Logo B 260 RI ComboB 260 RI
  • How-to video
  • Algemene instructies
  • Functie
  • Reglementair gebruik
  • Milieubescherming
  • Garantie
  • Toebehoren en reserveonderdelen
  • Leveringsomvang
  • Veiligheidsinstructies
    • Veiligheidsinrichtingen
      • Veiligheidsschakelaars
      • Stoelschakelaar
    • Symbolen waarschuwingsinstructies
    • Symbolen op het oplaadapparaat
  • Beschrijving apparaat
    • Overzicht apparaat front
    • Overzicht apparaat achterkant
    • Overzicht apparaat stoel
    • Apparaatoverzicht vuilwaterreservoir
    • Overzicht apparaat pedalen
    • Overzicht apparaat voorveeginstallatie
    • Typeplaatje
    • Bedieningsveld
    • Programmaschakelaar
    • Symbolen op het apparaat
    • Pictogrammen op het display
  • Montage
    • Accu’s
      • Aanbevolen accu's, oplaadapparaten
      • Maximale accu-afmetingen
      • Accu's plaatsen en aansluiten
      • Accu laden
      • Na het laadproces
      • Onderhoudsvrije accu’s (nat)
      • Accu-indicator
    • Uitpakken
      • Apparaat van de pallet duwen
      • Van de pallet rijden
    • Borstels monteren
      • BD-variant
      • BR-variant
    • Zuigbalk monteren
  • Werking
    • Het apparaat inschakelen
    • Parkeerrem controleren
    • Voetrem controleren
    • Rijden
    • Bestuurdersstoel instellen
    • Stuurwiel instellen
    • Pluizenzeef controleren
    • Apparaat duwen
    • Verswater bijvullen
      • Verswater bijvullen
      • Verswater bijvullen met automatisch vulsysteem schoonwaterreservoir (optie)
    • Reinigingsmiddel vullen
      • Aanwijzingen over reinigingsmiddelen
      • Het schoonwaterreservoir vullen met reinigingsmiddel
    • Reinigingsmiddel met doseerinrichting (optie) vullen
    • Parameters instellen (gele intelligente sleutel)
    • Zuigbalk instellen
      • Helling van de zuigbalk instellen
    • Vegen (alleen variant Combo)
      • Grofvuilklep
      • Vegen beëindigen
      • Zijdelingse schrobmodule (optie)
  • Werking beëindigen
    • Reiniging beëindigen
    • Vuilwaterreservoir legen
    • Vuilreservoir leegmaken
    • Verswater aftappen
    • Apparaat parkeren
  • Grijze Intelligent Key
    • Transportrit
      • Onderhoudsteller terugzetten
      • Teller resetten
      • Sleutelbeheer
      • Borstelvorm selecteren
      • Nalooptijden
      • Basisinstelling
      • Taal instellen
      • Menu "Schakelaar"
      • Maximum rijsnelheid instellen
      • Fabrieksinstelling
    • Parameters voor reinigingsprogramma's instellen
      • Basisinstelling
  • Gele Intelligent Key
    • Machtigingsbeheer
  • Witte intelligente sleutel
    • Witte intelligente sleutel programmeren
    • Bediening met witte intelligente sleutel
  • Transport
  • Opslag
  • Verzorging en onderhoud
    • Onderhoudsintervallen
      • Na elk gebruik
      • Wekelijks
      • Eens per maand
      • Driemaandelijks
      • Jaarlijks
    • Veiligheidsinspectie/onderhoudscontract
    • Onderhoudswerkzaamheden
      • Vuilwaterreservoir reinigen
      • Zuiglippen omkeren of vervangen
      • Borstelwalsen vervangen
      • Afstrijklippen vervangen
      • Schijfborstels vervangen
    • Extra onderhoudswerkzaamheden bij de zijdelingse schrobmodule
      • Borstel reinigen
      • Borstel op slijtage controleren
      • Borstel vervangen
      • Afstrijklip vervangen
    • Extra onderhoudswerkzaamheden bij de variant Combo
      • Aandrijfriem controleren
      • Afdichtlijsten veeginstallatie controleren
      • Stoffilter vervangen
      • Zijbezem vervangen
      • Veegwals vervangen
      • Vorstbescherming
  • Hulp bij storingen
    • Zekeringen vervangen
  • Storingen weergegeven op het display
    • Storingen zonder weergave op het display
      • Het apparaat kan niet gestart worden

      • De waterhoeveelheid is onvoldoende

      • De zuigcapaciteit is te gering

      • Het reinigingsresultaat is onvoldoende

      • De borstels draaien niet

      • Het optionele zwaailicht en/of de werklamp branden niet
      • Fout K1/109
    • Aanvullende storingen bij variant Combo
      • Het apparaat veegt niet goed
      • De veeginstallatie creëert een stofwolk
      • Het reinigingsresultaat bij het vegen in het randgebied is onvoldoende

  • Technische gegevens
    • B 260 RI (R100)
    • B 260 RI Combo (R100)
    • B 260 RI (R 120)
    • B 260 RI Combo (R 120)
    • B 260 RI (D100)
    • B 260 RI Combo (D100)
  • EU-conformiteitsverklaring

       B 260 RI Combo
      B 260 RI

      5.980-047.0 (03/23)

      How-to video

      Algemene instructies

      Voordat u het apparaat voor het eerst gebruikt, dient u deze originele gebruiksaanwijzing en de meegeleverde veiligheidsinstructies door te lezen en deze in acht te nemen.

      Bewaar beide documenten voor later gebruik of volgende eigenaars.

      Functie

      Deze schuurzuigmachine wordt voor de natte reiniging of voor het polijsten van effen vloeren gebruikt.

      Bij de variant Combo wordt los vuil vóór de reiniging door een veeginstallatie opgenomen.

      Het apparaat kan door instellen van de waterhoeveelheid, de aanpersdruk, het borsteltoerental, de reinigingsmiddelhoeveelheid en de rijsnelheid aan de desbetreffende reinigingstaak worden aangepast.

      Dankzij een werkbreedte van 1000 mm resp. 1200 mm en een capaciteit van het schoonwater- en vuilwaterreservoir van elk 260 l is een effectieve reiniging bij een lange gebruiksduur mogelijk.

      Het apparaat heeft een rijaandrijving, de rijmotor wordt aangedreven door een tractiebatterij. De accu's kunnen met behulp van een oplaadapparaat aan een 230V-contactdoos worden opgeladen.

      Accu's en oplaadapparaat zijn bij de Package-varianten inbegrepen.

      Instructie

      Overeenkomstig de desbetreffende reinigingstaak kan het apparaat met verschillend toebehoren worden uitgerust. Vraag naar onze catalogus of bezoek ons op internet op www.kaercher.com.

      Reglementair gebruik

      Dit apparaat is geschikt voor commercieel en industrieel gebruik, bijvoorbeeld in logistieke hallen, fabrieken, industriële installaties, parkeergarages, beurzen en detailhandel. Gebruik dit apparaat uitsluitend overeenkomstig de gegevens in deze gebruiksaanwijzing.

      • Het apparaat mag alleen voor de reiniging van vochtongevoelige en polijstongevoelige vloeren worden gebruikt.

      • Het apparaat is bedoeld voor het reinigen van binnenvloeren of overdekte oppervlakken. Voor andere toepassingen moet het gebruik van alternatieve borstels of het gebruik van de veeginstallatie worden gecontroleerd.

      • Het bedrijfstemperatuurbereik ligt tussen +5 °C en +40 °C.

      • Het apparaat is niet geschikt voor de reiniging van bevroren vloeren (bijvoorbeeld in koelhuizen).

      • Bij variant Combo: Het apparaat mag over obstakels tot maximaal 2 cm rijden.

      • Het apparaat mag niet zonder pluizenzeef in het vuilwaterreservoir worden gebruikt.

      • Het apparaat is niet bedoeld voor het reinigen van openbare verkeerswegen.

      • Het apparaat mag niet worden gebruikt op drukgevoelige vloeren. Houd rekening met de toelaatbare oppervlaktebelasting van de vloer. De oppervlaktebelasting door het apparaat is aangegeven in deTechnische gegevens.

      • Het apparaat mag alleen worden uitgerust met originele toebehoren en reserveonderdelen.

      • Het apparaat is niet geschikt voor gebruik in explosiegevaarlijke omgevingen.

      • Er mogen geen ontvlambare gassen, onverdunde zuren of oplosmiddelen met het apparaat worden opgenomen. Daartoe behoren benzine, verfverdunner of stookolie, die door opwerveling met de zuiglucht explosieve mengsels kunnen vormen. Verder ook aceton, onverdunde zuren of oplosmiddelen, aangezien deze de in het apparaat gebruikte materialen aantasten.

      Milieubescherming

      De verpakkingsmaterialen zijn herbruikbaar. Verwijder verpakkingen op een milieuvriendelijke manier.

      Elektrische en elektronische apparaten bevatten waardevolle recyclebare materialen en vaak bestanddelen zoals batterijen, accu's of olie, die bij onjuiste omgang of verkeerd afvalverwijdering een potentieel gevaar voor de gezondheid van de mens en voor het milieu kunnen vormen. Voor een correcte werking van het apparaat zijn deze bestanddelen echter noodzakelijk. Voer apparaten met dit symbool niet samen met het huisvuil af.

      Instructies betreffende ingrediënten (REACH)

      Actuele informatie over ingrediënten vindt u op: www.kaercher.de/REACH

      Garantie

      In elk land gelden de garantievoorwaarden die door onze verantwoordelijke verkoopmaatschappij zijn uitgegeven. Mogelijke storingen aan uw apparaat verhelpen we binnen de garantieperiode gratis, voor zover een materiaal- of fabricagefout de oorzaak is. Als u gebruik wilt maken van de garantie, neemt u met uw aankoopbon contact op met uw distributeur of de dichtstbijzijnde geautoriseerde klantenservice.

      Meer informatie vindt u op: www.kaercher.com/dealersearch

      Toebehoren en reserveonderdelen

      Gebruik alleen origineel toebehoren en originele reserveonderdelen. Deze garanderen een veilige en storingsvrije werking van het apparaat.

      Informatie over toebehoren en reserveonderdelen vindt u onder www.kaercher.com.

      Leveringsomvang

      Controleer de inhoud bij het uitpakken op volledigheid. Bij ontbrekend toebehoren of bij transportschade neemt u contact op met uw distributeur.

      Veiligheidsinstructies

      Neem voor het eerste gebruik van het apparaat deze handleiding en de bijbehorende brochure veiligheidsinstructies voor borstelreinigingsapparaten en sproei-extractieapparaten, nr. 5.956-251.0 in acht, en handel overeenkomstig.

      Het apparaat is toegelaten voor gebruik op vlaktes met een begrensde stijging (zie “Technische gegevens”).

      WAARSCHUWING

      Het apparaat kan kantelen

      Gevaar voor letsel

      Gebruik het apparaat alleen op oppervlakken die de toegestane helling niet overschrijden (zie hoofdstuk "Technische gegevens").

      WAARSCHUWING

      Gevaren voor ongevallen door onjuiste bediening

      Er kunnen mensen gewond raken.

      Bedieners moeten adequaat in het gebruik van het apparaat worden getraind.

      Het apparaat mag alleen worden gebruikt, als de kap en alle deksel gesloten zijn.

      Veiligheidsinrichtingen

      VOORZICHTIG

      Ontbrekende of gewijzigde veiligheidsinrichtingen!

      Veiligheidsinrichtingen zijn er voor uw veiligheid.

      Veiligheidsinrichtingen mogen niet worden omzeild, verwijderd of buiten werking worden gesteld.

      Veiligheidsschakelaars

      Voor onmiddellijke buitenbedrijfstelling van alle functies: Zet de veiligheidsschakelaar op „0“.

      • Het apparaat remt hard, als de veiligheidsschakelaar is uitgeschakeld.

      • De veiligheidsschakelaar werkt rechtstreeks op alle apparaatfuncties

      Stoelschakelaar

      Als de bestuurder tijdens het werk of tijdens het rijden de stoel verlaat, schakelt de stoelschakelaar de aandrijfmotor na een korte vertraging uit.

      Symbolen waarschuwingsinstructies

      Neem bij de omgang met accu’s volgende waarschuwingsinstructies in acht:

      Aanwijzingen in de gebruiksaanwijzing van de accu en op de accu alsook in deze gebruiksaanwijzing in acht nemen.
      Oogbescherming dragen.
      Kinderen uit de buurt van zuur en accu houden.
      Explosiegevaar
      Vuur, vonken, open licht en roken verboden.
      Verbrandingsgevaar
      Eerste hulp.
      Waarschuwing
      Afvalverwijdering
      Gebruikte accu's niet met het restafval weggooien.

      GEVAAR

      Gevaar door explosie

      Gevaar voor letsel en beschadiging

      Geen gereedschappen en dergelijke op de accu, d.w.z. op de eindpolen en celverbinders, leggen.

      GEVAAR

      Gevaar voor letsel!

      Breng wonden nooit in contact met lood.

      Na het werken met accu's altijd handen wassen.

      Symbolen op het oplaadapparaat


      GEVAAR

      Brandgevaar

      Bij aansluiting op een stopcontact of op een elektrisch contact tussen stekker en stopcontact kunnen de stekker van het oplaadapparaat en het gebruikte stopcontact zeer warm worden.

      Controleer voor het insteken van de netstekker of het stopcontact voor een spanning van 16 A is toegestaan en zich in technisch onberispelijke toestand bevindt.

      Controleer de netstekker op properheid en correcte toestand.

      VOORZICHTIG

      Gebruik het apparaat niet met een verlengkabel die meerdere stopcontacten heeft waarop ook andere apparaten zijn aangesloten.

      Beschrijving apparaat

      Overzicht apparaat front


      1. Stuurwiel
      2. Automatisch vulsysteem schoonwaterreservoir
      3. Kap voorveeginstallatie***
      4. Zijbezems*
      5. Rijmotor
      6. Houder afstrijklip
      7. Afstrijklip
      8. Zuigbalk

      * Optioneel

      *** Alleen variant Combo

      Overzicht apparaat achterkant


      1. Beschermdak*
      2. Zwaailicht*
      3. Spotlight blauw achter/voor*
      4. Zuiglans voor DOSE reinigingsmiddeldosering*
      5. Deksel vuilwaterreservoir
      6. Aftapslang verswater
      7. Afvoerslang vuil water
      8. Handmatige tankreiniging - sproeipistool
      9. Zuigslang
      10. Stootbeveiliging zuigbalk*
      11. Inspectieopening vuilwaterreservoir
      12. Vuilreservoir***
      13. Deksel schoon water
      14. Bedieningspaneel

      * Optioneel

      *** Alleen variant Combo

      Overzicht apparaat stoel


      1. Bak reinigingsmiddel voor DOSE reinigingsmiddelendosering*
      2. Stoel
      3. Stuurwielknop
      4. Hendel gewichtsinstelling
      5. Hendel zitlengteverstelling

      * Optioneel

      Apparaatoverzicht vuilwaterreservoir


      1. Steun vuilwaterreservoir
      2. Vlotter
      3. Stootbescherming vuil water
      4. Deksel vuilwaterreservoir
      5. Grofvuilkorf
      6. Turbinevoorfilter
      7. Vuilwaterreservoir

      Overzicht apparaat pedalen


      1. Pedaal grofvuilklep
      2. Rempedaal
      3. Rijpedaal

      Overzicht apparaat voorveeginstallatie


      1. Afdekking filteromhulsel
      2. Kap voorveeginstallatie***
      3. Zijbezems***
      4. Filteromhulsel
      5. Veegcontainer

      *** Alleen variant Combo

      Typeplaatje


      1. Typeplaatje

      Bedieningsveld


      1. Programmaschakelaar
      2. Display
      3. QR-code naar de how-to-video
      4. Infoknop voor menunavigatie in het display
      5. Rijrichtingsschakelaar
      6. 2-traps claxon
      7. Reinigingsoplossing AAN / UIT
      8. Zijbezems/zijdelingse schrobmodule AAN/UIT (optie zijbezems bij variant Combo)
      9. Intelligente sleutel
      10. Maximaal toegestane helling
      11. Veiligheidsschakelaars

      Programmaschakelaar


      1. 0Apparaat is uitgeschakeld.
      2. TransportritNaar de gebruiksplaats rijden.
      3. Eco-programmaDe vloer nat reinigen (met verminderde waterhoeveelheid en verlaagd borsteltoerental) en het vuile water opzuigen (met verminderd zuigvermogen).
      4. SchrobzuigenDe vloer nat reinigen en het vuile water opzuigen.
      5. Verhoogde borsteldrukDe vloer nat reinigen (met verhoogde borsteldruk en verhoogde hoeveelheid water) en het vuile water opzuigen.
      6. Schrobben / aanbrengen zonder opzuigenDe vloer nat reinigen en reinigingsmiddel laten inwerken.
      7. ZuigenHet vuil opzuigen.
      8. PolijstenDe vloer zonder vloeistof aan te brengen met verhoogd borsteltoerental polijsten.

      Symbolen op het apparaat

      Afvoer schoon water
      Afvoer vuil water
      Schoon water
       
      Automatisch vulsysteem schoonwaterreservoir
       
      Grofvuilkorf verwijderen
      Sjoroog

      * Optioneel

      Pictogrammen op het display

      Batterij vol
      Batterij leeg
      Rem geactiveerd
       
      Voor-veegwerk geactiveerd
       
      Water uit
       
      Reinigingsmiddel geactiveerd
      Reinigingsmiddel leeg
      Schoon water 100%
      Schoon water 0%

      Montage

      Accu’s

      Aanbevolen accu's, oplaadapparaten

      Bestelnr.
      Batterijset
      2.815-108.0
      Oplaadapparaat
      4.035-191.0
      Volume (m3)*
      71,78
      Luchtstroom (m3/h)**
      27,71

      * Minimaal volume van de acculaadruimte

      ** Minimale luchtstroom tussen acculaadruimte en omgeving

      Accu's en oplaadapparaten zijn verkrijgbaar bij gespecialiseerde dealers.

      Maximale accu-afmetingen

      Lengte
      Breedte
      Hoogte
      842
      627 mm
      537 mm

      Bij het plaatsen van de natte batterijen moet het volgende in acht worden genomen:

      • De maximale accu-afmetingen moeten in acht worden genomen.

      • Bij het opladen van natte batterijen moet de stoel omhoog worden gezwenkt.

      • Bij het opladen van natte batterijen moeten de instructies van de fabrikant van de batterij in acht worden genomen.

      Accu's plaatsen en aansluiten

      Bij de Bp-variant zijn de accu's al ingebouwd. Als u geen Bp-variant hebt ontvangen, zijn de batterijen achteraf ingebouwd bij het nationale bedrijf of bij uw vertrouwde dealer. Dit kan zijn vanwege beschikbaarheid, tijd, kosten, invoer, service, vervoer of soortgelijke redenen in uw voordeel.

      LET OP

      Gevaar voor beschadiging van de besturingselektronica!

      De besturingselektronica kan worden vernield door de polariteit van de batterijaansluitingen om te keren.

      Let bij het aansluiten van de accu op juiste poling.

      1. De stuurwielpositie helemaal naar voren instellen.

      2. De stoel naar voren zwenken.

      3. De schroef zitaanslag verwijderen.

      4. De stekker van de stoelcontactschakelaar eruit trekken en door de opening terugschuiven.


        1. Stekker stoelcontactschakelaar
      5. De stoel ontgrendelen en omhoog wegtrekken.

      6. De stekker stoelcontactschakelaar uit de houder demonteren.

      7. De steun voor de stoelconsole loshaken en de stoelconsole sluiten.

      8. De scharnieren van de stoelconsole verwijderen.

      9. De stoelconsole in de voetruimte opbergen.

      10. Bij variant Dose: De bak voor de reinigingsmiddelenjerrycan demonteren.

      11. Bij variant Fleet: De kabel demonteren.

      12. Het batterijdeksel eraf halen.

      13. Het schoonwaterreservoir rechts demonteren.

      14. Het zijpaneel van het batterijvak rechts demonteren.

      15. De batterijen plaatsen. Aansluitcontacten van de batterij in de rijrichting voor.

      16. De meegeleverde aansluitkabel aan de nog vrije batterijpolen (+) en (‑) klemmen. De kabel zo plaatsen dat hij niet door de stoel kan worden afgekneld.

      17. Bij variant Fleet: De kabels monteren.

      18. Het zijpaneel van het batterijvak rechts monteren.

      19. Het schoonwaterreservoir rechts monteren.

      20. Het batterijdeksel erop plaatsen.

      21. De accustekker erin steken.

      22. De stoelconsole plaatsen.

      23. De scharnieren van de stoelconsole vastschroeven.

      24. De stoelconsole openen en de steun voor de stoelconsole inhaken.

      25. De stekker stoelcontactschakelaar aan de houder monteren.

      26. De stoel plaatsen.

      27. De stekker stoelcontactschakelaar insteken.

      28. De schroef zitaanslag monteren.

      29. De stoel omlaag zwenken.

      30. Het stuurwiel instellen.

        WAARSCHUWING

        Levensgevaar door brand of explosie bij diep ontladen accu’s!

        Verkeerd opladen van diep ontladen accu's kan brand veroorzaken.

        Gebruik het apparaat niet als de accu diep ontladen is.

        Zorg ervoor dat de accu is opgeladen voordat u het systeem start.

      Accu laden

      Instructie

      Het apparaat beschikt over een beveiliging tegen diepontlading, d.w.z. dat als de nog toegestane minimale capaciteit wordt bereikt alleen met het apparaat kan worden gereden. Op het display verschijnt de weergave "Accu leeg - opladen a.u.b.".

      Bij gebruik van andere accu's (bijv. van andere fabrikanten) moet de diepontladingsbeveiliging voor de betreffende accu door de Kärcher-klantenservice opnieuw worden ingesteld.

      GEVAAR

      Levensgevaar door elektrische schok!

      Explosiegevaar bij het opladen van de accu!

      Er bestaat gevaar voor een elektrische schok als het oplaadapparaat verkeerd wordt gebruikt

      Bij het opladen van de accu ontstaan brandbare gassen

      Neem de netspanning en de zekering op het typeplaatje van het apparaat in acht.

      Gebruik het oplaadapparaat alleen in droge ruimtes met voldoende ventilatie.

      Laad de accu's alleen in een geschikte ruimte. De ruimte moet een minimumvolume hebben, afhankelijk van het accutype en een luchtverversing met een minimumluchtstroom (zie "Aanbevolen accu's").

      Laad natte batterijen alleen op met de stoel omhoog.

      Instructie

      De oplaadtijd bedraagt gemiddeld ca. 10-12 uur uur.

      De aanbevolen oplaadapparaten (passen bij de telkens gebruikte batterijen) zijn elektronisch geregeld en beëindigen het laadproces automatisch.

      Het apparaat kan tijdens laden niet worden gebruikt.

      1. Het apparaat direct naar de oplader verplaatsen, hierbij stijgingen vermijden.

      2. De stoel omhoog zwenken.

      3. De batterijstekker loskoppelen en aansluiten op de laadkabel.

      4. Sluit het oplaadapparaat aan op het net en zet hem aan.

      Na het laadproces

      1. Het oplaadapparaat uitschakelen en van het net loskoppelen.

      2. De batterijkabel loskoppelen van de laadkabel en aansluiten op het apparaat.

        Instructie

        De laadkabel zo in het batterijvak plaatsen dat hij niet bekneld kan raken.

      Onderhoudsvrije accu’s (nat)

        GEVAAR

        Bijvullen van water in ontladen toestand van de accu

        Risico op brandwonden door uittreden van zuur, onbruikbaar worden van kleding

        Gebruik bij de hantering van accuzuur een veiligheidsbril, beschermende kleding en beschermende handschoenen.

        Neem de voorschriften in acht.

        Spoel eventuele zuurspatten op de huid of de kleding onmiddellijk weg met veel water.

        LET OP

        Gebruik van water met additieven

        Defecte accu's, verlies van de aanspraak op garantie

        Gebruik voor het bijvullen van de accu's alleen gedestilleerd of ontzilt water (EN 50272-T3).

        Gebruik geen additieven, zogenaamde verbeteringsmiddelen, omdat dan de garantie komt te vervallen.

      1. Een uur voor het einde van de laadprocedure gedestilleerd water toevoegen. Hierbij de juiste zuurstand conform de kenmerking van de accu in acht nemen.

        Aan het einde van de laadprocedure moeten alle cellen gassen.

      2. Gemorst water verwijderen. Ga hiervoor te werk zoals beschreven in het gedeelte “Accu's reinigen” van het hoofdstuk Verzorging en onderhoud.

      Accu-indicator

      De laadtoestand van de accu's wordt op het display op het bedieningspaneel weergegeven.

      • De lengte van de balk geeft de laadtoestand van de accu weer.

      Uitpakken

      Instructie

      Voor onmiddellijke buitenwerkingstelling van alle functies de veiligheidsschakelaar op "0” zetten.

      1. De verpakkingsfolie verwijderen.

      2. De spanband verwijderen.

      3. De oprijplanken en het kanthout van de pallet schroeven.


        1. Kanthout
        2. Oprijplank
        3. Blok
      4. Het kanthout voor de pallet leggen.

      5. De oprijplanken op het kanthout leggen.

      6. De oprijplanken vastschroeven.

      7. Het in de verpakking meegeleverde blok ter ondersteuning onder de helling schuiven.

      8. De houten lijsten vóór de wielen verwijderen.


        1. Kanthout
        2. Oprijplank
        3. Blok
      9. Het apparaat van de pallet duwen.

      Apparaat van de pallet duwen

      Instructie

      Monteer de zuigbalk pas na het lossen.

      1. De parkeerrem loszetten met de hendel (zie hoofdstukApparaat duwen).

      2. Eén persoon moet op de stoel gaan zitten en in geval van gevaar tijdens het duwen het rempedaal indrukken.

      3. Het apparaat over de helling van de pallet af duwen.

      4. De parkeerrem met de hendel vastzetten.

      Van de pallet rijden

      Om van de pallet te kunnen rijden, moeten de accu's geplaatst en opgeladen zijn.

      Instructie

      Monteer de zuigbalk pas na het lossen.

      1. De intelligente sleutel aan het bedieningspaneel erin steken.

      2. Het apparaat inschakelen met de Easy-Operation-schakelaar.

      3. Zet de programmaschakelaar op transport.

      4. De rijrichtingsschakelaar op "vooruit" zetten.

      5. Het gaspedaal intrappen.

      6. Langzaam met het apparaat van de pallet rijden.

      7. Het apparaat uitschakelen met de Easy-Operation-schakelaar.

      Borstels monteren

      BD-variant

      Vóór de ingebruikname moeten de schijfborstels worden gemonteerd (zie hoofdstuk Onderhoudswerkzaamheden).

      BR-variant

      De borstels zijn gemonteerd.

      Zuigbalk monteren

      1. Beide klemhendels naar boven zwenken.


        1. Zuigslang
        2. Zuigbalkophanging
        3. Klemhendel
        4. Zuigbalk
        5. Zuiglip met spanband
      2. De zuigbalk in de zuigbalkophanging plaatsen.

      3. Beide klemhendels naar beneden zwenken.

      Werking

      GEVAAR

      Vallende voorwerpen

      Gevaar voor letsel

      In gebieden waar het bedieningspersoneel geraakt kan worden door vallende voorwerpen, mag het apparaat niet zonder beschermdak worden gebruikt.

      LET OP

      Gevaarlijke situatie tijdens bedrijf

      Gevaar voor letsel

      Zet bij gevaar de veiligheidsschakelaar in de stand "0".

      Het apparaat inschakelen

      1. Op de bestuurdersplaats plaats nemen.

      2. De intelligente sleutel erin steken.

      3. De veiligheidsschakelaar op "1" zetten.

      4. De programmaschakelaar op de gewenste functie draaien.

      5. Als op het display een van de onderstaande indicaties verschijnt, dan de voet van het gaspedaal nemen, de veiligheidsschakelaar op "0" zetten en de nodige onderhoudswerkzaamheden uitvoeren.

        Display
        Handeling
        Onderhoud zuigbalk
        De zuigbalk reinigen.
        Onderhoud borstelkop
        De borstels op slijtage controleren en reinigen.
        Onderhoud zuigstrips
        De zuiglipppen op slijtage en instelling controleren.
        Onderhoud turbinezeef
        De turbinebeschermzeef reinigen.
        Onderhoud schoon w. Filter
        Het filter verswater reinigen.
      6. Op de infoknop drukken.

      7. De teller voor het onderhoud terugzetten (zie "Grijze intelligente sleutel/onderhoudsteller terugzetten").

        Instructie

        Als de teller niet wordt teruggezet, verschijnt de onderhoudsindicator telkens bij het inschakelen van het apparaat opnieuw.

      Parkeerrem controleren

      GEVAAR

      Levensgevaar door defecte parkeerrem!

      Het apparaat kan ongecontroleerd gaan rollen als de parkeerrem niet goed werkt.

      Controleer vóór elk gebruik de werking van de parkeerrem op een vlakke ondergrond.

      1. Het apparaat inschakelen.

      2. De rijrichtingsschakelaar op “vooruit” zetten.

      3. Zet de programmaschakelaar op transport.

      4. Het gaspedaal licht intrappen.

        De rem moet hoorbaar ontgrendelen. Het apparaat moet op effen terrein vlot wegrollen.

      5. Het gaspedaal loslaten.

        De rem moet hoorbaar vergrendelen.

      Als de parkeerrem niet vergrendelt, het apparaat buiten gebruik stellen, beveiligen tegen ongecontroleerd rollen en contact opnemen met de klantenservice.

      Voetrem controleren

      GEVAAR

      Gevaar voor ongevallen door defecte voetrem!

      Het apparaat kan ongecontroleerd gaan rollen als de voetrem niet goed werkt.

      Controleer vóór elk gebruik de werking van de voetrem.

      1. Het apparaat inschakelen.

      2. De rijrichtingsschakelaar op “vooruit” zetten.

      3. Zet de programmaschakelaar op transport.

      4. Het gaspedaal intrappen.

      5. Tijdens het rijden uw voet van het gaspedaal halen en de voetrem intrappen.

        Het apparaat moet merkbaar vertragen.

      Is dit niet het geval, stel het apparaat dan buiten bedrijf en bel de klantenservice.

      Rijden

      GEVAAR

      Geen remwerking

      Gevaar voor ongevallen

      Voordat u het apparaat gebruikt absoluut de werking van de parkeerrem controleren. Gebruik het apparaat in geen geval als de parkeerrem niet werkt.

      GEVAAR

      Geen remwerking tijdens bedrijf

      Als het apparaat tijdens het gebruik geen remwerking meer heeft, ga dan als volgt te werk:

      Als het apparaat op een helling van meer dan 2% bij het loslaten van het gaspedaal niet tot stilstand komt, mag u om veiligheidsredenen de veiligheidsschakelaar alleen op "0" zetten als u de correcte mechanische werking van de parkeerrem vóór de ingebruikneming van het apparaat hebt gecontroleerd.

      Stel het apparaat na het bereiken van de stilstand buiten bedrijf en bel de klantenservice.

      Neem de onderhoudsvoorschriften voor remmen in acht.

      GEVAAR

      Onvoorzichtig rijden

      Uitzwenkende veeginstallatie voor Combo-variant

      Kantelgevaar

      Verhoogd gevaar voor ongevallen

      Rijd in de rijrichting alleen op hellingen tot maximaal 15% (variant RI) en 10% (variant RI Combo). Hellingen dwars op de rijrichting tot maximaal 15 %.

      Draai niet op hellingen.

      Rijd langzaam door bochten en op natte ondergrond.

      Rijd met het apparaat uitsluitend op verharde ondergrond.

      Wees zeer voorzichtig bij het achteruitrijden.

      Houd bij het sturen rekening met het uitzwenken van de veeginstallatie.

      Instructie

      De rijrichting kan tijdens het rijden worden gewijzigd. Zo kunnen bijv. door het meermaals vooruit- en terugrijden heel matte plaatsen worden gepolijst.

      1. De zitpositie innemen.

      2. De intelligente sleutel erin steken.

      3. De programmaschakelaar op “Transportrit” zetten.

      4. De rijrichting met de rijrichtingsschakelaar aan het bedieningspaneel instellen.

      5. De rijsnelheid door het indrukken van het gaspedaal bepalen.

      6. Het gaspedaal loslaten.

        Het apparaat stopt.

      7. Bij overbelasting wordt de rijmotor uitgeschakeld. Op het display verschijnt een storingsmelding. Bij oververhitting van de besturing wordt het betreffende aggregaat uitgeschakeld.

      8. Het apparaat minstens 15 minuten laten afkoelen.

      9. De programmaschakelaar op “0” zetten, kort wachten en op het gewenste programma zetten.

      Bestuurdersstoel instellen


      1. 3-traps gewichtsinstelling 60-120 kg
      2. Hoekverstelling rugleuning 3° naar voren en 13° naar achteren
      3. Zitlengteverstelling
      1. De hendel voor de stoelverstelling bedienen.

      2. De stoel in de gewenste stand zetten.

      3. De hendel voor de stoelverstelling loslaten.

      Stuurwiel instellen

      1. De vleugelmoeren voor het verstellen van het stuurwiel losdraaien.

      2. Het stuurwiel positioneren.

      3. De vleugelmoeren vastdraaien.

      Pluizenzeef controleren

      LET OP

      Beschadiging van de zuigturbines!

      Door te werken zonder pluizenzeef kan de zuigturbine beschadigd raken.

      Gebruik het apparaat niet zonder de pluizenzeef.

      1. Voordat het apparaat in gebruik wordt genomen moet de pluizenzeef op de volgende punten worden gecontroleerd:

        • Is het aanwezig?

        • Is het in een bruikbare staat?

        • Is het correct gemonteerd?


        1. Pluizenzeef
      2. Een beschadigde pluizenzeef vervangen.

      Apparaat duwen

      1. De parkeerrem loszetten door de hendel weg te trekken.

        Instructie

        Er moet voortdurend aan de hendel worden getrokken.

        GEVAAR

        Gevaar voor letsel door rollend apparaat!

        De parkeerrem kan alleen in gebukte houding in de gevarenzone worden gelost.

        Gebruik een voorwerp om de hendel permanent aangetrokken te houden en ga onmiddellijk na het lossen van de parkeerrem weg uit de gevarenzone.


        1. Hendel parkeerrem
      2. Duw het apparaat.

      3. De parkeerrem vastzetten door de hendel los te laten.

      Verswater bijvullen

      Verswater bijvullen

      1. Het deksel van het verswaterreservoir openen.

      2. De verswaterslang bevestigen met de klem.

      3. Het verswater (maximaal 60 °C) tot ca. 5 cm onder de vultrechter vullen.

        Instructie

        Vóór de eerste ingebruikneming het verswaterreservoir volledig vullen om het waterleidingsysteem te ontluchten.

      4. Het deksel van de verswatertank sluiten.

      Verswater bijvullen met automatisch vulsysteem schoonwaterreservoir (optie)

      Instructie

      Wij raden u aan een slang te gebruiken met een Aquastop-koppeling aan de apparaatzijde. Dit minimaliseert het uitspatten van water bij het loskoppelen na het vullen.

      1. De waterslang verbinden met het automatische vulsysteem.

      2. De watertoevoer (max. 60 °C, max. 10 bar) openen.

      3. Het vullen bewaken, het automatische vulsysteem onderbreekt de watertoevoer als het schoonwaterreservoir vol is.

      4. De watertoevoer sluiten.

      5. De waterslang verwijderen.

      Reinigingsmiddel vullen

      Aanwijzingen over reinigingsmiddelen

      WAARSCHUWING

      Ongeschikte reinigingsmiddelen

      Gezondheidsgevaar, beschadiging van het apparaat

      Gebruik alleen aanbevolen reinigingsmiddelen. Voor andere reinigingsmiddelen is de exploitant het verhoogde risico met betrekking tot de bedrijfsveiligheid en het gevaar voor ongevallen.

      Gebruik alleen reinigingsmiddelen die vrij zijn van oplosmiddelen, zout- en fluorwaterstofzuur.

      Neem de veiligheidsaanwijzingen op de reinigingsmiddelen in acht.

      Instructie

      Gebruik geen sterk schuimende reinigingsmiddelen.

       Aanbevolen reinigingsmiddelen

      Toepassing
      Reinigingsmiddel
      Onderhoudsreiniging van alle waterbestendige vloeren
      CA 50 C
      RM 756
      Onderhoudsreiniging met verzorgingscomponenten
      RM 746
      RM 780
      Onderhoudsreiniging en basisreiniging van industriële ondergronden
      RM 69
      Onderhoudsreiniging van glanzende ondergronden
      RM 755
      Onderhoudsreiniging en basisreiniging van steengoed tegels
      RM 753
      Onderhoudsreiniging en basisreiniging van zuurbestendige ondergronden
      RM 751
      Reiniging en desinfectie
      RM 732
      Basisreiniging van alle alkalibestendige vloerbedekkingen
      RM 752
      Basisreiniging en decoating van alkaligevoelige vloeren
      RM 754

      Het schoonwaterreservoir vullen met reinigingsmiddel

      Instructie

      Eerst water in het reinigingsmiddelenreservoir doen, dan het reinigingsmiddel in de juiste dosering in het reservoir doen. Als het reinigingsmiddel als eerste wordt ingegoten, kan dit tot sterke schuimvorming leiden.

      LET OP

      Gevaar voor verstopping

      Bij het toevoegen van het reinigingsmiddel aan het schoonwaterreservoir kan het reinigingsmiddel uitdrogen en de werking van de doseerinrichting verstoren.

      Spoel na het toevoegen van het reinigingsmiddel in de verswatertank het apparaat met helder water: Selecteer een reinigingsprogramma met watertoepassing, stel de hoeveelheid water in op de hoogste waarde, stel de reinigingsmiddelendosering in op “0”.

      Reinigingsmiddel met doseerinrichting (optie) vullen

      Aan het vers water wordt op weg naar de reinigingskop door een doseerinrichting reinigingsmiddel toegevoegd.

      Instructie

      Met de doseerinrichting kan maximaal 3 % reinigingsmiddel worden gedoseerd. Als de dosering hoger is, moet het reinigingsmiddel in het verswaterreservoir worden gedaan.

      LET OP

      Gevaar voor verstopping

      Bij het toevoegen van het reinigingsmiddel aan het schoonwaterreservoir kan het reinigingsmiddel uitdrogen en de werking van de doseerinrichting verstoren.

      Spoel na het toevoegen van het reinigingsmiddel in de verswatertank het apparaat met helder water: Selecteer een reinigingsprogramma met watertoepassing, stel de hoeveelheid water in op de hoogste waarde, stel de reinigingsmiddeldosering in op 0.

      1. De jerrycan met het reinigingsmiddel in de bak reinigingsmiddel achter de stoel zetten.

      2. Het deksel van de jerrycan eraf schroeven.

      3. De zuiglans reinigingsmiddel van het doseersysteem in de jerrycan steken.

        Instructie

        • Het apparaat heeft een verswaterniveau-indicator op het display. Bij een leeg verswaterreservoir wordt de dosering van het reinigingsmiddel uitgeschakeld. De reinigingskop blijft werken zonder toevoer van vloeistof.

        • Als het reinigingsmiddelvat leeg is, wordt de dosering ook uitgeschakeld. Op het display verschijnt een aanwijzingssymbool. Er wordt alleen nog schoon water naar de reinigingskop gevoerd.

      Parameters instellen (gele intelligente sleutel)

      In het apparaat zijn de parameters voor de verschillende reinigingsprogramma's vooraf ingesteld.

      Afhankelijk van de autorisatie van de gele intelligente sleutel kunnen afzonderlijke parameters worden gewijzigd.

      De wijziging van de parameters is slechts actief tot met de programmaschakelaar een ander reinigingsprogramma wordt gekozen.

      Als parameters permanent moeten worden gewijzigd, dan moet voor de instelling een grijze intelligente sleutel worden gebruikt. De instelling wordt beschreven in de paragraaf "Grijze intelligente sleutel".

      Instructie

      Alleen voor R-reinigingskop: Vrijwel alle displayteksten over de parameterinstelling spreken normaal gesproken voor zich. Als u meer gedetailleerde informatie over de parameters nodig heeft, neem dan contact op met de klantenservice.

      • Fine Clean: Laag borsteltoerental voor het verwijderen van grijze waas op keramische steen.

      • Whisper Clean: Gemiddeld borsteltoerental voor de onderhoudsreiniging met verlaagd geluidsniveau.

      • Power Clean: Hoog borsteltoerental voor het polijsten, kristalliseren en vegen.

      1. De programmaschakelaar op het gewenste reinigingsprogramma zetten.

      2. Op de infoknop drukken.

      3. Aan de infoknop draaien tot de gewenste parameter wordt weergegeven.

      4. Op de infoknop drukken.

        De ingestelde waarde knippert.

      5. De gewenste waarde instellen door aan de infoknop te draaien.

      6. De gewijzigde instelling door het indrukken van de infoknop bevestigen of wachten tot de ingestelde waarde na 10 seconden automatisch wordt overgenomen.

      Zuigbalk instellen

      De zuigbalk moet alleen in speciale gevallen worden bijgesteld. De instelling af fabriek is voor de meeste toepassingen geschikt.

      Helling van de zuigbalk instellen

      De helling moet zodanig worden ingesteld dat de zuiglippen van de zuigbalk over de gehele lengte gelijkmatig op de vloer worden gedrukt.

      1. Het apparaat op een ondergrond zonder helling neerzetten.

      2. Het programma “Afzuiging” selecteren.

      3. Het apparaat een klein stuk vooruit rijden.

        De zuigbalk wordt neergelaten.

      4. De waterpas aflezen.


        1. Schroef
        2. Moer
        3. Waterpas
      5. De moer M 12 losdraaien, daarbij de M 10-inbusbout met een inbussleutel vasthouden.

      6. De schroef zo instellen dat de waterpasindicator zich tussen de twee strepen bevindt.

      7. De moer M 12 vastdraaien, daarbij de M 10-inbusbout met een inbussleutel vasthouden.

      8. Om de nieuwe instelling te controleren, het apparaat met neergelaten zuigbalk in zuigwerking een stukje vooruit rijden en de waterpas observeren. Indien nodig de instelprocedure herhalen.

      Vegen (alleen variant Combo)

      De veeginstallatie neemt los vuil op voordat de vloer wordt gereinigd.

      WAARSCHUWING

      Bewegende delen

      Gevaar voor letsel

      Let erop dat zuigturbine, zijbezems en filterreiniging na het uitschakelen nalopen.

      LET OP

      Ondeskundig gebruik van het apparaat bij het vegen

      Gevaar voor beschadiging van de veeginstallatie.

      Veeg geen verpakkingsbanden, draden of dergelijke op.

      Rijd alleen over obstakels tot maximaal 2 cm.

      Veeg alleen droge oppervlakken om verstopping en kiemvorming van het stoffilter te voorkomen.

      1. De schakelaar “Vegen” inschakelen.

        De veeginstallatie wordt geactiveerd.

      Grofvuilklep

      De grofvuilklep kan worden opgetild om grotere voorwerpen (tot ongeveer 6 cm hoog) op te vegen.

      GEVAAR

      Gevaar voor letsel door veeggoed!

      Door de grofvuilklep te openen, kan er veeggoed naar buiten worden geslingerd.

      Til de grofvuilklep alleen op als er geen mensen in de buurt zijn.

      Instructie

      Als de grofvuilklep opgetild is, gaan het veegeffect en de stofafzuiging achteruit. Til de grofvuilklep alleen op als dat nodig is.

      1. Het pedaal om de grofvuilklep op te tillen bedienen.

      Vegen beëindigen

      1. De schakelaar “Vegen” op "0" zetten.

      De veeginstallatie wordt gedeactiveerd. Na beëindiging van de veegwerking wordt het stoffilter gedurende ongeveer 15 seconden gereinigd.

      Zijdelingse schrobmodule (optie)

      De zijdelingse schrobmodule vergemakkelijkt het werk dicht bij randen.


      1. Zijdelingse schrobmodule uitschuiven/inschuiven
      2. Zijdelingse schrobmodule inschakelen/uitschakelen
      1. De schakelaar “Zijdelingse schrobmodule inschakelen/uitschakelen” indrukken.

        De zijdelingse schrobmodule wordt in-/uitgeschakeld.

      2. De schakelaar “Zijdelingse schrobmodule inschuiven/uitschuiven” indrukken.

        De zijdelingse schrobmodule wordt ingeschoven/uitgeschoven.

      Werking beëindigen

      Reiniging beëindigen

      1. De programmaschakelaar op Rijden zetten.

      2. Een kort traject verder rijden.

        Het restwater wordt afgezogen.

      3. De programmaschakelaar naar de stand "0" draaien.

      4. De intelligente sleutel eruit trekken.

      5. Eventueel de accu laden.

      Vuilwaterreservoir legen

      WAARSCHUWING

      Onjuiste afvoer van afvoerwater

      Milieuverontreiniging

      Neem de plaatselijke voorschriften inzake de behandeling van afvoerwater in acht.

      Instructie

      Als het vuilwaterreservoir vol is, schakelt de zuigturbine uit en het display toont “Vuilwaterreservoir vol".

      1. De aftapslang vuil water uit de houder nemen.

      2. Het slangeinde boven de afvoerinrichting neerlaten.


      3. Het vuile water laten weglopen door het deksel op de aftapslang te openen.

        De waterstroom kan worden verminderd door de doseerinrichting samen te drukken of te verdraaien.

      4. Het spuitpistool uit de houder nemen.

      5. De programmaschakelaar op Transport zetten.

      6. Op het display "Tankspoeling" selecteren.

        1. Op de infoknop drukken.

        2. Het menu “Tankspoeling” selecteren.

      7. Het afsluitventiel aan de achterkant van het vuilwaterreservoir openen.

      8. Het vuilwaterreservoir met het spuitpistool schoonspoelen.

      9. Het spuitpistool in de houder hangen.

      10. Het deksel aan de afvoerslang sluiten.

      11. De vuilwaterslang in de houder aan het apparaat drukken.

      12. Het afsluitventiel aan de achterkant van het vuilwaterreservoir sluiten.

      13. Op het display "Tankspoeling" selecteren.

      Vuilreservoir leegmaken

      Instructie

      Het vuilreservoir kan alleen via de bestuurderszijde worden verwijderd en is alleen beschikbaar op R-reinigingskoppen.

      1. Aan de lus trekken.

      2. De houder afstrijklip omhoog zwenken.

      3. Het vuilreservoir verwijderen.


        1. Lus
        2. Houder afstrijklip
        3. Vuilreservoir
      4. Het vuilreservoir legen.

      5. Het vuilreservoir plaatsen.

        Instructie

        Het vuilreservoir moet vastklikken.

      6. De houder afstrijklip omlaag zwenken.

      Verswater aftappen

      LET OP

      Reinigingsoplossing in het schoonwaterreservoir

      Beschadiging van het schoonwaterreservoir, ventielen en afdichtingen

      De reinigingsoplossing na gebruik nooit achterlaten in het schoonwaterreservoir.

      1. De aftapslang schoon water uit de houder nemen en boven een geschikt verzamelreservoir neerlaten.

      2. De reinigingsoplossing aftappen.

      3. Het deksel van het schoonwaterreservoir verwijderen.

      4. Het schoonwaterreservoir met helder water (maximaal 60 °C) uitspoelen.

      Apparaat parkeren

      1. De programmaschakelaar op "OFF" draaien.

      2. De intelligente sleutel eruit trekken.

      3. Het apparaat tegen wegrollen beveiligen.

      4. Eventueel de accu laden.

      Grijze Intelligent Key

      De grijze Intelligent Key geeft de het toezichtspersoneel uitgebreide bevoegdheden en instelmogelijkheden.

      1. Steek de Intelligent Key erin.

      2. Selecteer de gewenste functie door verdraaien van de infoknop.

      Transportrit

      1. De programmaschakelaar op "transportrit" zetten.

      2. Op de infoknop drukken.

      In het menu "Transportrit" kunnen volgende instellingen worden uitgevoerd:

      • Onderhoudsteller resetten

      • Dagteller resetten

      • Sleutelbeheer

      • Borstelvorm selecteren

      • Nalooptijden

      • Basisinstelling

      • Taal instellen

      • Menu "Schakelaar"

      • Rijsnelheid

      • Fabrieksinstelling

      • Handmatig reservoirspoelpistool activeren

      Onderhoudsteller terugzetten

      Als er onderhoudswerkzaamheden zijn uitgevoerd die op het display worden weergegeven, moet vervolgens de onderhoudsteller wordt teruggezet.

      1. Aan de infoknop draaien tot "Onderhoudsteller" wordt weergegeven.

      2. Op de infoknop drukken.

        De tellerstanden worden weergegeven.

      3. Aan de infoknop draaien tot de te wissen teller wordt geaccentueerd.

      4. Op de infoknop drukken.

      5. "Yes" selecteren door aan de infoknop te draaien.

      6. Op de infoknop drukken.

        De teller is gewist.

        Instructie

        De serviceteller kan alleen door de klantenservice worden gereset.

        De serviceteller toont de tijd tot de volgende servicebeurt die door de klantenservice moet worden uitgevoerd.

      Teller resetten

      1. Aan de infoknop draaien tot “Teller” wordt weergegeven.

        Dit menu toont de totale bedrijfsuren en de dagteller.

      2. Dagteller wissen:

      3. Op de infoknop drukken.

        Het menu "Teller wissen" verschijnt.

      4. Aan de infoknop draaien tot “Dagteller” wordt geaccentueerd.

      5. Op de infoknop drukken.

      Sleutelbeheer

      In het menupunt "Sleutelmenu" worden de machtigingen voor elke gebruikte gele Intelligent Key toegewezen en wordt de taal van de displayweergave voor deze Intelligent Key ingesteld.

      1. De grijze Intelligent Key erin steken.

      2. Aan de infoknop draaien tot op het display het menupunt "Sleutelmenu" verschijnt.

      3. Op de infoknop drukken.

      4. De grijze Intelligent Key eruit trekken en de te personaliseren gele Intelligent Key of de witte Intelligent Key erin steken.

      5. Het te wijzigen menupunt selecteren door aan de infoknop te draaien.

      6. Op de infoknop drukken.

      7. De instelling van het menupunt selecteren door aan de infoknop te draaien.

      8. De instelling bevestigen door op het menupunt te drukken.

      9. Het volgende te wijzigen menupunt selecteren door aan de infoknop te draaien.

      10. Nadat alle instellingen zijn uitgevoerd, het menu "Opslaan?" oproepen door aan de infoknop te draaien.

      11. Op de infoknop drukken.

        De machtigingen zijn opgeslagen.

        De displayweergave "Sleutelmenu voortzetten" verschijnt.

        • Yes: Andere Intelligent Key programmeren

        • No: Sleutelmenu verlaten

      12. Op de infoknop drukken.

      Borstelvorm selecteren

      Deze functie is vereist bij het vervangen van de reinigingskop.

      1. Aan de infoknop draaien tot het menupunt "Borstelkop" op het display wordt weergegeven.

      2. Op de infoknop drukken.

      3. Aan de infoknop draaien tot de gewenste borstelvorm is gemarkeerd.

      4. Op de infoknop drukken.

      5. De hefaandrijving voor het vervangen van de reinigingskop bewegen door aan de infoknop te draaien:

        • "omhoog": Heffen

        • "omlaag": Neerlaten

        • "OFF": Stoppen

      6. Aan de infoknop draaien tot het menupunt "OFF" wordt weergegeven.

      7. Op de infoknop drukken.

        Het menu wordt verlaten.

        De besturing voert een herstart uit.

      Nalooptijden

      1. Aan de infoknop draaien tot het menupunt "Nalooptijden" op het display wordt weergegeven.

      2. Op de infoknop drukken.

      3. Aan de infoknop draaien tot de gewenste functie is gemarkeerd.

      4. Op de infoknop drukken.

      5. Aan de infoknop draaien tot de gewenste nalooptijd wordt weergegeven.

      6. Op de infoknop drukken.

      Basisinstelling

      1. Aan de infoknop draaien tot het menupunt “Basisinstelling” op het display wordt weergegeven.

      2. Op de infoknop drukken.

      3. Aan de infoknop draaien tot het gewenste toebehoren is gemarkeerd.

      4. Op de infoknop drukken om AAN/UIT te bevestigen.

      5. Op de infoknop drukken om het menu te verlaten.

      6. Het apparaat uit- en weer inschakelen om de instelling toe te passen.

      Taal instellen

      1. Aan de infoknop draaien tot het menupunt "Taal" op het display wordt weergegeven.

      2. Op de infoknop drukken.

      3. Aan de infoknop draaien tot de gewenste taal is gemarkeerd.

      4. Op de infoknop drukken.

      Menu "Schakelaar"

      De volgende functies worden via het “Schakelaar menu” in- en uitgeschakeld:

      • Reinigingsmiddelendosering*

      • Zwaailicht/spotlight*

      • Sproeiers zijbezems*

      • Spuitzuigen

      • Schijnwerpers

      • Tankspoeling

      Het “Schakelaar menu” is in alle standen van de programmaschakelaar beschikbaar, uitgezonderd in de stand "OFF".

      1. Op de infoknop drukken.

        Het "Schakelaar menu" verschijnt.

      2. Op de infoknop drukken.

        De lijst met de in het apparaat beschikbare functies wordt getoond.

      3. Aan de infoknop draaien tot de gewenste functie wordt gemarkeerd.

      4. Op de infoknop drukken om de schakelaarstand te wijzigen.

      5. Aan de infoknop draaien tot “Menu beëindigen?” wordt weergegeven.

      6. Op de infoknop drukken.

      * Optioneel

      Maximum rijsnelheid instellen

      1. Aan de infoknop draaien tot het menupunt "Rijsnelheid" op het display verschijnt.

      2. Op de infoknop drukken.

      3. Aan de infoknop draaien tot de gewenste maximale snelheid is gemarkeerd.

      4. Op de infoknop drukken.

      Fabrieksinstelling

      De fabrieksinstelling van alle parameters (behalve rijsnelheid transportrit) wordt hersteld.

      1. Aan de infoknop draaien tot het menupunt “Fabrieksinstelling” wordt weergegeven.

      2. Op de infoknop drukken.

      3. Aan de infoknop draaien tot “Yes” wordt geaccentueerd.

      4. Op de infoknop drukken.

      Parameters voor reinigingsprogramma's instellen

      Alle parameters voor reinigingsprogramma's blijven behouden tot een andere instelling wordt geselecteerd of het apparaat wordt uitgeschakeld.

      1. De programmaschakelaar op het gewenste reinigingsprogramma zetten.

      2. Op de infoknop drukken.

        De eerste instelbare parameter wordt weergegeven.

      3. Op de infoknop drukken

        De ingestelde waarde knippert.

      4. De gewenste waarde instellen door aan de infoknop te draaien.

      5. De gewijzigde instelling door het indrukken van de infoknop bevestigen of wachten tot de ingestelde waarde na 10 seconden automatisch wordt overgenomen.

      6. De volgende parameter selecteren door aan de infoknop te draaien.

      7. Na het wijzigen van alle gewenste parameters aan de infoknop draaien tot het menupunt “Menu beëindigen?” wordt weergegeven.

      8. Op de infoknop drukken.

        Het menu wordt verlaten.

      Basisinstelling

      Tijdens het gebruik uitgevoerde wijzigingen aan de parameters van de verschillende reinigingsprogramma's worden na het uitschakelen van het apparaat naar de basisinstelling teruggezet.

      1. Aan de infoknop draaien tot het menupunt "Basisinstelling" op het display wordt weergegeven.

      2. Op de infoknop drukken.

      3. Aan de infoknop draaien tot het gewenste reinigingsprogramma is gemarkeerd.

      4. Op de infoknop drukken.

      5. Aan de infoknop draaien tot de gewenste parameter wordt gemarkeerd.

      6. Op de infoknop drukken.

        De ingestelde waarde knippert.

      7. De gewenste waarde instellen door aan de infoknop te draaien.

      8. Op de infoknop drukken.

      Gele Intelligent Key

      De gele Intelligent Key autoriseert functies die nodig zijn voor de reinigingstaak.

      In het apparaat zijn de parameters voor de verschillende reinigingsprogramma's vooringesteld. Afhankelijk van de autorisatie van de gele Intelligent Key, kunnen individuele parameters worden gewijzigd.

      De displayteksten voor parameterinstelling spreken grotendeels voor zich.

      Parameter "FACT" (alleen beschikbaar met R-reinigingskop):

      • “Fine Clean”: Laag borsteltoerental voor het verwijderen van grijze sluiers op steenwerk.

      • “Whisper Clean”: Gemiddelde borstelsnelheid voor routinematige reiniging met verlaagd geluidsniveau.

      • “Power Clean”: Hoge borstelsnelheid voor polijsten, kristalliseren en vegen.

      Machtigingsbeheer

      • Algemene toegang via de Intelligent Key

      • Werksnelheid

      • Borsteltoerental

      • Afzuiging

      • Aanpersdruk

      • Waterhoeveelheid

      • Reinigingsmiddel dosering

      • RAB/ Blue Spot

      • Spuitzuigen

      • Tankspoeling

      1. Het "Sleutelmenu" selecteren met de infoknop.

      2. De "toegang" bevestigen door op de infoknop te drukken.

      3. De overige toegangen vastleggen en deze met de infoknop activeren en bevestigen.

      4. Met de infoknop op "Opslaan?" drukken om de gemaakte instellingen te bevestigen en op te slaan.

      Witte intelligente sleutel

      Door een witte intelligente sleutel in te steken wordt het apparaat ontgrendeld en vrijgegeven voor gebruik met vooraf ingestelde parameters.

      Witte intelligente sleutels zijn zo toepasbaar dat voor elke reinigingstaak een intelligente sleutel met aangepaste parameters kan worden aangemaakt.

      De parameters kunnen niet door de gebruiker worden gewijzigd en zijn onafhankelijk van de keuze van het reinigingsprogramma op de programmakeuzeschakelaar (de functies "0", transport en afzuiging blijven ongewijzigd).

      Met behulp van de grijze intelligente sleutel kunnen de volgende parameters worden ingesteld voor de witte intelligente sleutel:

      • Rijsnelheid

      • Werksnelheid

      • Borsteltoerental (alleen R-reinigingskop)

      • Aanpersdruk

      • Waterhoeveelheid

      • RM-dosering

      • Afzuiging

      • Werklamp

      • Zwaailicht

      • RM-dosering AAN/UIT

      • Voorveegwerk

      • Waterventiel zuigbalk

      • Taal

      Witte intelligente sleutel programmeren

      1. De grijze intelligente sleutel erin steken.

      2. Aan de infoknop draaien tot op het display het menupunt “Sleutelmenu” wordt weergegeven.

      3. Op de infoknop drukken.

      4. De grijze intelligente sleutel eruit trekken en de te personaliseren witte intelligente sleutel erin steken.

      5. Het te wijzigen menupunt selecteren door aan de infoknop te draaien.

      6. Op de infoknop drukken.

      7. De instelling van het menupunt selecteren door aan de infoknop te draaien.

      8. De instelling bevestigen door op het menupunt te drukken.

      9. Het volgende te wijzigen menupunt selecteren door aan de infoknop te draaien.

      10. Aan de infoknop draaien tot het menupunt “Opslaan?” wordt weergegeven.

      11. Op de infoknop drukken.

        De instellingen worden opgeslagen.

      12. Aan de infoknop draaien tot het menupunt “Menu beëindigen?” wordt weergegeven.

      13. Op de infoknop drukken.

      Bediening met witte intelligente sleutel

      1. De witte intelligente sleutel erin steken.

      • De functies "OFF", Rijden en Afzuigen functioneren zoals normaal.

      • In alle andere standen van de programmakeuzeschakelaar zijn de op de witte intelligente sleutel geprogrammeerde parameters actief. Er kunnen geen verschillende reinigingsprogramma's meer worden geselecteerd.

      Transport

      GEVAAR

      Rijden op stijgende hellingen

      Gevaar voor letsel

      Gebruik het apparaat voor het laden en lossen alleen op hellingen tot de maximale waarde (zie hoofdstuk "Technische gegevens").

      Trap altijd het rempedaal in om snelheid te minderen.

      VOORZICHTIG

      Niet in acht nemen van het gewicht

      Gevaar voor letsel en beschadiging

      Houd bij het vervoer rekening met het gewicht van het apparaat.

      1. Bij gemonteerde D-reinigingsknop de schijfborstels uit de borstelkop verwijderen.

      2. Bij het transport in voertuigen het apparaat conform de geldende richtlijnen tegen wegglijden en omvallen beveiligen.

      Opslag

      VOORZICHTIG

      Niet in acht nemen van het gewicht

      Gevaar voor letsel en beschadiging

      Houd bij de opslag rekening met het gewicht van het apparaat.

      LET OP

      Vorst

      Vernietiging van het apparaat door bevriezend water.

      Verwijder al het water uit het apparaat.

      Bewaar het apparaat op een vorstvrije plaats.

      Houd bij het kiezen van de parkeerplaats rekening met het totale gewicht van het apparaat om de stabiliteit niet in gevaar te brengen.

      • Dit apparaat mag alleen in binnenruimtes worden opgeslagen.

      • Voor een langere levensduur de batterijen volledig opladen.

      • De batterijen bij opslag minstens één keer per maand volledig opladen.

      Verzorging en onderhoud

      GEVAAR

      Gevaar voor letsel door het apparaat!

      Elektrische schok door per ongeluk opstartend apparaat.

      De programmaschakelaar naar de stand "0" draaien.

      Voor alle werkzaamheden aan het apparaat de intelligente sleutel uittrekken.

      Trek de netstekker van de oplader eruit.

      Trek de batterijstekker eruit.

      WAARSCHUWING

      Gevaar voor letsel door bewegende elementen!

      Na het uitschakelen lopen zuigturbine, zijbezems en filterreiniging na.

      Voer geen werkzaamheden aan het apparaat uit voordat de componenten tot stilstand zijn gekomen.

      • Het vuilwater en vuilwater aftappen en afvoeren.

      Onderhoudsintervallen

      Na elk gebruik

      LET OP

      Beschadigingsgevaar!

      Gevaar voor beschadiging van het apparaat door onjuiste reiniging.

      Spuit het apparaat niet af met water en gebruik geen agressieve schoonmaakmiddelen.

      Voor de gedetailleerde beschrijving van de afzonderlijke onderhoudswerkzaamheden zie hoofdstuk Onderhoudswerkzaamheden.

      • Het vuilwater aftappen.

      • De pluizenzeef controleren, indien nodig reinigen.

      • De vuilreservoirs eruit trekken, legen en reinigen.

      • Alleen R-reinigingsknop: Het reservoir voor grof vuil eruit nemen en leegmaken.

      • Het apparaat van buiten met een vochtige, in mild zeepsop gedrenkte doek reinigen.

      • De zuiglippen schoonmaken, op slijtage controleren en indien nodig vervangen.

      • De afstrijklippen schoonmaken, op slijtage controleren en indien nodig vervangen.

      • De borstels schoonmaken, op slijtage controleren en indien nodig vervangen.

        Instructie

        De borstelrollen zijn versleten als de gele indicatorharen even lang zijn als de andere borstelharen.

      • De accu laden.

        • Als de laadtoestand onder 50% is, de accu volledig en zonder onderbrekingen opladen.

        • Als de ladingstoestand boven 50% is, de accu alleen opladen, als u bij het volgende gebruik de volledige bedrijfsduur nodig hebt.

      • Bij sterke vervuiling het vuilwaterreservoir reinigen.

      • Daarnaast bij variant Combo:

      • De veegwals en de zijbezems controleren op slijtage, vreemde voorwerpen en opgewikkelde banden.

      • De grofvuilkorf eruit trekken, legen en reinigen.

      Wekelijks

      • Bij regelmatig gebruik de accu minstens een keer per week volledig en zonder onderbreking opladen.

      Eens per maand

      • Bij tijdelijk stilgelegd apparaat (opslag): De compensatielading van de accu uitvoeren.

      • De accupool op oxidatie controleren, indien nodig afborstelen. Op vastheid van de verbindingskabels letten.

      • De afdichtingen tussen het vuilwaterreservoir en de deksel reinigen en op dichtheid controleren, indien nodig vervangen.

      • Bij niet-onderhoudsvrije accu's de zuurdichtheid van de cellen controleren.

      • Alleen R-reinigingsknop: De borsteltunnel reinigen.

      • Bij een langere stilstandtijd het apparaat met volledig opgeladen accu's afzetten. De accu minstens maandelijks volledig opladen.

      • Daarnaast bij variant Combo:

      • De bowdenkabels en bewegende delen op lichtlopendheid controleren.

      • De afdichtlijsten van de veeginstallatie op instelling en slijtage controleren.

      Driemaandelijks

      Alleen bij variant Combo:

      1. Spanning, slijtage en werking van de aandrijfriemen in de veeginstallatie (V-riem en rondsnaar) controleren.

      Jaarlijks

      • De voorgeschreven inspectie door de klantenservice laten uitvoeren.

      Veiligheidsinspectie/onderhoudscontract

      Met uw dealer kunt u een regelmatige veiligheidsinspectie vastleggen of een onderhoudscontract afsluiten. Vraag hierover advies.

      Onderhoudswerkzaamheden

      Vuilwaterreservoir reinigen

      1. Het programma Tankspoeling instellen via het display met de infoknop.

      2. Het deksel van de reinigingsopening vuilwaterreservoir openen.

      3. Het vuilwaterreservoir met helder water schoonspoelen.

      4. De rand van de reinigingsopening schoonmaken.

      5. Het deksel van de reinigingsopening vuilwaterreservoir weer sluiten.

        Instructie

        Reinigen kan ook via andere waterbronnen.

      Zuiglippen omkeren of vervangen

      Als de zuiglippen zijn versleten, moeten ze worden omgekeerd of vervangen.

      Instructie

      De zuiglippen kunnen 3 keer worden omgekeerd totdat alle 4 de randen zijn versleten.

      1. De excentrische hendel (2x) openen.

      2. De zuigbalk verwijderen.


        1. Afstrijklip
        2. Spanband
        3. Excentrische hendel (2x)
        4. Spansluiting
      3. De spansluiting openen.

      4. De spanband verwijderen.

      5. De afstrijklip verwijderen.

      6. De gebruikte of nieuwe zuiglippen op de noppen van het binnenste gedeelte van de zuigbalk drukken.


        1. Spanband
        2. Afstrijklip
      7. De spanband aanbrengen.

      8. De zuigbalk plaatsen

      9. De excentrische hendels (2x) sluiten.

      Borstelwalsen vervangen

      1. Aan de lus trekken.


        1. Lus
      2. De zijdeur afstrijklip omhoog zwenken.

        1. Zijdeur afstrijklip
      3. De gele grendel omhoog zwenken.


        1. Grendel
        2. Veiligheidsklep
      4. De veiligheidsklep wegzwenken.

      5. De houderplaat borstel eraf trekken.

      6. De borstelwals verwijderen.

      7. De nieuwe borstelwals plaatsen.

        Instructie

        Let er bij het plaatsen van de borstelwals op dat deze op de daarvoor bestemde pin in de borsteltunnel wordt gestoken.


        1. PIN
      8. De houderplaat borstel weer erop zetten.

      9. De veiligheidsklep sluiten.

      10. De grendel naar beneden in de haak zwenken.

      11. De zijdeur afstrijklip omlaag zwenken.

      De bewerking aan de tegenoverliggende zijde herhalen.

      Afstrijklippen vervangen


      1. Lus
      2. Zijdeur afstrijklip
      1. Aan de lus trekken.

      2. De zijdeur afstrijklip omhoog zwenken.

      3. De schroeven (6x) eruit draaien.


      4. De afstrijklip vervangen.

      5. De schroeven (6x) weer aanbrengen.

      6. De houder afstrijklip weer omlaag zwenken.

      Schijfborstels vervangen

      1. Aan de lus van de zijdeur trekken.


        1. Beugel
      2. De zijdeur afstrijklip omhoog zwenken.

      3. De beugel naar beneden duwen.

      4. De discborstel zijdelings onder de reinigingskop uittrekken.

      5. De nieuwe schijfborstel onder de reinigingskop houden, omhoog drukken en vergrendelen.

      6. De zijdeur afstrijklip weer omlaag zwenken.

      Extra onderhoudswerkzaamheden bij de zijdelingse schrobmodule

      Borstel reinigen

      1. De borstel met de klok mee draaien tot de veer borstelhouder naar voren wijst.

      2. De veer borstelhouder uit elkaar trekken.


        1. Veer borstelhouder

        De borstel valt uit de houder.

      3. De borstel op vreemde voorwerpen (bijv. pakketband of folie) controleren.

      4. De borstel onder stromend water reinigen.

      5. De veer borstelhouder uit elkaar trekken en de borstel plaatsen.

      Borstel op slijtage controleren

      De borstel is versleten wanneer de lengte van de haren overeenkomt met de lengte van de gele indicatorborstel.

      1. De borstel vervangen (zie Borstel vervangen).

      Borstel vervangen

      1. De borstel met de klok mee draaien tot de veer borstelhouder naar voren wijst.

      2. De veer borstelhouder uit elkaar trekken.


        1. Veer borstelhouder

        De borstel valt uit de houder.

      3. De nieuwe borstel plaatsen.

      4. De veer borstelhouder uit elkaar trekken en de borstel plaatsen.

      Afstrijklip vervangen

      1. De schroef M6 x 12 (6x) eruit draaien.


        1. Schroef M6 x 12
        2. Montageplaat
      2. De montageplaat en de afstrijklip verwijderen.

      3. De nieuwe afstrijklip op de montageplaat plaatsen.

      4. De montageplaat met de schroef M6 x 12 (6x) vastzetten.

      Extra onderhoudswerkzaamheden bij de variant Combo

      GEVAAR

      Gevaar voor beknellen en afknellen!

      Gevaar voor beknellen en afknellen door draaiende riemaandrijvingen.

      Voordat u het apparaat na onderhoudswerkzaamheden weer in gebruik kunt nemen, moet de kap van de veeginstallatie beslist worden gesloten en vergrendeld.

      Aandrijfriem controleren

      1. De kap van de voorveeginrichting naar voren klappen.


      2. De 4 schroeven van de beschermplaat verwijderen.

      3. De beschermplaat verwijderen.

      4. De riem van de zuigturbine op slijtage en correcte zitting controleren.


        1. Riem zuigturbine voorveeginrichting
        2. Riem veegwalsaandrijving (onder de plaatafdekking)
      5. De riem van de veegwalsaandrijving op slijtage en correcte zitting controleren.

      Afdichtlijsten veeginstallatie controleren

      1. Het apparaat op een vlakke ondergrond neerzetten.

      2. De programmaschakelaar op “0” zetten.

      3. Het apparaat met een wig tegen wegrollen beveiligen.

      4. Het vuilreservoir aan beide kanten verwijderen.

      5. Voorste afdichtlijst

      6. De moeren (5x) losdraaien.


      7. De afdichtlijst zo uitlijnen dat deze met een naloop van 35‑40 mm naar achteren omklapt.


        1. Moer
      8. De moeren (5x) aandraaien.

      9. Achterste afdichtlijst

        De bodemafstand van de achterste afdichtlijst is zo ontworpen dat deze met een naloop van 5‑10 mm naar achteren omklapt.


      10. De afdichtlijst bij slijtage vervangen.

      11. De veegwals demonteren (zie hoofdstuk Veegwals vervangen).

      12. De moeren (7x) losdraaien.


        1. Moer
      13. De nieuwe afdichtlijst plaatsen.

      14. De moeren (7x) aandraaien.

      15. Zijdelingse afdichtlijsten

      16. De bevestigingsmoeren losdraaien.


      17. De bodemafstand aanpassen door een 1-2 mm dikke onderlaag aan te brengen.

      18. De afdichtlijst uitlijnen.

      19. De moeren aandraaien.

      20. Bouw de veegwals in.

      Stoffilter vervangen


        1. Deksel stoffilterhuis
        2. Schroef
        3. Flens
      1. De vergrendeling van de kap veeginstallatie losdraaien door deze erin te draaien.

      2. De kap van de veeginstallatie omhoog klappen.

      3. Het deksel stoffilterhuis verwijderen.

      4. Schroef (2x) weghalen.

      5. De flens tegen de klok in draaien en het stoffilterhuis verwijderen.

      6. Het stoffilter verwijderen.

      7. Het nieuwe stoffilter zo plaatsen dat de gaten aan de kopse kant naar de meenemer gericht zijn.

      8. Het stoffilterhuis terug plaatsen, met de klok mee draaien en vastschroeven.

      9. Het deksel erop plaatsen en dichtdrukken.

      10. De kap van de veeginstallatie sluiten.

      11. De vergrendeling van de kap vastzetten door deze eruit te draaien.

      Zijbezem vervangen

      1. De schroeven (3x) eruit draaien.


        1. Schroeven
      2. De zijbezem verwijderen.

      3. De nieuwe zijbezem erop schuiven.

      4. 3 schroeven erin draaien en aanhalen.

      Veegwals vervangen


        1. Afdekplaat
        2. Schroef
        3. Vuilreservoir
      1. Het vuilreservoir eruit trekken.

      2. De schroef eruit draaien.

      3. De afdekplaat omhoog zwenken en verwijderen.


        1. Bowdenkabel
        2. Schroef voor zwenkarmlager
        3. Afdekking
        4. Zwenkarm
        5. Schroeven van de afdekking
      4. De bowdenkabel losmaken.

      5. De schroef van het zwenkarmlager losdraaien.

      6. De zwenkarm eraf halen.

      7. Beide schroeven van de afdekking losdraaien en de afdekking verwijderen.

      8. De veegwals eruit halen.

      9. De nieuwe veegwals plaatsen.

      10. De veeginstallatie in omgekeerde volgorde monteren.

      11. De bowdenkabel afstellen.

      Vorstbescherming

      Als er kans is op vorst:

      1. Het schoon- en het vuilwaterreservoir legen.

      2. Het apparaat in een vorstvrije ruimte zetten.

      Hulp bij storingen

      GEVAAR

      Gevaar voor letsel door onbedoeld starten van het apparaat!

      Onbedoeld starten van het apparaat kan letsel veroorzaken bij personen die aan het apparaat werken.

      Trek vóór alle werkzaamheden aan het apparaat de intelligente sleutel eruit.

      Trek vóór alle werkzaamheden de stekker van het oplaadapparaat uit het stopcontact.

      Koppel vóór alle werkzaamheden de batterijstekker los.

      WAARSCHUWING

      Gevaar voor letsel door bewegende elementen!

      Na het uitschakelen lopen zuigturbine, zijbezems en filterreiniging na.

      Voer geen werkzaamheden aan het apparaat uit voordat de componenten tot stilstand zijn gekomen.

      1. Het vuilwater aftappen.

      2. Het resterende verse water aftappen.

      Instructie

      Als de storing met de volgende aanwijzingen niet kan worden verholpen, neem dan contact op met de klantenservice.

      Zekeringen vervangen

      Alleen de autozekeringen met de volgende waarden mogen door de gebruiker worden vervangen:

      • 5A– besturings- en noodstroomvoorziening

      • 20A - per hef-/toebehorenmodulevoeding

      • 50A - hef-/cleanmodule 3 (variant Combo)

      LET OP

      Beschadiging van de besturing!

      Onjuiste vervanging van de zekeringen kan leiden tot schade aan de besturing.

      Laat defecte poolzekeringen alleen vervangen door de klantenservice. Bij defecte poolzekeringen moeten de bedrijfsomstandigheden en de gehele besturing door de klantenservice worden gecontroleerd.

      De besturing bevindt zich onder het bedieningspaneel. Om bij de zekeringen te komen moet de afdekking aan de linkerkant van de voetruimte worden verwijderd.

      Instructie

      De toewijzing van de zekeringen vindt u aan de binnenkant van de afdekking.


        1. Afdekking
      1. De schroef (3x) eruit draaien.

      2. Verwijder de afdekking.

      3. De zekering vervangen.

      4. Voorste afdekking aanbrengen.

      Storingen weergegeven op het display

        Bij storingen die op het display worden weergegeven als volgt te werk gaan:

      • Storingsindicatie als cijfercode

        Bij een storingsindicatie met cijfercode de storing (het apparaat) eerst terugzetten:

        1. De programmaschakelaar op “0” zetten.

        2. Wacht tot het display is uitgeschakeld.

        3. De programmaschakelaar op het vorige programma zetten.

          Pas als de fout opnieuw optreedt, de desbetreffende remedies in de opgegeven volgorde uitvoeren. De programmakeuzeschakelaar moet op "0" staan en de intelligente sleutel moet verwijderd zijn.

        4. Als de fout niet kan worden verholpen, met de klantenservice contact opnemen en de foutmelding vermelden.

      • Storingsindicatie als tekst

        1. De aanwijzingen op het display uitvoeren.

        2. De storing door het indrukken van de infoknop bevestigen.

      Instructie

      Storingsmeldingen die niet in de volgende tabel zijn vermeld, geven storingen aan die niet door de bediener kunnen worden verholpen. Neem in dit geval met de klantenservice contact op.

      Storingen zonder weergave op het display

      • Het apparaat kan niet gestart worden 

      • De waterhoeveelheid is onvoldoende 

      • De zuigcapaciteit is te gering 

      • Het reinigingsresultaat is onvoldoende 

      • De borstels draaien niet 

      • Het optionele zwaailicht en/of de werklamp branden niet 

      • Fout K1/109 

      Het apparaat kan niet gestart worden

      Oplossing:

      1. De accustekker erin steken.

      2. De veiligheidsschakelaar op “1” zetten.

      3. De intelligente sleutel erin steken.

      4. De zekering F1 controleren, indien nodig vervangen (zie hoofdstuk Zekeringen vervangen).

      5. De accu's controleren, eventueel opladen.

      De waterhoeveelheid is onvoldoende

      Oplossing:

      1. Het vulniveau van het verse water controleren, eventueel het reservoir volledig vullen zodat de lucht eruit wordt geperst.

      2. De slangen op verstopping controleren, eventueel reinigen.

      3. Het filter schoon water verwijderen en reinigen.

      4. De kogelkraan schoon water openen.

      De zuigcapaciteit is te gering

      Oplossing:

      1. Het deksel aan de afvoerslang van vuil water sluiten.

      2. De afdichtingen tussen het vuilwaterreservoir en de deksel reinigen en op dichtheid controleren, eventueel vervangen.

      3. Het turbinefilter reinigen.

      4. De zuiglippen van de zuigbalk reinigen, eventueel vervangen.

      5. De zuigslang op verstopping controleren eventueel reinigen.

      6. De aanzuigslang op dichtheid controleren, eventueel reinigen.

      7. De instelling van de zuigbalk controleren.

      Het reinigingsresultaat is onvoldoende

      Oplossing:

      1. Stel voor de reinigingstaak het passende reinigingsprogramma in.

      2. Gebruik passende borstels voor de reinigingstaak.

      3. Gebruik een passend reinigingsmiddel voor de reinigingstaak.

      4. De snelheid reduceren.

      5. Stel de contactdruk in.

      6. Stel de schraperlippen in.

      7. De borstels op slijtage controleren, eventueel vervangen.

      8. Controleer de wateruitvoer.

      De borstels draaien niet

      Oplossing:

      1. De aanpersdruk verminderen.

      2. Controleren of een vreemd voorwerp de borstels blokkeert, eventueel het voorwerp verwijderen.

      Het optionele zwaailicht en/of de werklamp branden niet

      Oplossing:

      1. De zekering F3 controleren, indien nodig vervangen (zie hoofdstuk Zekeringen vervangen).

      Fout K1/109

      Oplossing:

      1. Het apparaat uitschakelen.

      2. Een minuut wachten.

      3. Het apparaat weer inschakelen.

      Aanvullende storingen bij variant Combo

      • Het apparaat veegt niet goed 

      • De veeginstallatie creëert een stofwolk 

      • Het reinigingsresultaat bij het vegen in het randgebied is onvoldoende 

      Het apparaat veegt niet goed

      Oplossing:

      1. De veegwalsen en de zijbezems controleren op slijtage, eventueel vervangen.

      2. Als de veegwals niet draait, de aandrijfriem controleren, eventueel reinigen.

      3. De werking van de grofvuilklep controleren.

      4. De afdichtstrippen op slijtage controleren, eventueel instellen of vervangen.

      De veeginstallatie creëert een stofwolk

      Oplossing:

      1. Het vuilreservoir legen.

      2. De aandrijfriemen voor de zuigturbine veeginstallatie controleren.

      3. De afdichtmanchet op de aanzuigventilator controleren.

      4. Het stoffilter controleren, eventueel reinigen of vervangen.

      5. De afdichting van het filteromhulsel controleren.

      6. De afdichtstrip op slijtage controleren, eventueel instellen of vervangen.

      Het reinigingsresultaat bij het vegen in het randgebied is onvoldoende

      Oplossing:

      1. De hoogte-instelling van de zijbezems controleren, eventueel instellen.

      2. De zijbezems vervangen.

      Technische gegevens

      • B 260 RI (R100)  

      • B 260 RI Combo (R100)  

      • B 260 RI (R 120) 

      • B 260 RI Combo (R 120) 

      • B 260 RI (D100)  

      • B 260 RI Combo (D100)  

      B 260 RI (R100)

      Algemeen
      Rijsnelheid (max.)
      10 km/h
      Transportsnelheid
      10 km/h
      Snelheid achteruit
      6 km/h
      Toelaatbare remweg op een vlakke ondergrond bij een maximale rijsnelheid van 10 km/h
      1,9 m
      Gebruiksduur afhankelijk van borstelkop, borsteldruk en ruwheid van de ondergrond
      5 h
      Theoretische oppervlaktecapaciteit
      10000 m2/h
      Theoretische oppervlaktecapaciteit met zijdelingse schrobmodule
      11200 m2/h
      Theoretische oppervlaktecapaciteit met 2 zijbezems
      11500 m2/h
      Praktische oppervlaktecapaciteit met borstelkop
      7000 m2/h
      Volume schoon-/vuilwaterreservoir
      260 l
      Volume grofvuilreservoir
      26 l
      Reinigingsmiddelreservoir (optie Dose)
      10 l
      Doseerhoeveelheid reinigingsmiddel (van - tot)
      0-3 %
      Minimale waterdosering
      0,9 l/min
      Maximale waterdosering
      9 l/min
      max. oppervlaktedruk (incl. bestuurder, water)
      1,33 N/mm2
      Gegevens capaciteit apparaat
      Nominale spanning
      36 V
      Accucapaciteit
      630 Ah
      Gemiddelde netbelasting
      7500 W
      Vermogen rijmotor
      2200 W
      Vermogen zuigmotor
      2x840 W
      Vermogen borstelmotor
      2x 1100 W
      Oplaadtijd bij lege accu
      10 h
      Vermogen veegwalsaandrijving
      --- W
      Vermogen zijbezems (optie)
      110 W
      Vermogen zuigturbine veeginstallatie
      --- W
      Zuigen
      Zuigvermogen, luchthoeveelheid
      28 x 2 l/s
      Zuigvermogen, onderdruk
      14 (140) kPa (mbar)
      Filteroppervlak stoffilter
      --- m2
      Onderdruk turbine/zuigbalk
      22/11 (220/110) kPa (mbar)
      Reinigingsborstel
      Borsteldoorsnede
      160 mm
      Borstellengte
      914 mm
      Borsteltoerental
      1250 1/min
      Borstelsnelheid zijschrobdek
      140 1/min
      Borsteldiameter zijschrobdek
      300 mm
      Diameter veegwals
      --- mm
      Breedte veegwals
      --- mm
      Veegwalstoerental
      --- 1/min
      Zijbezemdiameter
      450 mm
      Afmetingen
      Lengte
      1925 mm
      Breedte (zonder zuigbalk)
      1040 mm
      Breedte (met zuigbalk)
      1140 mm
      Hoogte
      1565 mm
      Hoogte (met beschermdak, zwaailicht)
      2200 mm
      Werkbreedte met zijdelingse schrobmodule
      1120 mm
      Werkbreedte met 1 zijbezem
      1150 mm
      Draaicirkel met kleinste uitrusting (180°)
      2120 mm
      Afmetingen batterijvak (lxbxh)
      840 x 625 x 520 mm
      Voorwiel, breedte
      132 mm
      Voorwiel, diameter (buiten)
      300 mm
      Achterwiel, breedte
      108 mm
      Achterwiel, diameter (buiten)
      375 mm
      Gewicht
      Toegestaan totaal gewicht
      1840 kg
      Transportgewicht (met 630 Ah accu, 75 kg bestuurder, gem. borstelkop)
      1460 kg
      Gewicht, gebruiksklaar (met accu's en vol reservoir)
      1641 kg
      Borstelaanpersdruk
      150 kg
      Borstelaanpersdruk
      210 g/cm2
      Oppervlaktebelasting (met bestuurder en vol verswaterreservoir)
      Oppervlaktebelasting wiel veeginstallatie
      --- N/cm2
      Oppervlaktebelasting, voorwiel
      207 N/cm2
      Oppervlaktebelasting, achterwiel
      60 N/cm2
      Oplaadapparaat offboard af fabriek
      Kabellengte
      3000 mm
      Spanning
      230 V
      Frequentiebereik
      50/60 Hz
      Afmetingen
      420 x 260 x 115 mm
      Gewicht
      10 kg
      Beschermingsklasse
      IP 21
      Type stekker
      Schuko
      Laadstroom
      65 A
      Omgevingsvoorwaarden
      Maximale omgevingstemperatuur
      40 °C
      Minimale omgevingstemperatuur
      5 °C
      Maximale watertemperatuur
      60 °C
      Helling
      Maximale helling (bij transportrit)
      15 %
      Maximale helling (in schrobmodus)
      15 %
      Maximale kortdurende helling (max. 10 m)
      25 %
      Berekende waarden conform EN 60335-2-72
      Totale trillingswaarde
      0,41 m/s2
      Totale trillingswaarde armen
      0,4 m/s2
      Totale trillingswaarde zitvlak
      0,1 m/s2
      Vibratiewaarde hand-arm, onzekerheid K
      0,2 m/s2
      Vibratiewaarde zetel, onzekerheid K
      0,1 m/s2
      Geluidsdrukniveau
      73 dB(A)
      Onzekerheid KpA
      3 dB(A)
      Geluidsvermogensniveau LWA + onzekerheid KWA
      94 dB(A)
      Beschermingsklasse
      IPX3
      Zijdelingse schrobmodule
      Vermogen
      260 W
      Aanpersdruk
      9,7 kg
      Aanpersdruk
      0,00239 N/mm2

      B 260 RI Combo (R100)

      Algemeen
      Rijsnelheid (max.)
      10 km/h
      Transportsnelheid
      10 km/h
      Snelheid achteruit
      6 km/h
      Toelaatbare remweg op een vlakke ondergrond bij een maximale rijsnelheid van 10 km/h
      1,9 m
      Gebruiksduur afhankelijk van borstelkop, borsteldruk en ruwheid van de ondergrond
      4,5 h
      Theoretische oppervlaktecapaciteit
      10000 m2/h
      Theoretische oppervlaktecapaciteit met zijdelingse schrobmodule
      --- m2/h
      Theoretische oppervlaktecapaciteit met 2 zijbezems
      11500 m2/h
      Praktische oppervlaktecapaciteit met borstelkop
      7000 m2/h
      Volume schoon-/vuilwaterreservoir
      260 l
      Volume grofvuilreservoir
      26 l
      Reinigingsmiddelreservoir (optie Dose)
      10 l
      Doseerhoeveelheid reinigingsmiddel (van - tot)
      0-3 %
      Minimale waterdosering
      0,9 l/min
      Maximale waterdosering
      9 l/min
      max. oppervlaktedruk (incl. bestuurder, water)
      1,33 N/mm2
      Gegevens capaciteit apparaat
      Nominale spanning
      36 V
      Accucapaciteit
      630 Ah
      Gemiddelde netbelasting
      8900 W
      Vermogen rijmotor
      2200 W
      Vermogen zuigmotor
      2x840 W
      Vermogen borstelmotor
      2x 1100 W
      Oplaadtijd bij lege accu
      10 h
      Vermogen veegwalsaandrijving
      600 W
      Vermogen zijbezems (optie)
      110 W
      Vermogen zuigturbine veeginstallatie
      600 W
      Zuigen
      Zuigvermogen, luchthoeveelheid
      28 x 2 l/s
      Zuigvermogen, onderdruk
      14 (140) kPa (mbar)
      Filteroppervlak stoffilter
      4 m2
      Onderdruk turbine/zuigbalk
      22/11 (220/110) kPa (mbar)
      Reinigingsborstel
      Borsteldoorsnede
      160 mm
      Borstellengte
      914 mm
      Borsteltoerental
      1250 1/min
      Borstelsnelheid zijschrobdek
      --- 1/min
      Borsteldiameter zijschrobdek
      --- mm
      Diameter veegwals
      285 mm
      Breedte veegwals
      710 mm
      Veegwalstoerental
      610 1/min
      Zijbezemdiameter
      450 mm
      Afmetingen
      Lengte
      2560 mm
      Breedte (zonder zuigbalk)
      1040 mm
      Breedte (met zuigbalk)
      1140 mm
      Hoogte
      1565 mm
      Hoogte (met beschermdak, zwaailicht)
      2200 mm
      Werkbreedte met zijdelingse schrobmodule
      1120 mm
      Werkbreedte met 1 zijbezem
      1180 mm
      Draaicirkel met kleinste uitrusting (180°)
      2950 mm
      Afmetingen batterijvak (lxbxh)
      840 x 625 x 520 mm
      Gebruiksduur afhankelijk van borstelkop, borsteldruk en ruwheid van de ondergrond
      4,5 h
      Voorwiel, breedte
      132 mm
      Voorwiel, diameter (buiten)
      300 mm
      Achterwiel, breedte
      108 mm
      Achterwiel, diameter (buiten)
      375 mm
      Gewicht
      Toegestaan totaal gewicht
      2020 kg
      Transportgewicht (met 630 Ah accu, 75 kg bestuurder, gem. borstelkop)
      1944 kg
      Gewicht, gebruiksklaar (met accu's en vol reservoir)
      1845 kg
      Borstelaanpersdruk
      150 kg
      Borstelaanpersdruk
      210 g/cm2
      Oppervlaktebelasting (met bestuurder en vol verswaterreservoir)
      Oppervlaktebelasting wiel veeginstallatie
      --- N/cm2
      Oppervlaktebelasting, voorwiel
      207 N/cm2
      Oppervlaktebelasting, achterwiel
      60 N/cm2
      Oplaadapparaat offboard af fabriek
      Kabellengte
      3000 mm
      Spanning
      230 V
      Frequentiebereik
      50/60 Hz
      Afmetingen
      420 x 260 x 115 mm
      Gewicht
      10 kg
      Beschermingsklasse
      IP 21
      Type stekker
      Schuko
      Laadstroom
      65 A
      Omgevingsvoorwaarden
      Maximale omgevingstemperatuur
      40 °C
      Minimale omgevingstemperatuur
      5 °C
      Maximale watertemperatuur
      60 °C
      Helling
      Maximale helling (bij transportrit)
      10 %
      Maximale helling (in schrobmodus)
      10 %
      Maximale kortdurende helling (max. 10 m)
      25 %
      Berekende waarden conform EN 60335-2-72
      Totale trillingswaarde
      0,41 m/s2
      Totale trillingswaarde armen
      0,4 m/s2
      Totale trillingswaarde zitvlak
      0,1 m/s2
      Vibratiewaarde hand-arm, onzekerheid K
      0,2 m/s2
      Vibratiewaarde zetel, onzekerheid K
      0,1 m/s2
      Geluidsdrukniveau
      73 dB(A)
      Onzekerheid KpA
      3 dB(A)
      Geluidsvermogensniveau LWA + onzekerheid KWA
      94 dB(A)
      Beschermingsklasse
      IPX3
      Zijdelingse schrobmodule
      Vermogen
      260 W
      Aanpersdruk
      9,7 kg
      Aanpersdruk
      0,00239 N/mm2

      B 260 RI (R 120)

      Algemeen
      Rijsnelheid (max.)
      10 km/h
      Transportsnelheid
      10 km/h
      Snelheid achteruit
      6 km/h
      Toelaatbare remweg op een vlakke ondergrond bij een maximale rijsnelheid van 10 km/h
      1,9 m
      Gebruiksduur afhankelijk van borstelkop, borsteldruk en ruwheid van de ondergrond
      5 h
      Theoretische oppervlaktecapaciteit
      12000 m2/h
      Theoretische oppervlaktecapaciteit met zijdelingse schrobmodule
      --- m2/h
      Theoretische oppervlaktecapaciteit met 2 zijbezems
      13400 m2/h
      Praktische oppervlaktecapaciteit met borstelkop
      8400 m2/h
      Volume schoon-/vuilwaterreservoir
      260 l
      Volume grofvuilreservoir
      32 l
      Reinigingsmiddelreservoir (optie Dose)
      10 l
      Doseerhoeveelheid reinigingsmiddel (van - tot)
      0-3 %
      Minimale waterdosering
      0,9 l/min
      Maximale waterdosering
      9 l/min
      max. oppervlaktedruk (incl. bestuurder, water)
      1,33 N/mm2
      Gegevens capaciteit apparaat
      Nominale spanning
      36 V
      Accucapaciteit
      630 Ah
      Gemiddelde netbelasting
      7500 W
      Vermogen rijmotor
      2200 W
      Vermogen zuigmotor
      2x840 W
      Vermogen borstelmotor
      2x 1100 W
      Oplaadtijd bij lege accu
      10 h
      Vermogen veegwalsaandrijving
      --- W
      Vermogen zijbezems (optie)
      110 W
      Vermogen zuigturbine veeginstallatie
      --- W
      Zuigen
      Zuigvermogen, luchthoeveelheid
      28 x 2 l/s
      Zuigvermogen, onderdruk
      14 (140) kPa (mbar)
      Filteroppervlak stoffilter
      --- m2
      Onderdruk turbine/zuigbalk
      22/11 (220/110) kPa (mbar)
      Reinigingsborstel
      Borsteldoorsnede
      160 mm
      Borstellengte
      1118 mm
      Borsteltoerental
      1250 1/min
      Borstelsnelheid zijschrobdek
      --- 1/min
      Borsteldiameter zijschrobdek
      --- mm
      Diameter veegwals
      --- mm
      Breedte veegwals
      --- mm
      Veegwalstoerental
      --- 1/min
      Zijbezemdiameter
      450 mm
      Afmetingen
      Lengte
      1925 mm
      Breedte (zonder zuigbalk)
      1040 mm
      Breedte (met zuigbalk)
      1340 mm
      Hoogte
      1565 mm
      Hoogte (met beschermdak, zwaailicht)
      2200 mm
      Werkbreedte met zijdelingse schrobmodule
      1120 mm
      Werkbreedte met 1 zijbezem
      1340 mm
      Draaicirkel met kleinste uitrusting (180°)
      2120 mm
      Afmetingen batterijvak (lxbxh)
      840 x 625 x 520 mm
      Voorwiel, breedte
      132 mm
      Voorwiel, diameter (buiten)
      300 mm
      Achterwiel, breedte
      108 mm
      Achterwiel, diameter (buiten)
      375 mm
      Gewicht
      Toegestaan totaal gewicht
      1840 kg
      Transportgewicht (met 630 Ah accu, 75 kg bestuurder, gem. borstelkop)
      1460 kg
      Gewicht, gebruiksklaar (met accu's en vol reservoir)
      1641 kg
      Borstelaanpersdruk
      150 kg
      Borstelaanpersdruk
      168 g/cm2
      Oppervlaktebelasting (met bestuurder en vol verswaterreservoir)
      Oppervlaktebelasting wiel veeginstallatie
      --- N/cm2
      Oppervlaktebelasting, voorwiel
      207 N/cm2
      Oppervlaktebelasting, achterwiel
      60 N/cm2
      Oplaadapparaat offboard af fabriek
      Kabellengte
      3000 mm
      Spanning
      230 V
      Frequentiebereik
      50/60 Hz
      Afmetingen
      420 x 260 x 115 mm
      Gewicht
      10 kg
      Beschermingsklasse
      IP 21
      Type stekker
      Schuko
      Laadstroom
      65 A
      Omgevingsvoorwaarden
      Maximale omgevingstemperatuur
      40 °C
      Minimale omgevingstemperatuur
      5 °C
      Maximale watertemperatuur
      60 °C
      Helling
      Maximale helling (bij transportrit)
      15 %
      Maximale helling (in schrobmodus)
      15 %
      Maximale kortdurende helling (max. 10 m)
      25 %
      Berekende waarden conform EN 60335-2-72
      Totale trillingswaarde
      0,41 m/s2
      Totale trillingswaarde armen
      0,4 m/s2
      Totale trillingswaarde zitvlak
      0,1 m/s2
      Vibratiewaarde hand-arm, onzekerheid K
      0,2 m/s2
      Vibratiewaarde zetel, onzekerheid K
      0,1 m/s2
      Geluidsdrukniveau
      73 dB(A)
      Onzekerheid KpA
      3 dB(A)
      Geluidsvermogensniveau LWA + onzekerheid KWA
      94 dB(A)
      Beschermingsklasse
      IPX3
      Zijdelingse schrobmodule
      Vermogen
      260 W
      Aanpersdruk
      9,7 kg
      Aanpersdruk
      0,00239 N/mm2

      B 260 RI Combo (R 120)

      Algemeen
      Rijsnelheid (max.)
      10 km/h
      Transportsnelheid
      10 km/h
      Snelheid achteruit
      6 km/h
      Toelaatbare remweg op een vlakke ondergrond bij een maximale rijsnelheid van 10 km/h
      1,9 m
      Gebruiksduur afhankelijk van borstelkop, borsteldruk en ruwheid van de ondergrond
      4,5 h
      Theoretische oppervlaktecapaciteit
      12000 m2/h
      Theoretische oppervlaktecapaciteit met zijdelingse schrobmodule
      --- m2/h
      Theoretische oppervlaktecapaciteit met 2 zijbezems
      13400 m2/h
      Praktische oppervlaktecapaciteit met borstelkop
      8400 m2/h
      Volume schoon-/vuilwaterreservoir
      260 l
      Volume grofvuilreservoir
      32 l
      Reinigingsmiddelreservoir (optie Dose)
      10 l
      Doseerhoeveelheid reinigingsmiddel (van - tot)
      0-3 %
      Minimale waterdosering
      0,9 l/min
      Maximale waterdosering
      9 l/min
      max. oppervlaktedruk (incl. bestuurder, water)
      1,33 N/mm2
      Gegevens capaciteit apparaat
      Nominale spanning
      36 V
      Accucapaciteit
      630 Ah
      Gemiddelde netbelasting
      8900 W
      Vermogen rijmotor
      2200 W
      Vermogen zuigmotor
      2x840 W
      Vermogen borstelmotor
      2x 1100 W
      Oplaadtijd bij lege accu
      10 h
      Vermogen veegwalsaandrijving
      600 W
      Vermogen zijbezems (optie)
      110 W
      Vermogen zuigturbine veeginstallatie
      600 W
      Zuigen
      Zuigvermogen, luchthoeveelheid
      28 x 2 l/s
      Zuigvermogen, onderdruk
      14 (140) kPa (mbar)
      Filteroppervlak stoffilter
      4 m2
      Onderdruk turbine/zuigbalk
      22/11 (220/110) kPa (mbar)
      Reinigingsborstel
      Borsteldoorsnede
      160 mm
      Borstellengte
      1118 mm
      Borsteltoerental
      1250 1/min
      Borstelsnelheid zijschrobdek
      --- 1/min
      Borsteldiameter zijschrobdek
      --- mm
      Diameter veegwals
      285 mm
      Breedte veegwals
      710 mm
      Veegwalstoerental
      610 1/min
      Zijbezemdiameter
      450 mm
      Afmetingen
      Lengte
      2560 mm
      Breedte (zonder zuigbalk)
      1040 mm
      Breedte (met zuigbalk)
      1340 mm
      Hoogte
      1565 mm
      Hoogte (met beschermdak, zwaailicht)
      2200 mm
      Werkbreedte met zijdelingse schrobmodule
      1120 mm
      Werkbreedte met 1 zijbezem
      1340 mm
      Draaicirkel met kleinste uitrusting (180°)
      2950 mm
      Afmetingen batterijvak (lxbxh)
      840 x 625 x 520 mm
      Voorwiel, breedte
      132 mm
      Voorwiel, diameter (buiten)
      300 mm
      Achterwiel, breedte
      108 mm
      Achterwiel, diameter (buiten)
      375 mm
      Gewicht
      Toegestaan totaal gewicht
      2020 kg
      Transportgewicht (met 630 Ah accu, 75 kg bestuurder, gem. borstelkop)
      1944 kg
      Gewicht, gebruiksklaar (met accu's en vol reservoir)
      1845 kg
      Borstelaanpersdruk
      150 kg
      Borstelaanpersdruk
      168 g/cm2
      Oppervlaktebelasting (met bestuurder en vol verswaterreservoir)
      Oppervlaktebelasting wiel veeginstallatie
      --- N/cm2
      Oppervlaktebelasting, voorwiel
      207 N/cm2
      Oppervlaktebelasting, achterwiel
      60 N/cm2
      Oplaadapparaat offboard af fabriek
      Kabellengte
      3000 mm
      Spanning
      230 V
      Frequentiebereik
      50/60 Hz
      Afmetingen
      420 x 260 x 115 mm
      Gewicht
      10 kg
      Beschermingsklasse
      IP 21
      Type stekker
      Schuko
      Laadstroom
      65 A
      Omgevingsvoorwaarden
      Maximale omgevingstemperatuur
      40 °C
      Minimale omgevingstemperatuur
      5 °C
      Maximale watertemperatuur
      60 °C
      Helling
      Maximale helling (bij transportrit)
      10 %
      Maximale helling (in schrobmodus)
      10 %
      Maximale kortdurende helling (max. 10 m)
      25 %
      Berekende waarden conform EN 60335-2-72
      Totale trillingswaarde
      0,41 m/s2
      Totale trillingswaarde armen
      0,4 m/s2
      Totale trillingswaarde zitvlak
      0,1 m/s2
      Vibratiewaarde hand-arm, onzekerheid K
      0,2 m/s2
      Vibratiewaarde zetel, onzekerheid K
      0,1 m/s2
      Geluidsdrukniveau
      73 dB(A)
      Onzekerheid KpA
      3 dB(A)
      Geluidsvermogensniveau LWA + onzekerheid KWA
      94 dB(A)
      Beschermingsklasse
      IPX3
      Zijdelingse schrobmodule
      Vermogen
      260 W
      Aanpersdruk
      9,7 kg
      Aanpersdruk
      0,00239 N/mm2

      B 260 RI (D100)

      Algemeen
      Rijsnelheid (max.)
      10 km/h
      Transportsnelheid
      10 km/h
      Snelheid achteruit
      6 km/h
      Toelaatbare remweg op een vlakke ondergrond bij een maximale rijsnelheid van 10 km/h
      1,9 m
      Gebruiksduur afhankelijk van borstelkop, borsteldruk en ruwheid van de ondergrond
      5 h
      Theoretische oppervlaktecapaciteit
      10000 m2/h
      Theoretische oppervlaktecapaciteit met zijdelingse schrobmodule
      11200 m2/h
      Theoretische oppervlaktecapaciteit met 2 zijbezems
      11500 m2/h
      Praktische oppervlaktecapaciteit met borstelkop
      7000 m2/h
      Volume schoon-/vuilwaterreservoir
      260 l
      Volume grofvuilreservoir
      --- l
      Reinigingsmiddelreservoir (optie Dose)
      10 l
      Doseerhoeveelheid reinigingsmiddel (van - tot)
      0-3 %
      Minimale waterdosering
      0,9 l/min
      Maximale waterdosering
      9 l/min
      max. oppervlaktedruk (incl. bestuurder, water)
      1,33 N/mm2
      Gegevens capaciteit apparaat
      Nominale spanning
      36 V
      Accucapaciteit
      630 Ah
      Gemiddelde netbelasting
      7500 W
      Vermogen rijmotor
      2200 W
      Vermogen zuigmotor
      2x840 W
      Vermogen borstelmotor
      2x 1100 W
      Oplaadtijd bij lege accu
      10 h
      Vermogen veegwalsaandrijving
      --- W
      Vermogen zijbezems (optie)
      110 W
      Vermogen zuigturbine veeginstallatie
      --- W
      Zuigen
      Zuigvermogen, luchthoeveelheid
      28 x 2 l/s
      Zuigvermogen, onderdruk
      14 (140) kPa (mbar)
      Filteroppervlak stoffilter
      --- m2
      Onderdruk turbine/zuigbalk
      22/11 (220/110) kPa (mbar)
      Reinigingsborstel
      Borsteldoorsnede
      510 mm
      Borstellengte
      --- mm
      Borsteltoerental
      140 1/min
      Borstelsnelheid zijschrobdek
      140 1/min
      Borsteldiameter zijschrobdek
      300 mm
      Diameter veegwals
      --- mm
      Breedte veegwals
      --- mm
      Veegwalstoerental
      --- 1/min
      Zijbezemdiameter
      450 mm
      Afmetingen
      Lengte
      1925 mm
      Breedte (zonder zuigbalk)
      1040 mm
      Breedte (met zuigbalk)
      1140 mm
      Hoogte
      1565 mm
      Hoogte (met beschermdak, zwaailicht)
      2200 mm
      Werkbreedte met zijdelingse schrobmodule
      1120 mm
      Werkbreedte met 1 zijbezem
      1150 mm
      Draaicirkel met kleinste uitrusting (180°)
      2120 mm
      Afmetingen batterijvak (lxbxh)
      840 x 625 x 520 mm
      Voorwiel, breedte
      132 mm
      Voorwiel, diameter (buiten)
      300 mm
      Achterwiel, breedte
      108 mm
      Achterwiel, diameter (buiten)
      375 mm
      Gewicht
      Toegestaan totaal gewicht
      1840 kg
      Transportgewicht (met 630 Ah accu, 75 kg bestuurder, gem. borstelkop)
      1460 kg
      Gewicht, gebruiksklaar (met accu's en vol reservoir)
      1641 kg
      Borstelaanpersdruk
      130 kg
      Borstelaanpersdruk
      42 g/cm2
      Oppervlaktebelasting (met bestuurder en vol verswaterreservoir)
      Oppervlaktebelasting wiel veeginstallatie
      --- N/cm2
      Oppervlaktebelasting, voorwiel
      207 N/cm2
      Oppervlaktebelasting, achterwiel
      60 N/cm2
      Oplaadapparaat offboard af fabriek
      Kabellengte
      3000 mm
      Spanning
      230 V
      Frequentiebereik
      50/60 Hz
      Afmetingen
      420 x 260 x 115 mm
      Gewicht
      10 kg
      Beschermingsklasse
      IP 21
      Type stekker
      Schuko
      Laadstroom
      65 A
      Omgevingsvoorwaarden
      Maximale omgevingstemperatuur
      40 °C
      Minimale omgevingstemperatuur
      5 °C
      Maximale watertemperatuur
      60 °C
      Helling
      Maximale helling (bij transportrit)
      15 %
      Maximale helling (in schrobmodus)
      15 %
      Maximale kortdurende helling (max. 10 m)
      25 %
      Berekende waarden conform EN 60335-2-72
      Totale trillingswaarde
      0,41 m/s2
      Totale trillingswaarde armen
      0,4 m/s2
      Totale trillingswaarde zitvlak
      0,1 m/s2
      Vibratiewaarde hand-arm, onzekerheid K
      0,2 m/s2
      Vibratiewaarde zetel, onzekerheid K
      0,1 m/s2
      Geluidsdrukniveau
      73 dB(A)
      Onzekerheid KpA
      3 dB(A)
      Geluidsvermogensniveau LWA + onzekerheid KWA
      94 dB(A)
      Beschermingsklasse
      IPX3
      Zijdelingse schrobmodule
      Vermogen
      260 W
      Aanpersdruk
      9,7 kg
      Aanpersdruk
      0,00239 N/mm2

      B 260 RI Combo (D100)

      Algemeen
      Rijsnelheid (max.)
      10 km/h
      Transportsnelheid
      10 km/h
      Snelheid achteruit
      6 km/h
      Toelaatbare remweg op een vlakke ondergrond bij een maximale rijsnelheid van 10 km/h
      1,9 m
      Gebruiksduur afhankelijk van borstelkop, borsteldruk en ruwheid van de ondergrond
      4,5 h
      Theoretische oppervlaktecapaciteit
      10000 m2/h
      Theoretische oppervlaktecapaciteit met zijdelingse schrobmodule
      --- m2/h
      Theoretische oppervlaktecapaciteit met 2 zijbezems
      11500 m2/h
      Praktische oppervlaktecapaciteit met borstelkop
      7000 m2/h
      Volume schoon-/vuilwaterreservoir
      260 l
      Volume grofvuilreservoir
      --- l
      Reinigingsmiddelreservoir (optie Dose)
      10 l
      Doseerhoeveelheid reinigingsmiddel (van - tot)
      0-3 %
      Minimale waterdosering
      0,9 l/min
      Maximale waterdosering
      9 l/min
      max. oppervlaktedruk (incl. bestuurder, water)
      1,33 N/mm2
      Gegevens capaciteit apparaat
      Nominale spanning
      36 V
      Accucapaciteit
      630 Ah
      Gemiddelde netbelasting
      8900 W
      Vermogen rijmotor
      2200 W
      Vermogen zuigmotor
      2x840 W
      Vermogen borstelmotor
      2x 1100 W
      Oplaadtijd bij lege accu
      10 h
      Vermogen veegwalsaandrijving
      600 W
      Vermogen zijbezems (optie)
      110 W
      Vermogen zuigturbine veeginstallatie
      600 W
      Zuigen
      Zuigvermogen, luchthoeveelheid
      28 x 2 l/s
      Zuigvermogen, onderdruk
      14 (140) kPa (mbar)
      Filteroppervlak stoffilter
      4 m2
      Onderdruk turbine/zuigbalk
      22/11 (220/110) kPa (mbar)
      Reinigingsborstel
      Borsteldoorsnede
      510 mm
      Borstellengte
      --- mm
      Borsteltoerental
      140 1/min
      Borstelsnelheid zijschrobdek
      --- 1/min
      Borsteldiameter zijschrobdek
      --- mm
      Diameter veegwals
      285 mm
      Breedte veegwals
      710 mm
      Veegwalstoerental
      610 1/min
      Zijbezemdiameter
      450 mm
      Afmetingen
      Lengte
      2560 mm
      Breedte (zonder zuigbalk)
      1040 mm
      Breedte (met zuigbalk)
      1140 mm
      Hoogte
      1565 mm
      Hoogte (met beschermdak, zwaailicht)
      2200 mm
      Werkbreedte met zijdelingse schrobmodule
      1120 mm
      Werkbreedte met 1 zijbezem
      1180 mm
      Draaicirkel met kleinste uitrusting (180°)
      2950 mm
      Afmetingen batterijvak (lxbxh)
      840 x 625 x 520 mm
      Voorwiel, breedte
      132 mm
      Voorwiel, diameter (buiten)
      300 mm
      Achterwiel, breedte
      108 mm
      Achterwiel, diameter (buiten)
      375 mm
      Gewicht
      Toegestaan totaal gewicht
      2020 kg
      Transportgewicht (met 630 Ah accu, 75 kg bestuurder, gem. borstelkop)
      1944 kg
      Gewicht, gebruiksklaar (met accu's en vol reservoir)
      1845 kg
      Borstelaanpersdruk
      130 kg
      Borstelaanpersdruk
      42 g/cm2
      Oppervlaktebelasting (met bestuurder en vol verswaterreservoir)
      Oppervlaktebelasting wiel veeginstallatie
      --- N/cm2
      Oppervlaktebelasting, voorwiel
      207 N/cm2
      Oppervlaktebelasting, achterwiel
      60 N/cm2
      Oplaadapparaat offboard af fabriek
      Kabellengte
      3000 mm
      Spanning
      230 V
      Frequentiebereik
      50/60 Hz
      Afmetingen
      420 x 260 x 115 mm
      Gewicht
      10 kg
      Beschermingsklasse
      IP 21
      Type stekker
      Schuko
      Laadstroom
      65 A
      Omgevingsvoorwaarden
      Maximale omgevingstemperatuur
      40 °C
      Minimale omgevingstemperatuur
      5 °C
      Maximale watertemperatuur
      60 °C
      Helling
      Maximale helling (bij transportrit)
      10 %
      Maximale helling (in schrobmodus)
      10 %
      Maximale kortdurende helling (max. 10 m)
      25 %
      Berekende waarden conform EN 60335-2-72
      Totale trillingswaarde
      0,41 m/s2
      Totale trillingswaarde armen
      0,4 m/s2
      Totale trillingswaarde zitvlak
      0,1 m/s2
      Vibratiewaarde hand-arm, onzekerheid K
      0,2 m/s2
      Vibratiewaarde zetel, onzekerheid K
      0,1 m/s2
      Geluidsdrukniveau
      73 dB(A)
      Onzekerheid KpA
      3 dB(A)
      Geluidsvermogensniveau LWA + onzekerheid KWA
      94 dB(A)
      Beschermingsklasse
      IPX3
      Zijdelingse schrobmodule
      Vermogen
      260 W
      Aanpersdruk
      9,7 kg
      Aanpersdruk
      0,00239 N/mm2

      EU-conformiteitsverklaring

      Hiermee verklaren wij dat de hierna vermelde machine op basis van het ontwerp en type en in de door ons op de markt gebrachte uitvoering voldoet aan de relevante veiligheids- en gezondheidsvereisten van de EU-richtlijnen. Bij een niet door ons goedgekeurde wijziging van de machine verliest deze verklaring zijn geldigheid.

      Product: Vloerreiniger zittend bediende machine

      Type: 1.480-xxx / 2.480-xxx

      Relevante EU-richtlijnen

      2006/42/EG (+2009/127/EG)

      2014/30/EU

      2014/53/EU (TCU)

      Toegepaste geharmoniseerde normen

      EN 60335-1

      EN 60335-2-72

      EN 62233: 2008

      EN 55012: 2007 + A1: 2009

      EN 61000-6-2: 2005

      TCU

      EN 300 328 V2.2.2

      EN 300 330 V2.1.1

      EN 300 440 V2.1.1

      EN 301 511 V12.5.1

      Toegepaste nationale normen

      -

      De ondergetekenden handelen in opdracht en met volmacht van de directie.


      Gevolmachtigde voor de documentatie:

      S. Reiser

      Alfred Kärcher SE & Co. KG

      Alfred-Kärcher-Str. 28 - 40

      71364 Winnenden (Germany)

      Tel.: +49 7195 14-0

      Fax: +49 7195 14-2212

      Winnenden, 2021/03/01

      <BackPage>

      2-2-SC-A4-GS-aw19869



      </BackPage>