LogoIB 10/8 L2P IB10/15 L2P Advanced 
  • Algemene instructies
  • Beoogd gebruik
    • CO2-kwaliteit
  • Functie
  • Milieubescherming
  • Veiligheidsinstructies
    • Gevarenniveaus
    • Symbolen op het apparaat
    • Algemene veiligheidsinstructies
    • Veiligheidsinstructies voor gasflessen
    • Voorschriften en richtlijnen
    • Uitschakelen in geval van nood
  • Veiligheidsinrichtingen
    • Veiligheidshendel
  • Toebehoren en reserveonderdelen
    • Veiligheidskleding
  • Leveringsomvang
  • Bedieningselementen
    • Display
  • Inbedrijfstelling
    • Straalbuis wisselen
    • Sluit perslucht aan
    • Kooldioxidefles aansluiten
    • Netaansluiting tot stand brengen
    • Led-werkverlichting uitschakelen
    • Reset straaltijd
  • Bediening
    • Reiniging met droogijspellets
    • Perslucht zonder pelletstraal
  • Werking beëindigen
  • vervoer
  • Opslag
  • Onderhoud
    • Onderhoudsaanwijzingen
    • Onderhoudscontract
    • Onderhoudsschema
      • Dagelijks voor begin van de werkzaamheden
      • Om de 100 bedrijfsuren
      • Om de 500 uur of jaarlijks
    • Tests
      • Na een bedrijfsonderbreking van meer dan een jaar
      • Na het wijzigen van de opstelplaats
      • Na reparatiewerkzaamheden of wijzigingen die de bedrijfsveiligheid kunnen beïnvloeden
  • Hulp bij storingen
    • Storingsindicatie
    • Storingen verhelpen
      • De storingsindicatie van het straalpistool brandt

      • De storingsindicatie spuitpistool knippert

      • De storingsindicatie persluchttoevoer brandt

      • De storingsindicatie persluchttoevoer knippert

      • De storingsindicatie van de pelletproductie brandt

        (IB10/8 L2P)
      • De storingsindicatie van de pelletproductie brandt

        (IB10/15 L2P Adv)
      • De storingsindicatie van de pelletproductie knippert

        (IB10/15 L2P Adv)
      • De storingsindicatie voor de pelletdosering licht op

      • De storingsindicatie van de pelletdosering knippert

      • Het controlelampje stroomvoorziening brandt niet

      • Het controlelampje perslucht brandt niet

      • Het apparaat werkt niet

      • Geringe reinigingsprestaties

      • Pelletdosering te laag

      • Terugkerende onderbrekingen in de droogijsstraal

    • Reset uitvoeren
    • Kooldioxidefilter vernieuwen
  • Garantie
  • Technische gegevens
    • IB 10/8 L2P
    • IB 10/15 L2P Advanced
  • EU-conformiteitsverklaring

      IB 10/8 L2P IB10/15 L2P Advanced 

      59793230 (08/24)

      Algemene instructies

      Lees voor het eerste gebruik van het toestel deze originele gebruiksaanwijzing en volg de instructies erin op. Bewaar de originele gebruiksaanwijzing voor later gebruik of voor de volgende eigenaar.

      Beoogd gebruik

      • Het apparaat wordt gebruikt om verontreinigingen te verwijderen met droogijspellets die worden versneld door een luchtstraal.

      • Het apparaat heeft een geïntegreerde droogijspelletproductie. Hiervoor is vloeibaar kooldioxide uit een fles met dompelbuis nodig.

      • Het apparaat mag niet in een explosiegevaarlijke omgeving worden gebruikt.

      • De in het hoofdstuk "Technische gegevens" aangegeven minimale luchtverversingsgraad moet op de gebruiksplaats worden aangehouden.

      • De behuizing van het apparaat mag alleen voor onderhoudsdoeleinden worden verwijderd door de klantenservice van KÄRCHER.

      CO2-kwaliteit

      Om een probleemloze werking te garanderen, moet de gebruikte kooldioxide ten minste voldoen aan de volgende specificaties:

      • Kooldioxide technisch, klasse 2,5 of beter

      • Zuiverheid ≥ 99,5%

      • Watergehalte (H.2O) ≤ 250 ppm

      • NVOC (olie en vet) ≤ 2 ppm

      Functie

      Door het ontspannen van vloeibare kooldioxide wordt kooldioxide-sneeuw gecreëerd. De gasvormige kooldioxide die ook vrijkomt, wordt via de afvoerslang van de werkplek weg geleid.

      De kooldioxide-sneeuw wordt in het apparaat tot droogijspellets geperst.

      Perslucht bereikt het straalpistool via een magneetklep. De luchtdruk wordt geregeld door een ter plaatse aanwezige drukregelaar. Door het bedienen van de triggerhendel van het straalpistool gaat de klep open en treedt de lichtstraal uit het straalpistool. Daarnaast worden droogijspellets via een doseerapparaat in de luchtstraal gedoseerd.

      De droogijspellets raken het te reinigen oppervlak en verwijderen het vuil. De koude droogijspellets van -79 °C veroorzaken ook thermische spanningen tussen het vuil en het te reinigen object – wat ook bijdraagt aan het losmaken van het vuil. Bovendien verandert het droogijs bij contact onmiddellijk in gasvormige kooldioxide, waardoor het 700 keer zijn volume inneemt. Vuil dat in het droogijs is binnengedrongen, wordt hierdoor weggeblazen.

      Milieubescherming

      De verpakkingsmaterialen zijn herbruikbaar. Verwijder verpakkingen op een milieuvriendelijke manier.

      Elektrische en elektronische apparaten bevatten waardevolle recyclebare materialen en vaak bestanddelen zoals batterijen, accu's of olie, die bij onjuiste omgang of verkeerd afvalverwijdering een potentieel gevaar voor de gezondheid van de mens en voor het milieu kunnen vormen. Voor een correcte werking van het apparaat zijn deze bestanddelen echter noodzakelijk. Voer apparaten met dit symbool niet samen met het huisvuil af.

      Instructies betreffende ingrediënten (REACH)

      Actuele informatie over ingrediënten vindt u op: www.kaercher.de/REACH

      Veiligheidsinstructies

      Het apparaat mag alleen worden gebruikt door personen die deze gebruiksaanwijzing hebben gelezen en begrepen. In het bijzonder moeten alle veiligheidsinstructies in acht worden genomen.

      Bewaar deze gebruiksaanwijzing, zodat de bediener er altijd over kan beschikken.

      De exploitant van het apparaat moet ter plaatse een risicobeoordeling uitvoeren en ervoor zorgen dat de bedieners geïnstrueerd worden.

      Gevarenniveaus

      GEVAAR

      Aanwijzing voor direct dreigend gevaar dat tot zware of dodelijke verwondingen leidt.

      WAARSCHUWING

      Aanwijzing voor een mogelijk gevaarlijke situatie die tot zware of dodelijke verwondingen kan leiden.

      VOORZICHTIG

      Aanwijzing voor een mogelijk gevaarlijke situatie die tot lichte verwondingen kan leiden.

      LET OP

      Aanwijzing voor een mogelijk gevaarlijke situatie die tot materiële schade kan leiden.

      Symbolen op het apparaat

      Gevaar van rondvliegende droogijspellets.

      Richt de straalbuis niet op personen. Verwijder alle personen van de plaats van gebruik en houd ze tijdens het gebruik uit de buurt (bijv. door barrières). Raak het mondstuk of de droogijsstraal tijdens de werking niet aan.

      Gevaar voor verstikking door kooldioxide.

      Tijdens de werking neemt het kooldioxidegehalte van de lucht op de werkplek toe.

      Zorg voor voldoende luchtverversing op de werkplek.

      Leg bijvoorbeeld de afvoerslang naar buiten, zodat niemand in gevaar wordt gebracht door kooldioxide.

      Opmerking: Kooldioxide is zwaarder dan lucht. Zorg ervoor dat kooldioxide niet naar beneden kan (stromen), bijvoorbeeld van buitenaf in een kelder onder de werkplaats.

      Het dragen van een kooldioxide-waarschuwingsapparaat wordt aanbevolen bij langer durend straalwerk (langer dan 10 minuten per dag) en vooral in kleine ruimten (minder dan 300 m³).

      Tekenen van hoge kooldioxideconcentratie:

      3...5%: Hoofdpijn, hoge ademhalingsfrequentie.

      7...10%: Hoofdpijn, misselijkheid, mogelijk bewusteloosheid.

      Als een van deze tekenen zich voordoet, zet het apparaat dan onmiddellijk uit en ga naar buiten voor frisse lucht. Verbeter de ventilatiemaatregelen of gebruik een ademhalingstoestel alvorens verder te werken.

      Kooldioxide is zwaarder dan lucht en hoopt zich op in besloten ruimten, lager gelegen kamers of in gesloten containers. Zorg ervoor dat de werkplek voldoende geventileerd is.

      Neem het veiligheidsinformatieblad van de leverancier van het kooldioxide in acht.

      Gevaar voor letsel, gevaar voor schade door elektrostatische oplading.

      Tijdens het reinigingsproces kan het reinigingsvoorwerp elektrostatisch geladen raken.

      Aard het te reinigen voorwerp en handhaaf de aarding tot het reinigingsproces is voltooid.

      Gevaar voor letsel door elektrische schok.

      Voorkom overbelasting van het apparaat. Werkzaamheden aan het apparaat mogen alleen worden uitgevoerd door de klantenservice van KÄRCHER.

      Gevaar voor verwondingen door koude brandwonden.

      Droogijs heeft een temperatuur van -79 °C. Raak geen droogijs en koude onderdelen van het apparaat aan.

      Gevaar voor verwonding door omvallende kooldioxidefles, gevaar voor verstikking door kooldioxide

      Zet de kooldioxidefles goed vast.

      Gevaar voor verwondingen door rondvliegende droogijspellets en vuildeeltjes.

      Draag een veiligheidsbril.

      Gevaar voor gehoorschade.

      Draag gehoorbescherming.

      Gevaar voor verwondingen door rondvliegende droogijspellets en vuildeeltjes.

      Draag beschermende handschoenen volgens EN 511.

      Gevaar voor verwondingen door rondvliegende droogijspellets en vuildeeltjes.

      Draag beschermende kleding met lange mouwen.

      Let op! Permanente functiestoringen mogelijk.

      Sporen van vet of olie belemmeren de vorming van droogijssneeuw in het apparaat. Gebruik geen vet, olie of andere smeermiddelen op het verbindingsstuk of op de schroefdraad van de kooldioxidefles en op de kooldioxideslang.

      Algemene veiligheidsinstructies

      GEVAAR

      Gevaar voor letsel

      Gevaar voor letsel

      Gevaar voor letsel

      Gevaar voor letsel

      Verstikkingsgevaar

      Het apparaat kan onverwacht starten.

      Droogijs en koude apparaatonderdelen kunnen bij contact koude brandwonden veroorzaken.

      De droogijsstraal kan bij onjuist gebruik gevaarlijk zijn.

      Lichte voorwerpen kunnen door de droogijsstraal worden meegevoerd.

      Een verhoogde concentratie kooldioxide in de lucht die u inademt kan leiden tot de dood door verstikking.

      Trek voor werkzaamheden aan het apparaat de stekker uit het stopcontact.Draag koudebeschermende kleding of laat het apparaat opwarmen, voordat u aan het apparaat gaat werken.Stop nooit droogijs in uw mond.Richt de droogijsstraal niet op personen, dieren, actieve elektrische uitrusting of op het apparaat zelf.Richt de droogijsstraal niet op uzelf, bijv. om kleding of schoenen te reinigen.Bevestig lichte voorwerpen, alvorens met de reiniging te beginnen.Zorg ervoor dat in de buurt van luchtinlaten geen uitlaatgasemissies optreden.Zorg voor voldoende ventilatie op de werkplek en zorg voor een goede afvoer van de uitlaatgassen.

      WAARSCHUWING

      Gevaar voor letsel

      Gevaar voor letsel

      De terugstootkracht van het straalpistool kan u uit balans brengen.

      Droogijspellets en vuildeeltjes kunnen mensen raken en verwonden.

      Zoek een veilige plek om te staan en houd het straalpistool stevig vast voordat u de trekker overhaalt.Gebruik het apparaat niet, als er andere mensen dichtbij zijn, tenzij ze beschermende kleding dragen.Gebruik het apparaat niet, als een aansluitkabel of belangrijke onderdelen van het apparaat beschadigd zijn, bijv. veiligheidsvoorzieningen, schuurmiddelslang, straalpistool.

      Veiligheidsinstructies voor gasflessen

      GEVAAR

      Barstgevaar, verstikkingsgevaar

      Gasflessen kunnen barsten, als ze te heet worden of mechanisch beschadigd raken. Uittredende kooldioxide kan de dood tot gevolg hebben door verstikking.

      Bescherm gasflessen tegen overmatige hitte, vuur, gevaarlijke corrosie, mechanische schade en onbevoegde toegang.Bewaar gasflessen zodanig dat ze geen vluchtwegen hinderen.Bewaar gasflessen niet in ondergrondse ruimtes, op trappen, overlopen, in gangen en garages.Bewaar gasflessen niet samen met brandbare materialen.Bewaar gasflessen rechtop.Beveilig gasflessen tegen kantelen of vallen.Sluit de gasfleskraan, voordat u gasflessen vervoert.Transporteer gasflessen met een gasfleskar of een voertuig en beveilig de gasflessen tegen vallen.Trek aan de beschermkap voordat u de gasfles optilt om te controleren of de beschermkap goed vastzit.Beveilig de gasfles op de plaats van gebruik tegen omvallen.Open de gasfleskraan niet om de druk te controleren.Open en sluit de gasfleskraan alleen met de hand en zonder gereedschap.Controleer de verbinding gasfleskraan/apparaataansluiting op lekkage.Sluit de gasfleskraan tijdens werkonderbrekingen en aan het einde van het werk om te voorkomen dat er ongecontroleerd gas ontsnapt.Maak gasflessen slechts zo ver leeg dat er een kleine restdruk in de fles blijft om te voorkomen dat vreemde stoffen binnendringen.Wanneer de gasfles tot de restdruk is geleegd, sluit u eerst de gasfleskraan voordat u de uiteeminrichting losschroeft. De gasfles heeft nog een behoorlijke restdruk.Draai de borgmoer en de beschermkap op de gasfles voordat u deze retourneert.Als het gas ongecontroleerd ontsnapt, sluit u de gasfleskraan. Als de gasuitlaat niet gestopt kan worden, neem dan de fles naar buiten of verlaat de ruimte, sluit de toegang af en betreed en ventileer de ruimte alleen als een concentratiemeting een gevaar uitsluit.

      Voorschriften en richtlijnen

      Er kunnen speciale voorschriften en richtlijnen voor het omgaan met droogijsstraalapparatuur van toepassing zijn bij de werking van deze installatie.

      Het is daarom essentieel dat u de regels en richtlijnen die in uw land van toepassing zijn in acht neemt en dienovereenkomstig handelt!

      Uitschakelen in geval van nood

      1. De triggerhendel van het straalpistool loslaten.

      2. De programmaschakelaar in stand “0/OFF” draaien.

      3. De afsluitklep van de kooldioxidegasfles sluiten.

      4. Sluit de persluchttoevoer af.

      Veiligheidsinrichtingen

      VOORZICHTIG

      Ontbrekende of gewijzigde veiligheidsinrichtingen

      Veiligheidsinrichtingen zijn er voor uw veiligheid.

      Verander of omzeil veiligheidsinrichtingen nooit.

      Veiligheidshendel

      De veiligheidshendel voorkomt onbedoelde activering van het straalpistool.

      De trekker kan alleen worden bediend als de veiligheidshendel van tevoren is opgetild.

      Toebehoren en reserveonderdelen

      Gebruik alleen origineel toebehoren en originele reserveonderdelen. Deze garanderen een veilige en storingsvrije werking van het apparaat.

      Informatie over toebehoren en reserveonderdelen vindt u onder www.kaercher.com.

      Veiligheidskleding

      Veiligheidsbril met volledig zicht, anti-fog, onderdeelnr.: 6.321-208.0

      Koudewerende handschoenen met antislipprofiel, categorie III volgens EN 511, onderdeelnr: 6.321-210.0

      Gehoorbeschermer met hoofdband, onderdeelnr: 6.321-207.0

      Leveringsomvang

      Controleer de inhoud bij het uitpakken op volledigheid. Bij ontbrekend toebehoren of bij transportschade neemt u contact op met uw distributeur.

      Bedieningselementen


      1. Zwenkwiel met parkeerrem
      2. Koppeling straalmiddelslang
      3. Koppeling stuurleiding
      4. Bedieningsveld
      5. Houder voor spuitpistool
      6. Duwbeugel
      7. Opbergvak
      8. Opbergplaats voor sproeiers
      9. Spuitmondstuk
      10. Spuitpistool
      11. Perslucht/pellets-knop met controlelampje
        • brandt rood: Persluchtstraal

        • uit: Pelletstraal

      12. Triggerhendel
      13. Veiligheidshendel
      14. Houderkegel
      15. Straalmiddelslang
      16. Controlelampje spanningsvoorziening
        • brandt groen: Spanningsvoorziening in orde

      17. Controlelampje perslucht
        • brandt groen: Persluchttoevoer in orde

      18. Storingsindicatie spuitpistool
        • brandt geel: de triggerhendel is vastgezet (bijv. kabelbinder)

        • knippert geel: geen spuitpistool aangesloten op het apparaat

      19. Storingsindicatie persluchttoevoer
        • brandt rood: Persluchttoevoer heeft te weinig druk

        • knippert rood: de interne druk in het apparaat is te hoog

      20. Storingsindicatie pelletproductie
        • brandt rood: Aandrijfmotor van de pelletproductie is geblokkeerd

        • knippert rood: Aandrijfmotor van de pelletproductie is oververhit

      21. Storingsindicatie pelletdosering
        • brandt rood: Aandrijfmotor van het doseersysteem is geblokkeerd

        • knippert rood: Aandrijfmotor van het doseersysteem is oververhit

      22. Programmaschakelaar
      23. Display
      24. Flesaansluiting
      25. Sluitschroef
      26. Koperen afdichtring
      27. Kooldioxidefilter
      28. Schroefflens
      29. Afdichtring flesaansluiting (bestelnummer 6.574-316.0)
      30. Kooldioxidefles met dompelbuis (niet in de leveringsomvang inbegrepen)
      31. Kooldioxideslang
      32. Bevestigingsriem kooldioxidefles
      33. Houderrail voor homebase
      34. Slang-/kabelhouder met rubberspanner
      35. Opening voor reset van motorbeveiligingsschakelaar (alleen op IB 10/8 L2P)
      36. Netsnoer met netstekker
      37. Greep
      38. Persluchtaansluiting
      39. Stelvlak voor kooldioxidefles
      40. Kooldioxide-uitlaatslang
      41. Drukregelaar (alleen IB 10/15 L2P Adv)

      Display

      Programmaschakelaar in niveau 1...3:


      1. Straaldruk
      2. Totale gebruiksduur
      3. Klantenservice is nodig
      4. Straaltijd sinds laatste reset

      Programmaschakelaar in de reset-positie:


      1. Om de straaltijd te resetten, drukt u op de perslucht/pellets-toets
      2. Resterende looptijd tot de volgende klantenservice
      3. Straaltijd sinds de laatste reset

      Inbedrijfstelling

      GEVAAR

      Gevaar van letsel

      Droogijspellets kunnen uit beschadigde onderdelen ontsnappen en letsels veroorzaken.

      Controleer vóór ingebruikname alle onderdelen van het apparaat, vooral de straalmiddelslang, op goede staat. Vervang beschadigde bouwgroepen door goede. Reinig vuile bouwgroepen en controleer ze op goede werking.

      LET OP

      Beschadigingsgevaar

      Er kan condens van de behuizing van het apparaat op de vloer druppelen.

      Gebruik het apparaat niet op een vochtgevoelige ondergrond.
      1. Het apparaat op een horizontaal en vlak oppervlak neerzetten.

      2. De zwenkwielen vergrendelen met de parkeerremmen.

      3. De straalmiddelslang aansluiten op de koppeling op het apparaat.


        1. Stuurleiding
        2. Wartelmoer
        3. Koppeling stuurleiding
        4. Koppeling straalmiddelslang
        5. Wartelmoer
        6. Straalmiddelslang
      4. De wartelmoer van de straalmiddelslang erop schroeven en hem licht vastdraaien met een steeksleutel.

      5. De stuurleiding aansluiten op het apparaat.

      6. De wartelmoer van de stuurleiding erop schroeven en handvast aanhalen.

      7. Het spuitpistool met de houderkegel in de houder op het apparaat steken.

      8. GEVAAR

        Verstikkingsgevaar

        Uit de uitlaatslang komt kooldioxide. Vanaf een concentratie van 8 volumeprocent in de ademlucht leidt kooldioxide tot bewusteloosheid, ademhalingsstilstand en de dood. De maximale concentratie op de werkplek is 0,5%. Kooldioxide is zwaarder dan lucht en stapelt zich op in putten, kelders en gootstenen.

        Leg de uitlaatslang zo dat niemand in gevaar wordt gebracht door het ontsnappende kooldioxide.Opmerking: Kooldioxide is zwaarder dan lucht. Zorg ervoor dat kooldioxide niet in lager gelegen ruimten kan terechtkomen (erin stromen), bijvoorbeeld van buiten naar een kelder onder de werkplaats.

        Leid de uitlaatslang naar buiten of sluit hem aan op een afzuigsysteem.

      Straalbuis wisselen

      De straalbuis op het straalpistool kan worden verwisseld om het apparaat aan te passen aan het materiaal en de vervuilingsgraad van het te reinigen object.

      GEVAAR

      Gevaar voor letsel

      Het apparaat kan onbedoeld starten en verwondingen en brandwonden door de straal van de droogijspellets veroorzaken.

      Zet de programmaschakelaar op "0/OFF", alvorens het mondstuk te wisselen.

      WAARSCHUWING

      Gevaar voor letsel

      Onmiddellijk na gebruik is het mondstuk zeer koud en kan het bij aanraking koude brandwonden veroorzaken.

      Laat het mondstuk ontdooien voordat u het vervangt of draag beschermende handschoenen.

      LET OP

      Beschadigingsgevaar

      Gebruik het apparaat niet, als er geen straalbuis aan het straalpistool is bevestigd.
      1. Druk de ontgrendelknop in en trek de straalbuis uit het straalpistool.


        1. Straalpistool
        2. Plug
        3. Straalbuis
        4. Ontgrendelingsknop
      2. Druk andere straalbuis in het straalpistool tot deze vastklikt.

        Opmerking: De straalbuis is correct vastgekoppeld als de pen niet meer uit de behuizing steekt. De straalbuis kan in de gewenste richting worden gedraaid.

      Sluit perslucht aan

      Opmerking

      Voor een probleemloze werking moet de perslucht een laag vochtgehalte hebben (maximaal 5% relatieve vochtigheid, dauwpunt lager dan 0 °C). De perslucht moet vrij zijn van olie, vuil en vreemde voorwerpen.

      De perslucht moet droog en olievrij zijn, er moeten ten minste één nakoeler en één afscheider achter de compressor zijn aangesloten.

      De persluchttoevoer moet zijn voorzien van een door de klant aangebrachte drukregelaar.

      1. Trek persoonlijke beschermingsmiddelen aan.

      2. Sluit een persluchtslang aan op de persluchtaansluiting van het apparaat.

      3. Open langzaam de persluchtafsluitklep ter plaatse.

      Kooldioxidefles aansluiten

      Vereisten voor de CO2-voorziening:

      • CO2-fles met dompelbuis voor het aftappen van vloeibaar CO2.

        Instructie

        CO2-flessen met een dompelbuis (ook afvoerpijp genoemd) zijn gewoonlijk gemarkeerd met een grote "T" op de cilinder of op de achterkant van de cilinder.

        In sommige gevallen wordt de dompelbuis bovendien aangeduid door middel van een verticale kleurlijn op de fles.

      • De kwaliteit van het CO2 moet overeenstemmen met de specificaties in het hoofdstuk "Beoogd gebruik".

      • LET OP

        Functiestoringen

        Een restdrukventiel of een terugslagklep in de aansluiting van de CO2-fles voorkomt dat de vereiste hoeveelheid CO2 wordt verwijderd.

        Bij gebruik van een CO2-fles met restdrukventiel moet het ABS-restdrukventiel (bestelnummer 2.574-006.0), dat als toebehoren verkrijgbaar is, tussen de fles en het apparaat worden geïnstalleerd.

        1. CO2-fles zonder restdrukventiel
        2. CO2-fles met restdrukventiel

      Naarmate de temperatuur stijgt, neemt de doeltreffendheid van de pelletproductie af en wordt een groter deel van de kooldioxide in gasvormige toestand uitgestoten via de uitlaatslang. Bewaar kooldioxideflessen zo koel mogelijk (lager dan 31 °C) en bescherm ze tijdens gebruik tegen warmte, zonlicht en hitte.

      1. Duw het apparaat over een vlakke, stabiele ondergrond.

      2. Zet beide zwenkwielen op de parkeerrem.

      3. Open beide bevestigingsriemen voor de kooldioxidefles.

      4. Plaats de kooldioxidefles op het stelvlak op het apparaat.

        Opmerking: Indien de kooldioxidefles op een flessenwagen wordt vervoerd, kan de voorste rand van het grondoppervlak op de transportwagen op het stelvlak van het apparaat worden geplaatst. Vervolgens kan de fles worden verplaatst door hem van de wagen op het stelvak te draaien.

      5. Plaats beide bevestigingsriemen rond de kooldioxidefles, sluit ze en trek aan.

      6. Schroef de beschermkap van de kooldioxidefles af.

        LET OP

        Functiestoringen mogelijk

        Vetsporen belemmeren de vorming van droogijssneeuw in het apparaat.

        Controleer de aansluitstukken en de schroefdraad van de kooldioxidefles en de kooldioxideslang en reinig ze zo nodig voordat u ze op het apparaat aansluit.Zorg ervoor dat de afdichting tussen de fles en de flesaansluiting onbeschadigd is.
      7. Bij flessen met een restdrukventiel moet het ABS-restdrukventiel (bestelnummer 2.574-006.0), dat als toebehoren verkrijgbaar is, op de kooldioxidefles worden bevestigd. Volg de afzonderlijke handleiding die met de adapter is meegeleverd.

      8. Het ventiel van de CO2-fles kort openen (ongeveer 1 seconde) om eventueel vuil te verwijderen.

      9. Sluit de flesaansluiting met het kooldioxidefilter aan op de kooldioxidefles.

        Zorg ervoor dat tussen de schroefflens en de kooldioxidefles een goede afdichtingsring-flesverbinding is aangebracht.

      10. De smalle wartelmoer van de schroefflens met een steeksleutel of ringsleutel ( bijv.6.574-337.0) lichtjes aanhalen. Houd de brede wartelmoer vast met een steeksleutel om te voorkomen dat de kooldioxideslang verdraait.

        LET OP

        De kooldioxideslang niet torderen (verdraaien), anders kan hij beschadigd raken.

      Netaansluiting tot stand brengen

      GEVAAR

      Gevaar voor letsel door elektrische schok

      Het gebruikte stopcontact moet worden geïnstalleerd door een elektricien en moet voldoen aan IEC 60364-1.Het apparaat mag alleen worden aangesloten op een stroomvoorziening met randaarde.Het gebruikte stopcontact moet gemakkelijk toegankelijk zijn en zich op een hoogte tussen 0,6 m en 1,9 m boven de vloer bevinden.Het gebruikte stopcontact moet zich in het gezichtsveld van de bediener bevinden.Het apparaat moet worden beveiligd met een aardlekschakelaar (30 mA).De stroomkabel van het apparaat voor elk gebruik op beschadigingen controleren. Gebruik het apparaat niet, als de kabel beschadigd is. Beschadigde kabel laten vervangen door een gekwalificeerde elektricien.De verlengkabel moet IPX4-bescherming bieden en het kabelontwerp moet minimaal voldoen aan H 07 RN-F 3G1.5.Ongeschikte verlengkabels kunnen gevaarlijk zijn. Als een verlengsnoer wordt gebruikt, moet deze geschikt zijn voor gebruik buitenshuis en moet de aansluiting droog en boven de grond zijn. Aanbevolen wordt om een kabelhaspel te gebruiken die het stopcontact minimaal 60 mm boven de vloer houdt.
      1. De netstekker in het stopcontact steken.

      Led-werkverlichting uitschakelen

      Het spuitpistool is uitgerust met een led-lamp om het werkgebied te verlichten. Bij normale werking gaat de werkverlichting branden zodra de trigger van het pistool wordt bediend. De werkverlichting schakelt automatisch uit nadat het spuitwerk voltooid is en een nalooptijd van 5 seconden is verstreken. De werkverlichting kan worden gedeactiveerd zodat deze niet automatisch wordt ingeschakeld wanneer het spuiten begint.

      1. Perslucht/pellets-knop met controlelampje gedurende 4 seconden ingedrukt houden.

        De werkverlichting wordt gedeactiveerd en op het display verschijnt even "LED OFF".

      2. Instructie

        Nadat het apparaat opnieuw is opgestart, wordt de werkverlichting automatisch opnieuw geactiveerd en moet deze indien nodig opnieuw worden gedeactiveerd.

      3. Om tijdens het gebruik weer in te schakelen, houdt u de knop opnieuw 4 seconden ingedrukt.

        Op het display verschijnt even "LED OFF".

      Reset straaltijd

      Ter berekening van de werktijd kan de straaltijdteller voor begin op 0 worden gereset.

      1. De programmeerschakelaar in stand Reset draaien.


        1. Resterende looptijd tot de volgende klantenservice
        2. Straaltijd sinds laatste reset
        3. Toets perslucht/pellets
      2. Druk op de perslucht/pellets-knop op het straalpistool.

        De straaltijd wordt naar 0 gereset

      Bediening

      GEVAAR

      Gevaar van letsel

      Rondvliegende droogijspellets kunnen verwondingen of koudletsels veroorzaken.

      Richt het spuitpistool niet op personen. Verwijder derden uit de gebruiksplaats en houd ze uit de buurt (bijv. door middel van hekken) tijdens het gebruik. Raak het mondstuk niet aan tijdens gebruik, en breng de handen niet in de droogijsstraal.
      1. De onderhoudswerkzaamheden van het hoofdstuk "Verzorging en onderhoud/dagelijks voor het begin van de werking" uitvoeren.

      2. Het werkgebied afsluiten om te voorkomen dat mensen erin komen tijdens het gebruik.

      3. GEVAAR

        Verstikkingsgevaar

        Gevaar door voor de gezondheid gevaarlijke stoffen.

        Verstikkingsgevaar door kooldioxide. De droogijspellets bestaan uit vast kooldioxide. Wanneer het apparaat in werking is, neemt het kooldioxidegehalte van de lucht op de werkplek toe.

        Materialen die van het te reinigen object worden verwijderd, wervelen op in de vorm van een stofwolk.

        Leg de uitlaatslang bijvoorbeeld buiten, zodat niemand in gevaar wordt gebracht door kooldioxide.Opmerking: Kooldioxide is zwaarder dan lucht. Zorg ervoor dat kooldioxide niet in lager gelegen ruimten kan terechtkomen (erin stromen), bijvoorbeeld van buiten naar een kelder onder de werkplaats.Het dragen van een kooldioxidewaarschuwingsapparaat wordt aanbevolen bij langere straalwerkzaamheden (langer dan 10 minuten per dag) en vooral in kleine ruimtes (minder dan 300 m³).Tekenen van een hoge kooldioxideconcentratie in de ingeademde lucht:3...5%: Hoofdpijn, hoge ademhalingsfrequentie.7...10%: Hoofdpijn, misselijkheid, mogelijk bewusteloosheid.Schakel het apparaat bij de eerste tekenen onmiddellijk uit en ga naar buiten in de frisse lucht. Zorg voor betere ventilatie of gebruik een ademhalingstoestel voordat u verder werkt.Neem het veiligheidsinformatieblad van de leverancier van kooldioxide in acht.Neem de juiste veiligheidsmaatregelen in acht als er schadelijk stof kan vrijkomen tijdens het reinigingsproces.

        Zorg bij het werken in besloten ruimten voor voldoende luchtverversing om de kooldioxideconcentratie in de omgevingslucht onder het gevaarlijke niveau te houden.

      4. Lichte te reinigen objecten vastzetten.

      5. GEVAAR

        Gevaar door elektrostatische ontlading

        Tijdens het reinigingsproces kan het te reinigen object elektrostatisch geladen raken. De daaropvolgende ontlading kan verwondingen veroorzaken en elektronische apparaten kunnen beschadigd raken.

        Het te reinigen object verbinden met de aarde en de aarding in stand houden tijdens het reinigingsproces.

        Het te reinigen object elektrisch aarden.

      6. Beschermende kleding, veiligheidshandschoenen, een goed aansluitende veiligheidsbril en gehoorbescherming dragen.

      7. De persluchttoevoer activeren.

        Instructie

        Voordat met stralen wordt begonnen, moet het apparaat worden gespoeld om eventueel vuil of vocht te verwijderen.

        1. Het afsluitventiel van de CO2-fles gesloten laten.

        2. Het apparaat 30 seconden laten werken met alleen perslucht.

          De knop "Perslucht/pellets" mag tijdens dit proces niet worden ingedrukt.

        Na het spoelen kan het werk normaal worden voortgezet.

      8. Het afsluitventiel op de kooldioxidefles openen.

      9. De programmaschakelaar naar niveau 3 draaien.


        1. Programmaschakelaar
        2. Niveau 1
        3. Niveau 2
        4. Niveau 3
        5. Reset
      10. Een veilige standplaats kiezen en een stabiele lichaamshouding aannemen om niet uit evenwicht te worden gebracht door de reactiekracht van het spuitpistool.

      Reiniging met droogijspellets

      1. Selecteer de werking met pelletstraal met behulp van de perslucht/pellets-knop. (het controlelampje mag niet gaan branden.)


        1. Perslucht/pellets-knop met controlelampjebrandt rood: Persluchtstraaluit: Pelletstraal
      2. Stel de straaldruk op de drukregelaar ter plaatse in op de gewenste waarde. Maximale druk: 10 bar. Minimale druk:

        • Fase 1: 0,7 bar

        • Fase 2: 1,4 bar

        • Fase 3: 2,8 bar

        Instructie

        De druk wordt op het display weergegeven. Als de minimale druk niet wordt bereikt of de maximale druk wordt overschreden, knippert het display.

      3. Zorgen voor een stabiel stand.

      4. Richt het straalpistool van uw lichaam af.

        VOORZICHTIG

        Risico op beschadiging van de straalslang

        De koudstraalslang raakt beschadigd als deze te sterk gebogen wordt.

        De straalslang moet tijdens de werkzaamheden van het lichaam weg worden geleid. De slang niet tegen het lichaam drukken om de terugslag van de droogijsstraal op te vangen.
      5. Duw de veiligheidshendel van het straalpistool omhoog en activeer tegelijkertijd de trekker.


        1. Veiligheidshendel
        2. Triggerhendel
        3. Werkverlichting

        De werkverlichting start tegelijk met de pelletproductie.

      6. Wacht tot de pelletstraal is opgebouwd.

      7. LET OP

        Gebruik het apparaat nooit zonder of met een lege kooldioxidefles.

        Gebruik de programmaschakelaar om een hoger niveau te selecteren of vervang de kooldioxidefles, als er na 5 minuten stralen geen pellets meer uit het straalpistool komen.

        Draai indien nodig de programmaschakelaar terug naar niveau 2 of 1.

        LET OP

        Beschadigingsgevaar

        Er kunnen grove pellets uitkomen.

        Om schade te voorkomen, eerst op een onzichtbare plek controleren hoe de reiniging verloopt.

        Instructie

        Als de droogijsstraal wordt onderbroken, verhoog dan de straaldruk of stel een lager niveau in met de programmakeuzeschakelaar.

      8. Richt de pelletstraal op het te reinigen object en verwijder het vuil met de straal.

      9. De triggerhendel loslaten.

        De pelletstraal stopt.

        De werkverlichting gaat na 30 seconden uit.

      10. Steek het straalpistool met de houderkegel in de houder op het apparaat.


        1. Houder
        2. Houderkegel
        3. Straalpistool
      11. De afsluiter op de kooldioxidefles sluiten als de werkpauze langer dan 30 minuten duurt.

      Perslucht zonder pelletstraal

      Los vuil kan worden verwijderd met perslucht zonder droogijspellets.

      1. Selecteer de werking met pelletstraal met behulp van de perslucht/pellets-knop. (het controlelampje moet rood branden)


        1. Perslucht/pellets-knop met indicatielampjelicht rood op: Persluchtstraaluit: Pelletstraal
      2. Duw de veiligheidshendel van het straalpistool omhoog en activeer tegelijkertijd de trekker.


        1. Veiligheidshendel
        2. Triggerhendel
        3. Werkverlichting

        De perslucht stroomt uit de straalbuis en het werklicht is actief.

      3. Richt de persluchtstraal op het te reinigen object en verwijder het vuil.

      4. De triggerhendel loslaten.

        De persluchtstraal stopt.

        De werkverlichting gaat na 30 seconden uit.

      5. Steek het straalpistool met de houderkegel in de houder op het apparaat.

      6. Sluit de afsluitklep aan op de kooldioxidefles, als de werkpauze langer dan 30 minuten duurt.

      Werking beëindigen

      1. Laat de trekker van het hogedrukpistool los.

      2. Sluit de afsluiter op de kooldioxidefles.

      3. Haal de trekker over op het straalpistool tot er geen pellets meer uitkomen.

      4. Draai de programmaschakelaar naar niveau 1.

      5. Sluit de persluchttoevoer af.

      6. Bedien de trekker op het straalpistool tot de perslucht uit het apparaat is ontsnapt.

      7. Draai de sleutelschakelaar in stand 0/OFF.

      8. De netstekker uit het stopcontact trekken.

      9. Wikkel het netsnoer op, hang het aan een slang-/kabelhouder en borg het snoer met de rubberspanner.


        1. Netsnoer
        2. Slang-/kabelhouder
        3. Rubberspanner
        4. Uitlaatslang
      10. De persluchtslang van het apparaat scheiden.

      11. Wikkel de uitlaatslang op, hang hem aan een slang/kabelhouder en borg hem met de rubberspanner.

      12. Wikkel de straalmiddelsang op en hang deze aan de houder voor de straalmiddelslang.

      13. Steek het straalpistool met de kegel in de houder op het apparaat.

      vervoer

      VOORZICHTIG

      Gevaar voor ongevallen en letsel

      Bij het transport en de opslag van het apparaat het gewicht van het apparaat in acht nemen, zie hoofdstuk “Technische gegevens”.

      LET OP

      Beschadigingsgevaar

      Bij horizontaal transport kan motorolie ontsnappen. Hierdoor kan een tekort aan olie ontstaan wat bij het volgende gebruik tot schade kan leiden.

      Transporteer het apparaat alleen rechtopstaand.
      1. Vóór het transport alle stappen in het hoofdstuk “Bedrijf beëindigen” uitvoeren.

      2. Parkeerremmen op de zwenkwielen ontgrendelen en het apparaat met de duwbeugel verplaatsen.

      3. De koolstofdioxidecilinder uit het apparaat verwijderen voordat u het in voertuigen laadt.

      4. Het apparaat kan door 2 personen worden opgetild. Elke persoon gebruikt een handgreep aan de onderkant van het apparaat en ondersteunt het apparaat met de andere hand aan de bovenrand.

      5. Voor transport in voertuigen de parkeerremmen op de zwenkwielen vergrendelen en het apparaat met een spanband vastzetten.


      Opslag

      VOORZICHTIG

      Gevaar voor ongevallen en letsel

      Bij het transport en de opslag van het apparaat het gewicht van het apparaat in acht nemen, zie hoofdstuk Technische gegevens.

      Het apparaat mat alleen in binnenruimtes worden opgeslagen.

      GEVAAR

      Verstikkingsgevaar

      Koolstofdioxide kan zich ophopen in gesloten ruimtes en de dood veroorzaken door verstikking.

      Bewaar kooldioxideflessen (ook als ze op het apparaat zijn aangesloten) alleen in goed geventileerde ruimtes.

      Onderhoud

      Onderhoudsaanwijzingen

      Basis voor een veilige installatie is regelmatig onderhoud volgens het onderstaande onderhoudsschema.

      Gebruik uitsluitend originele onderdelen van de fabrikant of door deze geadviseerde delen, zoals

      • Reserve- en slijtagedelen,

      • toebehoren,

      • brandstoffen,

      • reinigingsmiddelen.

      GEVAAR

      Gevaar voor ongevallen

      Het apparaat kan onverwacht starten. Koude onderdelen van apparaten of vloeibaar kooldioxide kunnen bevriezing veroorzaken. Gasvormig kooldioxide kan de dood door verstikking veroorzaken.

      Voordat u aan het apparaat gaat werken, moet u alle stappen in het hoofdstuk "Gebruik beëindigen" uitvoeren. Wacht tot het apparaat is opgewarmd of draag beschermende kleding tegen de kou. Stop nooit droogijs in uw mond.

      LET OP

      Beschadigingsgevaar

      Onjuiste reinigingsmiddelen beschadigen het apparaat en het straalpistool.

      Reinig het apparaat en het straalpistool nooit met oplosmiddelen, benzine of oliehoudende reinigingsmiddelen.

      Onderhoudscontract

      Om een betrouwbaar gebruik van de installatie te garanderen, raden we u aan om een onderhoudscontract af te sluiten. Neem contact op uw verantwoordelijke KÄRCHER-klantenservice.

      Onderhoudsschema

      Dagelijks voor begin van de werkzaamheden

      1. Onderzoek de straalmiddelslang zorgvuldig op scheuren, knikken en andere beschadigingen. Zachte plekken in de slang duiden op slijtage aan de binnenkant van de slang. Vervang de defecte of versleten slang door een nieuwe slang.

      2. Controleer elektrische kabels en connectoren op schade. Laat defecte onderdelen door de klantenservice vervangen.

      Om de 100 bedrijfsuren

      1. Controleer de koppelingen op de straalmiddelslang en op het apparaat op beschadiging en slijtage. Vervang een defecte straalmiddelslang, laat defecte koppelingen op het apparaat vervangen door de klantendienst.

      Om de 500 uur of jaarlijks

      1. Laat het apparaat door de klantenservice controleren.

      Tests

      Volgens DGUV R 100-500 moeten de volgende tests met betrekking tot het apparaat door een gekwalificeerd persoon worden uitgevoerd. De resultaten van de tests moeten worden vastgelegd in een controlecertificaat. Het testcertificaat moet tot de volgende test door de exploitant van het apparaat worden bewaard.

      Na een bedrijfsonderbreking van meer dan een jaar

      1. Het apparaat op onberispelijke toestand en werking controleren.

      Na het wijzigen van de opstelplaats

      1. Controleer het apparaat op de onderispelijke toestand, functie en installatie.

      Na reparatiewerkzaamheden of wijzigingen die de bedrijfsveiligheid kunnen beïnvloeden

      1. Controleer het apparaat op de onberispelijke toestand, functie en installatie.

      Hulp bij storingen

      GEVAAR

      Gevaar voor ongevallen

      Het apparaat kan onverwacht starten. Koude apparaatonderdelen of vloeibaar kooldioxide kunnen bevriezing veroorzaken. Gasvormig kooldioxide kan overlijden door verstikking veroorzaken.

      Voordat u aan het apparaat gaat werken, moet u alle stappen in het hoofdstuk "Werking beëindigen" uitvoeren. Wacht tot het apparaat is opgewarmd of draag beschermende kleding tegen de kou. Stop nooit droogijs in uw mond.

      LET OP

      Beschadigingsgevaar

      Door gebruik van onjuiste reinigingsmiddelen kunnen het apparaat en het spuitpistool beschadigd raken.

      Reinig het apparaat en het spuitpistool nooit met oplosmiddelen, benzine of oliehoudende reinigingsmiddelen.

      Storingsindicatie

      Storingen worden aangegeven door de controlelampjes op het bedieningspaneel.


      1. Storingsindicatie straalpistool
      2. Storingsindicatie persluchttoevoer
      3. Storingsindicatie pelletbereiding
      4. Storingsindicatie pelletdosering

      Storingen verhelpen

      Storingen hebben vaak oorzaken die eenvoudig met behulp van het volgende overzicht kunnen worden verholpen. Neem bij twijfel of storingen die hier niet worden vermeld contact op met de erkende Kärcher-klantenservice.

      • De storingsindicatie van het straalpistool brandt 

      • De storingsindicatie spuitpistool knippert 

      • De storingsindicatie persluchttoevoer brandt 

      • De storingsindicatie persluchttoevoer knippert 

      • De storingsindicatie van de pelletproductie brandt (IB10/8 L2P) 

      • De storingsindicatie van de pelletproductie brandt (IB10/15 L2P Adv) 

      • De storingsindicatie van de pelletproductie knippert (IB10/15 L2P Adv) 

      • De storingsindicatie voor de pelletdosering licht op 

      • De storingsindicatie van de pelletdosering knippert 

      • Het controlelampje stroomvoorziening brandt niet 

      • Het controlelampje perslucht brandt niet 

      • Het apparaat werkt niet 

      • Geringe reinigingsprestaties 

      • Pelletdosering te laag 

      • Terugkerende onderbrekingen in de droogijsstraal 

      De storingsindicatie van het straalpistool brandt

      Oplossing:

      • Bedien de trekker van het straalpistool niet voor het inschakelen van het apparaat.

      • Verwijder de bevestiging van de trekker op het straalpistool.

      De storingsindicatie spuitpistool knippert

      Oplossing:

      • Controleer of de stuurleiding van het straalpistool is aangesloten op het apparaat.

      • Controleer de of de stuurleiding op beschadiging.

      De storingsindicatie persluchttoevoer brandt

      Oplossing:

      • Verhoog de luchtdruk.

      De storingsindicatie persluchttoevoer knippert

      Oplossing:

      • Controleer de afvoerslang op verstopping.

      • De kooldioxidefles is te heet en heeft daarom een te hoge druk. Plaats het apparaat met koolstofdioxidefles op een koelere plaats of bescherm het tegen direct zonlicht.

      De storingsindicatie van de pelletproductie brandt

      (IB10/8 L2P)

      Oplossing:

      • De CO2-fles sluiten.

      • Het apparaat laten ontdooien (ongeveer 3 - 4 uur).

      • Reset uitvoeren.

      • Als de storing opnieuw optreedt, de CO2-fles vervangen.

      • Als de fout aanhoudt, contact opnemen met de klantenservice.

      De storingsindicatie van de pelletproductie brandt

      (IB10/15 L2P Adv)

      Oplossing:

      • De CO2-fles sluiten.

      • Het apparaat laten ontdooien (ongeveer 30 minuten).

      • Het apparaat uit- en weer inschakelen.

      • Als de storing opnieuw optreedt, de CO2-fles vervangen.

      • Als de fout aanhoudt, contact opnemen met de klantenservice.

      De storingsindicatie van de pelletproductie knippert

      (IB10/15 L2P Adv)

      Oplossing:

      • De compressormotor laten afkoelen. Het apparaat zodanig plaatsen dat de lucht van onderaf in het apparaat kan stromen.

      • Als de fout aanhoudt, contact opnemen met de klantenservice.

      De storingsindicatie voor de pelletdosering licht op

      Oplossing:

      • Het apparaat uit- en weer inschakelen.

      • Als het storingslampje blijft branden, neem dan contact op met de klantendienst.

      De storingsindicatie van de pelletdosering knippert

      Oplossing:

      • Laat de doseermotor afkoelen. Plaats het apparaat zo dat de lucht van onderen in het apparaat kan stromen. Neem contact op met de klantenservice.

      Het controlelampje stroomvoorziening brandt niet

      Oplossing:

      • De netstekker in het stopcontact steken.

      • Controleer de stroomvoorziening ter plaatse.

      Het controlelampje perslucht brandt niet

      Oplossing:

      • Sluit een persluchtslang aan op het apparaat.

      • Open de afsluitklep in de persluchttoevoer ter plaatse.

      Het apparaat werkt niet

      Oplossing:

      • Controleer de indicatielampjes en storingsindicatie.

      • Voer een reset uit.

      Geringe reinigingsprestaties

      Oplossing:

      • Zet de programmaschakelaar op een hoger niveau.

      • Verhoog de straaldruk.

      • Controleer het peil van de koolstofdioxidefles.

      • Geen verwarmde kooldioxidefles gebruiken. Bescherm de kooldioxidefles tegen warmtestraling. Als de temperatuur van het kooldioxide hoger is dan 31 °C, daalt het rendement van de pelletbereiding sterk.

      • Laat de straalmiddelslang en het straalpistool ontdooien om verstoppingen te verwijderen. Verhoog dan de straaldruk.

      Pelletdosering te laag

      Oplossing:

      • Zet de programmaschakelaar op een hoger niveau.

      • Vervang het kooldioxidefilter tussen de kooldioxidefles en het apparaat.

      Terugkerende onderbrekingen in de droogijsstraal

      Oplossing:

      • Draai de programmaschakelaar naar een lager niveau. of verhoog de straaldruk.

      • Als de straalbuis verstopt is:

        1. Sluit onmiddellijk de kooldioxidefles.

        2. Laat het apparaat minstens 30 minuten lang ontdooien.

        3. Verhoog de straaldruk.

        4. Start het apparaat met gesloten kooldioxidefles om pelletresten te verwijderen.

      Reset uitvoeren

      Resetten van IB 10/8 L2p

      1. Met een schroevendraaier op de resetknop binnen in het apparaat drukken.


      Resetten van IB 10/15 L2P Adv

      Het toestel reset zichzelf automatisch wanneer het wordt uitgeschakeld.

      Instructie

      Om een reset te forceren, schakelt u het apparaat uit en weer in.

      Kooldioxidefilter vernieuwen

      LET OP

      Functiestoringen

      Verontreinigd kooldioxide kan storingen veroorzaken.

      Zorg er bij werkzaamheden aan het kooldioxidefilter voor dat er geen vuil in het apparaat terechtkomt.

      LET OP

      Functiestoringen

      Functiestoringen door verontreinigingen.

      Na elk losmaken of losdraaien van de afsluitschroef moeten het kooldioxidefilter en de koperen afdichtring worden vervangen. Als dit niet gebeurt, kunnen deeltjes van het kooldioxidefilter losraken en tot functiestoringen leiden.

      Instructie

      Het kooldioxidefilter wordt teruggespoeld en gereinigd zodra de drukcilinderaansluiting van de kooldioxidecilinder is losgekoppeld. Een regelmatige vervanging van het kooldioxidefilter is dus niet nodig.

      1. De afsluitklep op de kooldioxidefles aansluiten.

      2. Laat het apparaat gedurende ongeveer 1 minuut op de hoogste stand werken om de kooldioxideslang drukloos te maken.

      3. Schroef de schroefflens op de kooldioxidefles los.

      4. Schroef de schroefplug voorzichtig los van de schroefflens. Laat daarbij de schroefflens naar beneden hangen, zodat er geen vuil in de kooldioxideslang kan komen.


        1. Schroefflens
        2. Kooldioxidefilter
        3. Koperen afdichtring
        4. Sluitschroef
      5. Verwijder het kooldioxidefilter.

      6. Zuig de afsluitschroef en de schroefflens schoon met een stofzuiger.

      7. Druk het nieuwe kooldioxidefilter voorzichtig met de hand op de afsluitschroef.

      8. Vervang de koperen afdichtring.

      9. Draai de afsluitschroef vast terwijl u de brede zeskant van de schroefflens met een steeksleutel vasthoudt.

        Aandraaimoment: 80 Nm.

      Garantie

      In elk land gelden de garantievoorwaarden die door onze verantwoordelijke verkoopmaatschappij zijn uitgegeven. Mogelijke storingen aan uw apparaat verhelpen we binnen de garantieperiode gratis, voor zover een materiaal- of fabricagefout de oorzaak is. Als u gebruik wilt maken van de garantie, neemt u met uw aankoopbon contact op met uw distributeur of de dichtstbijzijnde geautoriseerde klantenservice.

      Meer informatie vindt u onder: www.kaercher.com/dealersearch

      Meer informatie over de garantie (indien beschikbaar) vindt u in het servicegedeelte van uw lokale Kärcher-website onder "Downloads".

      Technische gegevens

      • IB 10/8 L2P 

      • IB 10/15 L2P Advanced 

      IB 10/8 L2P

      Elektrische aansluiting
      Netspanning
      220...230 V
      Fase
      1 ~
      Frequentie
      50...60 Hz
      Aansluitvermogen
      1,0 kW
      Beschermingsgraad
      IPX4
      Lekstroom, typ.
      <3,5 mA
      Aardlekschakelaar
      0,03 delta I, A
      Persluchtaansluiting
      Persluchtslang, nominale breedte (min.)
      0,5 Inch
      Druk (max.)
      1,0 (10) MPa (bar)
      Persluchtverbruik, max.
      0,8 m3/min
      Gegevens capaciteit apparaat
      Straaldruk, max.
      1,0 (10) MPa (bar)
      Straaldruk, min. niveau 1
      0,07 (0,7) MPa (bar)
      Straaldruk, min. niveau 2
      0,14 (1,4) MPa (bar)
      Straaldruk, min. niveau 3
      0,28 (2,8) MPa (bar)
      Kooldioxideverbruik
      20...60 kg/h
      Hoeveelheid droogijs bij 20°C
      10 kg/h
      Reactiekracht van het straalpistool, max.
      40 N
      Kooldioxidefles
      Maximale inhoud
      37,5 kg
      Diameter, max.
      220 mm
      Omgevingsvoorwaarden
      Luchtwissel
      2000 m3/h
      Afmetingen en gewichten
      Typisch bedrijfsgewicht (zonder kooldioxidefles)
      86 kg
      Lengte
      866 mm
      Breedte
      443 mm
      Hoogte zonder kooldioxidefles
      970 mm
      Berekende waarden conform EN 60335-2-79
      Hand-arm-vibratiewaarde
      0,08 m/s2
      Geluidsdrukniveau
      95 dB(A)
      Geluidsvermogensniveau LWA + onzekerheid KWA
      115 dB(A)

      IB 10/15 L2P Advanced

      Elektrische aansluiting
      Netspanning
      220...230 V
      Fase
      1 ~
      Frequentie
      50...60 Hz
      Aansluitvermogen
      1,1 kW
      Beschermingsgraad
      IPX4
      Lekstroom, typ.
      <3,5 mA
      Aardlekschakelaar
      0,03 delta I, A
      Persluchtaansluiting
      Persluchtslang, nominale breedte (min.)
      0,5 Inch
      Druk (max.)
      1,0 (10) MPa (bar)
      Persluchtverbruik, max.
      1,55 m3/min
      Gegevens capaciteit apparaat
      Straaldruk, max.
      1,0 (10) MPa (bar)
      Straaldruk, min. niveau 1
      0,07 (0,7) MPa (bar)
      Straaldruk, min. niveau 2
      0,14 (1,4) MPa (bar)
      Straaldruk, min. niveau 3
      0,28 (2,8) MPa (bar)
      Kooldioxideverbruik
      20...60 kg/h
      Hoeveelheid droogijs bij 20°C
      15 kg/h
      Reactiekracht van het straalpistool, max.
      40 N
      Kooldioxidefles
      Maximale inhoud
      37,5 kg
      Diameter, max.
      220 mm
      Omgevingsvoorwaarden
      Luchtwissel
      2000 m3/h
      Afmetingen en gewichten
      Typisch bedrijfsgewicht (zonder kooldioxidefles)
      85 kg
      Lengte
      866 mm
      Breedte
      443 mm
      Hoogte zonder kooldioxidefles
      970 mm
      Berekende waarden conform EN 60335-2-79
      Hand-arm-vibratiewaarde
      0,08 m/s2
      Geluidsdrukniveau
      95 dB(A)
      Geluidsvermogensniveau LWA + onzekerheid KWA
      115 dB(A)

      EU-conformiteitsverklaring

      Hiermee verklaren wij dat de hierna vermelde machine op basis van het ontwerp en type en in de door ons op de markt gebrachte uitvoering voldoet aan de relevante veiligheids- en gezondheidsvereisten van de EU-richtlijnen. Bij een niet door ons goedgekeurde wijziging van de machine verliest deze verklaring zijn geldigheid.

      Product: Ice Blaster

      Type:

      1.574-xxx (IB 10/8 L2P, IB 10/15 L2P)

      Relevante EU-richtlijnen

      2006/42/EG (+2009/127/EG)

      2014/30/EU

      2011/65/EU

      2009/125/EG

      Toegepaste bepaling(en)

      (EU) 2019/1781

      Toegepaste geharmoniseerde normen

      EN 60335-1

      EN IEC 63000: 2018

      EN 62233: 2008

      EN 55014-1: 2017 + A11: 2020

      EN 55014-2: 1997 + A1: 2001 + A2: 2008

      EN 61000-3-2: 2014

      EN 61000-3-3: 2013

      De ondergetekenden handelen in opdracht en met volmacht van de directie.


      Gevolmachtigde voor de documentatie:

      S. Reiser

      Alfred Kärcher SE & Co. KG

      Alfred-Kärcher-Str. 28 - 40

      71364 Winnenden (Germany)

      Tel.: +49 7195 14-0

      Fax: +49 7195 14-2212

      Winnenden, 2023/03/01

      <BackPage>

      4-2-SC-A4-GS-17339



      </BackPage>