservoir 25%
      Vulniveau schoonwaterreservoir 50%
      Vulniveau schoonwaterreservoir 100%
      Pedaal borstelvervanging (BD)
      Toets borstelvervanging (BR)
      Borstelkanteling instellen (alleen D 51-reinigingskop)
      Afvoer vuil water
      Afvoer schoon water
      Reservoir voor grof vuil wegnemen
      Reinigingskop optillen/neerlaten
      Vooruitrijden
      Achteruitrijden

      Intelligente sleutel

      De intelligente sleutel wordt gebruikt om het apparaat in te schakelen en bepaalde apparaatfuncties te activeren.

      • Geel: Bediener

        Het apparaat kan worden gebruikt. Alle instellingen voor de reinigingsprogramma's die via de smartphone-app voor deze sleutel zijn vrijgegeven, kunnen worden gewijzigd.

      • Grijs: Voorman

        Het apparaat kan worden gebruikt. Alle instellingen voor de beschikbare reinigingsprogramma's van het apparaat kunnen worden gewijzigd.

      Montage

      Apparaat lossen

      1. VOORZICHTIG

        Risico op schade bij het rijden met het apparaat

        Het apparaat mag niet worden gebruikt met de borstelkop omhoog geklapt, omdat dit de reinigingsunit kan beschadigen of vernielen.

        Klap de borstelkop omlaag vóór het afladen of rijden.

        Schroeven van de transportbeveiligingen eruit draaien.



        1. Transportbeveiliging
      2. De transportbeveiligingen verwijderen.

      3. Het apparaat vooruit van de pallet trekken.

      Zuigbalk monteren

      1. Beide klemhendels naar boven zwenken.


        1. Zuigslang
        2. Zuigbalkophanging
        3. Zuigbalk
        4. Klemhendel
      2. De zuigbalk in de zuigbalkophanging plaatsen.

      3. Beide klemhendels naar onderen zwenken.

      Borstels monteren

      1. Alleen variant BD: Vóór de inbedrijfstelling de discborstel monteren (zie hoofdstuk Onderhoudswerkzaamheden).

        Instructie

        Bij variant BR zijn de borstels gemonteerd.

      2. De borstel monteren (zie hoofdstuk Onderhoudswerkzaamheden).

      Accu’s

      Aanbevolen accu's

      LET OP

      Beschadigingsgevaar

      Batterijen mogen alleen worden vervangen door batterijen van dezelfde technologie.Loodbatterijen mogen niet worden vervangen door li-ionbatterijenLi-ionbatterijen mogen niet worden vervangen door loodbatterijen.

      Loodbatterijen:

      Beschrijving
      Bestelnr.
      Set 76 Ah - onderhoudsvrij, 24 V
      2.815-099.0
      Set 105 Ah - onderhoudsvrij, 24 V
      2.815-100.0
      Set 115 Ah - onderhoudsvrij, 24 V
      2.815-091.0
      Set 80 Ah - onderhoudsvrij, 24 V
      2.815-090.0

      Het apparaat heeft 2 accu's nodig.

      Li-ionbatterijen:

      Beschrijving
      Bestelnr.
      80 Ah, 25,6 V
      6.654-454.0

      Het apparaat heeft 1 batterij nodig.

      Maximale accu-afmetingen

      Lengte
      350
      Breedte
      355
      Hoogte
      290

      Batterijen plaatsen en aansluiten

      Instructie

      Bij de apparaatvariant met Li-ionbatterij is de batterij reeds geïnstalleerd en aangesloten.

        GEVAAR

        Brand- en explosiegevaar!

        Leg geen gereedschap of dergelijke op de accu. Kortsluiting en explosiegevaar.Rook en open vuur moet worden voorkomen.Ruimtes waarin accu's worden opgeladen, moeten goed worden geventileerd, aangezien bij het opladen zeer explosief gas ontstaat.

        WAARSCHUWING

        Letselgevaar door kantelen van het apparaat!

        Het apparaat kan kantelen bij het uit- en inbouwen van de batterijen.

        Zorg er bij het in- en uitbouwen van de accu's voor dat het apparaat veilig staat.

        LET OP

        Gevaar voor beschadiging van de besturingselektronica!

        De besturingselektronica kan worden vernield door de polariteit van de batterijaansluitingen om te keren.

        Let bij het aansluiten van de accu op juiste poling.

        WAARSCHUWING

        Levensgevaar door brand of explosie bij diep ontladen accu’s!

        Verkeerd opladen van diep ontladen accu's kan brand veroorzaken.

        Gebruik het apparaat niet als de accu diep ontladen is.Zorg ervoor dat de accu is opgeladen voordat u het systeem start.
      1. Het apparaat ca. 2 m naar voren duwen, zodat de zwenkwielen naar achteren wijzen.

      2. Het vuilwaterreservoir vastnemen aan de verzonken greep en zijwaarts omhoog zwenken.

      3. De batterijen in de bak plaatsen.

      4. De batterijen aansluiten:

        1. De afstandsstukken plaatsen.


          1. Afstandsstuk 340x40x10 (9.763-222.0)
          2. Verbindingskabel
          3. Batterij
          4. 80 Ah: Afstandsstuk 295x94x10 (5.642-034.0)115 Ah: Afstandsstuk 295x94x23 (5.642-033.0)
          5. Aansluitkabel naar batterij (-)
          6. Aansluitkabel naar batterij (+)
        2. Beide batterijen met de verbindingskabel verbinden.

        3. De aansluitkabel aan de nog vrije batterijpolen (+) en (-) vastklemmen.

      5. Het vuilwaterreservoir omhoog zwenken.

      Li-ionbatterij activeren

      Li-ionbatterijen worden in transportmodus geleverd en moeten worden geactiveerd voordat het apparaat in bedrijf wordt gesteld.

      1. De batterij opladen (zie "Inbedrijfstelling/batterij opladen"), hierdoor wordt de transportmodus beëindigd.

      Batterij uitbouwen

      WAARSCHUWING

      Letselgevaar door kantelen van het apparaat!

      Het apparaat kan kantelen bij het uit- en inbouwen van de batterijen.

      Zorg er bij het in- en uitbouwen van de accu's voor dat het apparaat veilig staat.

      WAARSCHUWING

      Kantelend apparaat

      Gevaar voor letsel, gevaar voor beschadiging

      De batterijen alleen verwijderen als er een reinigingskop op het apparaat is bevestigd.
      1. De programmaschakelaar op "0" zetten.

      2. De intelligente sleutel eruit trekken.

      3. Het vuilwaterreservoir ledigen.

      4. Het apparaat ca. 2 m naar voren duwen, zodat de zwenkwielen naar achteren wijzen.

      5. Het vuilwaterreservoir vastnemen aan de verzonken greep en zijwaarts omhoog zwenken.

      6. De kabel van de minpool van de accu losmaken.

      7. De resterende kabels van de batterijen losmaken.

      8. De afstandsstukken verwijderen.

      9. De batterijen eruit nemen.

      10. De opgebruikte batterijen conform de geldende bepalingen afvoeren.

      Inbedrijfstelling

      Oplaadcurve instellen

      Vóór de eerste inbedrijfstelling, na een servicereset of bij overschakelen op een ander type accu is het absoluut noodzakelijk de oplaadcurve in te stellen.

      GEVAAR

      Gevaar door onbedoeld starten van het apparaat

      Gevaar voor letsel

      Maak de bougiestekker los of ontkoppel de accu alvorens werkzaamheden aan het toestel uit te voeren.

      LET OP

      Gevaar voor beschadiging van de accu

      De levensduur en de ladingscapaciteit van de accu kunnen worden beïnvloed door een onjuiste oplaadcurve.

      Zorg ervoor dat de bij de accu passende curve in de machine is geselecteerd.De actueel geselecteerde curve is tijdens het laden te zien op het display of via de app in het gedeelte "Apparaatstatus".

      Instructie

      De oplaadcurve kan alleen door Kärcher Service worden ingesteld.

      Voor de volgende accu's zijn oplaadcurves beschikbaar:

      • EXIDE GF12105V

      • HOPPECKE TB115

      • EXIDE GF12076V

      • EXIDE FF12080W

      • TROJAN 27TMX

      • HOPPECKE TB80

      • ZENITH L120185

      Instructie

      Om ook andere accu's te kunnen gebruiken, kan door de serviceafdeling van Kärcher een aangepaste oplaadcurve worden aangemaakt. Daartoe moeten de overeenkomstige parameters van de accu worden overgemaakt.

      Accu laden

      GEVAAR

      Gevaar voor letsel door de oplader!

      Elektrische schok door onjuist gebruik van de oplader!

      Neem de netspanning en de zekering op het typeplaatje van het apparaat in acht.Gebruik het oplaadapparaat alleen in droge ruimtes met voldoende ventilatie.

      Het ingebouwde oplaadapparaat is elektronisch gestuurd en geschikt voor alle aanbevolen accu's. Het oplaadapparaat beëindigt het laadproces automatisch.

      Instructie

      Door een snellader te gebruiken, kan de oplaadtijd worden verkort tot maximaal 2,5 uur (alleen voor de versie lithium-ion).

      Instructie

      De overeenkomstige oplaadcurve moet worden ingesteld voor elk geïnstalleerd type accu.

      De geïnstalleerde accu wordt tijdens het opladen op het display weergegeven.

      De oplaadtijd bedraagt gemiddeld max. 14 uur.

      Het apparaat kan tijdens laden niet worden gebruikt.

      Instructie

      Het apparaat beschikt over een beveiliging tegen volledige ontlading, d.w.z. dat als tijdens de werking de nog toegestane minimale capaciteit wordt bereikt, de borstelmotor en de turbine worden uitgeschakeld.

      1. Breng het apparaat direct naar de voorziene oplaadplaats, vermijd daarbij hellingen.

      2. Steek de netstekker op de aansluitkabel in het stopcontact.

      3. Laad op tot het display aangeeft dat de accu volledig opgeladen is.

      Onderhoudsvrije accu’s (nat)

        GEVAAR

        Gevaar voor brandwonden door uittreden van zuur!

        Vul de accu met water alleen als deze ontladen is.

        Gebruik bij het werken met accuzuur een veiligheidsbril en spoel zuurspatten op de huid of kleding onmiddellijk uit met water.

        LET OP

        Gevaar voor beschadiging van de accu’s!

        Bij gebruik van water met toevoegingen vervalt de garantie op de accu.

        Gebruik voor het bijvullen van de accu's alleen gedestilleerd of ontzilt water (EN 50272-T3).Gebruik geen vreemde additieven of verbeteringsmiddelen.
      1. Een uur voor het einde van de laadprocedure gedestilleerd water toevoegen. Hierbij de juiste zuurstand conform de kenmerking van de accu in acht nemen.

        Aan het einde van de laadprocedure moeten alle cellen gassen.

      Apparaat inschakelen

      1. Een intelligente sleutel in het bedieningspaneel steken.

      2. De programmaschakelaar naar een reinigingsprogramma draaien.

        Op het scherm verschijnt na elkaar:

        • Kärcher-logo

        • Tijd tot de volgende service in uren

        • Batterijstatus en bedrijfsuren

        • Softwareversie

        • Bedrijfsindicatie


          1. Ladingstoestand van de batterij
          2. Ingestelde waterdosering (alleen voor apparaten met elektrische waterklep)
          3. Ingestelde snelheid
          4. Ingestelde reinigingsmiddelendosering (alleen bij apparaatvariant DOSE)

        Het apparaat is bedrijfsgereed.

      Smartphone koppelen

      De app "Machine Connect" op een smartphone die met het apparaat is verbonden, kan worden gebruikt om geavanceerde apparaatfuncties uit te voeren:

      • het type reinigingskop instellen

      • de maximale transportsnelheid instellen

      • de USB-poort uit-/inschakelen

      • de aanlooptijd van de borstel(s) instellen

      • de nalooptijd van de afzuiging instellen

      • de snelheidsafhankelijke waterdosering in-/uitschakelen

      • de rechten van de gele intelligente sleutel beheren

      • de fabrieksinstellingen herstellen

      Instructie

      De mogelijke functies zijn afhankelijk van de uitvoering van het apparaat.

      1. De QR-code op het apparaat met uw smartphone scannen.


        1. QR-code
        2. Bluetooth®-symbool
      2. De app "Machine Connect" op de smartphone installeren en starten.

      3. Een intelligente sleutel in het bedieningspaneel steken.

      4. Tegelijkertijd gedurende 3 seconden op de toetsen "+" en "-" op het bedieningspaneel van het apparaat drukken.

        Instructie

        Tijdens het koppelingsproces knippert het Bluetooth®-symbool op het bedieningspaneel.

      5. De instructies van de app op de smartphone voor het koppelen. opvolgen.

      6. De functies van de app worden uitgelegd op de smartphone.

        Instructie

        Als de smartphone met het apparaat is gekoppeld, is het Bluetooth-symbool constant aan.

      Instructie

      De mobiele telefoon kan worden aangesloten op de USB-poort van het apparaat om de batterij op te laden.

      Verzoeken om onderhoud

      Nadat een bepaalde bedrijfsduur is verstreken, vraagt het display om diverse onderhoudswerkzaamheden uit te voeren:

      Instructie
      Interval (uren)
      REINIGING FILTER ZUIGEN
      10
      REINIGING ZUIGBALK
      20
      REINIGING WATER FILTEREN
      50
      CONTROLEREN BORST.SLIJTAGE
      100
      CONTROLEREN ZUIGSTRIP
      100
      1. De aangegeven onderhoudsactiviteit uitvoeren.

      2. Op een willekeurige toets op het bedieningspaneel drukken om te bevestigen.

        De instructie verdwijnt en wordt opnieuw weergegeven na het verstrijken van het interval.

      Werking

      GEVAAR

      Gevaarlijke situatie tijdens bedrijf

      Verlies van stabiliteit

      Gevaar voor letsel

      Gevaar voor letsel

      Bij gevaar de rijhendel loslaten.Het pedaal om de reinigingskop omhoog/omlaag te brengen met slechts één voet bedienen. De andere voet stevig op de grond houden.

      Bedrijfsstoffen bijvullen

      Verswater bijvullen

      1. De afsluiting van de verswatertank openen.

      2. Het verswater (maximaal 50 °C) tot de onderrand van de vulopening vullen.

        Opmerking: De slang van het verswaterreservoir kan tijdens het vullen met de slanghouder worden vastgeklemd.

      3. De afsluiting van het verswaterreservoir sluiten.

      Vullen met schoon water met behulp van de vulslang

      1. De vulslang uit het apparaat trekken.

      2. Het uiteinde van de vulslang op een waterkraan aansluiten.

      3. De afsluiting van het schoonwaterreservoir afnemen.

      4. De watertoevoer openen (watertemperatuur maximaal 50 °C).

      5. Het vulniveau van het schoonwaterreservoir via de vulopening observeren.

      6. De watertoevoer sluiten wanneer het vulniveau de onderkant van de vulopening bereikt.

      7. De afsluiting van het verswaterreservoir aanbrengen.

      8. De vulslang loskoppelen van de waterkraan.

      9. De vulslang in het apparaat schuiven.

      Vul vers water bij met het vulsysteem

      1. Sluit de waterslang aan op de aansluiting van het vulsysteem (maximale watertemperatuur 50 °C).

      2. De watertoevoer openen.

      3. Bewaak het apparaat. Het automatische vulsysteem onderbreekt de watertoevoer, als de verswatertank vol is.

      4. De watertoevoer sluiten.

      5. Verwijder de waterslang.

      Aanwijzingen over reinigingsmiddelen

      WAARSCHUWING

      Gevaar voor beschadiging van het apparaat!

      Bij gebruik van ongeschikte reinigingsmiddelen kan het apparaat beschadigd raken.

      Gebruik alleen aanbevolen reinigingsmiddelen. Voor andere reinigingsmiddelen is de exploitant het verhoogde risico met betrekking tot de bedrijfsveiligheid en het gevaar voor ongevallen.Gebruik alleen reinigingsmiddelen die vrij zijn van oplosmiddelen, zout- en fluorwaterstofzuur.Neem de veiligheidsaanwijzingen op de reinigingsmiddelen in acht.

      Instructie

      Gebruik geen sterk schuimende reinigingsmiddelen.

       Aanbevolen reinigingsmiddelen

      Toepassing
      Reinigingsmiddelen
      Onderhoudsreiniging van alle waterbestendige vloeren
      CA 50 C
      RM 756
      Onderhoudsreiniging met verzorgingscomponenten
      RM 746
      RM 780
      Onderhoudsreiniging en basisreiniging van industriële ondergronden
      RM 69
      Onderhoudsreiniging van glanzende ondergronden
      RM 755
      Onderhoudsreiniging en basisreiniging van stenen tegels
      RM 753
      Onderhoudsreiniging en basisreiniging van zuurbestendige ondergronden
      RM 751
      Reiniging en desinfectie
      RM 732
      Basisreiniging van alle alkalibestendige vloerbedekkingen
      RM 752
      Basisreiniging en decoating van alkaligevoelige vloeren
      RM 754

      Toevoeging van reinigingsmiddel met doseerinrichting

      Alleen variant DOSE:

      Aan het vers water wordt in het traject naar de reinigingskop reinigingsmiddel toegevoegd door een doseerinrichting.

      1. Het reinigingsmiddel in de reinigingsmiddel-jerrycan vullen.

        Instructie

        Met de doseerinrichting kan maximaal 3 % reinigingsmiddel worden gedoseerd. Als de dosering hoger is, moet het reinigingsmiddel in het schoonwaterreservoir worden gedaan.

        LET OP

        Gevaar voor verstopping

        Bij het toevoegen van het reinigingsmiddel aan het schoonwaterreservoir kan het reinigingsmiddel uitdrogen en de werking van de doseerinrichting verstoren.

        Spoel na het toevoegen van het reinigingsmiddel in het schoonwaterreservoir het apparaat met helder water: Selecteer een reinigingsprogramma met watertoepassing, stel de hoeveelheid water in op de hoogste waarde, stel de reinigingsmiddeldosering in op 0.

      Toevoeging van reinigingsmiddel zonder doseerinrichting

      1. Het reinigingsmiddel in het verswaterreservoir vullen.

        Instructie

        De afsluitdop van de vulopening heeft binnenin een schaalverdeling en kan worden gebruikt om de reinigingsmiddelhoeveelheid af te meten.

      Reinigingsmiddelendosering instellen

      Bij de apparaatvariant DOSE wordt het reinigingsmiddel toegevoegd aan het schone water op weg naar de reinigingskop.

      De reinigingsmiddelendosering kan voor elk reinigingsprogramma afzonderlijk worden ingesteld.

      1. Een intelligente sleutel in het bedieningspaneel steken.

      2. Het in te stellen reinigingsprogramma kiezen met de programmaschakelaar.

      3. Op de toets reinigingsmiddelendosering drukken.

      4. De gewenste reinigingsmiddelendosering met de toetsen "+" en "-" instellen.

      5. Om de instelling te aanvaarden, 3 seconden wachten of op een van de andere toetsen drukken.

      Waterhoeveelheid instellen

      1. De waterhoeveelheid overeenkomstig de verontreiniging van de vloerbedekking instellen.

        Instructie

        De eerste reinigingspoging met geringe waterhoeveelheid uitvoeren. De waterhoeveelheid stap voor stap verhogen tot het gewenste reinigingsresultaat is bereikt.

        Instructie

        Bij leeg verswaterreservoir werkt de reinigingskop zonder vloeistoftoevoer verder.

      Manuele waterklep

      Een apparaat met een manuele waterklep is uitgerust met een regelknop voor waterdosering rechts naast het bedieningspaneel.

      1. De regelknop waterdosering naar de gewenste waarde draaien.

        Instructie

        De borstelbevochtiging is alleen actief als de reinigingskop omlaag staat en de rijhendel wordt bediend.

      Elektrische waterklep

      Een apparaat met een elektrische waterklep is op het bedieningspaneel voorzien van een toets voor de waterdosering.

      De waterdosering kan voor elk reinigingsprogramma afzonderlijk worden ingesteld.

      1. Een intelligente sleutel in het bedieningspaneel steken.

      2. Het in te stellen reinigingsprogramma kiezen met de programmaschakelaar.

      3. Op de toets waterdosering drukken.

      4. De gewenste waterdosering met de toetsen "+" en "-" instellen.

      5. Om de instelling te aanvaarden, 3 seconden wachten of op een van de andere toetsen drukken.

        Instructie

        De borstelbevochtiging is alleen actief als de reinigingskop omlaag staat en de rijhendel wordt bediend.

      Helling van de zuigbalk instellen

      De helling moet zodanig worden ingesteld dat de zuiglippen van de zuigbalk over de gehele lengte gelijkmatig op de vloer worden gedrukt.

      1. Het apparaat op een ondergrond zonder helling neerzetten.

      2. Het programma “Afzuiging” selecteren.

      3. Het apparaat een klein stuk vooruit rijden.

        De zuigbalk wordt neergelaten.

      4. De waterpas aflezen.


        1. Schroef
        2. Moer
        3. Waterpas
      5. De moer M 12 losdraaien, daarbij de M 10-inbusbout met een inbussleutel vasthouden.

      6. De schroef zo instellen dat de waterpasindicator zich tussen de twee strepen bevindt.

      7. De moer M 12 vastdraaien, daarbij de M 10-inbusbout met een inbussleutel vasthouden.

      8. Om de nieuwe instelling te controleren, het apparaat met neergelaten zuigbalk in zuigwerking een stukje vooruit rijden en de waterpas observeren. Indien nodig de instelprocedure herhalen.

      Hoogte instellen

      Met de hoogteverstelling wordt de buiging van de zuiglippen bij contact met de vloer beïnvloed.

      Instructie

      Basisinstelling: 3 ringen boven, 3 ringen onder de zuigbalk.

      Oneffen vloer: 5 sluitringen boven, 1 sluitring onder de zuigbalk.

      Zeer gladde vloer: 1 sluitring boven, 5 sluitringen onder de zuigbalk.

      1. De moeren losschroeven.


        1. Moer
        2. Onderlegring
        3. Afstandsrol met houder
      2. Plaats het gewenste aantal ringen tussen de zuigbalk en de afstandsrol.

      3. De resterende onderlegringen boven de afstandrol aanbrengen.

      4. De moer erop schroeven en vastdraaien.

      5. Het proces bij de tweede afstandsrol herhalen.

        Instructie

        Stel beide afstandsrollen in op dezelfde hoogte.

      Zijwaartse trekkracht van de borstel instellen

      (Alleen bij D 51-reinigingskop)

      Als het apparaat tijdens het reinigen naar één kant trekt, kan dit worden verholpen door de helling van de borstel te verstellen.

      Instructie

      Na het vervangen van de borstel/pad moet de zijwaartse trekkracht eventueel opnieuw worden ingesteld.

      1. De draaiknop borstelhelling verstellen tot het apparaat recht vooruit rijdt.


        1. Draaiknop borstelhelling

      Apparaat inschakelen

      1. De sleutelschakelaar op “1” zetten.

        Het display toont achtereenvolgens:

        • De periode tot de volgende klantendienst

        • De softwareversie, bedieningsdeel

        • De laadtoestand van de accu en het aantal bedrijfsuren

      Rijden

      Instructie

      Het apparaat is zo geconstrueerd dat de reinigingskop rechts uitsteekt. Dit maakt het mogelijk om overzichtelijk en dicht bij de rand te werken.

      1. De intelligente sleutel erin steken.

      2. De hendel zuigbalkneerlating omhoog zwenken.

      3. Het pedaal reinigingskop optillen/neerlaten omlaag bewegen en rechts vergrendelen.

      4. De programmaschakelaar op een willekeurig programma zetten.

      5. VOORZICHTIG

        Risico op schade bij het rijden met het apparaat

        Het apparaat mag niet worden gebruikt met de borstelkop omhoog geklapt, omdat dit de reinigingsunit kan beschadigen of vernielen.

        Klap de borstelkop omlaag vóór het afladen of rijden.

        Met het apparaat rijden.

        1. De rijhendel naar voren duwen.

          Het apparaat rijdt vooruit.

        2. De rijhendel naar achteren duwen.

          Het apparaat rijdt achteruit.

        Instructie

        Het apparaat beweegt pas wanneer de rijhendel 5° worden bewogen.

      6. De rijhendel loslaten.

        Het apparaat stopt.

      Reinigen

      LET OP

      Beschadigingsgevaar

      Als het apparaat te lang op dezelfde plek wordt gebruikt, kan de vloerbedekking beschadigd raken.

      Gebruik het apparaat niet stilstaand op één plaats.
      1. De intelligente sleutel erin steken.

      2. De programmaschakelaar op het gewenste reinigingsprogramma zetten.

      3. De hendel zuigbalkneerlating omlaag zwenken.

      4. Het pedaal reinigingskop optillen/neerlaten omlaag duwen, naar links bewegen en omhoog laten gaan.

      5. De rijhendel naar voren duwen en over het te reinigen oppervlak rijden.

      Instructie

      Als het vuilwaterreservoir vol is, sluit de vlotter de zuigopening en draait de zuigturbine met verhoogd toerental. In dit geval het zuigen uitschakelen en naar het leegmaken van het vuilwaterreservoir rijden.

      Werking beëindigen

      Reiniging beëindigen

      1. De regelknop waterhoeveelheid naar "OFF" draaien (niet bij de uitvoering DOSE).

      2. De rijhendel loslaten.

      3. Het pedaal reinigingskop optillen/neerlaten omlaag duwen en rechts vergrendelen.

      4. Een kort traject verder rijden.

        Het restwater wordt afgezogen.

      5. De hendel zuigbalkneerlating omhoog zwenken.

      Vuil water aftappen

      WAARSCHUWING

      Milieuverontreiniging!

      Milieuverontreiniging als gevolg van onjuiste lozing in afvalwater.

      Neem de plaatselijke voorschriften inzake de behandeling van afvoerwater in acht.
      1. De aftapslang uit de houder nemen, en in een geschikt opvangvat leiden.


      2. De aftapslang op het daarvoor bestemde punt samendrukken of knikken.

      3. Het deksel van de aftapslang openen.

      4. Het vuil water aftappen. De waterhoeveelheid regelen door drukken of knikken.

      5. Het vuilwaterreservoir met helder water schoonspoelen.

      Spoelsysteem vuilwaterreservoir

      1. De aftapslang vuil water uit de houder nemen en boven een geschikte verzamelinrichting neerlaten.

      2. De deksel van de doseerinrichting aan de aftapslang openen.

      3. De deksel van het vuilwaterreservoir openen.

      4. De flexibele sluiting van het spoelsysteem eraf trekken.

      5. De waterslang verbinden met het spoelsysteem.


        1. Sluiting
        2. Klep voor reservoirventilatie
        3. Wateraansluiting spoelsysteem
      6. De deksel vuilwaterreservoir sluiten.

      7. De watertoevoer openen en het vuilwaterreservoir gedurende ca. 30 seconden spoelen.

        Indien nodig het spoelproces 2 - 3 keer herhalen.

      8. De watertoevoer sluiten en de slang loskoppelen van het apparaat.

      9. De flexibele sluiting weer op de watertoevoer van het spoelsysteem aanbrengen.

      10. De deksel van het vuilwaterreservoir sluiten. Daarbij de klep voor de reservoirventilatie indrukken, zodat er een spleet open blijft en het vuilwaterreservoir kan drogen.

      11. De aftapslang vuil water in de houder duwen en de deksel van de doseerinrichting sluiten.

      Schoon water aan de sluiting aflaten

      1. De sluiting schoonwaterreservoir openen.

      2. Het schone water aflaten.

      3. Het filter reinigen.

      4. De afsluiting verswaterreservoir aanbrengen.

      Schoon water via de niveau-indicatie aflaten

      1. De slang van de niveau-indicatie uit de houder nemen en naar beneden zwenken.

      2. De slang weer vastmaken.

      Container voor grof vuil legen

      (Alleen bij R-reinigingskop)

      1. De container voor grof vuil optillen en eruit trekken.


        1. Reservoir voor grof vuil
      2. Het reservoir voor grof vuil leegmaken en indien nodig reinigen.

      3. Het reservoir voor grof vuil terugplaatsen.

      Apparaat parkeren

      1. De programmaschakelaar naar de stand "0" draaien.

      2. De intelligente sleutel eruit trekken.

      3. De hendel reinigingskop optillen/neerlaten omlaag duwen en rechts vergrendelen.

      4. De hendel zuigbalkneerlating omhoog zwenken.

      5. Het apparaat tegen wegrollen beveiligen.

      6. De deksel van het vuilwaterreservoir sluiten. De klep voor de reservoirventilatie daarbij zo indrukken dat deze vastklikt in de groef van het schoonwaterreservoir, zodat het vuilwaterreservoir kan drogen.

      7. Eventueel de accu laden.

      Transport

      GEVAAR

      Rijden op stijgende hellingen

      Gevaar voor letsel

      Gebruik het apparaat voor het laden en lossen alleen op hellingen tot de maximale waarde (zie hoofdstuk "Technische gegevens").Rij langzaam.

      VOORZICHTIG

      Niet in acht nemen van het gewicht

      Gevaar voor letsel en beschadiging

      Neem voor transport het gewicht van het apparaat in acht.Het apparaat alleen laden als de vuil- en schoonwaterreservoirs leeg zijn.Belaad het apparaat alleen samen met een andere persoon of met behulp van de rijaandrijving.
      1. Het pedaal reinigingskop optillen/neerlaten omlaag duwen en rechts vergrendelen.

      2. De borstels uitnemen om beschadiging te voorkomen.

      3. De zuigbalk van het apparaat demonteren.

      4. Bij het transport in voertuigen het apparaat met de sjorogen conform de geldende richtlijnen tegen wegglijden en omvallen beveiligen.


      Opslag

      VOORZICHTIG

      Letsel- en beschadigingsgevaar door het niet in acht nemen van het gewicht

      Houd bij de opslag rekening met het gewicht van het apparaat.

      LET OP

      Vorst

      Vernietiging van het apparaat door bevriezend water.

      Verwijder al het water uit het apparaat.Bewaar het apparaat op een vorstvrije plaats.
      • Dit apparaat mag alleen in binnenruimtes worden opgeslagen.

      • Voor een langere levensduur de batterijen volledig opladen.

      • De batterijen bij opslag minstens één keer per maand volledig opladen.

      Verzorging en onderhoud

      GEVAAR

      Per ongeluk opstartend apparaat

      Gevaar voor letsel

      De programmaschakelaar naar de stand "0" draaien.Voor alle werkzaamheden aan het apparaat de intelligente sleutel uittrekken.Trek de netstekker van de oplader eruit.
      • Het vuilwater en vuilwater aftappen en afvoeren.

      Veiligheidsinspectie/onderhoudscontract

      Met uw dealer kunt u een regelmatige veiligheidsinspectie vastleggen of een onderhoudscontract afsluiten. Vraag hierover advies.

      Onderhoudsintervallen

      Na elk gebruik

      LET OP

      Beschadigingsgevaar!

      Gevaar voor beschadiging van het apparaat door onjuiste reiniging.

      Spuit het apparaat niet af met water en gebruik geen agressieve schoonmaakmiddelen.
      • Het vuil water aftappen.

      • Het vuilwaterreservoir reinigen met het spoelsysteem van het vuilwaterreservoir.

      • De grofvuilzeef uit het vuilwaterreservoir verwijderen en reinigen.

      • De turbinebeschermzeef controleren, indien nodig uitnemen en reinigen.

      • De buitenkant van het apparaat reinigen met een vochtige, in mild zeepsop gedrenkte doek.

      • Alleen R-reinigingsknop: Het reservoir voor grof vuil eruit nemen en leegmaken.

      • Alleen R-reinigingsknop: De waterverdeelstrip reinigen.

      • De zuiglippen schoonmaken, op slijtage controleren en indien nodig vervangen.

      • De schraaplippen aan de reinigingskop schoonmaken, op slijtage controleren en indien nodig vervangen.

      • De borstels schoonmaken, op slijtage controleren en indien nodig vervangen.

      • De deksel van het vuilwaterreservoir sluiten. De klep voor de reservoirventilatie indrukken, zodat er een spleet open blijft en het vuilwaterreservoir kan drogen.

      • De accu laden.

        Loodzuurbatterij:

        • Als de laadtoestand onder 50% is, de accu volledig en zonder onderbrekingen opladen.

        • Als de ladingstoestand boven 50% is, de accu alleen opladen, als u bij het volgende gebruik de volledige bedrijfsduur nodig hebt.

        Li-ionbatterij:

        • Herladen indien nodig.

      Eens per maand

      • Het schoonwaterreservoir leegmaken en uitspoelen.

      • Het filter verswater reinigen.

      • De vlotter reinigen.

      • Bij tijdelijk buiten gebruik gesteld apparaat met loodzuurbatterij: De compensatielading van de accu uitvoeren.

      • De accupool op oxidatie controleren, indien nodig afborstelen. Op vastheid van de verbindingskabels letten.

      • De afdichtingen tussen het vuilwaterreservoir en de deksel reinigen en op dichtheid controleren, indien nodig vervangen.

      • Alleen R-reinigingsknop: De borsteltunnel reinigen.

      • Alleen R-reinigingsknop: De waterverdeellijst aan de reinigingskop lostrekken en het waterkanaal reinigen.

      • Bij niet-onderhoudsvrije loodbatterijen de zuurdichtheid van de cellen controleren.

      • Bij een langere stilstandtijd het apparaat met volledig opgeladen accu's afzetten. De accu minstens maandelijks volledig opladen.

      Jaarlijks

      • De voorgeschreven inspectie door de klantenservice laten uitvoeren.

      Onderhoudswerkzaamheden

      Grofvuilfilter reinigen

      1. De deksel van het vuilwaterreservoir openen.


        1. Grofvuilzeef
      2. De grofvuilzeef er omhoog aftrekken.

      3. De grofvuilzeef onder stromend water schoonspoelen.

      4. De grofvuilzeef in het vuilwaterreservoir plaatsen.

      Waterverdeelstrip reinigen

      1. De vergrendelingshendel naar links duwen en tegelijkertijd de waterverdeelstrip van de reinigingskop wegtrekken.


        1. Waterverdeelbalk
        2. Vergrendelingshendel
      2. De waterverdeelstrip van de reinigingskop afnemen.

      3. De waterverdeelstrip reinigen.

      4. De linkerzijde van de strip in de reinigingskop plaatsen.

      5. De waterverdeelstrip in de richting van de reinigingskop zwenken en aan de rechterkant vastklikken.

      Filter verswater reinigen

      1. Het schone water aflaten.

      2. De afsluiting van het verswaterreservoir losschroeven.


        1. Filter verswater
        2. Afsluiting verswaterreservoir
      3. Het filter verswater eruit trekken en met schoon water schoonspoelen.

      4. Het filter verswater plaatsen.

      5. De afsluiting van het verswaterreservoir aanbrengen.

      Zuiglippen omkeren of vervangen

      Als de zuiglippen zijn versleten, moeten ze worden omgekeerd of vervangen.

      De zuiglippen kunnen 3 keer worden omgekeerd totdat alle 4 de randen zijn versleten.

      1. De zuigbalk verwijderen.

      2. De stergreep eruit schroeven.


        1. Stergreep
        2. Spanband
        3. Binnenste gedeelte zuigbalk
        4. Spansluiting
      3. Het binnenste gedeelte van de zuigbalk eruit trekken.

      4. De spansluiting openen.

      5. De spanband verwijderen.

      6. De zuiglippen uit het binnenste gedeelte verwijderen.


        1. Afstrijklip
        2. Steunlip
        3. Binnenste gedeelte zuigbalk
        4. Spanband
      7. De gebruikte of nieuwe zuiglippen op de noppen van het binnenste gedeelte van de zuigbalk drukken.

      8. De spanband aanbrengen.

      9. Het binnenste gedeelte van de zuigbalk in het bovenste deel schuiven.

      10. De stergreep erin schroeven en vastdraaien.

      Schijfborstel vervangen

      Instructie

      Vervang de schijfborstels wanneer de lengte van de haren 10 mm heeft bereikt.

      1. De hendel reinigingskop optillen/neerlaten omlaag duwen en rechts vergrendelen.

      2. Het borstelvervangpedaal naar beneden duwen.

      3. De discborstel zijdelings onder de reinigingskop uittrekken.

      4. De nieuwe schijfborstel onder de reinigingskop houden, omhoog drukken en vergrendelen.

      Borstelwalsen vervangen

      Instructie

      Vervang de borstelwalsen, als de borstellengte 10 mm heeft bereikt.

      1. De hendel reinigingskop optillen/neerlaten omlaag duwen en rechts vergrendelen.

      2. Op de toets borstelvervanging drukken.


        1. Toets borstelvervanging
        2. Lagerdeksel
        3. Borstelwals
      3. Het lagerdeksel naar rechts zwenken.

      4. De borstelwalsen eruit trekken.

      5. De nieuwe voorste borstelwals in de lagerpunten positioneren.

      6. De nieuwe achterste borstelwals in de lagerpunten positioneren.

      7. Het lagerdeksel terugzwenken en vastklikken.

      Pad vervangen


      1. Vergrendelingsbout duwstang
      2. Handgreep
      1. De vergrendelingsbout aan de zijkant van de duwstang uittrekken en verdraaien (2x).

      2. De orbitale kop vastnemen bij de handgreep en hem zo ver mogelijk omhoog draaien.

        Instructie

        De orbitale kop klikt in deze positie stevig vast met de vergrendelingsbout.

      3. De pad langzaam verwijderen van de drijfschijf.


        1. Centrelock
        2. Drijfschijf
      4. Lijn de nieuwe pad uit met de middelste vergrendeling.

      5. Druk de pad stevig op de drijfschijf.


        1. Vergrendelingsbout ophanging
      6. De orbitale kop bij de handgreep vasthouden, de vergrendelingsbout van de ophanging uittrekken, de orbitale kop terug in de werkstand zetten en de vergrendelingsbout van de ophanging gedraaid laten terugglijden in de uitgangspositie.

      7. De vergrendelingsbout van de duwstang in de schuifbus vergrendelen door de kop naar de lasbouwgroep te plaatsen en de greep van de vergrendelingsbouten (2x) te draaien.

        Instructie

        Zorg ervoor dat de vergrendelingsbout volledig ingevoerd vastzit.

      8. De handgreep tot aan de aanslag indrukken.

      Drijfschijf met pad vervangen


      1. Vergrendelingsbout duwstang
      2. Handgreep
      1. De vergrendelingsbout aan de zijkant van de duwstang uittrekken en verdraaien (2x).

      2. De orbitale kop vastnemen bij de handgreep en hem zo ver mogelijk omhoog draaien.

        Instructie

        De orbitale kop klikt in deze positie stevig vast met de vergrendelingsbout.

      3. De pad langzaam verwijderen van de drijfschijf.


        1. Drijfschijf
        2. Centrelock
      4. De schroef van de drijfschijf met aluminium adapter losschroeven (6x).

      5. De schroef van de centrelock lossen (3x).

      6. Drijfschijf met borstel vervangen.

      7. De drijfschijf met aluminium adapter opschroeven (6x).


        1. Vergrendelingsbout ophanging
      8. De orbitale kop bij de handgreep vasthouden, de vergrendelingsbout van de ophanging uittrekken, de orbitale kop terug in de werkstand zetten en de vergrendelingsbout van de ophanging gedraaid laten terugglijden in de uitgangspositie.

      9. De vergrendelingsbout van de duwstang in de schuifbus vergrendelen door de kop naar de lasbouwgroep te plaatsen en de greep van de vergrendelingsbouten (2x) te draaien.

        Instructie

        Zorg ervoor dat de vergrendelingsbout volledig ingevoerd vastzit.

      10. De handgreep tot aan de aanslag indrukken.

      Dagelijkse verzorging

      Borstelwals vervangen

      Borstelwals reinigen

      Vuilwaterreservoir spoelen met spoelsysteem

      Schoon water afvoeren

      Schoonwaterreservoir handmatig vullen

      Grofvuilreservoir leegmaken

      Zuigbalk monteren

      Veeglade leegmaken

      Zuigstrips vervangen

      Zuigbalk reinigen

      Vuilwaterreservoir handmatig reinigen

      Rengjør vannfordelingslist

      Rengjøringsrullebørste

      Vervangen / bijvullen

      Batterij opladen

      Reinigingsmiddelreservoir vervangen

      Zuigbalk reinigen

      Schoonwaterreservoir vullen met vulsysteem

      Schoonwaterfilter

      Vers water vullen met vulslang

      Spatbescherming vervangen

      Discborstel vervangen

      Zuiglippen vervangen

      Verdeelstrip schoon water

      Hulp bij storingen

      GEVAAR

      Per ongeluk opstartend apparaat

      Gevaar voor letsel

      De programmaschakelaar op "0" zetten alvorens werkzaamheden aan het apparaat uit te voeren.Voor alle werkzaamheden aan het apparaat de intelligente sleutel uittrekken.Trek de netstekker van de oplader eruit.
      • Het vuilwater en vuilwater aftappen en afvoeren.

      • Bij storingen die met deze tabel niet kunnen worden verholpen de klantenservice raadplegen.

      Storingen zonder weergave op het display

      • Het apparaat kan niet gestart worden 

      • De waterhoeveelheid is onvoldoende 

      • Het zuigvermogen is te gering 

      • Het reinigingsresultaat is onvoldoende 

      • De zuigturbine loopt met hoger toerental 

      • De borstels draaien niet 

      • Het apparaat vibreert bij het reinigen 

      • Alleen uitvoering DOSE: De reinigingsmiddeldosering werkt niet 

      • De aftapslang vuil water is verstopt 

      • KIK INVOEGEN 

      • VERKEERDE KIK 

      • GEEN BEVOEGDHEID 

      • GREEPSCHAKEL. LOSSEN! 

      • BATTERIJNIVEAU LAAG 

      • ACCU LEEG 

      • STORING WATERSTROMINGWaterklep geblokkeerd 

      • AANDR.MOT. OVERB. 

      • AANDRIJFMOT. BLOK.Rijmotor geblokkeerd 

      Het apparaat kan niet gestart worden

      Oplossing:

      1. De intelligente sleutel erin steken.

      2. De programmaschakelaar op het gewenste programma zetten.

      3. De rijhendel bedienen.

      4. De accu's controleren, eventueel opladen.

      5. Controleren of de accupolen zijn aangesloten.

      De waterhoeveelheid is onvoldoende

      Oplossing:

      1. De vulstand van het verswater controleren, eventueel de tank vullen.

      2. De hoeveelheid water verhogen.

        1. Uitvoering DOSE: De waterhoeveelheid instellen met de toets waterhoeveelheid op het bedieningspaneel.

        2. Andere uitvoeringen: De waterhoeveelheid met de regelknop waterhoeveelheid instellen.

      3. Het filter verswater reinigen.

      4. R-reinigingskop: De waterverdeelstrip reinigen.

      5. De slangen op verstopping controleren, eventueel reinigen.

      Het zuigvermogen is te gering

      Oplossing:

      1. De programmaschakelaar op de NORMALE of INTENSIEVE MODUS zetten.

      2. De zuigkracht in de app instellen op HOOG.

      3. Het apparaat afzetten en het vuilwater aftappen.

      4. Controleren of de deksel van de vuilwater-aftapslang is gesloten.

      5. De afdichtingen tussen het vuilwaterreservoir en de deksel reinigen en op dichtheid controleren, eventueel vervangen.

      6. De turbinebeschermzeef op verontreiniging controleren, indien nodig reinigen.

      7. De zuiglippen van de zuigbalk reinigen, eventueel omkeren of vervangen.

      8. De zuigslang op verstopping controleren eventueel reinigen.

      9. De aanzuigslang op dichtheid controleren, eventueel reinigen.

      10. De instelling van de zuigbalk controleren.

      11. Het vuilwaterreservoir vastnemen aan de verzonken greep en zijwaarts omhoog zwenken.

        1. De afdichting aan de zuigturbine controleren.

        2. De afdichting aan het zuigkanaal controleren.


        1. Afdichting zuigkanaal
        2. Afdichting zuigturbine

      Het reinigingsresultaat is onvoldoende

      Oplossing:

      1. De snelheid reduceren.

      2. Een intensiever reinigingsprogramma kiezen.

      3. De borstel op slijtage controleren, eventueel vervangen.

      4. De borstel op verontreiniging controleren, indien nodig reinigen.

      5. Het borsteltype en het reinigingsmiddel op geschiktheid controleren.

      6. De watertoevoer controleren.

      7. De hoeveelheid water verhogen.

      8. De twee-stappenmethode gebruiken: In de eerste werkgang reinigen zonder afzuiging, in de tweede werkgang reinigen met afzuiging.

      De zuigturbine loopt met hoger toerental

      Oplossing:

      1. Het vuilwater aftappen.

      2. De vlotter reinigen.

      3. De pluizenzeef controleren, eventueel reinigen.

      4. De zuigslang op verstopping controleren eventueel reinigen.

      5. De zuigbalk op verstopping controleren, eventueel verstopping verhelpen

      De borstels draaien niet

      Oplossing:

      1. Controleren of een vreemd voorwerp de borstels blokkeert, eventueel het voorwerp verwijderen.

      2. De programmaschakelaar op het gewenste programma zetten.

      3. De reinigingskop neerlaten.

      Het apparaat vibreert bij het reinigen

      Oplossing:

      1. Controleren of de borstel(s) correct zijn gemonteerd.

      2. Een zachtere borstel gebruiken.

      3. De borstel vernieuwen.

      Alleen uitvoering DOSE: De reinigingsmiddeldosering werkt niet

      Oplossing:

      1. Het reinigingsmiddelniveau in de reinigingsmiddel-jerrycan controleren.

      2. De reinigingsmiddelendosering verhogen.

      3. De aansluiting van de reinigingsmiddelslang op de reinigingsmiddel-jerrycan controleren.

      4. Het filter in de reinigingsmiddel-jerrycan reinigen.

      5. De terugslagklep in de slang naar de reinigingskop controleren op verstopping.

      6. De slangen controleren op lekkage.

      7. De werking van de reinigingsmiddelpomp controleren.

      De aftapslang vuil water is verstopt

      Oplossing:

      1. De deksel van de doseerinrichting aan de aftapslang openen.

      2. De zuigslang van de zuigbalk trekken en met de hand sluiten.

      3. De programmaschakelaar op een programma met afzuiging zetten.

        De verstopping wordt uit de aftapslang in het vuilwaterreservoir gezogen.

      KIK INVOEGEN 

      Oorzaak:

      Geen intelligente sleutel ingestoken.

      Oplossing:

      • Een intelligente sleutel erin steken.

      VERKEERDE KIK

       

      Oorzaak:

      De ingestoken intelligente sleutel geeft geen toestemming voor het uitvoeren van de geselecteerde functie.

      Oplossing:

      • Een andere intelligente sleutel gebruiken.

      • Eventueel de gebruikte intelligente sleutel laten activeren (afhankelijk van het geval).

      GEEN BEVOEGDHEID

       

      Oorzaak:

      De ingestoken intelligente sleutel geeft geen toestemming voor het uitvoeren van de geselecteerde functie.

      Oplossing:

      • Een andere intelligente sleutel gebruiken.

      • Eventueel de gebruikte intelligente sleutel laten activeren (afhankelijk van het geval).

      GREEPSCHAKEL. LOSSEN!

       

      Oorzaak:

      Wanneer het apparaat wordt ingeschakeld, wordt een rijhendel bediend.

      Oplossing:

      • Beide rijhendels loslaten.

      BATTERIJNIVEAU LAAG

       

      Oorzaak:

      De batterij is bijna leeg. De reinigingsfuncties van het apparaat worden automatisch uitgeschakeld.

      Oplossing:

      • Het apparaat naar het oplaadstation rijden en de batterij opladen.

      ACCU LEEG

       

      Oorzaak:

      De batterij is leeg. De reinigingsfuncties en de rijaandrijving zijn uitgeschakeld.

      Oplossing:

      • Het apparaat uitschakelen, even wachten en weer inschakelen. Vervolgens naar het oplaadstation rijden. Eventueel in uitgeschakelde toestand naar het oplaadstation duwen. De accu opladen.

      STORING WATERSTROMING

      Waterklep geblokkeerd

      Oorzaak:

      De elektrische waterklep is defect.

      Oplossing:

      • Contacteer de Klantenservice.

      AANDR.MOT. OVERB.

       

      Oorzaak:

      Het stroomverbruik van de rijmotor is te hoog.

      Oplossing:

      • De rijaandrijving controleren op vreemde voorwerpen.

      • Een weg met geringe helling kiezen.

      • Het apparaat uitschakelen, even wachten, het apparaat weer inschakelen.

      AANDRIJFMOT. BLOK.

      Rijmotor geblokkeerd

      Oorzaak:

      De rijmotor is geblokkeerd.

      Oplossing:

      • De rijaandrijving controleren op vreemde voorwerpen.

      • Elk aandrijfwiel afzonderlijk opkrikken en controleren of het kan worden gedraaid.

      Storingen weergegeven op het display

      • Het apparaat kan niet gestart worden 

      • De waterhoeveelheid is onvoldoende 

      • Het zuigvermogen is te gering 

      • Het reinigingsresultaat is onvoldoende 

      • De zuigturbine loopt met hoger toerental 

      • De borstels draaien niet 

      • Het apparaat vibreert bij het reinigen 

      • Alleen uitvoering DOSE: De reinigingsmiddeldosering werkt niet 

      • De aftapslang vuil water is verstopt 

      • KIK INVOEGEN 

      • VERKEERDE KIK 

      • GEEN BEVOEGDHEID 

      • GREEPSCHAKEL. LOSSEN! 

      • BATTERIJNIVEAU LAAG 

      • ACCU LEEG 

      • STORING WATERSTROMINGWaterklep geblokkeerd 

      • AANDR.MOT. OVERB. 

      • AANDRIJFMOT. BLOK.Rijmotor geblokkeerd 

      Het apparaat kan niet gestart worden

      Oplossing:

      1. De intelligente sleutel erin steken.

      2. De programmaschakelaar op het gewenste programma zetten.

      3. De rijhendel bedienen.

      4. De accu's controleren, eventueel opladen.

      5. Controleren of de accupolen zijn aangesloten.

      De waterhoeveelheid is onvoldoende

      Oplossing:

      1. De vulstand van het verswater controleren, eventueel de tank vullen.

      2. De hoeveelheid water verhogen.

        1. Uitvoering DOSE: De waterhoeveelheid instellen met de toets waterhoeveelheid op het bedieningspaneel.

        2. Andere uitvoeringen: De waterhoeveelheid met de regelknop waterhoeveelheid instellen.

      3. Het filter verswater reinigen.

      4. R-reinigingskop: De waterverdeelstrip reinigen.

      5. De slangen op verstopping controleren, eventueel reinigen.

      Het zuigvermogen is te gering

      Oplossing:

      1. De programmaschakelaar op de NORMALE of INTENSIEVE MODUS zetten.

      2. De zuigkracht in de app instellen op HOOG.

      3. Het apparaat afzetten en het vuilwater aftappen.

      4. Controleren of de deksel van de vuilwater-aftapslang is gesloten.

      5. De afdichtingen tussen het vuilwaterreservoir en de deksel reinigen en op dichtheid controleren, eventueel vervangen.

      6. De turbinebeschermzeef op verontreiniging controleren, indien nodig reinigen.

      7. De zuiglippen van de zuigbalk reinigen, eventueel omkeren of vervangen.

      8. De zuigslang op verstopping controleren eventueel reinigen.

      9. De aanzuigslang op dichtheid controleren, eventueel reinigen.

      10. De instelling van de zuigbalk controleren.

      11. Het vuilwaterreservoir vastnemen aan de verzonken greep en zijwaarts omhoog zwenken.

        1. De afdichting aan de zuigturbine controleren.

        2. De afdichting aan het zuigkanaal controleren.


        1. Afdichting zuigkanaal
        2. Afdichting zuigturbine

      Het reinigingsresultaat is onvoldoende

      Oplossing:

      1. De snelheid reduceren.

      2. Een intensiever reinigingsprogramma kiezen.

      3. De borstel op slijtage controleren, eventueel vervangen.

      4. De borstel op verontreiniging controleren, indien nodig reinigen.

      5. Het borsteltype en het reinigingsmiddel op geschiktheid controleren.

      6. De watertoevoer controleren.

      7. De hoeveelheid water verhogen.

      8. De twee-stappenmethode gebruiken: In de eerste werkgang reinigen zonder afzuiging, in de tweede werkgang reinigen met afzuiging.

      De zuigturbine loopt met hoger toerental

      Oplossing:

      1. Het vuilwater aftappen.

      2. De vlotter reinigen.

      3. De pluizenzeef controleren, eventueel reinigen.

      4. De zuigslang op verstopping controleren eventueel reinigen.

      5. De zuigbalk op verstopping controleren, eventueel verstopping verhelpen

      De borstels draaien niet

      Oplossing:

      1. Controleren of een vreemd voorwerp de borstels blokkeert, eventueel het voorwerp verwijderen.

      2. De programmaschakelaar op het gewenste programma zetten.

      3. De reinigingskop neerlaten.

      Het apparaat vibreert bij het reinigen

      Oplossing:

      1. Controleren of de borstel(s) correct zijn gemonteerd.

      2. Een zachtere borstel gebruiken.

      3. De borstel vernieuwen.

      Alleen uitvoering DOSE: De reinigingsmiddeldosering werkt niet

      Oplossing:

      1. Het reinigingsmiddelniveau in de reinigingsmiddel-jerrycan controleren.

      2. De reinigingsmiddelendosering verhogen.

      3. De aansluiting van de reinigingsmiddelslang op de reinigingsmiddel-jerrycan controleren.

      4. Het filter in de reinigingsmiddel-jerrycan reinigen.

      5. De terugslagklep in de slang naar de reinigingskop controleren op verstopping.

      6. De slangen controleren op lekkage.

      7. De werking van de reinigingsmiddelpomp controleren.

      De aftapslang vuil water is verstopt

      Oplossing:

      1. De deksel van de doseerinrichting aan de aftapslang openen.

      2. De zuigslang van de zuigbalk trekken en met de hand sluiten.

      3. De programmaschakelaar op een programma met afzuiging zetten.

        De verstopping wordt uit de aftapslang in het vuilwaterreservoir gezogen.

      KIK INVOEGEN 

      Oorzaak:

      Geen intelligente sleutel ingestoken.

      Oplossing:

      • Een intelligente sleutel erin steken.

      VERKEERDE KIK

       

      Oorzaak:

      De ingestoken intelligente sleutel geeft geen toestemming voor het uitvoeren van de geselecteerde functie.

      Oplossing:

      • Een andere intelligente sleutel gebruiken.

      • Eventueel de gebruikte intelligente sleutel laten activeren (afhankelijk van het geval).

      GEEN BEVOEGDHEID

       

      Oorzaak:

      De ingestoken intelligente sleutel geeft geen toestemming voor het uitvoeren van de geselecteerde functie.

      Oplossing:

      • Een andere intelligente sleutel gebruiken.

      • Eventueel de gebruikte intelligente sleutel laten activeren (afhankelijk van het geval).

      GREEPSCHAKEL. LOSSEN!

       

      Oorzaak:

      Wanneer het apparaat wordt ingeschakeld, wordt een rijhendel bediend.

      Oplossing:

      • Beide rijhendels loslaten.

      BATTERIJNIVEAU LAAG

       

      Oorzaak:

      De batterij is bijna leeg. De reinigingsfuncties van het apparaat worden automatisch uitgeschakeld.

      Oplossing:

      • Het apparaat naar het oplaadstation rijden en de batterij opladen.

      ACCU LEEG

       

      Oorzaak:

      De batterij is leeg. De reinigingsfuncties en de rijaandrijving zijn uitgeschakeld.

      Oplossing:

      • Het apparaat uitschakelen, even wachten en weer inschakelen. Vervolgens naar het oplaadstation rijden. Eventueel in uitgeschakelde toestand naar het oplaadstation duwen. De accu opladen.

      STORING WATERSTROMING

      Waterklep geblokkeerd

      Oorzaak:

      De elektrische waterklep is defect.

      Oplossing:

      • Contacteer de Klantenservice.

      AANDR.MOT. OVERB.

       

      Oorzaak:

      Het stroomverbruik van de rijmotor is te hoog.

      Oplossing:

      • De rijaandrijving controleren op vreemde voorwerpen.

      • Een weg met geringe helling kiezen.

      • Het apparaat uitschakelen, even wachten, het apparaat weer inschakelen.

      AANDRIJFMOT. BLOK.

      Rijmotor geblokkeerd

      Oorzaak:

      De rijmotor is geblokkeerd.

      Oplossing:

      • De rijaandrijving controleren op vreemde voorwerpen.

      • Elk aandrijfwiel afzonderlijk opkrikken en controleren of het kan worden gedraaid.

      Technische gegevens

      • D 51 

      • D 60 

      • R 55 

      • O 51 

      D 51

      Algemeen
      Rijsnelheid (max.)
      6 km/h
      Theoretische oppervlaktecapaciteit
      3060 m2/h
      Praktische oppervlaktecapaciteit
      1380 m2/h
      Volume vuilwaterreservoir
      50 l
      Volume grofvuilreservoir
      - l
      Volume reinigingsmiddeltank (optie dosering)
      3 l
      Reinigingsmiddeldosering
      0...3 %
      Waterdosering
      0...2,5±0,2 l/min
      Afmetingen
      Lengte
      1375 mm
      Breedte zonder zuigbalk
      542 mm
      Hoogte
      1082 mm
      Werkbreedte
      510 mm
      Afmeting verpakking lxbxh
      1505x770x1271 mm
      Bandenuitrusting
      Voorwiel, breedte
      50 mm
      Voorwiel, diameter
      200 mm
      Achterwiel, breedte
      28 mm
      Achterwiel, diameter
      100 mm
      Gewicht
      Toegestaan totaal gewicht
      245 kg
      Leeggewicht (transportgewicht)
      195 kg
      Borstelcontactkracht, max.
      290 (29) N (kg)
      Borstelcontactkracht, max.
      3,2 (32) N/m2 (g/cm2)
      Gegevens capaciteit apparaat
      Nominale spanning
      24 V
      Nominale spanning, li-ion
      25,6 V
      Accucapaciteit
      76 / 80 / 105 / 115 Ah (5 h)
      Batterijcapaciteit, li-ion
      80 Ah (5 h)
      Gemiddelde netbelasting
      1300 W
      Vermogen rijmotor
      130 W
      Vermogen zuigturbine
      250 W
      Vermogen borstelaandrijving
      800 W
      Beschermingsgraad
      IPX3
      Zuigen
      Zuigvermogen, luchthoeveelheid
      21 l/s
      Onderdruk (max.)
      9,5 (95) kPa (mbar)
      Reinigingsborstel
      Borsteldoorsnede
      510 mm
      Borstellengte
      - mm
      Borsteltoerental
      140 1/min
      Interne oplader
      Nominale spanning
      100...240 V
      Frequentie
      50-60 Hz
      Stroomopname
      max 5 A
      Oplaadtijd
      max 14 h
      Interne snellader (alleen lithium-ion versie)
      Nominale spanning
      100...240 V
      Frequentie
      50-60 Hz
      Stroomopname
      max 10 A
      Oplaadtijd
      max 2,5 h
      Omgevingsvoorwaarden
      Toegestaan temperatuurbereik
      5...40 °C
      Watertemperatuuur max.
      50 °C
      Waterdruk vulsysteem
      1(10) MPa (bar)
      Waterdruk vuilwaterreservoir-spoelsysteem
      1 (10) MPa (bar)
      Relatieve luchtvochtigheid
      20...90 %
      Helling
      Stijging werkbereik max.
      2 %
      Berekende waarden conform EN 60335-2-72
      Hand-arm-vibratiewaarde
      0,2 m/s2
      Onzekerheid K
      0,2 m/s2
      Geluidsdrukniveau LpA normaal bedrijf
      65 dB(A)
      Onzekerheid KpA
      2 dB(A)
      Geluidsvermogensniveau LWA + onzekerheid KWA normaal bedrijf
      81 dB(A)

      D 60

      Algemeen
      Rijsnelheid (max.)
      6 km/h
      Theoretische oppervlaktecapaciteit
      3600 m2/h
      Praktische oppervlaktecapaciteit
      1620 m2/h
      Volume vuilwaterreservoir
      50 l
      Volume grofvuilreservoir
      - l
      Volume reinigingsmiddeltank (optie dosering)
      3 l
      Reinigingsmiddeldosering
      0...3 %
      Waterdosering
      0...2,6±0,2 l/min
      Afmetingen
      Lengte
      1290 mm
      Breedte zonder zuigbalk
      542 mm
      Hoogte
      1082 mm
      Werkbreedte
      600 mm
      Afmeting verpakking lxbxh
      1505x770x1271 mm
      Bandenuitrusting
      Voorwiel, breedte
      50 mm
      Voorwiel, diameter
      200 mm
      Achterwiel, breedte
      28 mm
      Achterwiel, diameter
      100 mm
      Gewicht
      Toegestaan totaal gewicht
      241 kg
      Leeggewicht (transportgewicht)
      191 kg
      Borstelcontactkracht, max.
      250 (25) N (kg)
      Borstelcontactkracht, max.
      2,5 (25) N/m2 (g/cm2)
      Gegevens capaciteit apparaat
      Nominale spanning
      24 V
      Nominale spanning, li-ion
      25,6 V
      Accucapaciteit
      76 / 80 / 105 / 115 Ah (5 h)
      Batterijcapaciteit, li-ion
      80 Ah (5 h)
      Gemiddelde netbelasting
      1300 W
      Vermogen rijmotor
      130 W
      Vermogen zuigturbine
      250 W
      Vermogen borstelaandrijving
      800 W
      Beschermingsgraad
      IPX3
      Zuigen
      Zuigvermogen, luchthoeveelheid
      21 l/s
      Onderdruk (max.)
      9,5 (95) kPa (mbar)
      Reinigingsborstel
      Borsteldoorsnede
      600 mm
      Borstellengte
      - mm
      Borsteltoerental
      150 1/min
      Interne oplader
      Nominale spanning
      100...240 V
      Frequentie
      50-60 Hz
      Stroomopname
      max 5 A
      Oplaadtijd
      max 14 h
      Interne snellader (alleen lithium-ion versie)
      Nominale spanning
      100...240 V
      Frequentie
      50-60 Hz
      Stroomopname
      max 10 A
      Oplaadtijd
      max 2,5 h
      Omgevingsvoorwaarden
      Toegestaan temperatuurbereik
      5...40 °C
      Watertemperatuuur max.
      50 °C
      Waterdruk vulsysteem
      1(10) MPa (bar)
      Waterdruk vuilwaterreservoir-spoelsysteem
      1 (10) MPa (bar)
      Relatieve luchtvochtigheid
      20...90 %
      Helling
      Stijging werkbereik max.
      2 %
      Berekende waarden conform EN 60335-2-72
      Hand-arm-vibratiewaarde
      0,2 m/s2
      Onzekerheid K
      0,2 dB(A)
      Geluidsdrukniveau LpA normaal bedrijf
      65 dB(A)
      Onzekerheid KpA
      2 dB(A)
      Geluidsvermogensniveau LWA + onzekerheid KWA normaal bedrijf
      81 dB(A)

      R 55

      Algemeen
      Rijsnelheid (max.)
      6 km/h
      Theoretische oppervlaktecapaciteit
      3060 m2/h
      Praktische oppervlaktecapaciteit
      1490 m2/h
      Volume vuilwaterreservoir
      50 l
      Volume grofvuilreservoir
      3,5 l
      Volume reinigingsmiddeltank (optie dosering)
      3 l
      Reinigingsmiddeldosering
      0...3 %
      Waterdosering
      0...2,6±0,2 l/min
      Afmetingen
      Lengte
      1284 mm
      Breedte zonder zuigbalk
      542 mm
      Hoogte
      1082 mm
      Werkbreedte
      550 mm
      Afmeting verpakking lxbxh
      1505x770x1271 mm
      Bandenuitrusting
      Voorwiel, breedte
      50 mm
      Voorwiel, diameter
      200 mm
      Achterwiel, breedte
      28 mm
      Achterwiel, diameter
      100 mm
      Gewicht
      Toegestaan totaal gewicht
      235 kg
      Leeggewicht (transportgewicht)
      185 kg
      Borstelcontactkracht, max.
      155 (15,5) N (kg)
      Borstelcontactkracht, max.
      6,3 (63) N/m2 (g/cm2)
      Gegevens capaciteit apparaat
      Nominale spanning
      24 V
      Nominale spanning, li-ion
      25,6 V
      Accucapaciteit
      76 / 80 / 105 / 115 Ah (5 h)
      Batterijcapaciteit, li-ion
      80 Ah (5 h)
      Gemiddelde netbelasting
      1350 W
      Vermogen rijmotor
      130 W
      Vermogen zuigturbine
      250 W
      Vermogen borstelaandrijving
      980 W
      Beschermingsgraad
      IPX3
      Zuigen
      Zuigvermogen, luchthoeveelheid
      21 l/s
      Onderdruk (max.)
      9,5 (95) kPa (mbar)
      Reinigingsborstel
      Borsteldoorsnede
      96 mm
      Borstellengte
      550 mm
      Borsteltoerental
      965 1/min
      Interne oplader
      Nominale spanning
      100...240 V
      Frequentie
      50-60 Hz
      Stroomopname
      max 5 A
      Oplaadtijd
      max 14 h
      Interne snellader (alleen lithium-ion versie)
      Nominale spanning
      100...240 V
      Frequentie
      50-60 Hz
      Stroomopname
      max 10 A
      Oplaadtijd
      max 2,5 h
      Omgevingsvoorwaarden
      Toegestaan temperatuurbereik
      5...40 °C
      Watertemperatuuur max.
      50 °C
      Waterdruk vulsysteem
      1(10) MPa (bar)
      Waterdruk vuilwaterreservoir-spoelsysteem
      1 (10) MPa (bar)
      Relatieve luchtvochtigheid
      20...90 %
      Helling
      Stijging werkbereik max.
      2 %
      Berekende waarden conform EN 60335-2-72
      Hand-arm-vibratiewaarde
      0,2 m/s2
      Onzekerheid K
      0,2 m/s2
      Geluidsdrukniveau LpA normaal bedrijf
      65 dB(A)
      Onzekerheid KpA
      2 dB(A)
      Geluidsvermogensniveau LWA + onzekerheid KWA normaal bedrijf
      81 dB(A)

      O 51

      Algemeen
      Rijsnelheid (max.)
      6 km/h
      Theoretische oppervlaktecapaciteit
      3060 m2/h
      Praktische oppervlaktecapaciteit
      1380 m2/h
      Volume vuilwaterreservoir
      50 l
      Volume grofvuilreservoir
      - l
      Volume reinigingsmiddeltank (optie dosering)
      3 l
      Reinigingsmiddeldosering
      0...3 %
      Waterdosering
      0...2,5±0,2 l/min
      Afmetingen
      Lengte
      1380 mm
      Breedte zonder zuigbalk
      542 mm
      Hoogte
      1082 mm
      Werkbreedte
      510 mm
      Afmeting verpakking lxbxh
      1505x770x1271 mm
      Bandenuitrusting
      Voorwiel, breedte
      50 mm
      Voorwiel, diameter
      200 mm
      Achterwiel, breedte
      28 mm
      Achterwiel, diameter
      100 mm
      Gewicht
      Toegestaan totaal gewicht
      257 kg
      Leeggewicht (transportgewicht)
      207 kg
      Borstelcontactkracht, max.
      340 (34) N (kg)
      Borstelcontactkracht, max.
      3,2 (32) N/m2 (g/cm2)
      Gegevens capaciteit apparaat
      Nominale spanning
      24 V
      Nominale spanning, li-ion
      25,6 V
      Accucapaciteit
      76 / 80 / 105 / 115 Ah (5 h)
      Batterijcapaciteit, li-ion
      80 Ah (5 h)
      Gemiddelde netbelasting
      1300 W
      Vermogen rijmotor
      130 W
      Vermogen zuigturbine
      250 W
      Vermogen borstelaandrijving
      800 W
      Beschermingsgraad
      IPX3
      Zuigen
      Zuigvermogen, luchthoeveelheid
      21 l/s
      Onderdruk (max.)
      9,5 (95) kPa (mbar)
      Reinigingsborstel
      Borsteldoorsnede
      510 mm
      Borstellengte
      - mm
      Borsteltoerental
      140 1/min
      Interne oplader
      Nominale spanning
      100...240 V
      Frequentie
      50-60 Hz
      Stroomopname
      max 5 A
      Oplaadtijd
      max 14 h
      Interne snellader (alleen lithium-ion versie)
      Nominale spanning
      100...240 V
      Frequentie
      50-60 Hz
      Stroomopname
      max 10 A
      Oplaadtijd
      max 2,5 h
      Omgevingsvoorwaarden
      Toegestaan temperatuurbereik
      5...40 °C
      Watertemperatuuur max.
      50 °C
      Waterdruk vulsysteem
      1(10) MPa (bar)
      Waterdruk vuilwaterreservoir-spoelsysteem
      1 (10) MPa (bar)
      Relatieve luchtvochtigheid
      20...90 %
      Helling
      Stijging werkbereik max.
      2 %
      Berekende waarden conform EN 60335-2-72
      Hand-arm-vibratiewaarde
      0,2 m/s2
      Onzekerheid K
      0,2 m/s2
      Geluidsdrukniveau LpA normaal bedrijf
      65 dB(A)
      Onzekerheid KpA
      2 dB(A)
      Geluidsvermogensniveau LWA + onzekerheid KWA normaal bedrijf
      81 dB(A)

      Garantie

      In elk land gelden de garantievoorwaarden die door onze verantwoordelijke verkoopmaatschappij zijn uitgegeven. Mogelijke storingen aan uw apparaat verhelpen we binnen de garantieperiode gratis, voor zover een materiaal- of fabricagefout de oorzaak is. Als u gebruik wilt maken van de garantie, neemt u met uw aankoopbon contact op met uw distributeur of de dichtstbijzijnde geautoriseerde klantenservice.

      Meer informatie vindt u onder: www.kaercher.com/dealersearch

      Meer informatie over de garantie (indien beschikbaar) vindt u in het servicegedeelte van uw lokale Kärcher-website onder "Downloads".

      EU-conformiteitsverklaring

      Hiermee verklaren wij dat de hierna vermelde machine op basis van het ontwerp en type en in de door ons op de markt gebrachte uitvoering voldoet aan de relevante veiligheids- en gezondheidsvereisten van de EU-richtlijnen. Bij een niet door ons goedgekeurde wijziging van de machine verliest deze verklaring zijn geldigheid.

      Product: bodemreiniger

      Type: 1.533-xxx

      Relevante EU-richtlijnen

      2006/42/EG (+2009/127/EG)

      2014/30/EU

      2014/53/EU (TCU)

      Toegepaste geharmoniseerde normen

      EN 60335-1

      EN 60335-2-29

      EN 60335-2-72

      EN 62311: 2008

      EN 55012: 2007 + A1: 2009

      EN 61000-6-3: 2007 + A1:2011

      EN IEC 61000-6-2: 2005

      TCU

      EN 301 511 V12.5.1

      EN 300 440 V2.1.1

      EN 300 328 V2.2.2

      EN 300 330 V2.1.1

      Toegepaste nationale normen

      -

      De ondergetekenden handelen in opdracht en met volmacht van de directie.


      Gevolmachtigde voor de documentatie:

      S. Reiser

      Alfred Kärcher SE & Co. KG

      Alfred-Kärcher-Str. 28 - 40

      71364 Winnenden (Germany)

      Tel.: +49 7195 14-0

      Fax: +49 7195 14-2212

      Winnenden, 2021/08/01

      <BackPage>

      2-2-NN-A4-GS-19869



      </BackPage>
      <BackPage>

      </BackPage>