LogoKM 85/50 W BpKM 85/50 W Bp PackKM 85/50 W Bp Pack 2SB
  • Algemene instructies
    • Levering controleren
    • Milieubescherming
    • Afvalverwijdering van het uitgediende voertuig
    • Garantie
    • Toebehoren en reserveonderdelen
    • Gevarenniveaus
    • Symbolen op het voertuig
  • Reglementair gebruik
    • Te voorzien fout gebruik
    • Geschikte oppervlakten voor het vegen
  • Functie
  • Veiligheidsinstructies
    • Veiligheidsinrichtingen
    • Veiligheidsinstructies m.b.t. de bediening
    • Veiligheidsinstructies voor het rijden
    • Apparaten op batterijwerking
    • Veiligheidsinstructies voor het transport
    • Verzorging en onderhoud
  • Vooringebruikneming
    • Aanwijzingen voor het afladen
    • Duwbeugel en handhendel monteren
    • Apparaatkap openen/sluiten/verwijderen
    • Apparaat schuiven (zonder eigen aandrijving)
    • Zijbezem monteren
  • Beschrijving apparaat
    • Afbeelding apparaat
    • Bedieningselementen
      • Ventilatorschakelaar
      • Sleutelschakelaar
      • Handmatige stoffilterreiniging
      • Duwbeugel
      • Hendel veegwals en zijbezem
  • Batterijen / oplaadapparaten
    • Waarschuwingssymbolen
    • Veiligheidsinstructies
      • Maatregelen voor onbedoeld vrijkomen van zwavelzuur.
    • Bestelnummers en afmetingen van batterijen en oplaadapparaten
    • Batterijen inbouwen / aansluiten
    • Batterijen laden
  • Inbedrijfstelling
    • Vóór het starten
  • Gebruik
    • Met apparaat rijden
    • Instructies voor het vegen
    • Vegen met veegwals en zijbezems
    • Vuilreservoir leegmaken
    • Apparaat stoppen en afzetten
  • Transport
  • Opslag
  • Onderhoud
    • Algemene instructies
    • Apparaat reinigen
    • Onderhoudsintervallen
      • Onderhoud door de klant
      • Onderhoud door de klantenservice
    • Onderhoudswerkzaamheden
      • Veegwals op ingewikkelde banden controleren
      • Veegwals vervangen/controleren
        • Veegwals demonteren
        • Veegwals inbouwen
      • Zijbezem afstellen / vervangen
      • Stoffilter vervangen
      • Afdichtlijsten vervangen / instellen
      • Zekeringen
        • Zekeringen controleren
  • Toebehoren/reserveonderdelen
  • Hulp bij storingen
    • Apparaat beweegt niet of niet correct
    • Stof bij het vegen/onvoldoende zuigcapaciteit
    • Veegcapaciteit niet bevredigend
    • Inschakeling van veegwals/zijbezems functioneert niet
    • Veegwals/zijbezems draaien niet
  • Technische gegevens
    • KM 85/50 W Bp (1.351-116.0) KM 85/50 W Bp *IN (1.351-118.0)
    • KM 85/50 W Bp Pack (1.351-117.0)
    • KM 85/50 W Bp Pack 2SB (1.351-119.0)
  • EU-conformiteitsverklaring

      KM 85/50 W Bp
      KM 85/50 W Bp Pack
      KM 85/50 W Bp Pack 2SB

      597861500 (11/21)

      Algemene instructies

      Voordat u het apparaat voor het eerst gebruikt, dient u deze originele gebruiksaanwijzing en de het hoofdstuk veiligheidsinstructies door te lezen. Houd u hieraan.

      Bewaar deze voor later gebruik of voor de volgende eigenaar.

      Levering controleren

      Meld bij de overdracht van het voertuig gebreken en transportschade meteen aan uw dealer of verkoopvestiging.

      Milieubescherming

      De verpakkingsmaterialen zijn herbruikbaar. Verwijder verpakkingen op een milieuvriendelijke manier.

      Elektrische en elektronische apparaten bevatten waardevolle recyclebare materialen en vaak bestanddelen zoals batterijen, accu's of olie, die bij onjuiste omgang of verkeerd afvalverwijdering een potentieel gevaar voor de gezondheid van de mens en voor het milieu kunnen vormen. Voor een correcte werking van het apparaat zijn deze bestanddelen echter noodzakelijk. Voer apparaten met dit symbool niet samen met het huisvuil af.

      Instructies betreffende ingrediënten (REACH)

      Actuele informatie over ingrediënten vindt u op: www.kaercher.de/REACH

      Afvalverwijdering van het uitgediende voertuig

      Uitgediende voertuigen bevatten waardevolle recyclebare materialen. Voor de afvoer van uw voertuig raden we de samenwerking met een gespecialiseerd afvalverwijderingsbedrijf aan.

      Garantie

      In elk land gelden de garantievoorwaarden die door onze verantwoordelijke verkoopmaatschappij zijn uitgegeven. Mogelijke storingen aan uw apparaat verhelpen we binnen de garantieperiode gratis, voor zover een materiaal- of fabricagefout de oorzaak is. Als u gebruik wilt maken van de garantie, neemt u met uw aankoopbon contact op met uw distributeur of de dichtstbijzijnde geautoriseerde klantenservice.

      Meer informatie vindt u onder: www.kaercher.com/dealersearch

      Meer informatie over de garantie (indien beschikbaar) vindt u in het servicegedeelte van uw lokale Kärcher-website onder "Downloads".

      Toebehoren en reserveonderdelen

      Gebruik alleen origineel toebehoren en originele reserveonderdelen. Deze garanderen een veilige en storingsvrije werking van het apparaat.

      Informatie over toebehoren en reserveonderdelen vindt u onder www.kaercher.com.

      Gevarenniveaus

      GEVAAR

      Aanwijzing voor direct dreigend gevaar dat tot zware of dodelijke verwondingen leidt.

      WAARSCHUWING

      Aanwijzing voor een mogelijk gevaarlijke situatie die tot zware of dodelijke verwondingen kan leiden.

      VOORZICHTIG

      Aanwijzing voor een mogelijk gevaarlijke situatie die tot lichte verwondingen kan leiden.

      LET OP

      Aanwijzing voor een mogelijk gevaarlijke situatie die tot materiële schade kan leiden.

      Symbolen op het voertuig

      GEVAAR

      Verbrandingsgevaar door hete oppervlakken

      Laat het voertuig afkoelen voordat u eraan werkt.

      GEVAAR

      Brandgevaar

      Veeg geen brandende of gloeiende voorwerpen, zoals bijv. sigaretten, lucifers of dergelijke.

      WAARSCHUWING

      Gevaar voor letsel

      Gevaar voor beknelling en afknelling aan riemen, zijbezems, vuilreservoir, kap.

      Max. belasting van het opbergvak 5 kg
      Waarschuwing
      Weergave acculaadtoestand
      Accu
      Stekker oplaadapparaat
      Rem
      Parkeerrem
      Rijrichting achteruit / vooruit
      Bedrijfsurenteller
      Positie voor bowdenkabelclip
      Sleutelpositie insteken / uittrekken
      Sleutelschakelaar in stand "OFF
      Sleutelschakelaar in stand "ON
      Grofvuilklep
      Filterreiniging
      Filterwissel
      Veegwals heffen
      Veegwals neerlaten
      Zijbezem neerlaten
      Zijbezem heffen
      Zijbezem veegspiegelinstelling
      Rijaandrijving ontgrendeling
      Rijaandrijving vergrendeling
      Blazer uit (nat vegen)
      Blazer aan (vegen)
      Sjoroog

      Reglementair gebruik

      Gebruik de veegmachine met batterijwerking voor de reiniging van oppervlakken binnen en buiten.

      De veegmachine is bestemd voor professioneel gebruik.

      Gebruik de veegmachine uitsluitend overeenkomstig de gegevens in deze gebruiksaanwijzing. Elk ander gebruik geldt als niet reglementair. De fabrikant is niet aansprakelijk voor hieruit voortvloeiende schade; alleen de gebruiker draagt het risico.

      Aan de veegmachine mogen geen veranderingen worden uitgevoerd.

      Alleen de door de onderneming of diens gevolmachtigde vrijgegeven oppervlakken mogen worden bereden en gereinigd.

      Te voorzien fout gebruik

      Het apparaat is niet voor permanent rijden op hellingen bestemd.

      Niet langer dan 3 minuten op hellingen van 15% rijden.

      Nooit explosieve vloeistoffen, gassen, onverdunde zuren en oplosmiddelen vegen op opzuigen (bijv. benzine, verfverdunner, stookolie), ze vormen in combinatie met de zuiglucht explosieve dampen of mengsels.

      Nooit aceton, onverdunde zuur- en oplosmiddelen vegen of opzuigen, omdat ze de aan het apparaat gebruikte materialen aantasten en beschadigen.

      Nooit reactief metaalstof (bijv. aluminium, magnesium, zink) vegen of opzuigen, ze vormen in combinatie met sterk alkalische of zure reinigingsmiddelen explosieve gassen.

      Geen brandende of gloeiende voorwerpen vegen of opzuigen, er bestaat brandgevaar.

      Geen stoffen vegen die gevaarlijk zijn voor de gezondheid.

      Het verblijf in gevarenzones is verboden. Het gebruik in explosieve ruimtes is verboden.

      Het meenemen van begeleidende personen is verboden.

      Het duwen/trekken of transporteren van voorwerpen is met dit apparaat niet toegestaan.

      Geschikte oppervlakten voor het vegen

      • Asfalt

      • Industrievloeren

      • Estrik

      • Beton

      • Straatstenen

      Functie

        De veegmachine werkt volgens het overwerpprincipe.

      1. De roterende zijbezem reinigt hoeken en randen van het veegoppervlak en transporteert het veeggoed in de baan van de veegwals.

      2. De roterende veegwals transporteert het veeggoed direct in het vuilreservoir.

      3. Het opgewaaide stof in het vuilreservoir wordt via een stoffilter gescheiden en de zuigventilator zuigt de gefilterde zuivere lucht af.

      4. De reiniging van de stoffilter gebeurt handmatig door de gebruiker.

      Veiligheidsinstructies

      Veiligheidsinrichtingen

      Veiligheidsinrichtingen dienen voor de bescherming van de gebruiker en mogen niet buiten werking worden gesteld en de functies ervan mogen niet worden omzeild.

      Neem de veiligheidsinstructies in de hoofdstukken in acht!

      Veiligheidsinstructies m.b.t. de bediening

      WAARSCHUWING

      Gebruik het apparaat alleen volgens de voorschriften. Houd rekening met de plaatselijke omstandigheden en let bij het uitvoeren van werkzaamheden met het apparaat op andere personen en met name kinderen.

      WAARSCHUWING

      Controleer het apparaat met de werkrichtingen op correcte toestand en op de bedrijfsveiligheid. Is de toestand niet perfect, dan mag u het apparaat niet gebruiken.

      WAARSCHUWING

      Let in gevarenzones (bijv. tankstations) op de desbetreffende veiligheidsvoorschriften. Gebruik het apparaat nooit in explosieve ruimtes.

      WAARSCHUWING

      Dit apparaat mag niet worden gebruikt door personen met een fysieke, sensorische of verstandelijke beperking of een gebrek aan ervaring en/of kennis.

      WAARSCHUWING

      Alleen personen die in de omgang met het apparaat zijn geïnstrueerd of hebben bewezen dat ze het apparaat correct bedienen en uitdrukkelijk de opdracht hebben dit apparaat te gebruiken, mogen het apparaat gebruiken.

      LET OP

      De bediener moet voor het begin van het werk controleren of alle veiligheidsinrichtingen correct zijn aangebracht en functioneren.

      LET OP

      De bediener van het apparaat is voor ongevallen met andere personen of hun eigendom verantwoordelijk.

      WAARSCHUWING

      Zorg voor nauw aansluitende kleding en stevige schoenen van de bediener. Los gedragen kleding vermijden.

      WAARSCHUWING

      Houd toezicht op kinderen om ervoor te zorgen dat ze niet met het apparaat spelen.

      WAARSCHUWING

      Kinderen en jongeren mogen het apparaat niet bedienen.

      LET OP

      Controleer de directe omgeving alvorens te beginnen met rijden (bijv. kinderen). Zorg voor voldoende zicht!

      LET OP

      Laat het apparaat in geen geval onbeheerd achter zolang het is beveiligd tegen onbedoelde bewegingen. Trek de parkeerrem aan en verwijder de sleutelschakelaar, als het apparaat stilstaat.

      VOORZICHTIG

      Gebruik het apparaat niet in zones waarin de mogelijkheid bestaat door vallende voorwerpen te worden geraakt.

      Veiligheidsinstructies voor het rijden

      Instructie

      De lijst met aanwijzingen m.b.t. het kantelgevaar maakt geen aanspraak op volledigheid.

      GEVAAR

      Kantelgevaar bij te grote hellingen! Neem bij het rijden op hellingen de maximaal toegestane waarden in de technische gegevens in acht.

      GEVAAR

      Kantelgevaar bij te grote zijdelingse helling! Neem bij het rijden dwars op de rijrichting de maximaal toegestane waarden in de technische gegevens in acht.

      GEVAAR

      Kantelgevaar bij instabiele ondergrond! Gebruik het apparaat uitsluitend op verharde ondergrond.

      WAARSCHUWING

      Gevaar voor ongevallen door niet aangepaste snelheid. Rijd langzaam in bochten.

      Apparaten op batterijwerking

      GEVAAR

      Explosiegevaar! Laad de batterijen alleen met een geschikt oplaadapparaat

      GEVAAR

      Bij het laden van batterijen in gesloten ruimtes ontstaat een hoogexplosief gas. Laad de batterijen alleen in goed geventileerde ruimtes.

      GEVAAR

      In de buurt van een batterij of in een batterijlaadruimte mag u niet met een open vlam werken, mag u geen vonken maken of roken.

      GEVAAR

      Explosiegevaar en kortsluitingen. Leg geen gereedschap of dergelijke op de batterij.

      VOORZICHTIG

      Gevaar voor letsel door batterijzuur. Neem de desbetreffende veiligheidsvoorschriften in acht.

      LET OP

      Neem de bedrijfsinstructies van de fabrikant van de batterij en het oplaadapparaat in acht. Neem de aanbevelingen van de wetgever m.b.t. de omgang met batterijen in acht.

      LET OP

      Laat batterijen nooit in ontladen toestand staan, laad batterijen zo snel mogelijk opnieuw op.

      LET OP

      Houd batterijen ter vermijding van kruipstromen schoon en droog. Bescherm batterijen tegen verontreinigingen, bijv. door metaalstof.

      LET OP

      Verwijder verbruikte batterijen op een milieuvriendelijke manier conform de EG-richtlijn 91/157/EEG of de desbetreffende nationale voorschriften.

      Veiligheidsinstructies voor het transport

      VOORZICHTIG

      Om ongevallen of letsels te vermijden, moet u bij het transport het gewicht van het apparaat in acht nemen, zie hoofdstuk Technische gegevens in de gebruiksaanwijzing.

      VOORZICHTIG

      Zet de motor vóór het transport af. Houd bij de bevestiging van het apparaat rekening met het gewicht, zie hoofdstuk Technische gegevens in de gebruiksaanwijzing.

      Verzorging en onderhoud

      WAARSCHUWING

      Klem vóór werkzaamheden aan de elektrische installatie de batterij af.

      WAARSCHUWING

      Schakel het apparaat uit en trek de sleutelschakelaar eruit voordat u reiniging of onderhoud uitvoert of onderdelen vervangt of naar een andere functie overschakelt.

      VOORZICHTIG

      Laat reparaties alleen uitvoeren door erkende klantenservices of experts voor dit gebied die bekend zijn met alle relevante veiligheidsvoorschriften.

      LET OP

      Houd u volgens de plaatselijk geldende voorschriften aan de veiligheidscontrole voor verplaatsbare, commercieel gebruikte apparaten (bijv. in Duitsland: VDE 0701).

      LET OP

      Kortsluitingen of andere schade. Reinig het apparaat niet met een slang of een hogedrukstraal.

      LET OP

      Voer werkzaamheden aan het apparaat altijd met geschikte handschoenen uit.

      Vooringebruikneming

      Aanwijzingen voor het afladen

      GEVAAR

      Gevaar voor ongevallen bij het afladen van het apparaat

      Gebruik bij het afladen van het apparaat een geschikte helling.

      Gebruik geen vorkheftruck voor het afladen/verladen van het apparaat.

      Neem het gewicht van het apparaat bij het afladen/verladen in acht.

      Zie ook het hoofdstuk "Technische gegevens".


      Afbeelding: Een oprijplank bouwen

      1. Sluit de accu aan en laad deze op, indien nodig.

      2. Monteer de duwbeugel en hendel.

      3. Gebruik de bijgeleverde planken om een oprijplank volgens de tekening te bouwen.

      4. Verpakkingsbanden van kunststof lossnijden en verpakkingsfolie verwijderen.

      5. Verwijder de spanbandbevestiging bij de bevestigingspunten.

      6. Schroef de drie gemarkeerde vloerplanken en het vierkante hout op de pallet los.

      7. De planken op de kant van de pallet leggen en zodanig uitlijnen dat ze onder de wielen van het apparaat liggen. Schroef de planken vast.

      8. Plaats het vierkante hout als ondersteuning onder de planken.

      9. Verwijder de houten blokken die de wielen op hun plaats houden.

      10. Parkeerrem loszetten.

      11. Rijd het apparaat voorzichtig van de pallet via de oprijplaat of schuif het van de pallet (zie hoofdstuk "Apparaat verplaatsen zonder eigen aandrijving").

      Duwbeugel en handhendel monteren

      Instructie

      Bij aflevering van het apparaat wordt de duwbeugel gedemonteerd en ligt in de verpakking. Deze moet op het apparaat worden gemonteerd.

      De handhendels voor de rem en de grofvuilklep zijn nog niet gemonteerd en moeten aan de duwbeugel worden bevestigd. Een instelling moet niet worden uitgevoerd, want dit werd in de fabriek al correct gedaan.


        1. Duwbeugel
        2. Sterschroeven (2x)
        3. Handhendel grofvuilklep
        4. Handhendel remmen
        5. Clip kabels (2x)
      1. Bevestig de duwbeugel met de sterschroeven.

      2. Bevestig de hendel voor de grofvuilklep links in de rijrichting en de hendel voor de rem rechts op de duwbeugel zoals afgebeeld.

      3. Zet beide kabels met de clips op de duwbeugel vast.

      Apparaatkap openen/sluiten/verwijderen

      VOORZICHTIG

      Beknellingsgevaar door inklemmen van vingers

      Neem voor het openen en sluiten de apparaatkap alleen vast aan de daarvoor bestemde greep.

      LET OP

      Verbrandingsgevaar door hete aandrijfmotor

      Aandrijfmotor kan tijdens bedrijf heet worden.

      Raak geen hete oppervlakken aan. Let op de waarschuwingssymbolen.

      Instructie

      Het openen of verwijderen van de apparaatkap wordt nodig:

      1. voor het aansluiten/inbouwen van de batterijen.

      2. voor onderhouds- en reinigingswerkzaamheden.

      3. voor het afstellen van de zijbezems.

      Instructie

      Als de kap van het apparaat niet volledig gesloten is, beweegt het apparaat niet (kapschakelaar).


      1. Apparaatkap, verwijderd
      2. Zwenklager (2x)
      3. Opname voor zwenklager
      1. Apparaatkap openen: Apparaatkap aan de verzonken handgreep vasthouden en langzaam naar voren zwenken. De zwenklagers houden de apparaatkap in de eindpositie.

      2. Apparaatkap verwijderen: Apparaatkap tot kort voor de eindpositie naar voren zwenken, dan er naar boven uitnemen.

      3. Apparaatkap sluiten: Apparaatkap langzaam naar achter zwenken.

      Apparaat schuiven (zonder eigen aandrijving)

      Voor het verschuiven van het apparaat moet de rijaandrijving worden gedeactiveerd. Dit gebeurt met een hendelmechanisme dat de aandrijving ontkoppelt.


        Afbeelding: Hendel omhoog - apparaat kan worden verschoven

        1. Hendel
        2. Duwbeugel
      1. Schakel het apparaat uit, en verwijder de sleutelschakelaar.

      2. Open de apparaatkap.

      3. Duw de hendel omhoog. De aandrijving is ontkoppeld en de duwbeugel is vergrendeld.

      4. Apparaat kan worden verplaatst.

      5. Druk na het verplaatsen de hendel weer omlaag.

      Zijbezem monteren

      De zijbezem(s) zijn bij levering niet aan het apparaat bevestigd. Ze liggen in het vuilreservoir.

      1. Zijbezems vóór de inbedrijfstelling aan het apparaat bevestigen. Zie hoofdstuk "Zijbezems vervangen / wisselen".

      Beschrijving apparaat

      Afbeelding apparaat

      Het apparaat is verkrijgbaar in 4 verschillende versies:

      • KM 85/50 W Bp (1.351-116.0)

        zonder batterijen en oplaadapparaat, met 1 zijbezem

      • KM 85/50 W Bp * IN (1.351-118.0)

        zonder batterijen en oplaadapparaat, met 1 zijbezem

      • KM 85/50 W Bp Pack (1.351-117.0)

        met batterijen en oplaadapparaat, met 1 zijbezem

      • KM 85/50 W Bp Pack 2SB (1.351-119.0)

        met batterijen en oplaadapparaat, met 2 zijbezems


      1. Apparaatkap
      2. Zijbezem rechts
        1. zwenkt bij aanraking naar binnen (bescherming tegen beschadiging)

      3. Zwenkwiel
      4. Afdichtlijsten
      5. Aangedreven wielen
      6. Oplaadstekker
      7. Houder “Homebase”
      8. Belasting (max. 5 kg)
      9. Hendel grofvuilklep
      10. Duwbeugel
      11. Hendel rem / parkeerrem
      12. Accu’sAlleen bij variant 1.351-117.0 en 1.351-119.0
      13. OplaadapparaatAlleen bij variant 1.351-117.0 en 1.351-119.0
      14. Zijbezem linksAlleen bij variant 1.351-119.0
        1. zwenkt bij aanraking naar binnen (bescherming tegen beschadiging)

      Bedieningselementen


      1. Sleutelschakelaar
      2. Laadcontroledisplay voor batterij
      3. Steun
      4. Hendel veegwals
      5. Hendel zijbezem
      6. Bekerhouder
      7. Draaischakelaar ventilator "aan / uit"
      8. Greep apparaatkap
      9. Bedrijfsurenweergave

      Ventilatorschakelaar

        LET OP

        Fout

        Geen tussenstanden selecteren


        1. Draaischakelaar voor ventilator (mechanisch)
        2. Schakelaarstand OFF - ventilator is uit
        3. Schakelaarstand ON - ventilator is aan
      1. Bij het vegen van droge oppervlakken: Ventilator met schakelaar inschakelen.

      2. Bij het vegen van vochtige oppervlakken: Schakel de ventilator uit met de schakelaar.

      Sleutelschakelaar


        1. Sleutelschakelaar
        2. Positie uitSleutelschakelaar kan er worden uitgetrokken / ingestoken
        3. Stand 0 / OFFhet apparaat is gereed
        4. Stand I / ONhet apparaat is ingeschakeld en klaar voor gebruik
      1. Draai de sleutelschakelaar naar de juiste positie, daar vergrendelt hij.

      2. Verwijder de sleutelschakelaar na het uitschakelen van het apparaat.

      Handmatige stoffilterreiniging

        LET OP

        Gezondheidsrisico

        Gebruik de filterreiniging alleen als het vuilreservoir is geplaatst.


        1. Handmatige stoffilterreiniging
      1. Beweeg de handgreep enkele keren heen en weer om het filter te reinigen.

      Duwbeugel


        1. Duwbeugel
        2. Remhendel / parkeerrem
        3. Vergrendeling remhendel
        4. Hendel grofvuilklep
      1. Trek aan de remhendel om te remmen.

      2. Bedien de parkeerrem bij het parkeren van het apparaat.

        1. Trek aan de remhendel tot deze kan worden vergrendeld.

        2. Om te ontgrendelen, an de remhendel trekken en ontgrendelen.

        3. Houd de remschijf altijd vrij van olie en vet. Reinig de schijf regelmatig.

      3. Om grotere voorwerpen aan te vegen, aan de hendel trekken en de grofvuilklep optillen.

        1. Om over vaste hindernissen (tot 30 mm) te rijden, aan de hendel van de grofvuilklep trekken.

        2. Bij het loslaten van de hendel gaat de grofvuilklep terug naar de uitgangspositie.

      Hendel veegwals en zijbezem


        1. Hendel veegwals
        2. Hendel zijbezem
      1. Laat de veegwals neer.

        1. Hendel naar voren: De veegwals is neergelaten - de machine is klaar om te vegen.

        2. Hendel naar achteren: De hendel vergrendelt. De veegwals beweegt omhoog.

      2. Zijbezems neerlaten om dicht bij de rand te reinigen.

        1. Hendel naar voren: De zijbezem(s) beweegt/bewegen omlaag.

        2. Hendel naar achteren: De hendel vergrendelt. De zijbezem(s) beweegt/bewegen omhoog.

      Batterijen / oplaadapparaten

      LET OP

      Gebruik alleen de door de fabrikant aanbevolen batterijen en oplaadapparaten

      Vervang de batterijen alleen door batterijen van hetzelfde type!

      Verwijder de batterij voordat u het voertuig afvoert en voer het voertuig af met inachtneming van de landspecifieke en plaatselijke voorschriften.

      Waarschuwingssymbolen

      Neem de volgende waarschuwingen in acht bij het omgaan met batterijen:

      Let op de aanwijzingen in de instructies voor de batterij, op de batterij en in deze gebruiksaanwijzing.
      Draag oogbescherming.
      Houd kinderen uit de buurt van zuur en batterijen.
      Explosiegevaar
      Vuur, vonken, open vuur en roken zijn verboden.
      Risico op brandwonden door zuur!
      Eerste hulp
      Waarschuwing
      Afvoer
      Gooi batterijen niet in de vuilnisbak.

      Veiligheidsinstructies

      GEVAAR

      Brand- en explosiegevaar

      Leg geen gereedschap of andere voorwerpen op de batterij.

      Vermijd absoluut roken en open vuur.

      Zorg bij het laden van batterijen in ruimtes voor een goede ventilatie.

      Gebruik uitsluitend door Kärcher vrijgegeven batterijen en oplaadapparaten (originele reserveonderdelen).

      WAARSCHUWING

      Milieugevaar door ondeskundige verwijdering van de batterij

      Voer defecte of opgebruikte batterijen op een veilige manier af (neem eventueel contact op met een afvalverwijderingsfirma of met de Kärcher-service).

      Maatregelen voor onbedoeld vrijkomen van zwavelzuur.

      Bij reglementair gebruik en wanneer de gebruiksaanwijzing wordt opgevolgd vormen loodbatterijen geen gevaar.

      Houd er echter rekening mee dat loodbatterijen zwavelzuur bevatten dat ernstig letsel kan veroorzaken.

      1. Gemorst zwavelzuur of zwavelzuur dat uit een lekkende batterij treedt met absorptiemiddel opvangen, bijv. zand. Niet in de riolering, de bodem of de wateren laten terechtkomen.

      2. Zuur neutraliseren met kalk/natriumcarbonaat en volgens de plaatselijke voorschriften afvoeren.

      3. Neem contact op met een afvalverwerkingsbedrijf voor de afvoer van defecte batterijen.

      4. Zuurspatten in het oog of op de huid met veel helder water uit- resp. afspoelen.

      5. Daarna onmiddellijk een arts raadplegen.

      6. Vervuilde kleding met water uitwassen.

      7. Kleding vervangen.

      Bestelnummers en afmetingen van batterijen en oplaadapparaten

      Instructie

      De KM 85/50 W Bp Pack en KM 85/50 W Bp Pack 2SB varianten worden geleverd met batterijen en oplader.

      • Kärcher-bestelnummers voor aanbevolen batterijen en oplaadapparaten

      Batterijset
      onderhoudsvrij
      Bestelnr.*
      Volume
      m3 **
      Luchtstroom
      m3/h ***
      2 x 12 V / 115 Ah
      2.815-137.0
      2,64
      1,06
      * Het bestelnr. van de batterijset bevat 2 batterijen
      ** Minimaal volume van de batterijlaadruimte
      *** Minimale luchtstroom tussen batterijlaadruimte en omgeving
      Oplaadapparaat
      Bestelnr.
      Benodigd aantal stuks
      24 V / 12 A
      6.654-329.0
      1
      • Bij gebruik van andere batterijen

      Maximale afmetingen per batterij *
      L x b x h
      362 x 174 x 290 mm
      * er zijn 2 batterijen nodig

      Batterijen inbouwen / aansluiten

      LET OP

      Beschadigingsgevaar door verkeerde poling

      Let bij het aansluiten van de kabels op juiste poling.


        Afbeelding: Installatie en aansluiting van de batterijen

        1. Accu’s
        2. Minkabel naar de batterijstekker
        3. Pluskabel naar de batterijstekker
        4. Verbindingskabel
        5. Afstandsstuk (2x)
      1. Schakel het apparaat uit, en verwijder de sleutelschakelaar.

      2. Open of verwijder de apparaatkap.

      3. Beide batterijen in de opname plaatsen.

      4. Plaats beide afstandhouders.

      5. Sluit de verbindingskabel aan zoals afgebeeld.

      6. Sluit de min- en pluskabels aan op de batterijstekker zoals afgebeeld.

      Batterijen laden

      GEVAAR

      Levensgevaar door elektrische schok

      Gebruik het oplaadapparaat alleen wanneer het is aangesloten op een geschikt hoogspanningsnet met voldoende beveiliging.

      Gebruik het oplaadapparaat alleen in droge ruimtes met voldoende ventilatie.

      LET OP

      Beschadigingsgevaar door volledige ontlading

      Het apparaat beschikt over een beveiliging tegen volledige ontlading, d.w.z. dat als nog de toegestane minimale capaciteit wordt bereikt, dan moet u het apparaat direct naar het oplaadstation rijden en hellingen vermijden.

      LET OP

      Beschadigingsgevaar door oplaadapparaat

      Sluit het oplaadapparaat niet op de stekker van de apparaatbesturing aan.

      Instructie

      Neem de veiligheidsinstructies voor het laden van batterijen in acht.

      Lees voor meer informatie over het opladen de gebruiksaanwijzing van het oplaadapparaat en handel dienovereenkomstig.


      1. Netsnoer met apparaatstekker
      2. Oplaadapparaat
      3. Led-indicaties
        • geel = batterij wordt geladen

        • groen = batterij > 80% geladen

        • groen = batterij volledig geladen

        • rood = batterij leeg

      4. Laadapparaatstekker
      5. Accustekker
      1. Apparaat veilig afzetten.

      2. Koppel de batterijstekker los van het apparaat.

      3. Laadapparaatstekker met batterijstekker verbinden.

      4. Apparaatstekker in laadapparaat steken. Netkabel in huiscontactdoos steken, het laden begint.

        Laadproces volgens de aanwijzingen in de gebruiksaanwijzing van het oplaadapparaat uitvoeren.

      5. Batterijen 10-12 uur laden.

        De aanbevolen oplaadapparaten (passen bij de telkens gebruikte batterijen) zijn elektronisch geregeld en beëindigen het laadproces automatisch.

      Inbedrijfstelling

      Vóór het starten

      1. Controleer de laadtoestand van de accu door de sleutelschakelaar in stand I (bediening) te zetten.

        1. De laadtoestand van de batterij wordt na ca. 5 seconden weergegeven met verschillende gekleurde leds (groen, geel, rood) op het laadcontroledisplay.

        2. Als het display geel of rood is, de batterij opladen.

      2. Veegwals en zijbezems op ingewikkelde banden controleren.

        1. De controle kan ook bij afgenomen vuilreservoirs worden uitgevoerd.

        2. Het verwijderen van ingewikkelde banden mag om veiligheidsredenen alleen in gedemonteerde toestand gebeuren.

      3. Gebruik handmatige reiniging van het stoffilter en maak het stoffilter schoon.

      4. Vuilreservoir leegmaken.

      Gebruik

      Met apparaat rijden

        LET OP

        Gevaar voor ongevallen bij achteruitrijden

        Het apparaat kan met dezelfde snelheid vooruit en achteruit bewegen.

        Trek daarom bij het achteruitrijden de duwbeugel voorzichtig naar achteren.

      1. Steek de sleutel erin en draai deze naar de "I / ON" -stand, het apparaat is klaar voor gebruik.

      2. Parkeerrem loszetten.

      3. Vooruitrijden: Duw de duwbeugel naar voren.

      4. Achteruitrijden: Trek de duwbeugel naar achteren.

      5. Om over vaste hindernissen te rijden (tot 30 mm), de grofvuilklep omhoog bewegen.

      6. Op vaste hindernissen (meer dan 30 mm) alleen op een geschikte ondergrond rijden.

      Instructies voor het vegen

      GEVAAR

      Verwondingsgevaar door stenen of grind

      Let bij een geopende grofvuilklep op personen, dieren of voorwerpen in de omgeving (rondvliegen stenen of grind zijn gevaarlijk).

      Voer geen reinigingswerkzaamheden uit als het vuilreservoir is verwijderd.

      VOORZICHTIG

      Beschadigingsgevaar door pakbanden of dergelijke

      Veeg geen pakbanden, koorden of dergelijke (beschadiging van het veegmechanisme).

      Instructie

      Pas de veegsnelheid aan de omstandigheden aan om een optimaal reinigingsresultaat te bereiken.

      Vegen met veegwals en zijbezems


      1. Duwbeugel
      2. Hendel veegwals
      3. Hendel zijbezem
      4. Hendel grofvuilklep
      1. Reinigingswerkzaamheden in voorwaartse rijrichting uitvoeren door de duwbeugel naar voren te duwen.

      2. Laat de veegwals neer door de hendel veegwals op het bedieningspaneel naar voren te duwen. De veegwals daalt.

        1. Schakel op droge oppervlakken de afzuigventilator met de draaischakelaar in.

        2. Werk zonder afzuigventilator op natte of vochtige oppervlakken.

      3. Om dicht bij de rand te reinigen, laat u de zijbezems neer door de hendel zijbezem op het bedieningspaneel naar voren te duwen.

        1. De zijbezem loopt alleen bij een ingeschakelde veegwals.

      4. Voor het opnemen van grotere voorwerpen (30 mm) de hendel grofvuilklep bedienen.

      5. Maak het stoffilter regelmatig schoon.

      6. Om de batterijen te beschermen, schakelt het apparaat zichzelf bij lage batterijlading volledig uit.

        1. Laad batterijen altijd op tijd op. Zie hoofdstuk “Batterijen opladen”.

        2. Als het apparaat zichzelf heeft uitgeschakeld, de rijaandrijving loskoppelen en het apparaat naar het laadstation schuiven. Zie hoofdstuk "Apparaat schuiven".

      Vuilreservoir leegmaken

      LET OP

      Gezondheidsrisico door stof

      Draag een stofmasker en een veiligheidsbril bij het legen van het vuilreservoir.

      Instructie

      Bedien het handmatige stoffilterreinigingssysteem meerdere keren, alvorens het vuilreservoir te legen.


      1. Vergrendeling vuilreservoir (2x)
      2. Handgreep vuilreservoir
      3. Transportrollen vuilreservoir (2x)
      4. Greep
      1. Duw beide vergrendelingen van het vuilreservoir omhoog (openen).

      2. Pak het vuilreservoir bij de handgreep vast en trek deze op de transportrollen naar buiten.

      3. Om te legen, het vuilreservoir aan de greep en greepuitsparing vasthouden.

      4. Vuilreservoir er helemaal inschuiven.

      5. Controleren of het vuilreservoir is vastgeklikt.

      Apparaat stoppen en afzetten

      1. Apparaat op een vlakke ondergrond neerzetten.

      2. Parkeerrem bedienen.

      3. Verwijder de sleutelschakelaar.

      4. Veegwals en zijbezems optillen.

      5. Vuilreservoir leegmaken.

      6. Batterijen laden.

      Transport

        VOORZICHTIG

        Gevaar voor letsel en beschadiging

        Houd bij het transport rekening met het gewicht van het apparaat.


        1. Bevestigingsbereik boven duwbeugel
        2. Bevestigingsbereik voor (onder apparaatkap)
        3. Positioneringshulp voor spanband
      1. Neem de markeerbereiken op het basisframe in acht (kettingsymbolen).

      2. Parkeerrem bedienen.

      3. Verwijder de batterijstekker en sleutelschakelaar.

      4. Borg het apparaat bij de wielen met wiggen.

      5. Zet het apparaat vast met touwen of spanbanden.

      6. Bij het transport in voertuigen het apparaat conform de richtlijnen tegen wegglijden en omvallen beveiligen.

      Opslag

      WAARSCHUWING

      Gevaar voor letsel en beschadiging

      Neem het gewicht van het apparaat in acht.

      1. Apparaat op een beschermde, effen en droge plaats parkeren.

      2. Verwijder de sleutelschakelaar.

      3. Voertuig van binnen en van buiten reinigen.

      4. Trek de batterijstekker er buiten uit.

      5. Batterij om de 2 maanden bijladen.

      Onderhoud

      Algemene instructies

      GEVAAR

      Gevaar voor ongevallen en letsel door onbedoelde beweging van het apparaat.

      Schakel voor alle onderhoudswerkzaamheden het apparaat uit en trek de sleutel eruit.

      Trek de centrale batterijstekker eruit.

      Instructie

      Neem de veiligheidsinstructies voor het onderhoud in acht.

      Apparaat reinigen

      VOORZICHTIG

      Kortsluitingsgevaar door waterstraal

      Reinig het apparaat niet met een slang of een hogedrukstraal.

      GEVAAR

      Gezondheidsrisico door stof

      Draag een stofmasker en veiligheidsbril bij het reinigen met perslucht.

      LET OP

      Beschadigingsgevaar van de oppervlakken

      Gebruik geen schurende of agressieve reinigingsmiddelen voor de reiniging.

      1. Apparaat van binnen met perslucht uitblazen.

      2. Apparaat van binnen en van buiten met een vochtige, in mild zeepsop gedrenkte doek reinigen.

      Onderhoudsintervallen

      Onderhoud door de klant

      Instructie

      Alle service- en onderhoudswerkzaamheden moeten door een gekwalificeerd expert worden uitgevoerd, indien nodig kan altijd een beroep worden gedaan op een Kärcher-vakhandel.

      • Dagelijks onderhoud

      1. Veegwals en zijbezems op ingewikkelde banden controleren.

      2. Werking van alle bedieningselementen controleren.

      3. Reinig het stoffilter.

      • Wekelijks onderhoud

      1. Bewegende delen op lichtlopendheid controleren.

      2. Afdichtlijsten in het veegbereik op instelling en slijtage controleren.

      3. Veegwals en zijbezems op slijtage controleren.

      4. Stoffilter controleren en eventueel filterkast reinigen.

      5. Spanning, slijtage en werking van riemen controleren.

      • Onderhoud na slijtage

      1. Pas afdichtstrips aan, of vervang deze.

      2. veegwals vervangen.

      3. Zijbezems vervangen.

      4. Vervang remblokken.

      Instructie

      Beschrijvingen zie hoofdstuk "Onderhoudswerkzaamheden".

      Onderhoud door de klantenservice

      Instructie

      Om tegemoet te komen aan garantie-eisen moeten tijdens de garantielooptijd alle service- en onderhoudswerkzaamheden door de geautoriseerde klantenservice worden uitgevoerd.

      1. Laat onderhoudswerkzaamheden uitvoeren volgens de inspectiechecklist.

      Onderhoudswerkzaamheden

      Veegwals op ingewikkelde banden controleren

      1. Veegwals en zijbezems op ingewikkelde banden controleren.

        1. De controle kan ook bij afgenomen vuilreservoirs worden uitgevoerd.

        2. Het verwijderen van ingewikkelde banden mag om veiligheidsredenen alleen in gedemonteerde toestand gebeuren.

      Veegwals vervangen/controleren

      Veegwals demonteren


      1. Veegwals
      2. Lagerplaat
      3. Kartelschroeven
      4. Afdekplaat
      1. Schakel het apparaat uit, en verwijder de sleutelschakelaar.

      2. Veegwals neerlaten.

      3. Draai de kartelschroeven eruit.

      4. Verwijder de lagerplaat en afdekplaat.

      5. Veegwals uittrekken.

      Veegwals inbouwen


      Afbeelding: Inbouwpositie van achteren gezien (met verwijderd vuilreservoir)

      1. Bij de inbouw van de veegwals op juiste inbouwpositie letten (veegwalsopnames zijn identiek).

      2. Afdekplaat en lagerplaat in omgekeerde volgorde monteren.

      Zijbezem afstellen / vervangen

        Veegspoor instellen

        Als de zijbezem versleten is, het veegoppervlak met de stelschroef opnieuw afstellen.


        Afbeelding zonder apparaatafdekking

        1. Stelschroef
        2. Zijbezem
      1. Open de apparaatkap.

      2. Veegspiegel van de zijbezem met de stelschroef instellen.

        1. Rechtsom draaien (-) - zijbezem beweegt omhoog

        2. Linksom draaien (+) - zijbezem wordt neergelaten

      3. Als de reinigingsprestaties niet bevredigend zijn, ondanks dat het veegniveau werd aangepast, is de zijbezem te zeer versleten en moet deze worden vervangen.

      4. Zijbezem vervangen

        LET OP

        Gevaar voor letsel en beschadiging

        Verwijder de batterijen en het vuilreservoir, alvorens het apparaat ze kantelen.

        Zet het gekantelde apparaat vast, alvorens zijbezems te vervangen.

        Vervang van zijbezems wordt beschreven voor als het apparaat is gekanteld.


        1. Apparaat naar achteren gekanteld
        2. Zijbezem
        3. Schroef
      5. Vuilreservoir verwijderen.

      6. Batterijen uitbouwen.

      7. Kantel het apparaat naar achteren en beveilig het tegen omvallen.

      8. Schroef aan de onderkant eruit schroeven.

      9. Zijbezem verwijderen.

      10. Indien nodig opname reinigen.

      11. Nieuwe zijbezem op meenemer steken en met schroef bevestigen.

      12. Na het vervangen van de zijbezem de veegspiegel met de stelschroef instellen.

      Stoffilter vervangen

      GEVAAR

      Gezondheidsrisico door stof

      Draag een stofmasker en veiligheidsbril bij werkzaamheden aan de filterinstallatie.


        1. Sluitingen (2x)
        2. Stoffilter (vlakke harmonicafilter)
        3. Filtercassette
      1. Schakel het apparaat uit, en verwijder de sleutelschakelaar.

      2. Voer handmatige reiniging van het stoffilter uit.

      3. Sluitingen openen.

      4. Laat de filtercassette met het stoffilter neer tot aan de aanslag.

      5. Stoffilter naar boven toe verwijderen.

      6. Controleer stoffilter.

        1. Om te reinigen, vuil opzuigen of er voorzichtig afkloppen.

        2. Gebruik een nieuw stoffilter als het beschadigd of sterk vervuild is.

      LET OP

      Beschadigingsgevaar van het stoffilter.


      Let er bij het sluiten van de filtercassette op dat het stoffilter correct in de filtercassette is geplaatst. Alle vier hoeken van het stoffilter moeten gelijk liggen met de filtercassette.

      Afdichtlijsten vervangen / instellen

      Afdichtlijsten
      Instelwaarden
      Zijdelingse afdichtlijsten
      Afstand tot de grond 1 -2 mm
      Voorste afdichtlijst
      Naloop 10-15 mm
      Achterste afdichtlijst
      Naloop 5-10 mm

      Instructie

      De naloop van de voorste en achterste afdichtlijst definieert het omleggen van de afdichtlip naar achteren bij het vooruitrijden.

      De zijdelingse afdichtlijsten moeten bij juiste instelling een afstand tot de grond hebben.


      1. Bevestiging
      2. Zijdelingse afdichtlijst
      3. Voorste afdichtlijst
      4. Achterste afdichtlijst
      1. Bevestiging van de afdichtlijsten losmaken.

      2. Afdichtlijst door verschuiven in de langgaten instellen.

        1. Waarden zie in de tabel.

      3. Kloppen de instellingen, dan de afdichtlijsten bevestigen.

      Zekeringen

      Zekeringen controleren


        1. Hoofdzekering
        2. Smeltveiligheid
      1. Open de apparaatkap.

      2. Vervang de defecte zekering alleen door een zekering met dezelfde waarde.

      3. Als de hoofdzekering onder is, is het apparaat klaar voor gebruik.

      4. Als de hoofdzekering boven is, werd de zekering geactiveerd en is het apparaat niet klaar voor gebruik. Druk op de zekering.

        Als de hoofdzekering steeds weer wordt geactiveerd, moet de oorzaak hiervoor worden gecontroleerd. Neem in dit geval contact op met de geautoriseerde klantenservice.

      Toebehoren/reserveonderdelen

      Hierna (bij wijze van uittreksel) een overzicht van de slijtageonderdelen of optionele verkrijgbaar toebehoren.

      Toebehoren
      Beschrijving
      Bestelnr.
      Zijbezem, standaard
      Voor binnen- en buitenoppervlakken
      6.906-132.0
      Zijbezem, zacht
      Voor fijn stof, op binnen- en buitenoppervlakken
      Bestand tegen natheid
      6.905-626.0
      Zijbezem, hard
      Voor het verwijderen van stevig aanplakkend vuil, buiten
      Bestand tegen natheid
      6.905-625.0
      Veegwals, standaard
      Voor binnen- en buitenoppervlakken
      Slijtvast en bestand tegen natheid
      4.762-430.0
      Veegwals, zacht
      Voor fijn stof, op binnen- en buitenoppervlakken
      Bestand tegen natheid
      4.762-442.0
      Veegwals, hard
      Voor het verwijderen van stevig aanplakkend vuil, buiten
      Bestand tegen natheid
      4.762-443.0
      Stoffilter
      Vlakke filter minstens 1x per jaar vervangen
      Bestand tegen natheid, wasbaar
      5.731-585.0
      Afdichtlijst, zijkant
      links en rechts
      5.400-723.0
      Afdichtlijst, achter
      5.394-834.0
      Afdichtlijst, voor
      5.394-832.0
      Aanbouwset zijbezem, links
      Moet door de klantenservice worden gemonteerd
      2.850-266.0
      Home Base toebehoren
      Beschrijving
      Bestelnr.
      Adapter
      Voor de bevestiging aan de Home Base rail (apparaat)
      5.035-488.0
      Dubbele haak
      Alleen in combinatie met adapter bruikbaar
      6.980-077.0
      Reservoir reinigingsmiddel
      Alleen in combinatie met adapter bruikbaar
      4.070-006.0
      Set tang voor grof vuil
      Grofvuiltang inclusief bevestiging aan het apparaat
      4.035-524.0

      Hulp bij storingen

      Kleinere storingen kunt u met behulp van het volgende overzicht zelf verhelpen.

      Bij alle niet vermelde storingen met de klantenservice (service) contact opnemen!

      GEVAAR

      Gevaar voor ongevallen en letsel door onbedoelde beweging van het apparaat.

      Schakel voor alle onderhoudswerkzaamheden het apparaat uit en trek de sleutel eruit.

      Trek de centrale batterijstekker eruit of koppel de batterij los.

      GEVAAR

      Gevaar voor elektrische schokken

      Trek bij werkzaamheden aan elektrische bouwdelen de centrale batterijstekker eruit of klem de batterij los.

      Reparatiewerkzaamheden en werkzaamheden aan elektrische componenten mogen alleen door de geautoriseerde klantenservice worden uitgevoerd.

      • Apparaat beweegt niet of niet correct 

      • Stof bij het vegen/onvoldoende zuigcapaciteit 

      • Veegcapaciteit niet bevredigend 

      • Inschakeling van veegwals/zijbezems functioneert niet 

      • Veegwals/zijbezems draaien niet 

      Apparaat beweegt niet of niet correct

      Oorzaak:

      Oplossing:

      • Sleutelschakelaar in positie I.

      • Rijaandrijving activeren (ontkoppeling deactiveren).

      • Batterijen laden.

      • Controleer de riem en de ketting.

      • Controleer de hoofdzekering – inschakelen, indien hij werd geactiveerd.

      • Aangesloten batterijpool controleren.

      • Centrale batterijstekker controleren.

      • Sluit de apparaatkap volledig (kapschakelaar).

      Stof bij het vegen/onvoldoende zuigcapaciteit

      Oorzaak:

      Oplossing:

      • Vuilreservoir leegmaken.

      • Afdichtingen controleren/vervangen.

      • Stoffilter controleren/reinigen/vervangen.

        1. Correcte bevestiging van het stoffilter controleren.

        2. Stoffilter bij lichte verontreiniging reinigen.

        3. Stoffilter bij beschadiging of sterke verontreiniging vervangen.

      • Afdichtlijsten op slijtage controleren/instellen/vervangen.

      • Bij droog vegen: Blazer inschakelen.

      • Zijbezems compleet optillen.

      Veegcapaciteit niet bevredigend

      Oorzaak:

      Oplossing:

      • Veegwals en zijbezems op slijtage controleren, indien nodig veegspiegel instellen resp. vervangen.

      • Afdichtlijsten op slijtage controleren, indien nodig instellen/vervangen.

      • Werking van de grofvuilklep controleren.

      • Veegwals op correcte plaatsing controleren.

      Inschakeling van veegwals/zijbezems functioneert niet

      Oorzaak:

      Oplossing:

      • Veegwals resp. zijbezem neerlaten.

      Oplossing:

      • Controleer de afstelling van de bowdenkabels.

      Oplossing:

      • Contact opnemen met de klantenservice.

      Veegwals/zijbezems draaien niet

      Oorzaak:

      Oplossing:

      • Veegwals/zijbezems op ingewikkelde banden controleren.

      Oplossing:

      • Microschakelaar door de klantenservice laten controleren.

      Technische gegevens

      • KM 85/50 W Bp (1.351-116.0) KM 85/50 W Bp *IN (1.351-118.0) 

      • KM 85/50 W Bp Pack (1.351-117.0) 

      • KM 85/50 W Bp Pack 2SB (1.351-119.0) 

      KM 85/50 W Bp (1.351-116.0) KM 85/50 W Bp *IN (1.351-118.0)

      Gegevens capaciteit apparaat
      Bedrijfsduur met volledig opgeladen batterij
      2,5 h
      Rijsnelheid, vooruit
      4,5 km/h
      Rijsnelheid, achteruit
      4,5 km/h
      Klimvermogen (max.)
      15 %
      Werkbreedte zonder zijbezem
      615 mm
      Werkbreedte met 1 zijbezem
      850 mm
      Theoretische oppervlaktecapaciteit
      Oppervlaktecapaciteit met 1 zijbezem
      3825 m2/h
      Beschermingsgraad
      IPX3
      Accu
      Accutype
      ---
      Accucapaciteit
      --- Ah
      Accuspanning
      24 V
      Oplaadapparaat
      Frequentie
      --- Hz
      Beschermingsklasse
      ---
      Omgevingsvoorwaarden
      Omgevingstemperatuur
      -5 bis +40 °C
      Luchtvochtigheid, niet condenserend
      0 - 90 %
      Afmetingen en gewichten
      Lengte
      1550 mm
      Breedte
      1000 mm
      Hoogte
      1120 mm
      Gewicht
      140 kg
      Toegestaan totaal gewicht
      300 kg
      Vuilreservoir
      Volume vuilreservoir
      50 l (kg)
      Filter en zuigsysteem
      Filtersysteem
      Vlakke harmonicafilter, handmatige reiniging
      Filteroppervlak
      2,3 m2
      Stofklasse
      M
      Nominale onderdruk zuigsysteem
      0,5 mbar
      Berekende waarden conform EN 60335-2-72
      Hand-arm-vibratiewaarde
      2,4 m/s2
      Onzekerheid K
      0,2 m/s2
      Geluidsdrukniveau LpA
      66 dB(A)
      Onzekerheid KpA
      3 dB(A)
      Geluidsvermogensniveau LWA + onzekerheid KWA
      84 dB(A)
      Onzekerheid KWA
      3 dB(A)

      KM 85/50 W Bp Pack (1.351-117.0)

      Gegevens capaciteit apparaat
      Bedrijfsduur met volledig opgeladen batterij
      2,5 h
      Rijsnelheid, vooruit
      4,5 km/h
      Rijsnelheid, achteruit
      4,5 km/h
      Klimvermogen (max.)
      15 %
      Werkbreedte zonder zijbezem
      615 mm
      Werkbreedte met 1 zijbezem
      850 mm
      Theoretische oppervlaktecapaciteit
      Oppervlaktecapaciteit met 1 zijbezem
      3825 m2/h
      Beschermingsgraad
      IPX3
      Accu
      Accutype
      onderhoudsvrij
      Accucapaciteit
      115 Ah
      Accuspanning
      2x12 = 24 V
      Oplaadapparaat
      Netspanning
      95 - 253 V
      Frequentie
      50/60 Hz
      Beschermingsklasse
      II
      Omgevingsvoorwaarden
      Omgevingstemperatuur
      -5 bis +40 °C
      Luchtvochtigheid, niet condenserend
      0 - 90 %
      Afmetingen en gewichten
      Lengte
      1550 mm
      Breedte
      1000 mm
      Hoogte
      1120 mm
      Gewicht
      226 kg
      Toegestaan totaal gewicht
      300 kg
      Vuilreservoir
      Volume vuilreservoir
      50 l (kg)
      Filter en zuigsysteem
      Filtersysteem
      Vlakke harmonicafilter, handmatige reiniging
      Filteroppervlak
      2,3 m2
      Stofklasse
      M
      Nominale onderdruk zuigsysteem
      0,5 mbar
      Berekende waarden conform EN 60335-2-72
      Hand-arm-vibratiewaarde
      2,4 m/s2
      Onzekerheid K
      0,2 m/s2
      Geluidsdrukniveau LpA
      66 dB(A)
      Onzekerheid KpA
      3 dB(A)
      Geluidsvermogensniveau LWA + onzekerheid KWA
      84 dB(A)
      Onzekerheid KWA
      3 dB(A)

      KM 85/50 W Bp Pack 2SB (1.351-119.0)

      Gegevens capaciteit apparaat
      Bedrijfsduur met volledig opgeladen batterij
      2,5 h
      Rijsnelheid, vooruit
      4,5 km/h
      Rijsnelheid, achteruit
      4,5 km/h
      Klimvermogen (max.)
      15 %
      Werkbreedte zonder zijbezem
      615 mm
      Werkbreedte met 1 zijbezem
      850 mm
      Werkbreedte met 2 zijbezem
      1085 mm
      Theoretische oppervlaktecapaciteit
      Oppervlaktecapaciteit met 1 zijbezem
      3825 m2/h
      Oppervlaktecapaciteit met 2 zijbezem
      4882 m2/h
      Beschermingsgraad
      IPX3
      Accu
      Accutype
      onderhoudsvrij
      Accucapaciteit
      115 Ah
      Accuspanning
      2x12 = 24 V
      Oplaadapparaat
      Netspanning
      95 - 253 V
      Frequentie
      50/60 Hz
      Beschermingsklasse
      II
      Omgevingsvoorwaarden
      Omgevingstemperatuur
      -5 bis +40 °C
      Luchtvochtigheid, niet condenserend
      0 - 90 %
      Afmetingen en gewichten
      Lengte
      1550 mm
      Breedte
      1100 mm
      Hoogte
      1120 mm
      Gewicht
      227 kg
      Toegestaan totaal gewicht
      300 kg
      Vuilreservoir
      Volume vuilreservoir
      50 l (kg)
      Filter en zuigsysteem
      Filtersysteem
      Vlakke harmonicafilter, handmatige reiniging
      Filteroppervlak
      2,3 m2
      Stofklasse
      M
      Nominale onderdruk zuigsysteem
      0,5 mbar
      Berekende waarden conform EN 60335-2-72
      Hand-arm-vibratiewaarde
      2,4 m/s2
      Onzekerheid K
      0,2 m/s2
      Geluidsdrukniveau LpA
      66 dB(A)
      Onzekerheid KpA
      3 dB(A)
      Geluidsvermogensniveau LWA + onzekerheid KWA
      84 dB(A)
      Onzekerheid KWA
      3 dB(A)

      EU-conformiteitsverklaring

      Hiermee verklaren wij dat de hierna vermelde machine op basis van het ontwerp en type en in de door ons op de markt gebrachte uitvoering voldoet aan de relevante veiligheids- en gezondheidsvereisten van de EU-richtlijnen. Bij een niet door ons goedgekeurde wijziging van de machine verliest deze verklaring zijn geldigheid.

      Product: Veeg-/zuigmachine

      Type: 1.351-xxx.0

      Relevante EU-richtlijnen

      2006/42/EG (+2009/127/EG)

      2014/30/EU

      2000/14/EG

      Toegepaste geharmoniseerde normen

      EN 60335-1

      EN 60335-2-72

      EN 55012: 2007 + A1: 2009

      EN 55014-1: 2006+A1: 2009+A2: 2011

      EN 55014-2: 1997+A1: 2001+A2: 2008

      EN 61000-3-2: 2014

      EN 61000-3-3: 2013

      EN 62233: 2008

      Toegepaste conformiteitswaarderingsprocedure

      2000/14/EG: Bijlage V

      Geluidsvermogensniveau dB(A)

      Gemeten: 82

      Gegarandeerd: 83

      De ondergetekenden handelen in opdracht en met volmacht van de directie.


      Gevolmachtigde voor de documentatie:

      S. Reiser

      Alfred Kärcher SE & Co. KG

      Alfred-Kärcher-Str. 28 - 40

      71364 Winnenden (Germany)

      Tel.: +49 7195 14-0

      Fax: +49 7195 14-2212

      Winnenden, /02/01