IB 10/8 L2P
59793230 (08/22)
59793230 (08/22)
Lees voor het eerste gebruik van het toestel deze originele gebruiksaanwijzing en volg de instructies erin op. Bewaar de originele gebruiksaanwijzing voor later gebruik of voor de volgende eigenaar.
Het apparaat wordt gebruikt om verontreinigingen te verwijderen met droogijspellets die worden versneld door een luchtstraal.
Het apparaat heeft een geïntegreerde droogijspelletproductie. Hiervoor is vloeibaar kooldioxide uit een fles met dompelbuis nodig.
Het apparaat mag niet in een explosiegevaarlijke omgeving worden gebruikt.
De in het hoofdstuk "Technische gegevens" aangegeven minimale luchtverversingsgraad moet op de gebruiksplaats worden aangehouden.
De behuizing van het apparaat mag alleen voor onderhoudsdoeleinden worden verwijderd door de klantenservice van KÄRCHER.
Om een probleemloze werking te garanderen, moet de gebruikte kooldioxide ten minste voldoen aan de volgende specificaties:
Kooldioxide technisch, klasse 2,5 of beter
Zuiverheid ≥ 99,5%
Watergehalte (H.2O) ≤ 250 ppm
NVOC (olie en vet) ≤ 2 ppm
Door het ontspannen van vloeibare kooldioxide wordt kooldioxide-sneeuw gecreëerd. De gasvormige kooldioxide die ook vrijkomt, wordt via de afvoerslang van de werkplek weg geleid.
De kooldioxide-sneeuw wordt in het apparaat tot droogijspellets geperst.
Perslucht bereikt het straalpistool via een magneetklep. De luchtdruk wordt geregeld door een ter plaatse aanwezige drukregelaar. Door het bedienen van de triggerhendel van het straalpistool gaat de klep open en treedt de lichtstraal uit het straalpistool. Daarnaast worden droogijspellets via een doseerapparaat in de luchtstraal gedoseerd.
De droogijspellets raken het te reinigen oppervlak en verwijderen het vuil. De koude droogijspellets van -79 °C veroorzaken ook thermische spanningen tussen het vuil en het te reinigen object – wat ook bijdraagt aan het losmaken van het vuil. Bovendien verandert het droogijs bij contact onmiddellijk in gasvormige kooldioxide, waardoor het 700 keer zijn volume inneemt. Vuil dat in het droogijs is binnengedrongen, wordt hierdoor weggeblazen.
Het verpakkingsmateriaal is recyclebaar. Gooi verpakkingen met het gescheiden afval weg.
Elektrische en elektronische apparaten bevatten waardevolle recyclebare materialen en vaak onderdelen zoals batterijen, accu's of olie, die bij onjuiste omgang of verkeerd weggooien een mogelijk gevaar voor de gezondheid en het milieu kunnen vormen. Voor een correct gebruik van het apparaat zijn deze onderdelen echter noodzakelijk. Apparaten met dit symbool mogen niet met het huisvuil worden weggegooid.
Instructies voor inhoudsstoffen (REACH)Actuele informatie over inhoudsstoffen vindt u onder: www.kaercher.nl/REACH
Het apparaat mag alleen worden gebruikt door personen die deze gebruiksaanwijzing hebben gelezen en begrepen. In het bijzonder moeten alle veiligheidsinstructies in acht worden genomen.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing, zodat de bediener er altijd over kan beschikken.
De exploitant van het apparaat moet ter plaatse een risicobeoordeling uitvoeren en ervoor zorgen dat de bedieners geïnstrueerd worden.
Aanwijzing voor direct dreigend gevaar dat tot zware of dodelijke verwondingen leidt.
Aanwijzing voor een mogelijk gevaarlijke situatie die tot zware of dodelijke verwondingen kan leiden.
Aanwijzing voor een mogelijk gevaarlijke situatie die tot lichte verwondingen kan leiden.
Aanwijzing voor een mogelijk gevaarlijke situatie die tot materiële schade kan leiden.
Gevaar van rondvliegende droogijspellets.
Richt de straalbuis niet op personen. Verwijder alle personen van de plaats van gebruik en houd ze tijdens het gebruik uit de buurt (bijv. door barrières). Raak het mondstuk of de droogijsstraal tijdens de werking niet aan.
Gevaar voor verstikking door kooldioxide.
Tijdens de werking neemt het kooldioxidegehalte van de lucht op de werkplek toe.
Zorg voor voldoende luchtverversing op de werkplek.
Leg bijvoorbeeld de afvoerslang naar buiten, zodat niemand in gevaar wordt gebracht door kooldioxide.
Opmerking: Kooldioxide is zwaarder dan lucht. Zorg ervoor dat kooldioxide niet naar beneden kan (stromen), bijvoorbeeld van buitenaf in een kelder onder de werkplaats.
Het dragen van een kooldioxide-waarschuwingsapparaat wordt aanbevolen bij langer durend straalwerk (langer dan 10 minuten per dag) en vooral in kleine ruimten (minder dan 300 m³).
Tekenen van hoge kooldioxideconcentratie:
3...5%: Hoofdpijn, hoge ademhalingsfrequentie.
7...10%: Hoofdpijn, misselijkheid, mogelijk bewusteloosheid.
Als een van deze tekenen zich voordoet, zet het apparaat dan onmiddellijk uit en ga naar buiten voor frisse lucht. Verbeter de ventilatiemaatregelen of gebruik een ademhalingstoestel alvorens verder te werken.
Kooldioxide is zwaarder dan lucht en hoopt zich op in besloten ruimten, lager gelegen kamers of in gesloten containers. Zorg ervoor dat de werkplek voldoende geventileerd is.
Neem het veiligheidsinformatieblad van de leverancier van het kooldioxide in acht.
Gevaar voor letsel, gevaar voor schade door elektrostatische oplading.
Tijdens het reinigingsproces kan het reinigingsvoorwerp elektrostatisch geladen raken.
Aard het te reinigen voorwerp en handhaaf de aarding tot het reinigingsproces is voltooid.
Gevaar voor letsel door elektrische schok.Voorkom overbelasting van het apparaat. Werkzaamheden aan het apparaat mogen alleen worden uitgevoerd door de klantenservice van KÄRCHER.
Gevaar voor verwondingen door koude brandwonden.
Droogijs heeft een temperatuur van -79 °C. Raak geen droogijs en koude onderdelen van het apparaat aan.
Gevaar voor verwonding door omvallende kooldioxidefles, gevaar voor verstikking door kooldioxide
Zet de kooldioxidefles goed vast.
Gevaar voor verwondingen door rondvliegende droogijspellets en vuildeeltjes.
Draag een veiligheidsbril.
Gevaar voor gehoorschade.Draag gehoorbescherming.
Gevaar voor verwondingen door rondvliegende droogijspellets en vuildeeltjes.
Draag beschermende handschoenen volgens EN 511.
Gevaar voor verwondingen door rondvliegende droogijspellets en vuildeeltjes.
Draag beschermende kleding met lange mouwen.
Let op! Permanente functiestoringen mogelijk.
Sporen van vet of olie belemmeren de vorming van droogijssneeuw in het apparaat. Gebruik geen vet, olie of andere smeermiddelen op het verbindingsstuk of op de schroefdraad van de kooldioxidefles en op de kooldioxideslang.
Gevaar voor letsel
Gevaar voor letsel
Gevaar voor letsel
Gevaar voor letsel
Verstikkingsgevaar
Het apparaat kan onverwacht starten.
Droogijs en koude apparaatonderdelen kunnen bij contact koude brandwonden veroorzaken.
De droogijsstraal kan bij onjuist gebruik gevaarlijk zijn.
Lichte voorwerpen kunnen door de droogijsstraal worden meegevoerd.
Een verhoogde concentratie kooldioxide in de lucht die u inademt kan leiden tot de dood door verstikking.
Trek voor werkzaamheden aan het apparaat de stekker uit het stopcontact.
Draag koudebeschermende kleding of laat het apparaat opwarmen, voordat u aan het apparaat gaat werken.
Stop nooit droogijs in uw mond.
Richt de droogijsstraal niet op personen, dieren, actieve elektrische uitrusting of op het apparaat zelf.
Richt de droogijsstraal niet op uzelf, bijv. om kleding of schoenen te reinigen.
Bevestig lichte voorwerpen, alvorens met de reiniging te beginnen.
Zorg ervoor dat in de buurt van luchtinlaten geen uitlaatgasemissies optreden.
Zorg voor voldoende ventilatie op de werkplek en zorg voor een goede afvoer van de uitlaatgassen.
Gevaar voor letsel
Gevaar voor letsel
De terugstootkracht van het straalpistool kan u uit balans brengen.
Droogijspellets en vuildeeltjes kunnen mensen raken en verwonden.
Zoek een veilige plek om te staan en houd het straalpistool stevig vast voordat u de trekker overhaalt.
Gebruik het apparaat niet, als er andere mensen dichtbij zijn, tenzij ze beschermende kleding dragen.
Gebruik het apparaat niet, als een aansluitkabel of belangrijke onderdelen van het apparaat beschadigd zijn, bijv. veiligheidsvoorzieningen, schuurmiddelslang, straalpistool.
Barstgevaar, verstikkingsgevaar
Gasflessen kunnen barsten, als ze te heet worden of mechanisch beschadigd raken. Uittredende kooldioxide kan de dood tot gevolg hebben door verstikking.
Bescherm gasflessen tegen overmatige hitte, vuur, gevaarlijke corrosie, mechanische schade en onbevoegde toegang.
Bewaar gasflessen zodanig dat ze geen vluchtwegen hinderen.
Bewaar gasflessen niet in ondergrondse ruimtes, op trappen, overlopen, in gangen en garages.
Bewaar gasflessen niet samen met brandbare materialen.
Bewaar gasflessen rechtop.
Beveilig gasflessen tegen kantelen of vallen.
Sluit de gasfleskraan, voordat u gasflessen vervoert.
Transporteer gasflessen met een gasfleskar of een voertuig en beveilig de gasflessen tegen vallen.
Trek aan de beschermkap voordat u de gasfles optilt om te controleren of de beschermkap goed vastzit.
Beveilig de gasfles op de plaats van gebruik tegen omvallen.
Open de gasfleskraan niet om de druk te controleren.
Open en sluit de gasfleskraan alleen met de hand en zonder gereedschap.
Controleer de verbinding gasfleskraan/apparaataansluiting op lekkage.
Sluit de gasfleskraan tijdens werkonderbrekingen en aan het einde van het werk om te voorkomen dat er ongecontroleerd gas ontsnapt.
Maak gasflessen slechts zo ver leeg dat er een kleine restdruk in de fles blijft om te voorkomen dat vreemde stoffen binnendringen.
Wanneer de gasfles tot de restdruk is geleegd, sluit u eerst de gasfleskraan voordat u de uiteeminrichting losschroeft. De gasfles heeft nog een behoorlijke restdruk.
Draai de borgmoer en de beschermkap op de gasfles voordat u deze retourneert.
Als het gas ongecontroleerd ontsnapt, sluit u de gasfleskraan. Als de gasuitlaat niet gestopt kan worden, neem dan de fles naar buiten of verlaat de ruimte, sluit de toegang af en betreed en ventileer de ruimte alleen als een concentratiemeting een gevaar uitsluit.
Voor het gebruik van deze installatie gelden in de bondsrepubliek Duitsland volgende voorschriften en richtlijnen (verkrijgbaar bij Carl Heymanns Verlag KG, Luxemburger Straße 449, 50939 Köln):
DGUV R 100-500 Werken met straalinstallaties
DGUV 113-004 Werken in besloten ruimten
DGUV 113-004 Gebruik van beschermende kleding
DGUV 113-004 Gebruik van beschermende handschoenen
DGUV 113-004 Werken met straalapparatuur
DGUV 213-056 Gaswaarschuwer
VDMA 24389 Installaties voor droogijsstralen - Veiligheidseisen
De triggerhendel van het straalpistool loslaten.
De programmaschakelaar in stand “0/OFF” draaien.
De afsluitklep van de kooldioxidegasfles sluiten.
Sluit de persluchttoevoer af.
Ontbrekende of gewijzigde veiligheidsinrichtingen
Veiligheidsinrichtingen zijn er voor uw veiligheid.
Verander of omzeil veiligheidsinrichtingen nooit.
De veiligheidshendel voorkomt onbedoelde activering van het straalpistool.
De trekker kan alleen worden bediend als de veiligheidshendel van tevoren is opgetild.
Gebruik alleen origineel toebehoren en originele reserveonderdelen. Deze garanderen een veilige en storingsvrije werking van het apparaat.
Informatie over toebehoren en reserveonderdelen vindt u onder www.kaercher.com.
Veiligheidsbril met volledig zicht, anti-fog, onderdeelnr.: 6.321-208.0
Koudewerende handschoenen met antislipprofiel, categorie III volgens EN 511, onderdeelnr: 6.321-210.0
Gehoorbeschermer met hoofdband, onderdeelnr: 6.321-207.0
Controleer de inhoud bij het uitpakken op volledigheid. Bij ontbrekend toebehoren of bij transportschade neemt u contact op met uw distributeur.
licht rood op: Aandrijfmotor van het doseersysteem is geblokkeerd
knippert rood: Aandrijfmotor van het doseersysteem is oververhit
licht rood op: Aandrijfmotor van de pelletgenerator is geblokkeerd
licht rood op: Persluchttoevoer heeft te weinig druk
knippert rood: de interne druk van het apparaat is te hoog
brandt groen: Stroomvoorziening in orde
brandt groen: Persluchtvoorziening in orde.
brandt geel: de trekker is vastgemaakt (bijv. kabelbinder)
knippert geel: geen straalpistool aangesloten op het apparaat
licht rood op: Persluchtstraal
uit: Pelletstraal
Programmaschakelaar in niveau 1...3:
Programmaschakelaar in de reset-positie:
Gevaar voor letsel
Droogijspellets kunnen uit beschadigde onderdelen ontsnappen en verwondingen veroorzaken.
Controleer voor de inbedrijfstelling alle componenten van het apparaat, vooral de straalmiddelslang, om er zeker van te zijn dat ze in goede staat zijn. Vervang beschadigde bouwgroepen door onberispelijke exemplaren. Reinig vervuilde assemblages en controleer of ze correct werken.
Beschadigingsgevaar
Condenswater kan uit de behuizing van het apparaat op de vloer druppelen.
Gebruik het apparaat niet stilstaand op een vochtgevoelige ondergrond.
Open de aftapkraan en tap het condenswater af dat zich in het apparaat heeft verzameld.
Sluit de aftapkraan.
Het apparaat op een horizontale, effen ondergrond plaatsen.
Blokkeer de zwenkwielen met de vastzetremmen.
Sluit de straalslang aan op de koppeling op het apparaat.
Draai de wartelmoer van de straalmiddelslang los en draai deze licht vast met een steeksleutel.
Steek de stuurkabel in het apparaat.
Schroef de wartelmoer van de stuurleiding vast en draai deze met de hand vast.
Steek het straalpistool met de houderkegel op het apparaat.
Verstikkingsgevaar
Kooldioxide ontsnapt uit de afvoerslang. Kooldioxide leidt vanaf een concentratie van 8 volumeprocent in de adem tot bewusteloosheid, ademstilstand en de dood. De maximale concentratie op de werkplek is 0,5%. Koolstofdioxide is zwaarder dan lucht en verzamelt zich in putten, kelders en gootstenen.
Leg de afvoerslang zodanig dat niemand in gevaar wordt gebracht door de ontsnappende kooldioxide.
Opmerking: Koolstofdioxide is zwaarder dan lucht. Zorg ervoor dat kooldioxide niet naar beneden komt, bijvoorbeeld van buitenaf in een kelder onder de werkplaats (stroomt).
Leg de afvoerslang buiten of sluit deze aan op een afzuigapparaat.
De straalbuis op het straalpistool kan worden verwisseld om het apparaat aan te passen aan het materiaal en de vervuilingsgraad van het te reinigen object.
Gevaar voor letsel
Het apparaat kan onbedoeld starten en verwondingen en brandwonden door de straal van de droogijspellets veroorzaken.
Zet de programmaschakelaar op "0/OFF", alvorens het mondstuk te wisselen.
Gevaar voor letsel
Onmiddellijk na gebruik is het mondstuk zeer koud en kan het bij aanraking koude brandwonden veroorzaken.
Laat het mondstuk ontdooien voordat u het vervangt of draag beschermende handschoenen.
Beschadigingsgevaar
Gebruik het apparaat niet, als er geen straalbuis aan het straalpistool is bevestigd.
Druk de ontgrendelknop in en trek de straalbuis uit het straalpistool.
Druk andere straalbuis in het straalpistool tot deze vastklikt.
Opmerking: De straalbuis is correct vastgekoppeld als de pen niet meer uit de behuizing steekt. De straalbuis kan in de gewenste richting worden gedraaid.
Opmerking
Voor een probleemloze werking moet de perslucht een laag vochtgehalte hebben (maximaal 5% relatieve vochtigheid, dauwpunt lager dan 0 °C). De perslucht moet vrij zijn van olie, vuil en vreemde voorwerpen.
De perslucht moet droog en olievrij zijn, er moeten ten minste één nakoeler en één afscheider achter de compressor zijn aangesloten.
De persluchttoevoer moet zijn voorzien van een door de klant aangebrachte drukregelaar.
Trek persoonlijke beschermingsmiddelen aan.
Sluit een persluchtslang aan op de persluchtaansluiting van het apparaat.
Open langzaam de persluchtafsluitklep ter plaatse.
Vereisten voor de CO2-voorziening:
CO2-fles met dompelbuis voor het aftappen van vloeibaar CO2.
CO2-flessen met een dompelbuis (ook afvoerpijp genoemd) zijn gewoonlijk gemarkeerd met een grote "T" op de cilinder of op de achterkant van de cilinder.
In sommige gevallen wordt de dompelbuis bovendien aangeduid door middel van een verticale kleurlijn op de fles.
De kwaliteit van het CO2 moet overeenstemmen met de specificaties in het hoofdstuk "Beoogd gebruik".
Functiestoringen
Een restdrukventiel of een terugslagklep in de aansluiting van de CO2-fles voorkomt dat de vereiste hoeveelheid CO2 wordt verwijderd.
Bij gebruik van een CO2-fles met restdrukventiel moet het ABS-restdrukventiel (bestelnummer 2.574-006.0), dat als toebehoren verkrijgbaar is, tussen de fles en het apparaat worden geïnstalleerd.
Naarmate de temperatuur stijgt, neemt de doeltreffendheid van de pelletproductie af en wordt een groter deel van de kooldioxide in gasvormige vorm uitgestoten via de aftapslang. Bewaar kooldioxideflessen zo koel mogelijk (lager dan 31 °C) en bescherm ze tijdens gebruik tegen warmte, zonlicht en hitte.
Duw het apparaat over een vlakke, stabiele ondergrond.
Zet beide zwenkwielen op de parkeerrem.
Open beide bevestigingsriemen voor de kooldioxidefles.
Plaats de kooldioxidefles op het stelvlak op het apparaat.
Opmerking: Indien de kooldioxidefles op een flessenwagen wordt vervoerd, kan de voorste rand van het grondoppervlak op de transportwagen op het stelvlak van het apparaat worden geplaatst. Vervolgens kan de fles worden verplaatst door hem van de wagen op het stelvak te draaien.
Plaats beide bevestigingsriemen rond de kooldioxidefles, sluit ze en trek aan.
Schroef de beschermkap van de kooldioxidefles af.
Functiestoringen mogelijk
Vetsporen belemmeren de vorming van droogijssneeuw in het apparaat.
Controleer de aansluitstukken en de schroefdraad van de kooldioxidefles en de kooldioxideslang en reinig ze zo nodig voordat u ze op het apparaat aansluit.
Zorg ervoor dat de afdichting tussen de fles en de flesaansluiting onbeschadigd is.
Bij flessen met een restdrukventiel moet het ABS-restdrukventiel (bestelnummer 2.574-006.0), dat als toebehoren verkrijgbaar is, op de kooldioxidefles worden bevestigd. Volg de afzonderlijke handleiding die met de adapter is meegeleverd.
Sluit de flesaansluiting met het kooldioxidefilter aan op de kooldioxidefles.
Zorg ervoor dat tussen de schroefflens en de kooldioxidefles een goede afdichtingsring-flesverbinding is aangebracht.
Draai de smalle wartelmoer van de schroefflens lichtjes aan met een steeksleutel of ringsleutel (bijv. 6.574-337.0). Houd de brede wartelmoer vast met een steeksleutel om te voorkomen dat de kooldioxideslang verdraait.
De kooldioxideslang niet torderen (verdraaien), anders kan hij beschadigd raken.
Gevaar voor letsel door elektrische schok
Het gebruikte stopcontact moet worden geïnstalleerd door een elektricien en moet voldoen aan IEC 60364-1.
Het apparaat mag alleen worden aangesloten op een stroomvoorziening met randaarde.
Het gebruikte stopcontact moet gemakkelijk toegankelijk zijn en zich op een hoogte tussen 0,6 m en 1,9 m boven de vloer bevinden.
Het gebruikte stopcontact moet zich in het gezichtsveld van de bediener bevinden.
Het apparaat moet worden beveiligd met een aardlekschakelaar (30 mA).
De stroomkabel van het apparaat voor elk gebruik op beschadigingen controleren. Gebruik het apparaat niet, als de kabel beschadigd is. Beschadigde kabel laten vervangen door een gekwalificeerde elektricien.
De verlengkabel moet IPX4-bescherming bieden en het kabelontwerp moet minimaal voldoen aan H 07 RN-F 3G1.5.
Ongeschikte verlengkabels kunnen gevaarlijk zijn. Als een verlengsnoer wordt gebruikt, moet deze geschikt zijn voor gebruik buitenshuis en moet de aansluiting droog en boven de grond zijn. Aanbevolen wordt om een kabelhaspel te gebruiken die het stopcontact minimaal 60 mm boven de vloer houdt.
De netstekker in het stopcontact steken.
Ter berekening van de werktijd kan de straaltijdteller voor begin op 0 worden gereset.
De programmeerschakelaar in stand Reset draaien.
Druk op de perslucht/pellets-knop op het straalpistool.
De straaltijd wordt naar 0 gereset
Gevaar voor letsel
Rondvliegende droogijspellets kunnen verwondingen of koude brandwonden veroorzaken.
Richt het straalpistool niet op personen. Verwijder derden van de plaats van gebruik en houd ze tijdens het gebruik op afstand (bijv. middels afschermingen). Raak het straalmondstuk of de droogijsstraal tijdens gebruik niet aan.
Voer alle onderhoudswerkzaamheden uit het hoofdstuk "Verzorging en onderhoud/dagelijks voor het gebruik" uit.
Zet de werkzone af om te voorkomen dat mensen deze tijdens het gebruik betreden.
Verstikkingsgevaar
Gevaar door gezondheidsgevaarlijke stoffen.
Explosiegevaar
Verstikkingsgevaar door kooldioxide. De droogijspellets bestaan uit vaste kooldioxide. Wanneer het apparaat wordt bediend, neemt het kooldioxidegehalte van de lucht op de werkplek toe.
Stoffen die van het te reinigen object worden verwijderd, worden als stof opgedwarreld.
Een mengsel van ijzeroxide en licht metaalstof kan onder ongunstige omstandigheden ontbranden en intense hitte genereren.
Leg de afvoerslang bijvoorbeeld buiten, zodat niemand door kooldioxide in gevaar wordt gebracht.
Opmerking: Koolstofdioxide is zwaarder dan lucht. Zorg ervoor dat kooldioxide niet naar beneden komt, bijvoorbeeld van buitenaf in een kelder onder de werkplaats (stroomt).
Voor langdurige straalwerkzaamheden (langer dan 10 minuten per dag) en vooral in kleine ruimtes (minder dan 300 m³), raden wij het dragen van een kooldioxide-waarschuwingsapparaat aan.
Tekenen van een hoge koolstofdioxideconcentratie in de lucht die u inademt:
3...5%: Hoofdpijn, snelle ademhaling.
7...10%: Hoofdpijn, misselijkheid, mogelijk bewusteloosheid.
Als deze tekenen zich voor het eerst voordoen, schakel het apparaat dan onmiddellijk uit en ga naar frisse lucht. Zorg ervoor dat u de ventilatie verbetert of ademhalingsapparatuur gebruikt voordat u doorgaat met werken.
Neem het veiligheidsgegevensblad van de kooldioxidelevenrancier in acht.
Neem de juiste veiligheidsmaatregelen in acht als er tijdens het reinigingsproces schadelijk stof kan ontstaan.
Werk nooit tegelijkertijd aan lichte metalen en ijzerhoudende onderdelen.
Reinig de werkruimte en het afzuigapparaat voordat u aan het andere materiaal gaat werken.
Zorg er bij het werken in nauwe ruimtes voor dat er voldoende luchtverversing is om de kooldioxideconcentratie in de ruimtelucht onder het gevaarlijke niveau te houden.
Bevestig lichte schoonmaakobjecten.
Gevaar voor elektrostatische ontlading
Het reinigingsobject kan tijdens het reinigingsproces elektrostatisch worden opgeladen. De daaropvolgende ontlading kan verwondingen veroorzaken en elektronische componenten kunnen beschadigd raken.
Houd het te reinigen object geaard tijdens het reinigingsproces.
Aard het reinigingsobject elektrisch.
Draag beschermende kleding, beschermende handschoenen, een goed sluitende veiligheidsbril en gehoorbescherming.
Activeer de persluchttoevoer.
Open de afsluitklep van de kooldioxidegasfles.
Draai de programmaschakelaar naar niveau 3.
Kies een veilige plek om te staan en neem een veilige houding aan om niet uit balans te raken door de terugslagkracht van het straalpistool.
Selecteer de werking met pelletstraal met behulp van de perslucht/pellets-knop. (het controlelampje mag niet gaan branden.)
Stel de straaldruk op de drukregelaar ter plaatse in op de gewenste waarde. Maximale druk: 10 bar. Minimale druk:
Niveau 1: 0,7 bar
Niveau 2: 1,4 bar
Niveau 3: 2,8 bar
De druk wordt op het display weergegeven. Als de minimale druk niet wordt bereikt of de maximale druk wordt overschreden, knippert het display.
Richt het straalpistool van uw lichaam af.
Duw de veiligheidshendel van het straalpistool omhoog en activeer tegelijkertijd de trekker.
De werkverlichting start tegelijk met de pelletproductie.
Wacht tot de pelletstraal is opgebouwd.
Gebruik het apparaat nooit zonder of met een lege kooldioxidefles.
Gebruik de programmaschakelaar om een hoger niveau te selecteren of vervang de kooldioxidefles, als er na 5 minuten stralen geen pellets meer uit het straalpistool komen.
Draai indien nodig de programmaschakelaar terug naar niveau 2 of 1.
Beschadigingsgevaar
Er kunnen grove pellets uitkomen.
Om schade te voorkomen, eerst op een onzichtbare plek controleren hoe de reiniging verloopt.
Als de droogijsstraal wordt onderbroken, verhoog dan de straaldruk of stel een lager niveau in met de programmakeuzeschakelaar.
Richt de pelletstraal op het te reinigen object en verwijder het vuil met de straal.
De triggerhendel loslaten.
De pelletstraal stopt.
De werkverlichting gaat na 30 seconden uit.
Steek het straalpistool met de houderkegel in de houder op het apparaat.
Sluit de afsluitklep aan op de kooldioxidefles, als de werkpauze langer dan 30 minuten duurt.
Los vuil kan worden verwijderd met perslucht zonder droogijspellets.
Selecteer de werking met pelletstraal met behulp van de perslucht/pellets-knop. (het controlelampje moet rood branden)
Duw de veiligheidshendel van het straalpistool omhoog en activeer tegelijkertijd de trekker.
De perslucht stroomt uit de straalbuis en het werklicht is actief.
Richt de persluchtstraal op het te reinigen object en verwijder het vuil.
De triggerhendel loslaten.
De persluchtstraal stopt.
De werkverlichting gaat na 30 seconden uit.
Steek het straalpistool met de houderkegel in de houder op het apparaat.
Sluit de afsluitklep aan op de kooldioxidefles, als de werkpauze langer dan 30 minuten duurt.
Laat de trekker van het hogedrukpistool los.
Sluit de afsluiter op de kooldioxidefles.
Haal de trekker over op het straalpistool tot er geen pellets meer uitkomen.
Draai de programmaschakelaar naar niveau 1.
Sluit de persluchttoevoer af.
Bedien de trekker op het straalpistool tot de perslucht uit het apparaat is ontsnapt.
Draai de sleutelschakelaar in stand 0/OFF.
De netstekker uit het stopcontact trekken.
Wikkel het netsnoer op, hang het aan een slang-/kabelhouder en borg het snoer met de rubberspanner.
De persluchtslang van het apparaat scheiden.
Wikkel de uitlaatslang op, hang hem aan een slang/kabelhouder en borg hem met de rubberspanner.
Wikkel de straalmiddelsang op en hang deze aan de houder voor de straalmiddelslang.
Steek het straalpistool met de kegel in de houder op het apparaat.
Gevaar voor ongevallen en letsel
Bij het transport en de opslag van het apparaat het gewicht van het apparaat in acht nemen, zie hoofdstuk “Technische gegevens”.
Beschadigingsgevaar
Bij horizontaal transport kan motorolie ontsnappen. Hierdoor kan een tekort aan olie ontstaan wat bij het volgende gebruik tot schade kan leiden.
Transporteer het apparaat alleen rechtopstaand.
Vóór het transport alle stappen in het hoofdstuk “Bedrijf beëindigen” uitvoeren.
Parkeerremmen op de zwenkwielen ontgrendelen en het apparaat met de duwbeugel verplaatsen.
De koolstofdioxidecilinder uit het apparaat verwijderen voordat u het in voertuigen laadt.
Het apparaat kan door 2 personen worden opgetild. Elke persoon gebruikt een handgreep aan de onderkant van het apparaat en ondersteunt het apparaat met de andere hand aan de bovenrand.
Voor transport in voertuigen de parkeerremmen op de zwenkwielen vergrendelen en het apparaat met een spanband vastzetten.
Gevaar voor ongevallen en letsel
Bij het transport en de opslag van het apparaat het gewicht van het apparaat in acht nemen, zie hoofdstuk Technische gegevens.
Het apparaat mat alleen in binnenruimtes worden opgeslagen.
Verstikkingsgevaar
Koolstofdioxide kan zich ophopen in gesloten ruimtes en de dood veroorzaken door verstikking.
Bewaar kooldioxideflessen (ook als ze op het apparaat zijn aangesloten) alleen in goed geventileerde ruimtes.
Basis voor een veilige installatie is regelmatig onderhoud volgens het onderstaande onderhoudsschema.
Gebruik uitsluitend originele onderdelen van de fabrikant of door deze geadviseerde delen, zoals
Reserve- en slijtagedelen,
toebehoren,
brandstoffen,
reinigingsmiddelen.
Gevaar voor ongevallen
Het apparaat kan onverwacht starten. Koude onderdelen van apparaten of vloeibaar kooldioxide kunnen bevriezing veroorzaken. Gasvormig kooldioxide kan de dood door verstikking veroorzaken.
Voordat u aan het apparaat gaat werken, moet u alle stappen in het hoofdstuk "Gebruik beëindigen" uitvoeren. Wacht tot het apparaat is opgewarmd of draag beschermende kleding tegen de kou. Stop nooit droogijs in uw mond.
Beschadigingsgevaar
Onjuiste reinigingsmiddelen beschadigen het apparaat en het straalpistool.
Reinig het apparaat en het straalpistool nooit met oplosmiddelen, benzine of oliehoudende reinigingsmiddelen.
Om een betrouwbaar gebruik van de installatie te garanderen, raden we u aan om een onderhoudscontract af te sluiten. Neem contact op uw verantwoordelijke KÄRCHER-klantenservice.
Onderzoek de straalmiddelslang zorgvuldig op scheuren, knikken en andere beschadigingen. Zachte plekken in de slang duiden op slijtage aan de binnenkant van de slang. Vervang de defecte of versleten slang door een nieuwe slang.
Controleer elektrische kabels en connectoren op schade. Laat defecte onderdelen door de klantenservice vervangen.
Controleer de koppelingen op de straalmiddelslang en op het apparaat op beschadiging en slijtage. Vervang een defecte straalmiddelslang, laat defecte koppelingen op het apparaat vervangen door de klantendienst.
Laat het apparaat door de klantenservice controleren.
Vervang de straalmiddelslang minimaal om de 2 jaar.
Volgens DGUV R 100-500 moeten de volgende tests met betrekking tot het apparaat door een gekwalificeerd persoon worden uitgevoerd. De resultaten van de tests moeten worden vastgelegd in een controlecertificaat. Het testcertificaat moet tot de volgende test door de exploitant van het apparaat worden bewaard.
Het apparaat op onberispelijke toestand en werking controleren.
Controleer het apparaat op de onderispelijke toestand, functie en installatie.
Controleer het apparaat op de onberispelijke toestand, functie en installatie.
Gevaar voor ongevallen
Het apparaat kan onverwacht starten. Koude apparaatonderdelen of vloeibaar kooldioxide kunnen bevriezing veroorzaken. Gasvormig kooldioxide kan overlijden door verstikking veroorzaken.
Voordat u aan het apparaat gaat werken, moet u alle stappen in het hoofdstuk "Werking beëindigen" uitvoeren. Wacht tot het apparaat is opgewarmd of draag beschermende kleding tegen de kou. Stop nooit droogijs in uw mond.
Beschadigingsgevaar
Door gebruik van onjuiste reinigingsmiddelen kunnen het apparaat en het spuitpistool beschadigd raken.
Reinig het apparaat en het spuitpistool nooit met oplosmiddelen, benzine of oliehoudende reinigingsmiddelen.
Storingen worden aangegeven door de controlelampjes op het bedieningspaneel.
Storingen hebben vaak oorzaken die eenvoudig met behulp van het volgende overzicht kunnen worden verholpen. Neem bij twijfel of storingen die hier niet worden vermeld contact op met de erkende Kärcher-klantenservice.
De storingsindicatie van het straalpistool brandt
Oplossing:
Bedien de trekker van het straalpistool niet voor het inschakelen van het apparaat.
Verwijder de bevestiging van de trekker op het straalpistool.
De storingsindicatie spuitpistool knippert
Oplossing:
Controleer of de stuurleiding van het straalpistool is aangesloten op het apparaat.
Controleer de of de stuurleiding op beschadiging.
De storingsindicatie persluchttoevoer brandt
Oplossing:
Verhoog de luchtdruk.
De storingsindicatie persluchttoevoer knippert
Oplossing:
Controleer de afvoerslang op verstopping.
De kooldioxidefles is te heet en heeft daarom een te hoge druk. Plaats het apparaat met koolstofdioxidefles op een koelere plaats of bescherm het tegen direct zonlicht.
De storingsindicatie voor de pelletproductie licht op
Oplossing:
Laat het apparaat ontdooien. Controleer het kooldioxidefilter en vervang het indien nodig. Voer dan een reset uit.
Als de storing zich herhaaldelijk voordoet, moet de kooldioxidecilinder worden vervangen.
De storingsindicatie voor de pelletdosering licht op
Oplossing:
Het apparaat uit- en weer inschakelen.
Als het storingslampje blijft branden, neem dan contact op met de klantendienst.
De storingsindicatie van de pelletdosering knippert
Oplossing:
Laat de doseermotor afkoelen. Plaats het apparaat zo dat de lucht van onderen in het apparaat kan stromen. Neem contact op met de klantenservice.
Het controlelampje stroomvoorziening brandt niet
Oplossing:
De netstekker in het stopcontact steken.
Controleer de stroomvoorziening ter plaatse.
Het controlelampje perslucht brandt niet
Oplossing:
Sluit een persluchtslang aan op het apparaat.
Open de afsluitklep in de persluchttoevoer ter plaatse.
Het apparaat werkt niet
Oplossing:
Controleer de indicatielampjes en storingsindicatie.
Voer een reset uit.
Geringe reinigingsprestaties
Oplossing:
Zet de programmaschakelaar op een hoger niveau.
Verhoog de straaldruk.
Controleer het peil van de koolstofdioxidefles.
Geen verwarmde kooldioxidefles gebruiken. Bescherm de kooldioxidefles tegen warmtestraling. Als de temperatuur van het kooldioxide hoger is dan 31 °C, daalt het rendement van de pelletbereiding sterk.
Laat de straalmiddelslang en het straalpistool ontdooien om verstoppingen te verwijderen. Verhoog dan de straaldruk.
Pelletdosering te laag
Oplossing:
Zet de programmaschakelaar op een hoger niveau.
Vervang het kooldioxidefilter tussen de kooldioxidefles en het apparaat.
Terugkerende onderbrekingen in de droogijsstraal
Oplossing:
Draai de programmaschakelaar naar een lager niveau. of verhoog de straaldruk.
Als de straalbuis verstopt is:
Sluit onmiddellijk de kooldioxidefles.
Laat het apparaat minstens 30 minuten lang ontdooien.
Verhoog de straaldruk.
Start het apparaat met gesloten kooldioxidefles om pelletresten te verwijderen.
Druk met een schroevendraaier op de resetknop in het apparaat.
Functiestoringen
Verontreinigd kooldioxide kan storingen veroorzaken.
Zorg er bij werkzaamheden aan het kooldioxidefilter voor dat er geen vuil in het apparaat terechtkomt.
Functiestoringen
Functiestoringen door verontreinigingen.
Na elk losmaken of losdraaien van de afsluitschroef moeten het kooldioxidefilter en de koperen afdichtring worden vervangen. Als dit niet gebeurt, kunnen deeltjes van het kooldioxidefilter losraken en tot functiestoringen leiden.
Het kooldioxidefilter wordt teruggespoeld en gereinigd zodra de drukcilinderaansluiting van de kooldioxidecilinder is losgekoppeld. Een regelmatige vervanging van het kooldioxidefilter is dus niet nodig.
De afsluitklep op de kooldioxidefles aansluiten.
Laat het apparaat gedurende ongeveer 1 minuut op de hoogste stand werken om de kooldioxideslang drukloos te maken.
Schroef de schroefflens op de kooldioxidefles los.
Schroef de schroefplug voorzichtig los van de schroefflens. Laat daarbij de schroefflens naar beneden hangen, zodat er geen vuil in de kooldioxideslang kan komen.
Verwijder het kooldioxidefilter.
Zuig de afsluitschroef en de schroefflens schoon met een stofzuiger.
Druk het nieuwe kooldioxidefilter voorzichtig met de hand op de afsluitschroef.
Vervang de koperen afdichtring.
Draai de afsluitschroef vast terwijl u de brede zeskant van de schroefflens met een steeksleutel vasthoudt.
Aandraaimoment: 80 Nm.
In elk land gelden de garantievoorwaarden die door onze verantwoordelijke verkoopmaatschappij zijn uitgegeven. Mogelijke storingen aan uw apparaat verhelpen we binnen de garantieperiode gratis, voor zover een materiaal- of fabricagefout de oorzaak is. Als u gebruik wilt maken van de garantie, neemt u met uw aankoopbon contact op met uw distributeur of de dichtstbijzijnde geautoriseerde klantenservice.
(adres zie achterzijde)
ABS restdrukventiel
Bestelnummer 2.574-006.0
Noodzakelijk bij gebruik van kooldioxideflessen met restdrukventiel.
Elektrische aansluiting | |
Netspanning | 220...230 V |
Fase | 1 ~ |
Frequentie | 50...60 Hz |
Aansluitvermogen | 1,0 kW |
Beschermingsgraad | IPX4 |
Lekstroom, typ. | <3,5 mA |
Aardlekschakelaar | 0,03 delta I, A |
Persluchtaansluiting | |
Persluchtslang, nominale breedte (min.) | 0,5 Inch |
Druk (max.) | 1,0 (10) MPa (bar) |
Persluchtverbruik, max. | 0,8 m3/min |
Gegevens capaciteit apparaat | |
Straaldruk, max. | 1,0 (10) MPa (bar) |
Straaldruk, min. niveau 1 | 0,07 (0,7) MPa (bar) |
Straaldruk, min. niveau 2 | 0,14 (1,4) MPa (bar) |
Straaldruk, min. niveau 3 | 0,28 (2,8) MPa (bar) |
Kooldioxideverbruik | 20...60 kg/h |
Reactiekracht van het straalpistool, max. | 40 N |
Kooldioxidefles | |
Maximale inhoud | 37,5 kg |
Diameter, max. | 220 mm |
Omgevingsvoorwaarden | |
Luchtwissel | 2000 m3/h |
Afmetingen en gewichten | |
Typisch bedrijfsgewicht (zonder kooldioxidefles) | 95 kg |
Lengte | 866 mm |
Breedte | 443 mm |
Hoogte zonder kooldioxidefles | 970 mm |
Berekende waarden conform EN 60335-2-79 | |
Hand-arm-vibratiewaarde | 0,08 m/s2 |
Geluidsdrukniveau | 95 dB(A) |
Geluidsvermogensniveau LWA + onzekerheid KWA | 115 dB(A) |
Hiermee verklaren wij dat de hierna vermelde machine op basis van het ontwerp en type en in de door ons op de markt gebrachte uitvoering voldoet aan de relevante veiligheids- en gezondheidsvereisten van de EU-richtlijnen. Bij een niet door ons goedgekeurde wijziging van de machine verliest deze verklaring zijn geldigheid.
Product: Ice Blaster
Type:
1.574-xxx (IB 10/8 L2P)Relevante EU-richtlijnen2006/42/EG (+2009/127/EG)
2014/30/EU
2011/65/EU
2009/125/EG + 2009/1781
Toegepaste geharmoniseerde normenEN 60335-1
EN IEC 63000: 2018
EN 62233: 2008
EN 55014-1: 2017 + A11: 2020
EN 55014-2: 2015
EN 61000-3-2: 2014
EN 61000-3-3: 2013
De ondergetekenden handelen in opdracht en met volmacht van de directie.
Gevolmachtigde voor de documentatie:
S. Reiser
Alfred Kärcher SE & Co. KG
Alfred-Kärcher-Str. 28 - 40
71364 Winnenden (Germany)
Tel.: +49 7195 14-0
Fax: +49 7195 14-2212
Winnenden, 2021/02/01
4-2-SC-A4-GS-17339