KM 85/50 W BpKM 85/50 W Bp PackKM 85/50 W Bp Pack 2SB

597861500 (11/21)
597861500 (11/21)
Voordat u het apparaat voor het eerst gebruikt, dient u deze originele gebruiksaanwijzing en de het hoofdstuk veiligheidsinstructies door te lezen. Houd u hieraan.
Bewaar deze voor later gebruik of voor de volgende eigenaar.
Meld bij de overdracht van het voertuig gebreken en transportschade meteen aan uw dealer of verkoopvestiging.
De verpakkingsmaterialen zijn herbruikbaar. Verwijder verpakkingen op een milieuvriendelijke manier.
Elektrische en elektronische apparaten bevatten waardevolle recyclebare materialen en vaak bestanddelen zoals batterijen, accu's of olie, die bij onjuiste omgang of verkeerd afvalverwijdering een potentieel gevaar voor de gezondheid van de mens en voor het milieu kunnen vormen. Voor een correcte werking van het apparaat zijn deze bestanddelen echter noodzakelijk. Voer apparaten met dit symbool niet samen met het huisvuil af.
Actuele informatie over ingrediënten vindt u op: www.kaercher.de/REACH
Uitgediende voertuigen bevatten waardevolle recyclebare materialen. Voor de afvoer van uw voertuig raden we de samenwerking met een gespecialiseerd afvalverwijderingsbedrijf aan.
In elk land gelden de garantievoorwaarden die door onze verantwoordelijke verkoopmaatschappij zijn uitgegeven. Mogelijke storingen aan uw apparaat verhelpen we binnen de garantieperiode gratis, voor zover een materiaal- of fabricagefout de oorzaak is. Als u gebruik wilt maken van de garantie, neemt u met uw aankoopbon contact op met uw distributeur of de dichtstbijzijnde geautoriseerde klantenservice.
Meer informatie vindt u onder: www.kaercher.com/dealersearch
Meer informatie over de garantie (indien beschikbaar) vindt u in het servicegedeelte van uw lokale Kärcher-website onder "Downloads".
Gebruik alleen origineel toebehoren en originele reserveonderdelen. Deze garanderen een veilige en storingsvrije werking van het apparaat.
Informatie over toebehoren en reserveonderdelen vindt u onder www.kaercher.com.
Aanwijzing voor direct dreigend gevaar dat tot zware of dodelijke verwondingen leidt.
Aanwijzing voor een mogelijk gevaarlijke situatie die tot zware of dodelijke verwondingen kan leiden.
Aanwijzing voor een mogelijk gevaarlijke situatie die tot lichte verwondingen kan leiden.
Aanwijzing voor een mogelijk gevaarlijke situatie die tot materiële schade kan leiden.
![]() | GEVAARVerbrandingsgevaar door hete oppervlakken Laat het voertuig afkoelen voordat u eraan werkt. |
![]() | GEVAARBrandgevaar Veeg geen brandende of gloeiende voorwerpen, zoals bijv. sigaretten, lucifers of dergelijke. |
![]() | WAARSCHUWINGGevaar voor letsel Gevaar voor beknelling en afknelling aan riemen, zijbezems, vuilreservoir, kap. |
![]() | Max. belasting van het opbergvak 5 kg |
![]() | Waarschuwing |
![]() | Weergave acculaadtoestand |
![]() | Accu |
![]() | Stekker oplaadapparaat |
![]() | Rem |
![]() | Parkeerrem |
![]() | Rijrichting achteruit / vooruit |
![]() | Bedrijfsurenteller |
![]() | Positie voor bowdenkabelclip |
![]() | Sleutelpositie insteken / uittrekken |
![]() | Sleutelschakelaar in stand "OFF |
![]() | Sleutelschakelaar in stand "ON |
![]() | Grofvuilklep |
![]() | Filterreiniging |
![]() | Filterwissel |
![]() | Veegwals heffen |
![]() | Veegwals neerlaten |
![]() | Zijbezem neerlaten |
![]() | Zijbezem heffen |
![]() | Zijbezem veegspiegelinstelling |
![]() | Rijaandrijving ontgrendeling |
![]() | Rijaandrijving vergrendeling |
![]() | Blazer uit (nat vegen) |
![]() | Blazer aan (vegen) |
![]() | Sjoroog |
Gebruik de veegmachine met batterijwerking voor de reiniging van oppervlakken binnen en buiten.
De veegmachine is bestemd voor professioneel gebruik.
Gebruik de veegmachine uitsluitend overeenkomstig de gegevens in deze gebruiksaanwijzing. Elk ander gebruik geldt als niet reglementair. De fabrikant is niet aansprakelijk voor hieruit voortvloeiende schade; alleen de gebruiker draagt het risico.
Aan de veegmachine mogen geen veranderingen worden uitgevoerd.
Alleen de door de onderneming of diens gevolmachtigde vrijgegeven oppervlakken mogen worden bereden en gereinigd.
Het apparaat is niet voor permanent rijden op hellingen bestemd.
Niet langer dan 3 minuten op hellingen van 15% rijden.
Nooit explosieve vloeistoffen, gassen, onverdunde zuren en oplosmiddelen vegen op opzuigen (bijv. benzine, verfverdunner, stookolie), ze vormen in combinatie met de zuiglucht explosieve dampen of mengsels.
Nooit aceton, onverdunde zuur- en oplosmiddelen vegen of opzuigen, omdat ze de aan het apparaat gebruikte materialen aantasten en beschadigen.
Nooit reactief metaalstof (bijv. aluminium, magnesium, zink) vegen of opzuigen, ze vormen in combinatie met sterk alkalische of zure reinigingsmiddelen explosieve gassen.
Geen brandende of gloeiende voorwerpen vegen of opzuigen, er bestaat brandgevaar.
Geen stoffen vegen die gevaarlijk zijn voor de gezondheid.
Het verblijf in gevarenzones is verboden. Het gebruik in explosieve ruimtes is verboden.
Het meenemen van begeleidende personen is verboden.
Het duwen/trekken of transporteren van voorwerpen is met dit apparaat niet toegestaan.
Asfalt
Industrievloeren
Estrik
Beton
Straatstenen
De veegmachine werkt volgens het overwerpprincipe.
De roterende zijbezem reinigt hoeken en randen van het veegoppervlak en transporteert het veeggoed in de baan van de veegwals.
De roterende veegwals transporteert het veeggoed direct in het vuilreservoir.
Het opgewaaide stof in het vuilreservoir wordt via een stoffilter gescheiden en de zuigventilator zuigt de gefilterde zuivere lucht af.
De reiniging van de stoffilter gebeurt handmatig door de gebruiker.
Veiligheidsinrichtingen dienen voor de bescherming van de gebruiker en mogen niet buiten werking worden gesteld en de functies ervan mogen niet worden omzeild.
Neem de veiligheidsinstructies in de hoofdstukken in acht!
Gebruik het apparaat alleen volgens de voorschriften. Houd rekening met de plaatselijke omstandigheden en let bij het uitvoeren van werkzaamheden met het apparaat op andere personen en met name kinderen.
Controleer het apparaat met de werkrichtingen op correcte toestand en op de bedrijfsveiligheid. Is de toestand niet perfect, dan mag u het apparaat niet gebruiken.
Let in gevarenzones (bijv. tankstations) op de desbetreffende veiligheidsvoorschriften. Gebruik het apparaat nooit in explosieve ruimtes.
Dit apparaat mag niet worden gebruikt door personen met een fysieke, sensorische of verstandelijke beperking of een gebrek aan ervaring en/of kennis.
Alleen personen die in de omgang met het apparaat zijn geïnstrueerd of hebben bewezen dat ze het apparaat correct bedienen en uitdrukkelijk de opdracht hebben dit apparaat te gebruiken, mogen het apparaat gebruiken.
De bediener moet voor het begin van het werk controleren of alle veiligheidsinrichtingen correct zijn aangebracht en functioneren.
De bediener van het apparaat is voor ongevallen met andere personen of hun eigendom verantwoordelijk.
Zorg voor nauw aansluitende kleding en stevige schoenen van de bediener. Los gedragen kleding vermijden.
Houd toezicht op kinderen om ervoor te zorgen dat ze niet met het apparaat spelen.
Kinderen en jongeren mogen het apparaat niet bedienen.
Controleer de directe omgeving alvorens te beginnen met rijden (bijv. kinderen). Zorg voor voldoende zicht!
Laat het apparaat in geen geval onbeheerd achter zolang het is beveiligd tegen onbedoelde bewegingen. Trek de parkeerrem aan en verwijder de sleutelschakelaar, als het apparaat stilstaat.
Gebruik het apparaat niet in zones waarin de mogelijkheid bestaat door vallende voorwerpen te worden geraakt.
De lijst met aanwijzingen m.b.t. het kantelgevaar maakt geen aanspraak op volledigheid.
Kantelgevaar bij te grote hellingen! Neem bij het rijden op hellingen de maximaal toegestane waarden in de technische gegevens in acht.
Kantelgevaar bij te grote zijdelingse helling! Neem bij het rijden dwars op de rijrichting de maximaal toegestane waarden in de technische gegevens in acht.
Kantelgevaar bij instabiele ondergrond! Gebruik het apparaat uitsluitend op verharde ondergrond.
Gevaar voor ongevallen door niet aangepaste snelheid. Rijd langzaam in bochten.
Explosiegevaar! Laad de batterijen alleen met een geschikt oplaadapparaat
Bij het laden van batterijen in gesloten ruimtes ontstaat een hoogexplosief gas. Laad de batterijen alleen in goed geventileerde ruimtes.
In de buurt van een batterij of in een batterijlaadruimte mag u niet met een open vlam werken, mag u geen vonken maken of roken.
Explosiegevaar en kortsluitingen. Leg geen gereedschap of dergelijke op de batterij.
Gevaar voor letsel door batterijzuur. Neem de desbetreffende veiligheidsvoorschriften in acht.
Neem de bedrijfsinstructies van de fabrikant van de batterij en het oplaadapparaat in acht. Neem de aanbevelingen van de wetgever m.b.t. de omgang met batterijen in acht.
Laat batterijen nooit in ontladen toestand staan, laad batterijen zo snel mogelijk opnieuw op.
Houd batterijen ter vermijding van kruipstromen schoon en droog. Bescherm batterijen tegen verontreinigingen, bijv. door metaalstof.
Verwijder verbruikte batterijen op een milieuvriendelijke manier conform de EG-richtlijn 91/157/EEG of de desbetreffende nationale voorschriften.
Om ongevallen of letsels te vermijden, moet u bij het transport het gewicht van het apparaat in acht nemen, zie hoofdstuk Technische gegevens in de gebruiksaanwijzing.
Zet de motor vóór het transport af. Houd bij de bevestiging van het apparaat rekening met het gewicht, zie hoofdstuk Technische gegevens in de gebruiksaanwijzing.
Klem vóór werkzaamheden aan de elektrische installatie de batterij af.
Schakel het apparaat uit en trek de sleutelschakelaar eruit voordat u reiniging of onderhoud uitvoert of onderdelen vervangt of naar een andere functie overschakelt.
Laat reparaties alleen uitvoeren door erkende klantenservices of experts voor dit gebied die bekend zijn met alle relevante veiligheidsvoorschriften.
Houd u volgens de plaatselijk geldende voorschriften aan de veiligheidscontrole voor verplaatsbare, commercieel gebruikte apparaten (bijv. in Duitsland: VDE 0701).
Kortsluitingen of andere schade. Reinig het apparaat niet met een slang of een hogedrukstraal.
Voer werkzaamheden aan het apparaat altijd met geschikte handschoenen uit.
Gevaar voor ongevallen bij het afladen van het apparaat
Gebruik bij het afladen van het apparaat een geschikte helling.
Gebruik geen vorkheftruck voor het afladen/verladen van het apparaat.
Neem het gewicht van het apparaat bij het afladen/verladen in acht.
Zie ook het hoofdstuk "Technische gegevens".
Afbeelding: Een oprijplank bouwen
Sluit de accu aan en laad deze op, indien nodig.
Monteer de duwbeugel en hendel.
Gebruik de bijgeleverde planken om een oprijplank volgens de tekening te bouwen.
Verpakkingsbanden van kunststof lossnijden en verpakkingsfolie verwijderen.
Verwijder de spanbandbevestiging bij de bevestigingspunten.
Schroef de drie gemarkeerde vloerplanken en het vierkante hout op de pallet los.
De planken op de kant van de pallet leggen en zodanig uitlijnen dat ze onder de wielen van het apparaat liggen. Schroef de planken vast.
Plaats het vierkante hout als ondersteuning onder de planken.
Verwijder de houten blokken die de wielen op hun plaats houden.
Parkeerrem loszetten.
Rijd het apparaat voorzichtig van de pallet via de oprijplaat of schuif het van de pallet (zie hoofdstuk "Apparaat verplaatsen zonder eigen aandrijving").
Bij aflevering van het apparaat wordt de duwbeugel gedemonteerd en ligt in de verpakking. Deze moet op het apparaat worden gemonteerd.
De handhendels voor de rem en de grofvuilklep zijn nog niet gemonteerd en moeten aan de duwbeugel worden bevestigd. Een instelling moet niet worden uitgevoerd, want dit werd in de fabriek al correct gedaan.
Bevestig de duwbeugel met de sterschroeven.
Bevestig de hendel voor de grofvuilklep links in de rijrichting en de hendel voor de rem rechts op de duwbeugel zoals afgebeeld.
Zet beide kabels met de clips op de duwbeugel vast.
Beknellingsgevaar door inklemmen van vingers
Neem voor het openen en sluiten de apparaatkap alleen vast aan de daarvoor bestemde greep.
Verbrandingsgevaar door hete aandrijfmotor
Aandrijfmotor kan tijdens bedrijf heet worden.
Raak geen hete oppervlakken aan. Let op de waarschuwingssymbolen.
Het openen of verwijderen van de apparaatkap wordt nodig:
voor het aansluiten/inbouwen van de batterijen.
voor onderhouds- en reinigingswerkzaamheden.
voor het afstellen van de zijbezems.
Als de kap van het apparaat niet volledig gesloten is, beweegt het apparaat niet (kapschakelaar).
Apparaatkap openen: Apparaatkap aan de verzonken handgreep vasthouden en langzaam naar voren zwenken. De zwenklagers houden de apparaatkap in de eindpositie.
Apparaatkap verwijderen: Apparaatkap tot kort voor de eindpositie naar voren zwenken, dan er naar boven uitnemen.
Apparaatkap sluiten: Apparaatkap langzaam naar achter zwenken.
Voor het verschuiven van het apparaat moet de rijaandrijving worden gedeactiveerd. Dit gebeurt met een hendelmechanisme dat de aandrijving ontkoppelt.
Afbeelding: Hendel omhoog - apparaat kan worden verschoven
Schakel het apparaat uit, en verwijder de sleutelschakelaar.
Open de apparaatkap.
Duw de hendel omhoog. De aandrijving is ontkoppeld en de duwbeugel is vergrendeld.
Apparaat kan worden verplaatst.
Druk na het verplaatsen de hendel weer omlaag.
De zijbezem(s) zijn bij levering niet aan het apparaat bevestigd. Ze liggen in het vuilreservoir.
Zijbezems vóór de inbedrijfstelling aan het apparaat bevestigen. Zie hoofdstuk "Zijbezems vervangen / wisselen".
Het apparaat is verkrijgbaar in 4 verschillende versies:
KM 85/50 W Bp (1.351-116.0)
zonder batterijen en oplaadapparaat, met 1 zijbezem
KM 85/50 W Bp * IN (1.351-118.0)
zonder batterijen en oplaadapparaat, met 1 zijbezem
KM 85/50 W Bp Pack (1.351-117.0)
met batterijen en oplaadapparaat, met 1 zijbezem
KM 85/50 W Bp Pack 2SB (1.351-119.0)
met batterijen en oplaadapparaat, met 2 zijbezems
zwenkt bij aanraking naar binnen (bescherming tegen beschadiging)
zwenkt bij aanraking naar binnen (bescherming tegen beschadiging)
Fout
Geen tussenstanden selecteren
Bij het vegen van droge oppervlakken: Ventilator met schakelaar inschakelen.
Bij het vegen van vochtige oppervlakken: Schakel de ventilator uit met de schakelaar.
Draai de sleutelschakelaar naar de juiste positie, daar vergrendelt hij.
Verwijder de sleutelschakelaar na het uitschakelen van het apparaat.
Gezondheidsrisico
Gebruik de filterreiniging alleen als het vuilreservoir is geplaatst.
Beweeg de handgreep enkele keren heen en weer om het filter te reinigen.
Trek aan de remhendel om te remmen.
Bedien de parkeerrem bij het parkeren van het apparaat.
Trek aan de remhendel tot deze kan worden vergrendeld.
Om te ontgrendelen, an de remhendel trekken en ontgrendelen.
Houd de remschijf altijd vrij van olie en vet. Reinig de schijf regelmatig.
Om grotere voorwerpen aan te vegen, aan de hendel trekken en de grofvuilklep optillen.
Om over vaste hindernissen (tot 30 mm) te rijden, aan de hendel van de grofvuilklep trekken.
Bij het loslaten van de hendel gaat de grofvuilklep terug naar de uitgangspositie.
Laat de veegwals neer.
Hendel naar voren: De veegwals is neergelaten - de machine is klaar om te vegen.
Hendel naar achteren: De hendel vergrendelt. De veegwals beweegt omhoog.
Zijbezems neerlaten om dicht bij de rand te reinigen.
Hendel naar voren: De zijbezem(s) beweegt/bewegen omlaag.
Hendel naar achteren: De hendel vergrendelt. De zijbezem(s) beweegt/bewegen omhoog.
Gebruik alleen de door de fabrikant aanbevolen batterijen en oplaadapparaten
Vervang de batterijen alleen door batterijen van hetzelfde type!
Verwijder de batterij voordat u het voertuig afvoert en voer het voertuig af met inachtneming van de landspecifieke en plaatselijke voorschriften.
Neem de volgende waarschuwingen in acht bij het omgaan met batterijen:
![]() | Let op de aanwijzingen in de instructies voor de batterij, op de batterij en in deze gebruiksaanwijzing. |
![]() | Draag oogbescherming. |
![]() | Houd kinderen uit de buurt van zuur en batterijen. |
![]() | Explosiegevaar |
![]() | Vuur, vonken, open vuur en roken zijn verboden. |
![]() | Risico op brandwonden door zuur! |
![]() | Eerste hulp |
![]() | Waarschuwing |
![]() | Afvoer |
![]() | Gooi batterijen niet in de vuilnisbak. |
Brand- en explosiegevaar
Leg geen gereedschap of andere voorwerpen op de batterij.
Vermijd absoluut roken en open vuur.
Zorg bij het laden van batterijen in ruimtes voor een goede ventilatie.
Gebruik uitsluitend door Kärcher vrijgegeven batterijen en oplaadapparaten (originele reserveonderdelen).
Milieugevaar door ondeskundige verwijdering van de batterij
Voer defecte of opgebruikte batterijen op een veilige manier af (neem eventueel contact op met een afvalverwijderingsfirma of met de Kärcher-service).
Bij reglementair gebruik en wanneer de gebruiksaanwijzing wordt opgevolgd vormen loodbatterijen geen gevaar.
Houd er echter rekening mee dat loodbatterijen zwavelzuur bevatten dat ernstig letsel kan veroorzaken.
Gemorst zwavelzuur of zwavelzuur dat uit een lekkende batterij treedt met absorptiemiddel opvangen, bijv. zand. Niet in de riolering, de bodem of de wateren laten terechtkomen.
Zuur neutraliseren met kalk/natriumcarbonaat en volgens de plaatselijke voorschriften afvoeren.
Neem contact op met een afvalverwerkingsbedrijf voor de afvoer van defecte batterijen.
Zuurspatten in het oog of op de huid met veel helder water uit- resp. afspoelen.
Daarna onmiddellijk een arts raadplegen.
Vervuilde kleding met water uitwassen.
Kleding vervangen.
De KM 85/50 W Bp Pack en KM 85/50 W Bp Pack 2SB varianten worden geleverd met batterijen en oplader.
Kärcher-bestelnummers voor aanbevolen batterijen en oplaadapparaten
Batterijset onderhoudsvrij | Bestelnr.* | Volume m3 ** | Luchtstroom m3/h *** |
2 x 12 V / 115 Ah | 2.815-137.0 | 2,64 | 1,06 |
* Het bestelnr. van de batterijset bevat 2 batterijen ** Minimaal volume van de batterijlaadruimte *** Minimale luchtstroom tussen batterijlaadruimte en omgeving |
Oplaadapparaat | Bestelnr. | Benodigd aantal stuks |
24 V / 12 A | 6.654-329.0 | 1 |
Bij gebruik van andere batterijen
Maximale afmetingen per batterij * | |
L x b x h | 362 x 174 x 290 mm |
* er zijn 2 batterijen nodig |
Beschadigingsgevaar door verkeerde poling
Let bij het aansluiten van de kabels op juiste poling.
Afbeelding: Installatie en aansluiting van de batterijen
Schakel het apparaat uit, en verwijder de sleutelschakelaar.
Open of verwijder de apparaatkap.
Beide batterijen in de opname plaatsen.
Plaats beide afstandhouders.
Sluit de verbindingskabel aan zoals afgebeeld.
Sluit de min- en pluskabels aan op de batterijstekker zoals afgebeeld.
Levensgevaar door elektrische schok
Gebruik het oplaadapparaat alleen wanneer het is aangesloten op een geschikt hoogspanningsnet met voldoende beveiliging.
Gebruik het oplaadapparaat alleen in droge ruimtes met voldoende ventilatie.
Beschadigingsgevaar door volledige ontlading
Het apparaat beschikt over een beveiliging tegen volledige ontlading, d.w.z. dat als nog de toegestane minimale capaciteit wordt bereikt, dan moet u het apparaat direct naar het oplaadstation rijden en hellingen vermijden.
Beschadigingsgevaar door oplaadapparaat
Sluit het oplaadapparaat niet op de stekker van de apparaatbesturing aan.
Neem de veiligheidsinstructies voor het laden van batterijen in acht.
Lees voor meer informatie over het opladen de gebruiksaanwijzing van het oplaadapparaat en handel dienovereenkomstig.
geel = batterij wordt geladen
groen = batterij > 80% geladen
groen = batterij volledig geladen
rood = batterij leeg
Apparaat veilig afzetten.
Koppel de batterijstekker los van het apparaat.
Laadapparaatstekker met batterijstekker verbinden.
Apparaatstekker in laadapparaat steken. Netkabel in huiscontactdoos steken, het laden begint.
Laadproces volgens de aanwijzingen in de gebruiksaanwijzing van het oplaadapparaat uitvoeren.
Batterijen 10-12 uur laden.
De aanbevolen oplaadapparaten (passen bij de telkens gebruikte batterijen) zijn elektronisch geregeld en beëindigen het laadproces automatisch.
Controleer de laadtoestand van de accu door de sleutelschakelaar in stand I (bediening) te zetten.
De laadtoestand van de batterij wordt na ca. 5 seconden weergegeven met verschillende gekleurde leds (groen, geel, rood) op het laadcontroledisplay.
Als het display geel of rood is, de batterij opladen.
Veegwals en zijbezems op ingewikkelde banden controleren.
De controle kan ook bij afgenomen vuilreservoirs worden uitgevoerd.
Het verwijderen van ingewikkelde banden mag om veiligheidsredenen alleen in gedemonteerde toestand gebeuren.
Gebruik handmatige reiniging van het stoffilter en maak het stoffilter schoon.
Vuilreservoir leegmaken.
Gevaar voor ongevallen bij achteruitrijden
Het apparaat kan met dezelfde snelheid vooruit en achteruit bewegen.
Trek daarom bij het achteruitrijden de duwbeugel voorzichtig naar achteren.
Steek de sleutel erin en draai deze naar de "I / ON" -stand, het apparaat is klaar voor gebruik.
Parkeerrem loszetten.
Vooruitrijden: Duw de duwbeugel naar voren.
Achteruitrijden: Trek de duwbeugel naar achteren.
Om over vaste hindernissen te rijden (tot 30 mm), de grofvuilklep omhoog bewegen.
Op vaste hindernissen (meer dan 30 mm) alleen op een geschikte ondergrond rijden.
Verwondingsgevaar door stenen of grind
Let bij een geopende grofvuilklep op personen, dieren of voorwerpen in de omgeving (rondvliegen stenen of grind zijn gevaarlijk).
Voer geen reinigingswerkzaamheden uit als het vuilreservoir is verwijderd.
Beschadigingsgevaar door pakbanden of dergelijke
Veeg geen pakbanden, koorden of dergelijke (beschadiging van het veegmechanisme).
Pas de veegsnelheid aan de omstandigheden aan om een optimaal reinigingsresultaat te bereiken.
Reinigingswerkzaamheden in voorwaartse rijrichting uitvoeren door de duwbeugel naar voren te duwen.
Laat de veegwals neer door de hendel veegwals op het bedieningspaneel naar voren te duwen. De veegwals daalt.
Schakel op droge oppervlakken de afzuigventilator met de draaischakelaar in.
Werk zonder afzuigventilator op natte of vochtige oppervlakken.
Om dicht bij de rand te reinigen, laat u de zijbezems neer door de hendel zijbezem op het bedieningspaneel naar voren te duwen.
De zijbezem loopt alleen bij een ingeschakelde veegwals.
Voor het opnemen van grotere voorwerpen (30 mm) de hendel grofvuilklep bedienen.
Maak het stoffilter regelmatig schoon.
Om de batterijen te beschermen, schakelt het apparaat zichzelf bij lage batterijlading volledig uit.
Laad batterijen altijd op tijd op. Zie hoofdstuk “Batterijen opladen”.
Als het apparaat zichzelf heeft uitgeschakeld, de rijaandrijving loskoppelen en het apparaat naar het laadstation schuiven. Zie hoofdstuk "Apparaat schuiven".
Gezondheidsrisico door stof
Draag een stofmasker en een veiligheidsbril bij het legen van het vuilreservoir.
Bedien het handmatige stoffilterreinigingssysteem meerdere keren, alvorens het vuilreservoir te legen.
Duw beide vergrendelingen van het vuilreservoir omhoog (openen).
Pak het vuilreservoir bij de handgreep vast en trek deze op de transportrollen naar buiten.
Om te legen, het vuilreservoir aan de greep en greepuitsparing vasthouden.
Vuilreservoir er helemaal inschuiven.
Controleren of het vuilreservoir is vastgeklikt.
Apparaat op een vlakke ondergrond neerzetten.
Parkeerrem bedienen.
Verwijder de sleutelschakelaar.
Veegwals en zijbezems optillen.
Vuilreservoir leegmaken.
Batterijen laden.
Gevaar voor letsel en beschadiging
Houd bij het transport rekening met het gewicht van het apparaat.
Neem de markeerbereiken op het basisframe in acht (kettingsymbolen).
Parkeerrem bedienen.
Verwijder de batterijstekker en sleutelschakelaar.
Borg het apparaat bij de wielen met wiggen.
Zet het apparaat vast met touwen of spanbanden.
Bij het transport in voertuigen het apparaat conform de richtlijnen tegen wegglijden en omvallen beveiligen.
Gevaar voor letsel en beschadiging
Neem het gewicht van het apparaat in acht.
Apparaat op een beschermde, effen en droge plaats parkeren.
Verwijder de sleutelschakelaar.
Voertuig van binnen en van buiten reinigen.
Trek de batterijstekker er buiten uit.
Batterij om de 2 maanden bijladen.
Gevaar voor ongevallen en letsel door onbedoelde beweging van het apparaat.
Schakel voor alle onderhoudswerkzaamheden het apparaat uit en trek de sleutel eruit.
Trek de centrale batterijstekker eruit.
Neem de veiligheidsinstructies voor het onderhoud in acht.
Kortsluitingsgevaar door waterstraal
Reinig het apparaat niet met een slang of een hogedrukstraal.
Gezondheidsrisico door stof
Draag een stofmasker en veiligheidsbril bij het reinigen met perslucht.
Beschadigingsgevaar van de oppervlakken
Gebruik geen schurende of agressieve reinigingsmiddelen voor de reiniging.
Apparaat van binnen met perslucht uitblazen.
Apparaat van binnen en van buiten met een vochtige, in mild zeepsop gedrenkte doek reinigen.
Alle service- en onderhoudswerkzaamheden moeten door een gekwalificeerd expert worden uitgevoerd, indien nodig kan altijd een beroep worden gedaan op een Kärcher-vakhandel.
Dagelijks onderhoud
Veegwals en zijbezems op ingewikkelde banden controleren.
Werking van alle bedieningselementen controleren.
Reinig het stoffilter.
Wekelijks onderhoud
Bewegende delen op lichtlopendheid controleren.
Afdichtlijsten in het veegbereik op instelling en slijtage controleren.
Veegwals en zijbezems op slijtage controleren.
Stoffilter controleren en eventueel filterkast reinigen.
Spanning, slijtage en werking van riemen controleren.
Onderhoud na slijtage
Pas afdichtstrips aan, of vervang deze.
veegwals vervangen.
Zijbezems vervangen.
Vervang remblokken.
Beschrijvingen zie hoofdstuk "Onderhoudswerkzaamheden".
Om tegemoet te komen aan garantie-eisen moeten tijdens de garantielooptijd alle service- en onderhoudswerkzaamheden door de geautoriseerde klantenservice worden uitgevoerd.
Laat onderhoudswerkzaamheden uitvoeren volgens de inspectiechecklist.
Veegwals en zijbezems op ingewikkelde banden controleren.
De controle kan ook bij afgenomen vuilreservoirs worden uitgevoerd.
Het verwijderen van ingewikkelde banden mag om veiligheidsredenen alleen in gedemonteerde toestand gebeuren.
Schakel het apparaat uit, en verwijder de sleutelschakelaar.
Veegwals neerlaten.
Draai de kartelschroeven eruit.
Verwijder de lagerplaat en afdekplaat.
Veegwals uittrekken.
Afbeelding: Inbouwpositie van achteren gezien (met verwijderd vuilreservoir)
Bij de inbouw van de veegwals op juiste inbouwpositie letten (veegwalsopnames zijn identiek).
Afdekplaat en lagerplaat in omgekeerde volgorde monteren.
Veegspoor instellen
Als de zijbezem versleten is, het veegoppervlak met de stelschroef opnieuw afstellen.
Afbeelding zonder apparaatafdekking
Open de apparaatkap.
Veegspiegel van de zijbezem met de stelschroef instellen.
Rechtsom draaien (-) - zijbezem beweegt omhoog
Linksom draaien (+) - zijbezem wordt neergelaten
Als de reinigingsprestaties niet bevredigend zijn, ondanks dat het veegniveau werd aangepast, is de zijbezem te zeer versleten en moet deze worden vervangen.
Zijbezem vervangen
Gevaar voor letsel en beschadiging
Verwijder de batterijen en het vuilreservoir, alvorens het apparaat ze kantelen.
Zet het gekantelde apparaat vast, alvorens zijbezems te vervangen.
Vervang van zijbezems wordt beschreven voor als het apparaat is gekanteld.
Vuilreservoir verwijderen.
Batterijen uitbouwen.
Kantel het apparaat naar achteren en beveilig het tegen omvallen.
Schroef aan de onderkant eruit schroeven.
Zijbezem verwijderen.
Indien nodig opname reinigen.
Nieuwe zijbezem op meenemer steken en met schroef bevestigen.
Na het vervangen van de zijbezem de veegspiegel met de stelschroef instellen.
Gezondheidsrisico door stof
Draag een stofmasker en veiligheidsbril bij werkzaamheden aan de filterinstallatie.
Schakel het apparaat uit, en verwijder de sleutelschakelaar.
Voer handmatige reiniging van het stoffilter uit.
Sluitingen openen.
Laat de filtercassette met het stoffilter neer tot aan de aanslag.
Stoffilter naar boven toe verwijderen.
Controleer stoffilter.
Om te reinigen, vuil opzuigen of er voorzichtig afkloppen.
Gebruik een nieuw stoffilter als het beschadigd of sterk vervuild is.
Beschadigingsgevaar van het stoffilter.
Let er bij het sluiten van de filtercassette op dat het stoffilter correct in de filtercassette is geplaatst. Alle vier hoeken van het stoffilter moeten gelijk liggen met de filtercassette.
Afdichtlijsten | Instelwaarden |
---|---|
Zijdelingse afdichtlijsten | Afstand tot de grond 1 -2 mm |
Voorste afdichtlijst | Naloop 10-15 mm |
Achterste afdichtlijst | Naloop 5-10 mm |
De naloop van de voorste en achterste afdichtlijst definieert het omleggen van de afdichtlip naar achteren bij het vooruitrijden.
De zijdelingse afdichtlijsten moeten bij juiste instelling een afstand tot de grond hebben.
Bevestiging van de afdichtlijsten losmaken.
Afdichtlijst door verschuiven in de langgaten instellen.
Waarden zie in de tabel.
Kloppen de instellingen, dan de afdichtlijsten bevestigen.
Open de apparaatkap.
Vervang de defecte zekering alleen door een zekering met dezelfde waarde.
Als de hoofdzekering onder is, is het apparaat klaar voor gebruik.
Als de hoofdzekering boven is, werd de zekering geactiveerd en is het apparaat niet klaar voor gebruik. Druk op de zekering.
Als de hoofdzekering steeds weer wordt geactiveerd, moet de oorzaak hiervoor worden gecontroleerd. Neem in dit geval contact op met de geautoriseerde klantenservice.
Hierna (bij wijze van uittreksel) een overzicht van de slijtageonderdelen of optionele verkrijgbaar toebehoren.
Toebehoren | Beschrijving | Bestelnr. |
---|---|---|
Zijbezem, standaard | Voor binnen- en buitenoppervlakken | 6.906-132.0 |
Zijbezem, zacht | Voor fijn stof, op binnen- en buitenoppervlakken Bestand tegen natheid | 6.905-626.0 |
Zijbezem, hard | Voor het verwijderen van stevig aanplakkend vuil, buiten Bestand tegen natheid | 6.905-625.0 |
Veegwals, standaard | Voor binnen- en buitenoppervlakken Slijtvast en bestand tegen natheid | 4.762-430.0 |
Veegwals, zacht | Voor fijn stof, op binnen- en buitenoppervlakken Bestand tegen natheid | 4.762-442.0 |
Veegwals, hard | Voor het verwijderen van stevig aanplakkend vuil, buiten Bestand tegen natheid | 4.762-443.0 |
Stoffilter | Vlakke filter minstens 1x per jaar vervangen Bestand tegen natheid, wasbaar | 5.731-585.0 |
Afdichtlijst, zijkant links en rechts | ![]() | 5.400-723.0 |
Afdichtlijst, achter | ![]() | 5.394-834.0 |
Afdichtlijst, voor | ![]() | 5.394-832.0 |
Aanbouwset zijbezem, links | Moet door de klantenservice worden gemonteerd | 2.850-266.0 |
Home Base toebehoren | Beschrijving | Bestelnr. |
---|---|---|
Adapter | Voor de bevestiging aan de Home Base rail (apparaat) | 5.035-488.0 |
Dubbele haak | Alleen in combinatie met adapter bruikbaar | 6.980-077.0 |
Reservoir reinigingsmiddel | Alleen in combinatie met adapter bruikbaar | 4.070-006.0 |
Set tang voor grof vuil | Grofvuiltang inclusief bevestiging aan het apparaat | 4.035-524.0 |
Kleinere storingen kunt u met behulp van het volgende overzicht zelf verhelpen.
Bij alle niet vermelde storingen met de klantenservice (service) contact opnemen!
Gevaar voor ongevallen en letsel door onbedoelde beweging van het apparaat.
Schakel voor alle onderhoudswerkzaamheden het apparaat uit en trek de sleutel eruit.
Trek de centrale batterijstekker eruit of koppel de batterij los.
Gevaar voor elektrische schokken
Trek bij werkzaamheden aan elektrische bouwdelen de centrale batterijstekker eruit of klem de batterij los.
Reparatiewerkzaamheden en werkzaamheden aan elektrische componenten mogen alleen door de geautoriseerde klantenservice worden uitgevoerd.
Oorzaak:
Oplossing:
Sleutelschakelaar in positie I.
Rijaandrijving activeren (ontkoppeling deactiveren).
Batterijen laden.
Controleer de riem en de ketting.
Controleer de hoofdzekering – inschakelen, indien hij werd geactiveerd.
Aangesloten batterijpool controleren.
Centrale batterijstekker controleren.
Sluit de apparaatkap volledig (kapschakelaar).
Oorzaak:
Oplossing:
Vuilreservoir leegmaken.
Afdichtingen controleren/vervangen.
Stoffilter controleren/reinigen/vervangen.
Correcte bevestiging van het stoffilter controleren.
Stoffilter bij lichte verontreiniging reinigen.
Stoffilter bij beschadiging of sterke verontreiniging vervangen.
Afdichtlijsten op slijtage controleren/instellen/vervangen.
Bij droog vegen: Blazer inschakelen.
Zijbezems compleet optillen.
Oorzaak:
Oplossing:
Veegwals en zijbezems op slijtage controleren, indien nodig veegspiegel instellen resp. vervangen.
Afdichtlijsten op slijtage controleren, indien nodig instellen/vervangen.
Werking van de grofvuilklep controleren.
Veegwals op correcte plaatsing controleren.
Oorzaak:
Oplossing:
Veegwals resp. zijbezem neerlaten.
Oplossing:
Controleer de afstelling van de bowdenkabels.
Oplossing:
Contact opnemen met de klantenservice.
Oorzaak:
Oplossing:
Veegwals/zijbezems op ingewikkelde banden controleren.
Oplossing:
Microschakelaar door de klantenservice laten controleren.
Gegevens capaciteit apparaat | |
Bedrijfsduur met volledig opgeladen batterij | 2,5 h |
Rijsnelheid, vooruit | 4,5 km/h |
Rijsnelheid, achteruit | 4,5 km/h |
Klimvermogen (max.) | 15 % |
Werkbreedte zonder zijbezem | 615 mm |
Werkbreedte met 1 zijbezem | 850 mm |
Theoretische oppervlaktecapaciteit | |
Oppervlaktecapaciteit met 1 zijbezem | 3825 m2/h |
Beschermingsgraad | IPX3 |
Accu | |
Accutype | --- |
Accucapaciteit | --- Ah |
Accuspanning | 24 V |
Oplaadapparaat | |
Frequentie | --- Hz |
Beschermingsklasse | --- |
Omgevingsvoorwaarden | |
Omgevingstemperatuur | -5 bis +40 °C |
Luchtvochtigheid, niet condenserend | 0 - 90 % |
Afmetingen en gewichten | |
Lengte | 1550 mm |
Breedte | 1000 mm |
Hoogte | 1120 mm |
Gewicht | 140 kg |
Toegestaan totaal gewicht | 300 kg |
Vuilreservoir | |
Volume vuilreservoir | 50 l (kg) |
Filter en zuigsysteem | |
Filtersysteem | Vlakke harmonicafilter, handmatige reiniging |
Filteroppervlak | 2,3 m2 |
Stofklasse | M |
Nominale onderdruk zuigsysteem | 0,5 mbar |
Berekende waarden conform EN 60335-2-72 | |
Hand-arm-vibratiewaarde | 2,4 m/s2 |
Onzekerheid K | 0,2 m/s2 |
Geluidsdrukniveau LpA | 66 dB(A) |
Onzekerheid KpA | 3 dB(A) |
Geluidsvermogensniveau LWA + onzekerheid KWA | 84 dB(A) |
Onzekerheid KWA | 3 dB(A) |
Gegevens capaciteit apparaat | |
Bedrijfsduur met volledig opgeladen batterij | 2,5 h |
Rijsnelheid, vooruit | 4,5 km/h |
Rijsnelheid, achteruit | 4,5 km/h |
Klimvermogen (max.) | 15 % |
Werkbreedte zonder zijbezem | 615 mm |
Werkbreedte met 1 zijbezem | 850 mm |
Theoretische oppervlaktecapaciteit | |
Oppervlaktecapaciteit met 1 zijbezem | 3825 m2/h |
Beschermingsgraad | IPX3 |
Accu | |
Accutype | onderhoudsvrij |
Accucapaciteit | 115 Ah |
Accuspanning | 2x12 = 24 V |
Oplaadapparaat | |
Netspanning | 95 - 253 V |
Frequentie | 50/60 Hz |
Beschermingsklasse | II |
Omgevingsvoorwaarden | |
Omgevingstemperatuur | -5 bis +40 °C |
Luchtvochtigheid, niet condenserend | 0 - 90 % |
Afmetingen en gewichten | |
Lengte | 1550 mm |
Breedte | 1000 mm |
Hoogte | 1120 mm |
Gewicht | 226 kg |
Toegestaan totaal gewicht | 300 kg |
Vuilreservoir | |
Volume vuilreservoir | 50 l (kg) |
Filter en zuigsysteem | |
Filtersysteem | Vlakke harmonicafilter, handmatige reiniging |
Filteroppervlak | 2,3 m2 |
Stofklasse | M |
Nominale onderdruk zuigsysteem | 0,5 mbar |
Berekende waarden conform EN 60335-2-72 | |
Hand-arm-vibratiewaarde | 2,4 m/s2 |
Onzekerheid K | 0,2 m/s2 |
Geluidsdrukniveau LpA | 66 dB(A) |
Onzekerheid KpA | 3 dB(A) |
Geluidsvermogensniveau LWA + onzekerheid KWA | 84 dB(A) |
Onzekerheid KWA | 3 dB(A) |
Gegevens capaciteit apparaat | |
Bedrijfsduur met volledig opgeladen batterij | 2,5 h |
Rijsnelheid, vooruit | 4,5 km/h |
Rijsnelheid, achteruit | 4,5 km/h |
Klimvermogen (max.) | 15 % |
Werkbreedte zonder zijbezem | 615 mm |
Werkbreedte met 1 zijbezem | 850 mm |
Werkbreedte met 2 zijbezem | 1085 mm |
Theoretische oppervlaktecapaciteit | |
Oppervlaktecapaciteit met 1 zijbezem | 3825 m2/h |
Oppervlaktecapaciteit met 2 zijbezem | 4882 m2/h |
Beschermingsgraad | IPX3 |
Accu | |
Accutype | onderhoudsvrij |
Accucapaciteit | 115 Ah |
Accuspanning | 2x12 = 24 V |
Oplaadapparaat | |
Netspanning | 95 - 253 V |
Frequentie | 50/60 Hz |
Beschermingsklasse | II |
Omgevingsvoorwaarden | |
Omgevingstemperatuur | -5 bis +40 °C |
Luchtvochtigheid, niet condenserend | 0 - 90 % |
Afmetingen en gewichten | |
Lengte | 1550 mm |
Breedte | 1100 mm |
Hoogte | 1120 mm |
Gewicht | 227 kg |
Toegestaan totaal gewicht | 300 kg |
Vuilreservoir | |
Volume vuilreservoir | 50 l (kg) |
Filter en zuigsysteem | |
Filtersysteem | Vlakke harmonicafilter, handmatige reiniging |
Filteroppervlak | 2,3 m2 |
Stofklasse | M |
Nominale onderdruk zuigsysteem | 0,5 mbar |
Berekende waarden conform EN 60335-2-72 | |
Hand-arm-vibratiewaarde | 2,4 m/s2 |
Onzekerheid K | 0,2 m/s2 |
Geluidsdrukniveau LpA | 66 dB(A) |
Onzekerheid KpA | 3 dB(A) |
Geluidsvermogensniveau LWA + onzekerheid KWA | 84 dB(A) |
Onzekerheid KWA | 3 dB(A) |
Hiermee verklaren wij dat de hierna vermelde machine op basis van het ontwerp en type en in de door ons op de markt gebrachte uitvoering voldoet aan de relevante veiligheids- en gezondheidsvereisten van de EU-richtlijnen. Bij een niet door ons goedgekeurde wijziging van de machine verliest deze verklaring zijn geldigheid.
Product: Veeg-/zuigmachine
Type: 1.351-xxx.0
Relevante EU-richtlijnen2006/42/EG (+2009/127/EG)
2014/30/EU
2000/14/EG
Toegepaste geharmoniseerde normenEN 60335-1
EN 60335-2-72
EN 55012: 2007 + A1: 2009
EN 55014-1: 2006+A1: 2009+A2: 2011
EN 55014-2: 1997+A1: 2001+A2: 2008
EN 61000-3-2: 2014
EN 61000-3-3: 2013
EN 62233: 2008
Toegepaste conformiteitswaarderingsprocedure2000/14/EG: Bijlage V
Geluidsvermogensniveau dB(A)Gemeten: 82
Gegarandeerd: 83
De ondergetekenden handelen in opdracht en met volmacht van de directie.
Gevolmachtigde voor de documentatie:
S. Reiser
Alfred Kärcher SE & Co. KG
Alfred-Kärcher-Str. 28 - 40
71364 Winnenden (Germany)
Tel.: +49 7195 14-0
Fax: +49 7195 14-2212
Winnenden, /02/01