LogoKM 100/120 R BpKM 100/120 R Bp Pack
  • Algemene instructies
  • Veiligheidsinstructies
    • Gevarenniveaus
    • Veiligheidsinstructies m.b.t. de bediening
    • Veiligheidsinstructies voor het rijden
    • Apparaten op batterijwerking
    • Veiligheidsinstructies voor het transport
    • Onderhoud
    • Veiligheidsinrichtingen
      • Linker en rechter bekleding
      • Tweehandbediening vuilreservoir
      • Veiligheidsbeugel vuilreservoir
      • Stoelcontactschakelaar
      • Noodstopschakelaar
    • Symbolen op de machine
  • Reglementair gebruik
    • Te voorzien fout gebruik
    • Geschikte oppervlakten voor het vegen
  • Milieubescherming
    • Afvalverwijdering van het uitgediende voertuig
  • Toebehoren en reserveonderdelen
  • Levering controleren
  • Functie
  • Beschrijving apparaat
    • Bedienings- en functie-elementen
    • Programmakeuzeschakelaar
    • Display
    • Panelen
      • Linker / rechter bekleding openen / sluiten
    • Opbergvak
  • Voor inbedrijfstelling
    • Machine lossen
    • Machine duwen
  • Batterijen / oplaadapparaten
    • Symbolen waarschuwingsinstructies
    • Veiligheidsinstructies
      • Maatregelen voor onbedoeld vrijkomen van zwavelzuur.
    • Batterij inbouwen / aansluiten / uitbouwen
    • Plus- / minkabel op de batterij monteren / demonteren
    • Spanningsvoorziening loskoppelen / aansluiten
    • Accu laden
  • Inbedrijfstelling
    • Veiligheidscontrole voor het starten
    • Bestuurdersstoel instellen
    • Parkeerrem lossen / activeren
  • Werking
    • Machine starten
    • Met de machine rijden
    • Veegbedrijf
      • Instructies voor het vegen
      • Vegen met veegwals en zijbezems
      • Vuilreservoir leegmaken
    • Machine uitschakelen
  • Transport
  • Opslag
  • Verzorging en onderhoud
    • Reiniging van het apparaat
      • Binnenkant van de machine reinigen
      • Buitenkant van de machine reinigen
    • Onderhoudsintervallen
      • Onderhoud door de klant
      • Onderhoud door de servicedienst
    • Onderhoudswerkzaamheden
      • Veegwals uitbouwen / controleren / inbouwen
      • Zijbezems controleren / uitbouwen / inbouwen
      • Afdichtlijsten instellen / uit- / inbouwen
      • Stoffilter uitbouwen / reinigen / inbouwen
      • Achterwiel uit- / inbouwen
      • Voorwiel demonteren / monteren
      • Hydraulisch oliepeil controleren / hydraulische olie bijvullen
      • Veiligheidshendel vuilreservoir in-/uitbouwen
  • Hulp bij storingen
    • Zekering in- / uitbouwen
    • Storingen
      • De machine rijdt niet.

      • Stofontwikkeling bij het vegen / onvoldoende zuigcapaciteit.

      • Het reinigingsresultaat is niet bevredigend.

      • De veegwals of zijbezems draaien niet.

      • Het vuilreservoir kan niet worden leeggemaakt.

      • De rechterbekleding kan niet worden gesloten.

  • Toebehoren / slijtageonderdelen
  • Garantie
  • Technische gegevens
    • KM 100/120 R Bp
    • KM 100/120 R Bp Pack
  • EU-conformiteitsverklaring

      KM 100/120 R Bp
      KM 100/120 R Bp Pack

      59800500 (03/24)

      Algemene instructies

      Lees voor het eerste gebruik van de machine deze oorspronkelijke gebruiksaanwijzing en de gebruiksaanwijzingen die bij de batterij en het oplaadapparaat zijn geleverd, en handel ernaar. Bewaar de gebruiksaanwijzingen voor later gebruik of voor de volgende eigenaar.

      Veiligheidsinstructies

      Gevarenniveaus

      GEVAAR

      Aanwijzing voor direct dreigend gevaar dat tot zware of dodelijke verwondingen leidt.

      WAARSCHUWING

      Aanwijzing voor een mogelijk gevaarlijke situatie die tot zware of dodelijke verwondingen kan leiden.

      VOORZICHTIG

      Aanwijzing voor een mogelijk gevaarlijke situatie die tot lichte verwondingen kan leiden.

      LET OP

      Aanwijzing voor een mogelijk gevaarlijke situatie die tot materiële schade kan leiden.

      Veiligheidsinstructies m.b.t. de bediening

      GEVAAR

      Laat het apparaat in geen geval onbeheerd achter zolang het niet beveiligd is tegen onbedoelde bewegingen. Trek altijd de parkeerrem aan voordat u het apparaat achterlaat.

      WAARSCHUWING

      Gebruik het apparaat alleen volgens de voorschriften. Houd rekening met de plaatselijke omstandigheden en let bij het uitvoeren van werkzaamheden met het apparaat op andere personen en met name kinderen.

      WAARSCHUWING

      Controleer de machine, de werkinrichtingen en de veiligheidsinrichtingen op goede staat, functionaliteit en bedrijfsveiligheid voordat u de machine gebruikt. Als de toestand niet perfect of veilig is om te werken, mag u de machine niet gebruiken.

      WAARSCHUWING

      Let in gevarenzones (bijv. tankstations) op de desbetreffende veiligheidsvoorschriften. Gebruik het apparaat nooit in explosieve ruimtes.

      WAARSCHUWING

      Dit apparaat mag niet worden gebruikt door personen met een fysieke, sensorische of verstandelijke beperking of een gebrek aan ervaring en/of kennis.

      WAARSCHUWING

      Alleen personen die in de omgang met het apparaat zijn geïnstrueerd of hebben bewezen dat ze het apparaat correct bedienen en uitdrukkelijk de opdracht hebben dit apparaat te gebruiken, mogen het apparaat gebruiken.

      WAARSCHUWING

      Draag nauwsluitende kleding en stevig schoeisel wanneer u de machine bedient of onderhoudt.

      WAARSCHUWING

      Gebruik de machine niet in zones waar de mogelijkheid bestaat door vallende voorwerpen te worden geraakt.

      WAARSCHUWING

      Houd toezicht op kinderen om ervoor te zorgen dat ze niet met het apparaat spelen.

      WAARSCHUWING

      Kinderen en jongeren mogen het apparaat niet gebruiken.

      WAARSCHUWING

      Kijk bij apparaten met Blue Spot verlichting niet rechtstreeks in de lichtbron.

      WAARSCHUWING

      De bediener van de machine is verantwoordelijk voor ongevallen met andere personen of hun eigendom.

      WAARSCHUWING

      Controleer de omgeving voordat u wegrijdt, bijv. kinderen en dieren. Zorg altijd voor voldoende zicht.

      WAARSCHUWING

      Verwijder de sleutel uit de sleutelschakelaar of verwijder de Kärcher Intelligente Sleutel (KIK) uit de houder op de machine om gebruik van de machine door onbevoegden te voorkomen.

      Veiligheidsinstructies voor het rijden

      Instructie

      De lijst met aanwijzingen m.b.t. het kantelgevaar maakt geen aanspraak op volledigheid.

      GEVAAR

      Kantelgevaar op te grote hellingen! Neem bij het rijden op hellingen de maximaal toegestane waarden in het hoofdstuk Technische gegevens in acht.

      GEVAAR

      Kantelgevaar bij te grote zijdelingse helling! Neem op hellingen bij het rijden dwars op de vallijn de maximaal toegestane waarden in het hoofdstuk Technische gegevens in acht.

      GEVAAR

      Kantelgevaar bij instabiele ondergrond! Rijd met de machine uitsluitend op verharde ondergrond.

      GEVAAR

      Gevaar voor ongevallen door niet aangepaste snelheid. Rijd langzaam in bochten.

      Apparaten op batterijwerking

      GEVAAR

      Explosiegevaar! Laad de batterijen alleen met een geschikt oplaadapparaat

      GEVAAR

      Bij het laden van batterijen in gesloten ruimtes ontstaat een hoogexplosief gas. Laad de batterijen alleen in goed geventileerde ruimtes.

      GEVAAR

      In de buurt van een batterij of in een batterijlaadruimte mag u niet met een open vlam werken, mag u geen vonken maken of roken.

      GEVAAR

      Explosiegevaar en kortsluitingen. Leg geen gereedschap of dergelijke op de batterij.

      VOORZICHTIG

      Gevaar voor letsel door batterijzuur. Neem de desbetreffende veiligheidsvoorschriften in acht.

      LET OP

      Neem de bedrijfsinstructies van de fabrikant van de batterij en het oplaadapparaat in acht. Neem de aanbevelingen van de wetgever m.b.t. de omgang met batterijen in acht.

      LET OP

      Laat batterijen nooit in ontladen toestand staan, laad batterijen zo snel mogelijk opnieuw op.

      LET OP

      Houd batterijen ter vermijding van kruipstromen schoon en droog. Bescherm batterijen tegen verontreinigingen, bijv. door metaalstof.

      LET OP

      Verwijder verbruikte batterijen op een milieuvriendelijke manier conform de EG-richtlijn 91/157/EEG of de desbetreffende nationale voorschriften.

      Veiligheidsinstructies voor het transport

      VOORZICHTIG

      Om ongevallen of letsels te vermijden, moet u bij het transport het gewicht van het apparaat in acht nemen, zie hoofdstuk Technische gegevens in de gebruiksaanwijzing.

      VOORZICHTIG

      Zet de motor vóór het transport af. Houd bij de bevestiging van het apparaat rekening met het gewicht, zie hoofdstuk Technische gegevens in de gebruiksaanwijzing.

      Onderhoud

      WAARSCHUWING

      Klem vóór werkzaamheden aan de elektrische installatie de batterij af.

      WAARSCHUWING

      Vóór reiniging, onderhoud, het vervangen van onderdelen en het overschakelen op een andere functie, moet u het apparaat uitschakelen en de contactsleutel eruit trekken.

      VOORZICHTIG

      Laat reparaties alleen uitvoeren door erkende klantenservices of experts voor dit gebied die bekend zijn met alle relevante veiligheidsvoorschriften.

      LET OP

      Houd u volgens de plaatselijk geldende voorschriften aan de veiligheidscontrole voor verplaatsbare, commercieel gebruikte apparaten (bijv. in Duitsland: VDE 0701).

      LET OP

      Kortsluitingen of andere schade. Reinig het apparaat niet met een slang of een hogedrukstraal.

      LET OP

      Voer werkzaamheden aan het apparaat altijd met geschikte handschoenen uit.

      Veiligheidsinrichtingen

      Veiligheidsinrichtingen dienen voor de bescherming van de gebruiker en mogen niet buiten werking worden gesteld en de functies ervan mogen niet worden omzeild.

      Neem de veiligheidsinstructies in de hoofdstukken in acht!

      Linker en rechter bekleding

      De linker en rechter bekleding bevatten veiligheidsschakelingen die de machine uitschakelen als de linker of rechter bekleding niet correct gesloten is.

      De rij- en reinigingsfuncties zijn alleen actief wanneer de linker en rechter bekleding correct gesloten zijn.

      Tweehandbediening vuilreservoir

      Om ingrepen in het ledigingsmechanisme en in het zwenkbereik van het vuilreservoir te voorkomen, is het optillen, neerlaten en ledigen van het vuilreservoir alleen mogelijk met tweehandbediening.

      Veiligheidsbeugel vuilreservoir

      Het is alleen toegestaan om onder het vuilreservoir te staan als dit volledig is opgetild en met de meegeleverde, professioneel bevestigde veiligheidsbeugel tegen neerlaten is beveiligd.

      Stoelcontactschakelaar

      De stoelcontactschakelaar zorgt ervoor dat de rij- en reinigingsfuncties alleen actief zijn wanneer een persoon op de bestuurdersstoel zit.

      Noodstopschakelaar

      In geval van gevaar kunnen alle rij- en reinigingsfuncties onmiddellijk worden uitgeschakeld door op de noodstopschakelaar te drukken.

      Om te ontgrendelen, draait u aan de rode knop van de noodstopschakelaar.

      Symbolen op de machine

      GEVAAR

      Brandgevaar

      Veeg geen brandende of gloeiende voorwerpen, zoals bijv. sigaretten, lucifers of dergelijke.

      GEVAAR

      Gevaar voor ongevallen door kantelen

      Gebruik hoge lediging alleen op een vlakke ondergrond.

      WAARSCHUWING

      Gevaar voor letsel

      Gevaar voor beknelling en afknelling aan riemen, zijbezems, vuilreservoir, kap.

      WAARSCHUWING

      Gevaar voor letsel

      Snijwonden en kneuzingen door bewegende voertuigonderdelen aan de binnenzijde.

      Steek uw handen niet in openingen van het apparaat.

      Bandenspanning
      Krikbevestigingspunt
      Bevestigingspunt
      Max. belasting van het opbergvak 20 kg
      Max. belasting 150 kg
      Pedaal grofvuilklep
      Klep voor nat vegen
      Maak het stoffilter los, bevestig

      Reglementair gebruik

      Gebruik de veegmachine met batterijwerking voor de reiniging van grondoppervlakken binnen en buiten.

      De veegmachine is bestemd voor professioneel gebruik.

      Gebruik de veegmachine voor de volgende beoogde toepassingen:

      1. Parkeerplaatsen

      2. Voetpaden

      3. Productie-installaties

      4. Logistieke toepassingen

      5. Hotels

      6. Detailhandel

      7. Opslagruimten

      Gebruik de veegmachine uitsluitend overeenkomstig de gegevens in deze gebruiksaanwijzing. Elk ander gebruik geldt als niet reglementair. De fabrikant is niet aansprakelijk voor hieruit voortvloeiende schade; alleen de gebruiker draagt het risico.

      Aan de veegmachine mogen geen veranderingen worden uitgevoerd.

      Alleen de door de onderneming of diens gevolmachtigde vrijgegeven oppervlakken mogen worden bereden en gereinigd.

      Te voorzien fout gebruik

      Nooit explosieve vloeistoffen, gassen, onverdunde zuren en oplosmiddelen vegen op opzuigen (bijv. benzine, verfverdunner, stookolie), ze vormen in combinatie met de zuiglucht explosieve dampen of mengsels.

      Nooit aceton, onverdunde zuur- en oplosmiddelen vegen of opzuigen, omdat ze de aan het apparaat gebruikte materialen aantasten en beschadigen.

      Nooit reactief metaalstof (bijv. aluminium, magnesium, zink) vegen of opzuigen, ze vormen in combinatie met sterk alkalische of zure reinigingsmiddelen explosieve gassen.

      Geen brandende of gloeiende voorwerpen vegen of opzuigen, er bestaat brandgevaar.

      Geen stoffen vegen die gevaarlijk zijn voor de gezondheid.

      Het verblijf in gevarenzones is verboden. Het gebruik in explosieve ruimtes is verboden.

      Het meenemen van begeleidende personen is verboden.

      Het duwen/trekken of transporteren van voorwerpen is met dit apparaat niet toegestaan.

      Geschikte oppervlakten voor het vegen

      • Asfalt

      • Industrievloeren

      • Estrik

      • Beton

      • Straatstenen

      Milieubescherming

      De verpakkingsmaterialen zijn herbruikbaar. Verwijder verpakkingen op een milieuvriendelijke manier.

      Elektrische en elektronische apparaten bevatten waardevolle recyclebare materialen en vaak bestanddelen zoals batterijen, accu's of olie, die bij onjuiste omgang of verkeerd afvalverwijdering een potentieel gevaar voor de gezondheid van de mens en voor het milieu kunnen vormen. Voor een correcte werking van het apparaat zijn deze bestanddelen echter noodzakelijk. Voer apparaten met dit symbool niet samen met het huisvuil af.

      Instructies betreffende ingrediënten (REACH)

      Actuele informatie over ingrediënten vindt u op: www.kaercher.de/REACH

      Afvalverwijdering van het uitgediende voertuig

      Uitgediende voertuigen bevatten waardevolle recyclebare materialen. Voor de afvoer van uw voertuig raden we de samenwerking met een gespecialiseerd afvalverwijderingsbedrijf aan.

      Toebehoren en reserveonderdelen

      Gebruik alleen origineel toebehoren en originele reserveonderdelen. Deze garanderen een veilige en storingsvrije werking van het apparaat.

      Informatie over toebehoren en reserveonderdelen vindt u onder www.kaercher.com.

      Levering controleren

      Meld bij de overdracht van het voertuig gebreken en transportschade meteen aan uw dealer of verkoopvestiging.

      Functie

        De veegmachine werkt volgens het overwerpprincipe.

      1. De roterende zijbezem reinigt hoeken en randen van het veegoppervlak en transporteert het veeggoed in de baan van de veegwals.

      2. De roterende veegwals transporteert het veeggoed direct in het vuilreservoir.

      3. Het opgewaaide stof in het vuilreservoir wordt via een stoffilter gescheiden en de zuigventilator zuigt de gefilterde lucht af.

      4. Het stoffilter wordt tijdens de werking automatisch gereinigd.

      Beschrijving apparaat

      Bedienings- en functie-elementen


      1. Programmakeuzeschakelaar*
      2. Instelknop toerental zijbezem
      3. Display**
      4. Noodstopschakelaar
      5. Schakelaar werklicht (optioneel)
      6. Schakelaar zwaailicht (optioneel)
      7. Claxonknop
      8. Rijrichtingsschakelaar
      9. Rijpedaal
      10. Sleutelschakelaar
      11. Pedaal grofvuilklep
      12. Knop vuilreservoir ontgrendelen
      13. Schakelaar watersproeisysteem (optioneel)
      14. Knop reiniging stoffilter
      15. Stuurwiel
      16. Rechter bekleding
      17. Veiligheidsbeugel vuilreservoir
      18. Klep voor nat vegen
      19. Bestuurdersstoel (met stoelcontactschakelaar)
      20. Typeplaatje (op de draagplaat boven de batterij)
      21. Stoffilter
      22. Opbergvak
      23. Linker bekleding
      24. Knop vuilreservoir optillen / neerlaten
      25. Knop vuilreservoir openen / sluiten
      26. Home-Base-rail
      27. Stoelverstelhendel
      28. Achterwiel
      29. Afdichtlijst (4 stuks)
      30. Veegwals
      31. Voorwiel (elektrische aandrijving)
      32. Rechter zijbezem
      33. Batterij***
      34. Laadkabel***
      35. Contactstekker***
      36. Netsnoer***
      37. Draagbaar oplaadapparaat***
      38. Rijden***
      39. Vegen met veegwals*
      40. Vegen met veegwals en zijbezems*

      * Beschrijving zie hoofdstuk Programmakeuzeschakelaar

      ** Beschrijving zie hoofdstuk Display

      *** alleen KM 100/120 R Bp Pack

      Instructie

      Niet afgebeeld zijn optionele extra's die bij bestelling af fabriek reeds gemonteerd zijn of door de service achteraf gemonteerd kunnen worden, zie hoofdstuk Toebehoren / slijtageonderdelen.

      Programmakeuzeschakelaar

      Instructie

      De functies zijn alleen actief als de sleutelschakelaar in de stand "I" staat.


      1. Rijden
        • De machine kan naar de gebruiksplaats worden gereden.

        • De veegwals en zijbezems zijn opgetild en uitgeschakeld.

      2. Vegen met veegwals
        • De veegwals wordt neergelaten en ingeschakeld.

      3. Vegen met veegwals en zijbezems
        • De veegwals en de rechter en linker (optioneel) zijbezems worden neergelaten en ingeschakeld.

      Display

      Instructie


      1. Display
      2. Laadstatus batterij
      3. Bedrijfsurenteller

      Als de sleutelschakelaar in de stand "I" staat, geeft het display het volgende weer:

      • de laadstatus van de batterij in %

      • de bedrijfsurenteller

      Als op het display een van de volgende berichten verschijnt, laat dan de betreffende knop of het gaspedaal los:

      • W 1 (De knop vuilreservoir ontgrendelen is ingedrukt)

      • W 2 (De knop vuilreservoir optillen is ingedrukt)

      • W 3 (De knop vuilreservoir neerlaten is ingedrukt)

      • W 4 (Het gaspedaal is ingetrapt)

      Als het bericht nog steeds wordt weergegeven, neem dan contact op met de service.

      Als het volgende bericht op het display verschijnt, neem dan contact op met de service:

      • E ...,

      Als de laadtoestand van de batterij < 20 % is, klinkt er om de 2 minuten een waarschuwingstoon. Laad de batterij zo snel mogelijk op, zie hoofdstuk Accu laden.

      Als de batterijstatus < 10 % is, worden de veegwals en de zijborstels uitgeschakeld. Laad de batterij onmiddellijk op, zie hoofdstuk Accu laden.

      Panelen

      WAARSCHUWING

      Storing door open bekledingen

      Open de bekledingen alleen als de sleutelschakelaar op <0> staat en de sleutel is uitgetrokken.

      Het openen tijdens het bedrijf is verboden.

      Linker / rechter bekleding openen / sluiten

      Open de linker bekleding voor de volgende handelingen:

      • Veegwals uitbouwen / controleren / inbouwen, zie hoofdstuk Veegwals uitbouwen / controleren / inbouwen

      • De binnenkant van de machine reinigen, zie hoofdstuk Binnenkant van de machine reinigen

      • Linker achterwiel uit- / inbouwen, zie hoofdstuk Achterwiel uit- / inbouwen

      • Zekering vervangen, zie hoofdstuk Zekering in- / uitbouwen

      Open de rechter bekleding voor de volgende handelingen:

      • Stroomvoorziening loskoppelen / aansluiten, zie hoofdstuk Spanningsvoorziening loskoppelen / aansluiten

      • Batterij opladen, zie hoofdstuk Accu laden

      • De binnenkant van de machine reinigen, zie hoofdstuk Binnenkant van de machine reinigen

      • Rechter achterwiel uit- / inbouwen, zie hoofdstuk Achterwiel uit- / inbouwen

      1. Machine uitschakelen, zie hoofdstuk Machine uitschakelen.

      2. Linker / rechter bekleding openen:

      3. Pak de greep aan de voorzijde van de linker/rechter bekleding vast, til iets op en zwenk de linker/rechter bekleding opzij.


        Afgebeeld op de linker bekleding van een KM 100/120 R G

      4. Linker / rechter bekleding sluiten:

      5. Zwenk de linker/rechter bekleding terug tot ze hoorbaar vastklikt op de machine.

      Opbergvak

      De maximaal toegestane belasting van het opbergvak is 20 kg.

      1. Zorg ervoor dat de lading stevig is bevestigd.

      Voor inbedrijfstelling

      Machine lossen

      GEVAAR

      Letsel- en beschadigingsgevaar bij belading van de machine!

      Bij belading van de machine bestaat letselgevaar doordat de machine wegrolt, kantelt en valt.

      Houd bij belading rekening met het gewicht en de afmetingen van de machine en gebruik een geschikte oprijplaat.

      Beveilig de machine bij het beladen tegen wegrollen, kantelen en vallen.

      Gebruik geen vorkheftruck voor de belading.

      Laad de machine alleen op een vlakke, horizontale ondergrond.

      Verplaats de machine op hellingen en afdalingen alleen met de eigen rijaandrijving van de machine, nooit door te duwen.

      Afmetingen, gewichten en maximale stijgingscapaciteit zie hoofdstuk Technische gegevens.


      Afbeelding: Oprijplaat monteren

      1. Snij de verpakkingsbanden van kunststof door en verwijder de verpakkingsfolie.

      2. Maak de machine rijklaar:

        1. KM 100/120 R Bp: Installeer en sluit een batterij aan, zie hoofdstuk Batterij inbouwen / aansluiten / uitbouwen.

        2. KM 100/120 R Bp Pack: Sluit de stroomvoorziening aan, zie hoofdstuk Spanningsvoorziening loskoppelen / aansluiten.

        3. Laad indien nodig de batterij op, zie hoofdstuk Accu laden.

      3. Verwijder de spanband aan de vastzetpunten.

      4. Schroef de drie afgebeelde planken en het vierkante hout op de pallet los.

      5. Leg de planken op de kant van de pallet en lijn zodanig uit dat ze gelijk komen met de wielen van de machine. Schroef de planken aan het pallet.

      6. Plaats het vierkante hout als ondersteuning onder de planken.

      7. Verwijder de houten blokken aan de wielen.

      8. Rij de machine voorzichtig van de pallet via de gemaakte oprijplaat, zie hoofdstuk Met de machine rijden.

      Machine duwen

      WAARSCHUWING

      Gevaar voor letsel en schade bij het lossen of activeren van de parkeerrem door wegrollen van de machine!

      Bij het lossen of activeren van de parkeerrem kan de machine wegrollen en over mensen, dieren of lichaamsdelen rijden en deze beknellen/pletten.

      Beveilig de machine met keggen tegen wegrollen voordat u de parkeerrem lost of activeert.

      Ontgrendel de parkeerrem alleen wanneer de machine op een vlakke en horizontale ondergrond staat.

      Duw de machine alleen op een vlakke ondergrond, nooit op hellingen.

      Verplaats de machine op hellingen alleen met de eigen rijaandrijving van de machine.

      Zet de machine onmiddellijk na elke duw opnieuw vast met keggen om te voorkomen dat ze wegrolt.

      Houd bij het duwen rekening met het gewicht en de afmetingen van de machine, roep zo nodig hulp in.

      1. Alvorens de machine te duwen, lees het hoofdstuk Parkeerrem lossen / activeren!

      Batterijen / oplaadapparaten

      LET OP

      Gebruik alleen de door de fabrikant aanbevolen batterijen en oplaadapparaten

      Vervang de batterijen alleen door batterijen van hetzelfde type!

      Verwijder de batterij voordat u het voertuig afvoert en voer het voertuig af met inachtneming van de landspecifieke en plaatselijke voorschriften.

      Symbolen waarschuwingsinstructies

      Neem bij de omgang met accu’s volgende waarschuwingsinstructies in acht:

      Aanwijzingen in de gebruiksaanwijzing van de accu en op de accu alsook in deze gebruiksaanwijzing in acht nemen.
      Oogbescherming dragen.
      Kinderen uit de buurt van zuur en accu houden.
      Explosiegevaar
      Vuur, vonken, open licht en roken verboden.
      Verbrandingsgevaar
      Eerste hulp
      Waarschuwing
      Afvalverwijdering
      Accu niet in de vuilnisbak gooien.

      Veiligheidsinstructies

      GEVAAR

      Brand- en explosiegevaar

      Leg geen gereedschap of andere voorwerpen op de batterij.

      Vermijd absoluut roken en open vuur.

      Zorg bij het laden van batterijen in ruimtes voor een goede ventilatie.

      Gebruik uitsluitend door Kärcher vrijgegeven batterijen en oplaadapparaten (originele reserveonderdelen).

      WAARSCHUWING

      Milieugevaar door ondeskundige verwijdering van de batterij

      Voer defecte of opgebruikte batterijen op een veilige manier af (neem eventueel contact op met een afvalverwijderingsfirma of met de Kärcher-service).

      Maatregelen voor onbedoeld vrijkomen van zwavelzuur.

      Bij reglementair gebruik en wanneer de gebruiksaanwijzing wordt opgevolgd vormen loodbatterijen geen gevaar.

      Houd er echter rekening mee dat loodbatterijen zwavelzuur bevatten dat ernstig letsel kan veroorzaken.

      1. Gemorst zwavelzuur of zwavelzuur dat uit een lekkende batterij treedt met absorptiemiddel opvangen, bijv. zand. Niet in de riolering, de bodem of de wateren laten terechtkomen.

      2. Zuur neutraliseren met kalk/natriumcarbonaat en volgens de plaatselijke voorschriften afvoeren.

      3. Neem contact op met een afvalverwerkingsbedrijf voor de afvoer van defecte batterijen.

      4. Zuurspatten in het oog of op de huid met veel helder water uit- resp. afspoelen.

      5. Daarna onmiddellijk een arts raadplegen.

      6. Vervuilde kleding met water uitwassen.

      7. Kleding vervangen.

      Batterij inbouwen / aansluiten / uitbouwen

      WAARSCHUWING

      Gevaar voor letsel en schade door kortsluiting!

      Bij werkzaamheden in de buurt van de batterij bestaat er gevaar voor letsel en schade door kortsluiting.

      Plaats geen gereedschap of andere voorwerpen op de batterij.

      Inbouwen: Sluit altijd eerst de pluskabel aan op de pluspool en dan de minkabel op de minpool.

      Uitbouwen: Demonteer altijd eerst de minkabel aan de minpool en dan de pluskabel aan de pluspool.

      Let op de juiste aansluiting: pluskabel naar pluspool en minkabel naar minpool.

      Instructie

      Bij de KM 100/120 R Bp Pack zijn de batterij en het oplaadapparaat in de leveringsomvang inbegrepen.

      1. Schakel de machine uit, zie hoofdstuk Machine uitschakelen.

      2. Inbouwen:

      3. Open de linker en rechter bekleding, zie hoofdstuk Linker / rechter bekleding openen / sluiten .

      4. Neem de plus- en minkabel met de batterijstekker aan de kant van de batterij uit de batterijhouder van de machine.

      5. Bevestig een geschikt hefwerktuig aan de linker en rechter hijsogen van de batterij.

        Gewicht van de batterij, zie hoofdstuk Technische gegevens.


        1. Pluspoolschroef
        2. Pluspool
        3. Pluskabel
        4. Batterij
        5. Afdekking van pluspool
        6. Hijsoog
        7. Afdekking van minpool
        8. Minkabel
        9. Minpool
        10. Minpoolschroef
        11. Batterijstekker aan de kant van batterij
      6. Plaats de batterij met behulp van het hefwerktuig voorzichtig in de batterijhouder van de machine.

        Instructie

        De niet gebruikte plus- en minpool moeten zich aan de rechterkant van de machine bevinden.

      7. Verwijder het hefwerktuig van de linker en rechter hijsogen.

      8. Aansluiten:

      9. Sluit eerst de pluskabel aan op de pluspool van de batterij en breng de afdekking van de pluspool aan, zie hoofdstuk Plus- / minkabel op de batterij monteren / demonteren.

      10. Sluit de minkabel aan op de minpool van de batterij en breng de afdekking van de minpool aan, zie hoofdstuk Plus- / minkabel op de batterij monteren / demonteren.

      11. Sluit de spanningsvoorziening aan, zie hoofdstuk Spanningsvoorziening loskoppelen / aansluiten.

      12. Draai de sleutel in de sleutelschakelaar in de stand "I".

      13. Lees de laadstatus van de batterij af op het display en laad de batterij indien nodig op, zie hoofdstuk Accu laden.

      14. Uitbouwen:

      15. Het uitbouwen gebeurt in omgekeerde volgorde.

      Plus- / minkabel op de batterij monteren / demonteren

      WAARSCHUWING

      Gevaar voor letsel en schade door kortsluiting!

      Bij werkzaamheden in de buurt van de batterij bestaat er gevaar voor letsel en schade door kortsluiting.

      Plaats geen gereedschap of andere voorwerpen op de batterij.

      Inbouwen: Sluit altijd eerst de pluskabel aan op de pluspool en dan de minkabel op de minpool.

      Uitbouwen: Demonteer altijd eerst de minkabel aan de minpool en dan de pluskabel aan de pluspool.

      Let op de juiste aansluiting: pluskabel naar pluspool en minkabel naar minpool.

      1. De Machine uitschakelen.

      2. Monteren:

      3. Ontkoppel de spanningsvoorziening, zie hoofdstuk Spanningsvoorziening loskoppelen / aansluiten.

      4. Voer de pluskabel door het rechter hijsoog van de batterij naar de pluspool, zoals afgebeeld.


        1. Pluspoolschroef
        2. Pluspool
        3. Pluskabel
        4. Batterij
        5. Afdekking van pluspool
        6. Afdekking van minpool
        7. Minkabel
        8. Minpool
        9. Minpoolschroef
        10. Rechter hijsoog
      5. Verwijder de transportafdekking van de pluspool en bewaar deze.

      6. Schroef de pluskabel op de pluspool met behulp van de pluspoolschroef.

        Aandraaimoment: 25 Nm.

      7. Plaats de afdekking van de pluspool op de pluspool.

      8. Voer de minkabel door het rechter hijsoog van de batterij naar de minpool, zoals afgebeeld.

      9. Verwijder de transportafdekking van de minpool en bewaar deze.

      10. Schroef de minkabel op de minpool met behulp van de minpoolschroef.

        Aandraaimoment: 25 Nm.

      11. Plaats de afdekking van de minpool op de minpool.

      12. Sluit de spanningsvoorziening aan, zie hoofdstuk Spanningsvoorziening loskoppelen / aansluiten.

      13. Demonteren:

      14. Demonteren gebeurt in omgekeerde volgorde.

      Spanningsvoorziening loskoppelen / aansluiten


        1. Batterijstekker aan kant van machine
        2. Batterijstekker aan kant van batterij
      1. Schakel de machine uit, zie hoofdstuk Machine uitschakelen.

      2. Open de rechter bekleding, zie hoofdstuk Linker / rechter bekleding openen / sluiten .

      3. Ontkoppelen:

      4. Trek de batterijstekker aan de kant van de machine af van de batterijstekker aan de kant van de batterij.

        De machine is spanningsloos.

      5. Aansluiten:

      6. Steek de batterijstekker aan de kant van de machine op de batterijstekker aan de kant van de batterij tot de twee stekkerhuizen tegen elkaar liggen.

        De spanningsvoorziening naar de machine is tot stand gebracht.

      7. Sluit de rechter bekleding, zie hoofdstuk Linker / rechter bekleding openen / sluiten .

      Accu laden

      WAARSCHUWING

      Gevaar voor letsel en schade door kortsluiting!

      Bij werkzaamheden in de buurt van de batterij bestaat er gevaar voor letsel en schade door kortsluiting.

      Plaats geen gereedschap of andere voorwerpen op de batterij.

      Inbouwen: Sluit altijd eerst de pluskabel aan op de pluspool en dan de minkabel op de minpool.

      Uitbouwen: Demonteer altijd eerst de minkabel aan de minpool en dan de pluskabel aan de pluspool.

      Let op de juiste aansluiting: pluskabel naar pluspool en minkabel naar minpool.

      1. Rijd de machine naar een droge, goed geventileerde binnenruimte.

      2. Schakel de machine uit, zie hoofdstuk Machine uitschakelen.

      3. Sluit het oplaadapparaat aan:

      4. Ontkoppel de spanningsvoorziening, zie hoofdstuk Spanningsvoorziening loskoppelen / aansluiten.


        1. Accu

        2. Laadkabel

        3. Netsnoer

        4. Draagbaar oplaadapparaat

        5. Led-indicatie

        6. Batterijstekker aan kant van machine

        7. Batterijstekker aan kant van batterij

        8. Oplaadstekker

      5. Plaats het draagbare oplaadapparaat op de trede van de machine.

        LET OP

        De voeten moeten naar beneden wijzen.

        Leg het draagbare oplaadapparaat niet op de batterij!

        Dek het draagbare oplaadapparaat niet af met voorwerpen en leg er geen voorwerpen op!

      6. Voer de laadkabel door de kabeldoorvoering (pijl) in de scheidingswand naar de batterijstekker aan de kant van de batterij.

      7. Steek de contactstekker op de batterijstekker aan de kant van de batterij tot de twee stekkerhuizen tegen elkaar liggen.

        LET OP

        Leg de batterijstekker aan de kant van de machine en de laadkabel zodanig dat deze bij het sluiten van de rechter bekleding niet beschadigd worden!

      8. Steek het netsnoer in het draagbare oplaadapparaat.

      9. Steek het netsnoer in een geaard stopcontact.

        Het laadproces begint en eindigt automatisch.

        Het LED-display geeft de huidige status weer:

        • geel = batterij wordt geladen

        • knippert groen = batterij is > 80 % opgeladen

        • brandt groen = batterij is volledig opgeladen

        • rood = er is een fout

        Oplaadtijd zie hoofdstuk Technische gegevens.

      10. Controleer tegen het einde van de oplaadtijd het elektrolytpeil volgens de gebruiksaanwijzing van de fabrikant van de batterij en corrigeer dit zo nodig.

      11. Oplaadapparaat loskoppelen:

      12. Koppel het oplaadapparaat na het opladen in omgekeerde volgorde los van de machine.

      Inbedrijfstelling

      Veiligheidscontrole voor het starten

      1. Controleer de laadstatus van de batterij, laad de batterij indien nodig op, zie hoofdstuk Accu laden.

      2. Controleer de uitschakelfunctie van de linker en rechter afdekking, zie hoofdstuk Linker en rechter bekleding, informeer zo nodig de service.

      3. Controleer de uitschakelfunctie van de stoelcontactschakelaar, zie hoofdstuk Stoelcontactschakelaar, informeer zo nodig de service.

      4. Controleer de bandenspanning van de achterwielen en corrigeer deze indien nodig. Bandenspanning zie hoofdstuk Technische gegevens.

      5. Controleer de veegwalsen en de zijbezem op vreemde voorwerpen en lange, flexibele voorwerpen zoals linten of touwtjes, verwijder indien nodig vreemde voorwerpen en flexibele voorwerpen.

      6. Draai de sleutelschakelaar in de stand "O" en controleer of het rijpedaal soepel beweegt terwijl de machine stilstaat, informeer zo nodig de service.

      Bestuurdersstoel instellen

      GEVAAR

      Gevaar voor ongevallen

      Stel de bestuurdersstoel alleen bij een stilstaand apparaat in.

      1. Trek de stoelverstelhendel naar rechts en zet de bestuurdersstoel in de gewenste positie.


        1. Bestuurdersstoel
        2. Stoelverstelhendel
      2. Laat de stoelverstelhendel los.

      3. Controleer of de bestuurdersstoel goed vastzit door deze naar voren en naar achteren te bewegen.

      Parkeerrem lossen / activeren

      WAARSCHUWING

      Gevaar voor letsel en schade bij het lossen of activeren van de parkeerrem door wegrollen van de machine!

      Bij het lossen of activeren van de parkeerrem kan de machine wegrollen en over mensen, dieren of lichaamsdelen rijden en deze beknellen/pletten.

      Beveilig de machine met keggen tegen wegrollen voordat u de parkeerrem lost of activeert.

      Ontgrendel de parkeerrem alleen wanneer de machine op een vlakke en horizontale ondergrond staat.

      Duw de machine alleen op een vlakke ondergrond, nooit op hellingen.

      Verplaats de machine op hellingen alleen met de eigen rijaandrijving van de machine.

      Zet de machine onmiddellijk na elke duw opnieuw vast met keggen om te voorkomen dat ze wegrolt.

      Houd bij het duwen rekening met het gewicht en de afmetingen van de machine, roep zo nodig hulp in.

      Instructie

      De parkeerrem wordt automatisch geactiveerd wanneer de machine stilstaat en automatisch gelost wanneer de machine vertrekt.

      De parkeerrem werkt in op het voorwiel.

      Om de machine te kunnen duwen, moet de parkeerrem mechanisch worden gelost.

      Afmetingen en gewichten zie hoofdstuk Technische gegevens.

        Parkeerrem lossen:


        1. Parkeerrem
        2. Hendel
        3. Voorwerp (bijv. keg)
      1. Parkeer de machine op een vlakke, horizontale ondergrond en schakel ze uit, zie hoofdstuk Machine uitschakelen.

      2. Beveilig de machine tegen wegrollen met keggen aan de wielen.

      3. Til de hendel van de parkeerrem op en steek een voorwerp (bijv. keg) tussen de hendel en de parkeerrem.

        De parkeerrem is gelost.

      4. Verwijder de keggen en duw de machine.

      5. Parkeerrem activeren:

      6. Beveilig de machine tegen wegrollen met keggen.

      7. Verwijder het geplaatste voorwerp (bijv. keg) tussen de hendel en de wielnaafmotor.

        De parkeerrem is geactiveerd.
      8. Verwijder de keggen.

      Werking

      Machine starten

      Instructie

      Om de machine te starten, moeten de linker en rechter bekleding gesloten zijn en moet de bestuurder op de bestuurdersstoel zitten.

      1. Op de bestuurdersplaats plaats nemen.

        De stoelcontactschakelaar wordt bediend.

      2. Steek de sleutel in de sleutelschakelaar en draai hem naar de stand "I".

      3. Zet de programmakeuzeschakelaar in de gewenste stand, voor functies zie hoofdstuk Programmakeuzeschakelaar.

      Met de machine rijden

      GEVAAR

      Verwondingsgevaar door abrupt stoppen!

      De machine komt abrupt tot stilstand zodra de bestuurdersstoel niet meer bezet is.

      Sta tijdens het rijden niet op van de bestuurdersstoel.

      WAARSCHUWING

      Gevaar voor ongevallen bij achteruitrijden!

      Er is een verhoogd risico op ongevallen bij achteruitrijden.

      Voordat u achteruit rijdt, moet u controleren dat u niemand in gevaar brengt, let vooral op kinderen. Laat u indien nodig bijstaan door een andere persoon.

      Let bij het achteruitrijden op de gehele omgeving.

      WAARSCHUWING

      Gevaar voor ongevallen bij rijden met opgetild vuilreservoir!

      Bij het rijden met het vuilreservoir omhoog is er een verhoogd risico op ongevallen door een verandering in het zwaartepunt van de machine.

      Rijd niet met het vuilreservoir omhoog.

      LET OP

      Beschadigingsgevaar van de aandrijving!

      Schokkerige bediening van het rijpedaal kan de aandrijving beschadigen.

      Bedien het rijpedaal altijd langzaam en voorzichtig.

      Breng de machine tot stilstand voordat u van vooruit naar achteruit of vice versa schakelt.

      Instructie

      De hendel aan de parkeerrem in het voorwiel moet in de rijstand staan, zie hoofdstuk Parkeerrem lossen / activeren.


        1. Stuurwiel
        2. Display
        3. Rijrichtingsschakelaar
        4. Rijpedaal
      1. De machine starten, zie hoofdstuk Machine starten.

      2. Controleer de laadstatus van de batterij op het display, laad de batterij indien nodig op, zie hoofdstuk Accu laden.

      3. Zet de rijrichtingsschakelaar in de stand "Vooruit rijden" of "Achteruit rijden".

      4. Trap het gaspedaal voorzichtig in en stel de rijsnelheid traploos in.

        Bedien het gaspedaal niet met schokken.

      5. Stuur de rijrichting met het stuurwiel.

      6. Laat het gaspedaal los om de snelheid te verminderen.

      Veegbedrijf

      Instructies voor het vegen

      1. Voor een optimaal reinigingsresultaat past u de rijsnelheid aan de omstandigheden aan en rijdt u vooruit.

      2. Vegen is alleen mogelijk met ingeschoven vuilreservoir.

        Als de programmakeuzeschakelaar op "rijden" staat, wordt de klep van het vuilreservoir automatisch gesloten.

        Als de programmakeuzeschakelaar op "Vegen met veegwals" of op "Vegen met veegwals en zijbezems" staat, wordt de klep van het vuilreservoir automatisch geopend en kan er geveegd worden.

      3. Het stoffilter wordt met regelmatige tussenpozen automatisch gereinigd. In geval van zeer grote stofophoping tussen de intervallen, drukt u op de toets stoffilterreiniging om een extra stoffilterreiniging te activeren.

      4. Leeg het vuilreservoir regelmatig, zie hoofdstuk Vuilreservoir leegmaken. Overschrijd de maximale vulling van het vuilreservoir niet, zie hoofdstuk Technische gegevens.

        Indien voornamelijk veeggoed met hoge dichtheid (gruis, zand, enz.) wordt opgenomen, moet het vuilreservoir vroeger worden geleegd.

      5. Vaste obstakels tot 6 cm hoog kunnen langzaam en voorzichtig worden overreden.

        LET OP

        Rij alleen met een geschikte oprijplaat over vaste hindernissen van meer dan 6 cm hoogte.

      Vegen met veegwals en zijbezems

      GEVAAR

      Verwondingsgevaar door abrupt stoppen!

      De machine komt abrupt tot stilstand zodra de bestuurdersstoel niet meer bezet is.

      Sta tijdens het rijden niet op van de bestuurdersstoel.

      WAARSCHUWING

      Letselgevaar door weggeslingerd veeggoed!

      Wanneer de grofvuilklep openstaat, kan weggeslingerd veeggoed (bijv. stenen) personen of dieren in de omgeving verwonden.

      Open de grofvuilklep niet wanneer er zich mensen of dieren in de buurt van de machine ophouden.

      LET OP

      Beschadigingsgevaar door het opvegen van linten en touwtjes!

      Als lange, flexibele voorwerpen zoals linten of touwtjes worden opgeveegd, kunnen deze het veegmechanisme beschadigen.

      Rij niet met de machine of de zijbezem over lange, flexibele voorwerpen zoals linten of touwtjes en veeg dergelijke voorwerpen niet op.

      1. Selecteer voor vegen het programma "Vegen met veegwals", zie hoofdstuk Programmakeuzeschakelaar.

        De veegwals wordt ingeschakeld en neergelaten.

      2. Voor reiniging dicht bij de rand kiest u het programma "Vegen met veegwals en zijbezems", zie hoofdstuk Programmakeuzeschakelaar.

        De veegwals en de zijbezem worden ingeschakeld en neergelaten.

      3. Bij natte of vochtige oppervlakken de klep voor nat vegen openen.

        De zuigkracht wordt verminderd en het binnendringen van overmatig vocht in het stoffilter wordt voorkomen

      4. Om grotere voorwerpen tot ca. 50 mm op te vegen, drukt u kort op het pedaal van de grofvuilklep.

      Vuilreservoir leegmaken

      WAARSCHUWING

      Letselgevaar door vallende voorwerpen!

      Bij het optillen en neerlaten van het vuilreservoir bestaat er letselgevaar door voorwerpen die van het neerlegvlak vallen.

      Alvorens het vuilreservoir op te tillen, verwijdert u alle voorwerpen die niet stevig vastzitten van het neerlegvlak.

      WAARSCHUWING

      Letselgevaar door kantelen van de machine bij het legen van het vuilreservoir!

      Leeg het vuilreservoir alleen op een stevige, vlakke ondergrond.

      Houd een veilige afstand bij het legen op glooiingen en hellingen.

      WAARSCHUWING

      Letselgevaar wanneer er zich iemand in het zwenkbereik van het vuilreservoir bevindt!

      Zorg ervoor dat er zich tijdens het ledigen geen personen of dieren in het zwenkbereik van het vuilreservoir ophouden.

      WAARSCHUWING

      Letselgevaar door knellen en afscheuren van lichaamsdelen wanneer in het mechanisme van het vuilreservoir wordt gegrepen!

      Grijp niet in het bewegingsgebied of aan de onderdelen van het ledigingsmechanisme van het vuilreservoir.

      WAARSCHUWING

      Verwondingsgevaar door het neerlaten van het vuilreservoir!

      Het opgetilde vuilreservoir kan abrupt worden neergelaten en ernstig letsel veroorzaken door beknelling en beklemming.

      Stap niet onder het onbeveiligde vuilreservoir.

      Zet het opgetilde vuilreservoir goed vast met de meegeleverde veiligheidsbeugel voordat u onder het vuilreservoir stapt.

      Instructie

      Bij het in de hoogte ledigen van de machine kan het vuilreservoir geleegd worden in bijv. een afvalcontainer (voor de maximale loshoogte zie hoofdstuk Technische gegevens).

        Optillen:

      1. Verwijder alle voorwerpen die niet goed vastzitten van het opbergvak.

      2. Zet de programmakeuzeschakelaar op "Rijden", zie hoofdstuk Programmakeuzeschakelaar.

        Het vuilreservoir kan alleen in deze stand worden opgetild.


        1. Knop vuilreservoir ontgrendelen
        2. Knop vuilreservoir optillen / neerlaten
        3. Knop reservoirklep openen / sluiten
      3. Plaats de machine voor de losplaats.

        LET OP

        Zorg voor voldoende vrije ruimte achter en boven het vuilreservoir.

      4. Wacht ten minste 1 minuut tot het stof in het vuilreservoir is neergedaald.

      5. Legen:

      6. Druk op de knop "vuilreservoir ontgrendelen" en houd deze ingedrukt.

        Instructie

        Om veiligheidsredenen kan het vuilreservoir alleen met tweehandbediening worden leeggemaakt. Houd de knop "vuilreservoir ontgrendelen" tijdens het gehele leegmaakproces ingedrukt.

      7. Zet de knop "vuilreservoir optillen / neerlaten" in de stand "optillen" en houd hem ingedrukt.

        Het vuilreservoir wordt opgetild.

        1. Om in een hoge container te legen, tilt u het vuilreservoir volledig op.

          Rijd dan langzaam naar de container.

        2. Om op de grond of in lage containers te legen, moet het vuilreservoir ten minste 75 cm worden opgetild.

          Op lagere hoogte is het niet mogelijk om de containerklep te openen.

        3. Laat de knop "vuilreservoir optillen / neerlaten" los.

      8. Zet de knop "reservoirklep openen / sluiten" in de stand "openen".

        De reservoirklep wordt geopend en het vuilreservoir wordt leeggemaakt.

      9. Zet de knop "reservoirklep openen / sluiten" in de stand "sluiten".

        De reservoirklep wordt gesloten.

      10. Neerlaten:

      11. Rijd de machine ca. 2 m weg van de losplaats.

        LET OP

        Zorg voor voldoende vrije ruimte achter en onder het vuilreservoir.

      12. Zet de knop "vuilreservoir optillen / neerlaten" in de stand "neerlaten" en laat het vuilreservoir volledig zakken.

      13. Laat de knop "vuilreservoir ontgrendelen" en de knop "vuilreservoir optillen / neerlaten" los.

      14. Leg de verwijderde items terug op het opbergvak.

      Machine uitschakelen

      LET OP

      Druk op de noodstopknop als een gevaarlijke situatie vereist dat de machine en alle rij- en reinigingsfuncties onmiddellijk moeten worden uitgeschakeld, zie hoofdstuk Noodstopschakelaar.

      Gebruik de noodstopknop niet om de machine bij normaal bedrijf uit te schakelen, maar ga als volgt te werk:

      1. Parkeer de machine horizontaal.

        Instructie

        De parkeerrem wordt automatisch geactiveerd wanneer de machine tot stilstand is gekomen.

        Leeg het vuilreservoir elke dag voordat de machine de laatste keer wordt uitgeschakeld, zie hoofdstuk Vuilreservoir leegmaken.

        Laad de batterij elke dag op nadat u de machine de laatste keer heeft uitgeschakeld, zie hoofdstuk Accu laden.

      2. Draai de programmakeuzeschakelaar naar de stand "Rijden".

      3. Draai de sleutel in de sleutelschakelaar naar de stand "O" en verwijder de sleutel.

        Instructie

        Het stoffilter wordt automatisch gereinigd, daarna schakelt de machine volledig uit.

      Transport

      GEVAAR

      Letsel- en beschadigingsgevaar bij belading van de machine!

      Bij belading van de machine bestaat letselgevaar doordat de machine wegrolt, kantelt en valt.

      Houd bij belading rekening met het gewicht en de afmetingen van de machine en gebruik een geschikte oprijplaat.

      Beveilig de machine bij het beladen tegen wegrollen, kantelen en vallen.

      Gebruik geen vorkheftruck voor de belading.

      Laad de machine alleen op een vlakke, horizontale ondergrond.

      Verplaats de machine op hellingen en afdalingen alleen met de eigen rijaandrijving van de machine, nooit door te duwen.

      GEVAAR

      Letsel- en beschadigingsgevaar door het niet in acht nemen van het gewicht!

      Letsel- en beschadigingsgevaar door het niet in acht nemen van het gewicht tijdens vervoer en opslag van de machine.

      Neem bij vervoer en opslag het gewicht van de machine in acht.

      Beveilig de machine tijdens het vervoer in overeenstemming met de geldende voorschriften tegen wegglijden en kantelen.

      1. Laad de machine, zie hoofdstuk Machine lossen.

      2. Schakel de machine uit, zie hoofdstuk Machine uitschakelen.

      3. Ontkoppel de spanningsvoorziening, zie hoofdstuk Spanningsvoorziening loskoppelen / aansluiten.

      4. Beveilig de machine aan de wielen tegen wegrollen met keggen.

      5. Bind de machine met geschikte spanriemen of -kabels vast op de gemarkeerde bevestigingspunten.


        Weergegeven op een KM 100/120 R G

        • Voor: Aan de voetsteun ter hoogte van de voorste toren.

        • Achter: Openingen (ø ca. 30 mm) links en rechts in het frame tussen de achterwielen en het vuilreservoir.

        LET OP

        De bevestigingspunten zijn gemarkeerd met kettingsymbolen. Gebruik alleen de gemarkeerde bevestigingspunten voor het vastsjorren, anders wordt de machine beschadigd.

      Opslag

      GEVAAR

      Letsel- en beschadigingsgevaar door het niet in acht nemen van het gewicht!

      Letsel- en beschadigingsgevaar door het niet in acht nemen van het gewicht tijdens vervoer en opslag van de machine.

      Neem bij vervoer en opslag het gewicht van de machine in acht.

      Beveilig de machine tijdens het vervoer in overeenstemming met de geldende voorschriften tegen wegglijden en kantelen.

      1. Maak het vuilreservoir leeg, zie hoofdstuk Vuilreservoir leegmaken.

      2. Reinig de binnenkant van de machine, zie hoofdstuk Binnenkant van de machine reinigen.

      3. Reinig de buitenkant van de machine, zie hoofdstuk Buitenkant van de machine reinigen.

      4. Parkeer de machine op een vlakke, horizontale ondergrond in een droge, vorstvrije omgeving.

      5. Draai de sleutel in de sleutelschakelaar naar de stand "O" en verwijder de sleutel.

      6. Ontkoppel de spanningsvoorziening, zie hoofdstuk Spanningsvoorziening loskoppelen / aansluiten.

      7. Laad de batterij op, zie hoofdstuk Accu laden.

        LET OP

        Herhaal het laadproces om de 6 weken, anders kan de batterij beschadigd raken.

      8. Dek de machine stofdicht af.

      Verzorging en onderhoud

      WAARSCHUWING

      Levensgevaar, letsel- en beschadigingsgevaar!

      Bij verzorging en onderhoud van de machine bestaat levensgevaar, letsel- en beschadigingsgevaar als de veiligheidsinstructies niet in acht worden genomen!

      Neem alle veiligheidsinstructies voor verzorging en onderhoud in acht die in het hoofdstuk Veiligheidsinstructies aan het begin van deze gebruiksaanwijzing staan.

      Reiniging van het apparaat

      LET OP

      Kortsluitingen of andere schade. Reinig het apparaat niet met een slang of een hogedrukstraal.

      LET OP

      Ondeskundige reiniging

      Beschadigingsgevaar.

      Gebruik geen schurende of agressieve reinigingsmiddelen.

      GEVAAR

      Gezondheidsrisico door stof

      Voor inwendige reiniging met perslucht.

      Draag een stofmasker en een veiligheidsbril.

      Binnenkant van de machine reinigen

      1. De Machine uitschakelen.

      2. Open de linker en rechter bekleding, zie hoofdstuk Linker / rechter bekleding openen / sluiten .

      3. Trek persoonlijke veiligheidsuitrusting aan (veiligheidsbril, gelaatsscherm, ademhalingstoestel, gehoorbescherming, enz).

      4. Blaas de machine uit met perslucht.

      5. Maak de binnenkant van de machine schoon met een doek die met een mild zeepsop werd bevochtigd.

      6. Sluit de linker en rechter bekleding, zie hoofdstuk Linker / rechter bekleding openen / sluiten .

      Buitenkant van de machine reinigen

      1. De Machine uitschakelen.

      2. Maak de buitenkant van de machine schoon met een doek die met een mild zeepsop werd bevochtigd.

      Onderhoudsintervallen

      Instructie

      Om tegemoet te komen aan de garantie-eisen, moeten tijdens de garantielooptijd alle service- en onderhoudswerkzaamheden door een geautoriseerde service conform de inspectiechecklist (ICL) worden uitgevoerd.

      • De bedrijfsurenteller geeft het tijdstip van de onderhoudsintervallen aan.

      • De intervallen voor service- en onderhoudswerkzaamheden door de klant/exploitant staan vermeld in hoofdstuk Onderhoud door de klant. De werkzaamheden moeten worden uitgevoerd door een gekwalificeerde expert. Raadpleeg indien nodig een Kärcher-vakhandelaar of -service.

      • Overige onderhoudswerkzaamheden dienen door de erkende service te worden uitgevoerd overeenkomstig de inspectiechecklist. Neem tijdig contact op met de service.

      Onderhoud door de klant

      Instructie

      De volgende onderhoudswerkzaamheden moeten worden uitgevoerd door een gekwalificeerde vakman, raadpleeg indien nodig een Kärcher-vakhandelaar of -service.

      Werkzaamheden aan de hydraulica mogen alleen door de erkende service worden uitgevoerd.

        Dagelijks:

      1. Voer de veiligheidscontrole uit voordat u start, zie hoofdstuk Veiligheidscontrole voor het starten.

      2. Laad een ontladen batterij op, controleer het elektrolytpeil en corrigeer indien nodig, zie hoofdstuk Accu laden.

      3. Wekelijks:

        WAARSCHUWING

        Verwondingsgevaar door het neerlaten van het vuilreservoir!

        Het opgetilde vuilreservoir kan abrupt worden neergelaten en ernstig letsel veroorzaken door beknelling en beklemming.

        Stap niet onder het onbeveiligde vuilreservoir.

        Zet het opgetilde vuilreservoir goed vast met de meegeleverde veiligheidsbeugel voordat u onder het vuilreservoir stapt.

      4. Controleer of alle bewegende delen soepel bewegen en laat ze zo nodig smeren of repareren.

        Instructie

        Voor alle onderhouds- en reparatiewerkzaamheden waarbij het vuilreservoir is opgetild, de veiligheidsbeugel inbouwen, zie hoofdstuk Veiligheidshendel vuilreservoir in-/uitbouwen.

      5. Controleer de afdichtlijsten op de veegwalskast op juiste afstelling en slijtage, corrigeer de afstelling indien nodig en vervang versleten afdichtlijsten, zie hoofdstuk Afdichtlijsten instellen / uit- / inbouwen .

      6. Controleer de 3 afdichtlijsten op de klep van het vuilreservoir op beschadigingen, vervang indien nodig.

      7. Controleer de veegwals op slijtage en beschadiging, vervang indien nodig, zie hoofdstuk Veegwals uitbouwen / controleren / inbouwen.

      8. Controleer de zijbezem(s) op slijtage en beschadiging, vervang indien nodig, zie hoofdstuk Zijbezems controleren / uitbouwen / inbouwen.

      9. Controleer het stoffilter op vuil en beschadiging, vervang indien nodig en reinig de stoffilterkast, zie hoofdstuk Stoffilter uitbouwen / reinigen / inbouwen.

      10. Controleer het hydraulisch systeem op lekken en laat het indien nodig repareren.

      11. Controleer de aandrijfriem van het blazerwiel op slijtage en beschadiging, vervang indien nodig.

      12. Maandelijks:

      13. Controleer de batterij aan de hand van de gebruiksaanwijzing van de batterijfabrikant op afwijkingen van de elektrolytdichtheid en -temperatuur tussen de batterijcellen, neem indien nodig contact op met de service.

      Onderhoud door de servicedienst

      Instructie

      Om tegemoet te komen aan garantie-eisen, moeten tijdens de garantielooptijd alle service- en onderhoudswerken door een geautoriseerde Kärcher-servicedienst conform de inspectiechecklist worden uitgevoerd.

      • Eerste inspectie na 20 bedrijfsuren

      • Onderhoud om de 100 bedrijfsuren

      • Onderhoud om de 300 bedrijfsuren

      • Laat indien nodig, maar ten minste jaarlijks, de isolatieweerstand van de machine en de batterij overeenkomstig de gebruiksaanwijzing van de batterijfabrikant controleren door een elektricien.

      Onderhoudswerkzaamheden

      Veegwals uitbouwen / controleren / inbouwen

      Door de vlottende lagering van de veegwals wordt bij slijtage van de borstels de veegspiegel automatisch bijgesteld.

      1. Schakel de machine uit, zie hoofdstuk Machine uitschakelen.

      2. Uitbouwen:

      3. Open de linker bekleding, zie hoofdstuk Linker / rechter bekleding openen / sluiten .

      4. Draai de linker kartelschroef eruit.


        1. Linker kartelschroef
        2. Lagerplaat
        3. Afdekplaat
        4. Rechter kartelschroef
      5. Trek de lagerplaat eruit.

      6. Draai de rechter kartelschroef eruit.

      7. Trek de afdekplaat eraf.

      8. Trek de veegwals eruit.


        1. Veegwals
        2. Veegwalshouder (aan beide zijden)
        3. Punt van een pijlvormige borstellijst
      9. Controleren:

      10. Controleer de veegwals op slijtage, beschadiging en omwikkelde flexibele voorwerpen zoals linten, koorden, enz. Vervang de veegwals als deze versleten of beschadigd is of als het reinigingsresultaat niet bevredigend is, of verwijder omwikkelde voorwerpen.

      11. Inbouwen:

      12. Bouw de veegwals in.

        Zorg voor de juiste uitlijning, de punten van de pijlvormige borstellijsten moeten in de rijrichting wijzen wanneer u vooruit rijdt.

      13. Installeer de afdekplaat.


        1. Linker kartelschroef
        2. Lagerplaat
        3. Afdekplaat
        4. Rechter kartelschroef
      14. Draai de rechter kartelschroef vast.

      15. Installeer de lagerplaat.

      16. Draai de linker kartelschroef vast.

      17. Sluit de linker bekleding, zie hoofdstuk Linker / rechter bekleding openen / sluiten .

      Zijbezems controleren / uitbouwen / inbouwen

      Door de zwevende lagering van de zijbezem past de veegspiegel zich automatisch aan wanneer de borstelharen afslijten.

      1. Schakel de machine uit, zie hoofdstuk Machine uitschakelen.

      2. Controleren:

      3. Controleer de zijbezem op slijtage, beschadiging en ingewikkelde flexibele voorwerpen zoals linten, touwtjes, enz. Vervang de zijbezem als deze versleten of beschadigd is of als het reinigingsresultaat niet bevredigend is, of verwijder ingewikkelde voorwerpen.


        1. Zijbezem
        2. Schroef (3 stuks)
      4. Uitbouwen:

      5. Draai de schroeven eruit.

      6. De zijbezem verwijderen.

      7. Maak de zijbezemhouder schoon.

      8. Inbouwen:

      9. Bevestig de nieuwe zijbezem aan de zijbezemhouder.

      10. Draai de schroeven vast.

      Afdichtlijsten instellen / uit- / inbouwen

      Instructie

      De naloop van de voorste en achterste afdichtlijst definieert het omleggen van de afdichtlijst naar achteren bij vooruitrijden.

      Stel de zijdelingse afdichtlijsten dienovereenkomstig in, voor instelwaarden zie tabel Instelwaarden afdichtlijsten.

      1. Schakel de machine uit, zie hoofdstuk Machine uitschakelen.

      2. Instellen:

      3. Open de bijbehorende bekleding, zie hoofdstuk Linker / rechter bekleding openen / sluiten .

      4. Draai de schroeven of moeren op de bevestigingsplaat van de betreffende afdichtlijst los.


        1. Bevestigingsplaat
        2. Zijdelingse afdichtlijst
        3. Voorste afdichtlijst
        4. Achterste afdichtlijst
      5. Stel de afdichtlijst in door ze te verschuiven in de langgaten.

      6. Draai de schroeven of moeren op de bevestigingsplaat van de betreffende afdichtlijst vast.

      7. In- / uitbouwen:

      8. Draai de schroeven of moeren op de bevestigingsplaat van de overeenkomstige afdichtlijst eruit.

      9. Verwijder de bevestigingsplaat en de afdichtlijst.

      10. De inbouw gebeurt in de omgekeerde volgorde.

        Montage-instructie

        Stel de afdichtlijst in voordat u de schroeven of moeren vastdraait.

      11. Sluit de linker of rechter bekleding, zie hoofdstuk Linker / rechter bekleding openen / sluiten .

      Tabel Instelwaarden afdichtlijsten:
      Afdichtingslijst
      Instelwaarde
      Zijdelingse afdichtlijst
      Afstand tot de grond 1–3 mm
      Voorste afdichtlijst
      Naloop 10–15 mm
      Achterste afdichtlijst
      Naloop 5–10 mm

      Stoffilter uitbouwen / reinigen / inbouwen

      GEVAAR

      Gezondheidsrisico door stof

      Draag een stofmasker en veiligheidsbril bij werkzaamheden aan de filterinstallatie.

      Neem de veiligheidsvoorschriften bij de omgang met fijn stof in acht.

      1. Schakel de machine uit, zie hoofdstuk Machine uitschakelen.

      2. Uitbouwen:

      3. Wacht ten minste 1 minuut totdat de automatische reiniging van het stoffilter is voltooid en het stof in de filterkast zich heeft afgezet.

      4. Pak de greep vast en zwenk het opbergvak omhoog.


        1. Opbergvak
        2. Greep
        3. Hendel
        4. Stoffilter
      5. Beweeg de hendel naar rechts in de vergrendeling.

      6. Neem het stoffilter naar boven toe eruit.

      7. Reinigen:

      8. Controleer het stoffilter op vuil en beschadiging, reinig of vervang indien nodig.

        LET OP

        Reinig het stoffilter niet met perslucht of borstel het stoffilter niet uit. Om te reinigen zachtjes afkloppen of afzuigen.

      9. Inbouwen:

      10. De inbouw gebeurt in de omgekeerde volgorde.

      Achterwiel uit- / inbouwen

      GEVAAR

      Levensgevaar bij het optillen van de machine!

      Bij het optillen van de machine bestaat levensgevaar door het wegglijden van de krik.

      Ga nooit onder de opgetilde machine zitten of liggen.

      Til de machine alleen op als deze op een stevige, horizontale ondergrond staat en beveilig de machine tegen wegrollen.

      Til de machine alleen op met geschikte krikken die zijn ontworpen voor het gewicht van de machine.

      Plaats krikken uitsluitend op de plaatsen die op het voertuigchassis zijn aangegeven.

        Uitbouwen:

      1. Parkeer de machine op een stevige, horizontale ondergrond.

      2. Schakel de machine uit, zie hoofdstuk Machine uitschakelen.

      3. Open de bijbehorende bekleding, zie hoofdstuk Linker / rechter bekleding openen / sluiten .

      4. Beveilig het tegenoverliggende achterwiel met keggen tegen wegrollen.

      5. Draai de wielbout ca. 1 slag tegen de wijzers van de klok in los, bijv. met een kruissleutel.


        1. Krikbevestigingspunt
        2. Symbool krikbevestigingspunt
        3. Onderlegring
        4. Wielbout
        5. Achterwiel
      6. Plaats een geschikte krik op het krikbevestigingspunt en hef de machine op tot het achterwiel vrij kan ronddraaien.

        Machinegewichten zie hoofdstuk Technische gegevens.

      7. Schroef de wielbout eruit en verwijder hem met de onderlegring.

      8. Neem het achterwiel van de wielnaaf.

      9. Laat een defect achterwiel repareren of vervangen in een gespecialiseerde werkplaats.

      10. Inbouwen:

      11. Steek het achterwiel op de wielnaaf.

      12. Span de wielbout met de onderlegring, bijv. met een kruissleutel, in de richting van de wijzers van de klok handvast aan.

      13. Laat de machine zakken.

      14. Draai de wielbout vast.

        Aandraaimoment: 56 Nm.

      15. Sluit de bijbehorende bekleding, zie hoofdstuk Linker / rechter bekleding openen / sluiten .

      16. Verwijder de keggen.

      Voorwiel demonteren / monteren

      1. Laat de demontage en montage van het voorwiel door een servicedienst uitvoeren.

      Hydraulisch oliepeil controleren / hydraulische olie bijvullen

      Instructie

      Het hydraulisch systeem van de machine is een gesloten systeem dat geen brandstof verbruikt. Zolang er geen lekken zijn, is het niet nodig het hydraulisch oliepeil te controleren. Indien lekken of storingen worden vastgesteld, dient u de servicedienst te waarschuwen en het hydraulische systeem te laten repareren.

      Veiligheidshendel vuilreservoir in-/uitbouwen

        Inbouwen:

      1. Parkeer de machine op een stevige, horizontale ondergrond.

      2. Til het vuilreservoir volledig op, zie hoofdstuk Vuilreservoir leegmaken.

      3. Schakel de machine uit, zie hoofdstuk Machine uitschakelen.

      4. Open de rechter bekleding, zie hoofdstuk Linker / rechter bekleding openen / sluiten .

      5. Verwijder de veiligheidsbeugel.

        1. Trek de splitpennen uit de bouten.

        2. Trek de bouten eruit en verwijder de veiligheidsbeugel van de balk.


      6. Plaats de veiligheidsbeugel tussen de rechterbalk en de rechter hefarm zoals afgebeeld.


      7. Plaats de bouten.

        1. Plaats de bouten in de boringen.

        2. Steek de splitpennen in de boringen van de bouten totdat de splitpennen vastklikken.


        LET OP

        Beschadigingsgevaar!

        Het optillen of neerlaten van het vuilreservoir met gemonteerde veiligheidsbeugel veroorzaakt schade aan de machine en de veiligheidsbeugel! Om te voorkomen dat het vuilreservoir hydraulisch wordt opgetild of neergelaten, is het niet mogelijk om de rechterbekleding te sluiten wanneer de veiligheidsbeugel is ingebouwd. Dit activeert de veiligheidsschakeling.

        Sluit de rechterbekleding voorzichtig!

      8. Uitbouwen:

      9. De uitbouw gebeurt in de omgekeerde volgorde.

      Hulp bij storingen

      WAARSCHUWING

      Letsel- en beschadigingsgevaar bij werkzaamheden aan onderdelen onder spanning!

      Werkzaamheden aan onder spanning staande onderdelen van de machine kunnen letsel door elektrische schokken en beschadiging aan de machine veroorzaken.

      Schakel de machine uit, trek de netstekker van het oplaadapparaat uit het stopcontact en onderbreek de spanningsvoorziening van de machine voordat u inspectie-, onderhouds- of reinigingswerken uitvoert.

      Laat reparaties aan onderdelen onder spanning alleen uitvoeren door een erkende klantenservice.

      WAARSCHUWING

      Letselgevaar door onverwachts starten van motoren en systemen!

      Bij ingeschakelde machine kunnen motoren of systemen onverwachts starten en letsels veroorzaken door bijv. vastklemmen, pletten of afscheuren.

      Schakel de machine uit en verwijder de sleutel uit de sleutelschakelaar voordat u inspectie-, onderhouds- of reinigingswerken uitvoert.

      Kleinere storingen kunt u met behulp van het volgende overzicht zelf verhelpen.

      Neem bij alle niet vermelde storingen contact op met de servicedienst!

      Zekering in- / uitbouwen

      LET OP

      Beschadigingsgevaar indien ongeschikte zekeringen worden gebruikt!

      Als zekeringen worden gebruikt die niet aan de specificaties van de fabrikant voldoen, kunnen elektrische en elektronische onderdelen onherstelbaar worden beschadigd.

      Gebruik alleen zekeringen die voldoen aan de specificaties van de fabrikant wat betreft vorm (steekzekering, strookzekering) en stroomsterkte (A).

      Als een functie uitvalt, controleer dan de bijbehorende zekering en vervang deze indien nodig. Neem indien nodig contact op met de service.

        Uitbouwen:

      1. Schakel de machine uit, zie hoofdstuk Machine uitschakelen.

      2. Ontkoppel de spanningsvoorziening, zie hoofdstuk Spanningsvoorziening loskoppelen / aansluiten.

      3. Open de linker bekleding, zie hoofdstuk Linker / rechter bekleding openen / sluiten .

      4. De schroef eruit draaien.


        1. Schroef
        2. Afdekking elektronicakast
        3. Grendelhaak
      5. Trek de afdekking van de elektronicakast iets naar voren, maak de afdekking los van de haak aan de achterzijde en neem de afdekking eraf.

      6. Identificeer de defecte zekering.

      7. Verwijder de bijbehorende zekeringsafdekking.


        1. Zekering F1 (steekzekering 30 A)
        2. Zekering F2 (strookzekering 150 A)
        3. Zekering F3 (strookzekering 200 A)
        4. Zekeringsafdekking
      8. Verwijder de zekering.

        1. Steekzekering: Trek de steekzekering uit de zekeringhouder.

        2. Strookzekering: Schroef de moeren eraf en verwijder de resten van de strookzekering uit de zekeringhouder.

      9. Inbouwen:

      10. Plaats de zekering.

        1. Steekzekering: Steek de steekzekering tot aan de aanslag in de zekeringhouder.

        2. Strookzekering: Plaats de strookzekering in de zekeringhouder en draai de moeren vast.

      11. Plaats de zekeringsafdekking.

      12. Haak de afdekking van de elektronicakast vast en duw naar achteren.

      13. De schroef vastdraaien.

      14. Sluit de linker bekleding, zie hoofdstuk Linker / rechter bekleding openen / sluiten .

      15. Sluit de stroomvoorziening aan, zie hoofdstuk Spanningsvoorziening loskoppelen / aansluiten.

      Storingen

      • De machine rijdt niet. 

      • Stofontwikkeling bij het vegen / onvoldoende zuigcapaciteit. 

      • Het reinigingsresultaat is niet bevredigend. 

      • De veegwals of zijbezems draaien niet. 

      • Het vuilreservoir kan niet worden leeggemaakt. 

      • De rechterbekleding kan niet worden gesloten. 

      De machine rijdt niet.

      Oorzaak:

      De spanningsvoorziening naar de machine is onderbroken.

      Oplossing:

      1. Neem plaats op de bestuurdersstoel om de stoelcontactschakelaar te activeren.

      2. Controleer of de noodstopknop werd ingedrukt, ontgrendel indien nodig de noodstopknop, zie hoofdstuk Noodstopschakelaar.

      3. Draai de sleutel in de sleutelschakelaar in de stand "I".

      4. Lees de laadstatus van de batterij af op het display, laad de batterij indien nodig op, zie hoofdstuk Accu laden.

      5. Controleer of de linker en rechter bekleding gesloten zijn, sluit indien nodig, zie hoofdstuk Linker / rechter bekleding openen / sluiten .

      6. Controleer of de batterijstekker correct in elkaar is gestoken, steek indien nodig correct in elkaar, zie hoofdstuk Spanningsvoorziening loskoppelen / aansluiten.

      7. Controleer de zekeringen, vervang indien nodig, zie hoofdstuk Zekering in- / uitbouwen.

      8. Indien de machine nog steeds niet rijdt, informeer dan de service.

      Stofontwikkeling bij het vegen / onvoldoende zuigcapaciteit.

      Oorzaak:

      Het vuilreservoir is vol.

      Oplossing:

      1. Maak het vuilreservoir leeg, zie hoofdstuk Vuilreservoir leegmaken.

      Oorzaak:

      Het stoffilter is verstopt.

      Oplossing:

      1. Reinig het stoffilter, vervang het indien het sterk vervuild is, zie hoofdstuk Stoffilter uitbouwen / reinigen / inbouwen.

      Oorzaak:

      Het stoffilter is beschadigd.

      Oplossing:

      1. Vervang het stoffilter, zie hoofdstuk Stoffilter uitbouwen / reinigen / inbouwen.

      Oorzaak:

      Het stoffilter is verkeerd ingebouwd.

      Oplossing:

      1. Plaats het stoffilter correct, zie hoofdstuk Stoffilter uitbouwen / reinigen / inbouwen.

      Oorzaak:

      De afdichtlijsten op de veegwalskast zijn verkeerd ingesteld.

      Oplossing:

      1. Stel de afdichtlijsten correct in, zie hoofdstuk Afdichtlijsten instellen / uit- / inbouwen .

      Oorzaak:

      De afdichtlijsten op de veegwalskast zijn versleten.

      Oplossing:

      1. Vervang de afdichtlijsten, zie hoofdstuk Afdichtlijsten instellen / uit- / inbouwen .

      Oorzaak:

      De afdichtingen op de filterkast zitten los of zijn beschadigd.

      Oplossing:

      1. Laat de afdichtingen op de filterkast door de service vervangen of op de juiste manier aanbrengen.

      Oorzaak:

      De afdichtlijsten aan de vuilreservoirklep zitten los of zijn beschadigd.

      Oplossing:

      1. Laat de afdichtlijsten op de vuilreservoirklep door de service vervangen of correct aanbrengen.

      Het reinigingsresultaat is niet bevredigend.

      Oorzaak:

      De zijbezem is versleten.

      Oplossing:

      1. Vervang de zijbezem, zie hoofdstuk Zijbezems controleren / uitbouwen / inbouwen.

      Oorzaak:

      De veegwals is versleten.

      Oplossing:

      1. Vervang de veegwals, zie hoofdstuk Veegwals uitbouwen / controleren / inbouwen.

      Oorzaak:

      De afdichtlijsten op de veegwalskast zijn onjuist afgesteld.

      Oplossing:

      1. Stel de afdichtlijsten correct in, zie hoofdstuk Afdichtlijsten instellen / uit- / inbouwen .

      Oorzaak:

      De afdichtlijsten op de veegwalskast zijn versleten.

      Oplossing:

      1. Vervang de afdichtlijsten, zie hoofdstuk Afdichtlijsten instellen / uit- / inbouwen .

      Oorzaak:

      De klep voor nat veeggoed is geopend.

      Oplossing:

      1. Sluit de klep voor nat veeggoed.

      Oorzaak:

      De grofvuilklep is geopend.

      Oplossing:

      1. Laat de grofvuilklep door de servicedienst repareren.

      De veegwals of zijbezems draaien niet.

      Oorzaak:

      De spanningsvoorziening naar de machine is onderbroken.

      Oplossing:

      1. Sluit de spanningsvoorziening aan, zie hoofdstuk De machine rijdt niet.

      Oorzaak:

      Het programma "Rijden" is ingesteld.

      Oplossing:

      1. Zet de programmakeuzeschakelaar op "Vegen met veegwals" of "Vegen met veegrol en zijbezems", zie hoofdstuk Programmakeuzeschakelaar.

      Oorzaak:

      De veegwals of de zijbezems zijn geblokkeerd.

      Oplossing:

      1. Controleer de veegwals of de zijbezems op omwikkelde, flexibele voorwerpen zoals linten, snoeren enz. en verwijder ze, zie hoofdstuk Veegwals uitbouwen / controleren / inbouwen en Zijbezems controleren / uitbouwen / inbouwen.

      Oorzaak:

      Het vuilreservoir is niet volledig neergelaten.

      Oplossing:

      1. Laat het vuilreservoir volledig zakken, zie hoofdstuk Vuilreservoir leegmaken.

      Het vuilreservoir kan niet worden leeggemaakt.

      Oorzaak:

      De spanningsvoorziening naar de machine is onderbroken.

      Oplossing:

      1. Sluit de spanningsvoorziening aan, zie hoofdstuk De machine rijdt niet.

      Oorzaak:

      De tweehandbediening voor het veilig leegmaken van het vuilreservoir werd niet in acht genomen.

      Oplossing:

      1. Leeg het vuilreservoir met tweehandbediening, zie hoofdstuk Vuilreservoir leegmaken.

      Oorzaak:

      De linker en rechter vergrendelingsschroef op het vuilreservoir zijn afgesneden.

      Oplossing:

      1. Laat de breekborgschroeven door de service vervangen.

      Oorzaak:

      Het programma "Vegen met veegwals" of "Vegen met veegwals en zijbezems" is ingesteld.

      Oplossing:

      1. Zet de programmakeuzeschakelaar op "Rijden", zie hoofdstuk Programmakeuzeschakelaar

      De rechterbekleding kan niet worden gesloten.

      Oorzaak:

      Het vuilreservoir is beveiligd door de veiligheidsbeugel.

      Oplossing:

      1. De veiligheidsbeugel verwijderen, zie hoofdstuk Veiligheidshendel vuilreservoir in-/uitbouwen.

      Toebehoren / slijtageonderdelen

      Hieronder volgt een overzicht van slijtageonderdelen of optioneel verkrijgbaar toebehoren.

      Slijtageonderdelen en toebehoren
      Beschrijving / opmerking
      Bestelnr.
      Zijbezem,
      Standaard
      Voor binnen- en buitenoppervlakken.
      6.905-986.0
      Zijbezem, zacht
      Voor fijn stof, op binnen- en buitenoppervlakken.
      Bestand tegen natheid
      6.906-133.0
      Zijbezem, hard
      Voor het verwijderen van hardnekking aanklevend vuil buiten.
      Bestand tegen natheid
      6.906-065.0
      Veegwals,
      Standaard
      Voor binnen- en buitenoppervlakken.
      Slijtvast en bestand tegen natheid
      6.905-095.0
      Veegwals, zacht
      Voor fijn stof, op binnen- en buitenoppervlakken.
      Bestand tegen natheid
      6.905-190.0
      Veegwals, hard
      Voor het verwijderen van hardnekking aanklevend vuil buiten.
      Bestand tegen natheid
      6.905-191.0
      Stoffilter
      6.414-532.0
      Afdichtlijst, zijkant
      links en rechts
      5.365-078.0
      Afdichtlijst, achter
      5.365-053.0
      Afdichtlijst, voor
      5.294-000.0
      Achterwiel
      Als vervanging.
      6.435-845.0
      Batterij 24 V, 240 Ah
      6.654-112.0
      Toebehoren
      Beschrijving / opmerking
      Bestelnr.
      Oplaadapparaat, draagbaar
      6.654-442.0
      Wielset, niet markerend
      2.853-048.0
      Aanbouwset zijbezem, links
      *
      2.852-913.0
      Aanbouwset beschermdak
      *
      2.852-828.0
      Aanbouwset sproeisysteem
      *
      2.852-835.0
      Aanbouwset zwaailicht
      *
      2.852-911.0
      Aanbouwset werklicht
      *
      2.852-904.0
      Aanbouwset spotlight
      *
      2.852-995.0
      Aanbouwset rambeveiliging
      *
      2.852-491.0
      Aanbouwset achterlicht
      *
      2.853-042.0
      Aanbouwset zuigerhouder
      *
      2.853-030.0
      Aanbouwset extra zijbezem
      *
      2.853-034.0
      Home-Base toebehoren
      Beschrijving / opmerking
      Bestelnr.
      Adapter
      Voor het bevestigen van toebehoren aan de Home-Base-rail.
      5.035-488.0
      Dubbele haak
      Alleen in combinatie met adapter bruikbaar.
      6.980-077.0
      Reservoir reinigingsmiddel
      Alleen in combinatie met adapter bruikbaar.
      4.070-006.0
      Home-Basis-kit tang voor grof vuil
      Tang voor grof vuil met bevestigingsdelen.
      4.035-524.0

      * Installatie door de servicedienst vereist.

      Garantie

      In elk land gelden de garantievoorwaarden die door onze verantwoordelijke verkoopmaatschappij zijn uitgegeven. Mogelijke storingen aan uw apparaat verhelpen we binnen de garantieperiode gratis, voor zover een materiaal- of fabricagefout de oorzaak is. Als u gebruik wilt maken van de garantie, neemt u met uw aankoopbon contact op met uw distributeur of de dichtstbijzijnde geautoriseerde klantenservice.

      Meer informatie vindt u onder: www.kaercher.com/dealersearch

      Meer informatie over de garantie (indien beschikbaar) vindt u in het servicegedeelte van uw lokale Kärcher-website onder "Downloads".

      Technische gegevens

      • KM 100/120 R Bp 

      • KM 100/120 R Bp Pack 

      KM 100/120 R Bp

      Gegevens capaciteit apparaat
      Rijsnelheid (max.)
      6 km/h
      Werksnelheid (max.)
      6 km/h
      Klimvermogen (max.)
      12 %
      Werkbreedte zonder zijbezem
      730 mm
      Werkbreedte met 1 zijbezem
      1000 mm
      Werkbreedte met 2 zijbezem
      1280 mm
      Beschermingsgraad
      IPX 3
      Theoretische oppervlaktecapaciteit
      Oppervlaktecapaciteit zonder zijbezem
      4015 m2/h
      Oppervlaktecapaciteit met 1 zijbezem
      5500 m2/h
      Oppervlaktecapaciteit met 2 zijbezem
      7040 m2/h
      Accu
      Accutype
      –
      Accucapaciteit
      – Ah
      Oplaadtijd wanneer de batterij volledig leeg is
      – h
      Bedrijfsduur met volledig opgeladen batterij
      – h
      Accuspanning
      – V
      Batterijgewicht
      – kg
      Elektrolytgehalte
      – l
      Oplaadapparaat
      Netspanning
      – V
      Uitgangsspanning
      – V
      Uitgangsstroom
      – A
      Omgevingsvoorwaarden
      Omgevingstemperatuur
      -5 ... +40 °C
      Luchtvochtigheid, niet condenserend
      20 ... 90 %
      Afmetingen en gewichten
      Lengte
      1660 mm
      Breedte
      1110 mm
      Hoogte
      1355 mm
      Leeggewicht
      490 kg
      Leeggewicht (transportgewicht)
      490 kg
      Toegestaan totaal gewicht
      1060 kg
      Breedte veegwals
      730 mm
      Diameter veegwals
      285 mm
      Diameter zijbezem
      410 mm
      Vuilreservoir
      Volume vuilreservoir
      120 l
      Max. lading vuilreservoir
      150 kg
      Ontlaadhoogte (max.)
      1520 mm
      Filter en zuigsysteem
      Filteroppervlak stoffilter
      6 m2
      Gebruikscategorie
      U
      Rijmotor (elektrisch)
      Motortype
      Gelijkstroommotor met permanente magneet voor vooruit en achteruit rijden
      Type
      Wielnaafmotor in voorwiel
      Nominale spanning
      24 V
      Nominale stroom
      40 A
      Nominaal vermogen (mechanisch)
      780 W
      Motortoerental
      traploos 1/min
      Beschermingsgraad
      IP 44
      Zijbezemmotor (elektrisch)
      Motortype
      Gelijkstroommotor met permanente magneet
      Type
      Tandwielmotor (haakse overbrenging)
      Nominale spanning
      24 V
      Nominale stroom
      8,5 A
      Nominaal vermogen (mechanisch)
      80 W
      Toerental zijbezem
      80 1/min
      Beschermingsgraad
      IP 44
      Blazer- en veegwalsmotor (elektrisch)
      Motortype
      Gelijkstroommotor met permanente magneet
      Type
      B14
      Nominale spanning
      24 V
      Nominale stroom
      32 A
      Nominaal vermogen (mechanisch)
      600 W
      Toerental
      3500 1/min
      Beschermingsgraad
      IP 54
      Bandenuitrusting
      Adapterplaat, voor
      ø 300 mm
      Adapterplaat, achter
      4.00-8
      Bandenspanning
      0,45 (4,5) MPa (bar)
      Berekende waarden conform EN 60335-2-72
      Hand-arm-vibratiewaarde
      1,4 m/s2
      Vibratiewaarde hand-arm, onzekerheid K
      0,2 m/s2
      Vibratiewaarde stoel
      0,3 m/s2
      Vibratiewaarde zetel, onzekerheid K
      0,1 m/s2
      Geluidsdrukniveau LpA
      74 dB(A)
      Onzekerheid LPA en LWA
      3 dB(A)
      Geluidsvermogensniveau LWA
      92 dB(A)
      Geluidsvermogensniveau LWA + onzekerheid LWA
      94 dB(A)

      KM 100/120 R Bp Pack

      Gegevens capaciteit apparaat
      Rijsnelheid (max.)
      6 km/h
      Werksnelheid (max.)
      6 km/h
      Klimvermogen (max.)
      12 %
      Werkbreedte zonder zijbezem
      730 mm
      Werkbreedte met 1 zijbezem
      1000 mm
      Werkbreedte met 2 zijbezem
      1280 mm
      Beschermingsgraad
      IPX 3
      Theoretische oppervlaktecapaciteit
      Oppervlaktecapaciteit zonder zijbezem
      4015 m2/h
      Oppervlaktecapaciteit met 1 zijbezem
      5500 m2/h
      Oppervlaktecapaciteit met 2 zijbezem
      7040 m2/h
      Accu
      Accutype
      24 V 4 HPzS 240, lood-zuur, onderhoudsarm
      Accucapaciteit
      240 Ah
      Oplaadtijd wanneer de batterij volledig leeg is
      10 ... 15 h
      Bedrijfsduur met volledig opgeladen batterij
      3,5 h
      Accuspanning
      24 V
      Batterijgewicht
      195 kg
      Elektrolytgehalte
      38 l
      Oplaadapparaat
      Netspanning
      230 V
      Uitgangsspanning
      24 V
      Uitgangsstroom
      30 A
      Omgevingsvoorwaarden
      Omgevingstemperatuur
      -5 ... +40 °C
      Luchtvochtigheid, niet condenserend
      20 ... 90 %
      Afmetingen en gewichten
      Lengte
      1660 mm
      Breedte
      1110 mm
      Hoogte
      1355 mm
      Leeggewicht
      490 kg
      Leeggewicht (transportgewicht)
      684 kg
      Toegestaan totaal gewicht
      1060 kg
      Breedte veegwals
      730 mm
      Diameter veegwals
      285 mm
      Diameter zijbezem
      410 mm
      Vuilreservoir
      Volume vuilreservoir
      120 l
      Max. lading vuilreservoir
      150 kg
      Ontlaadhoogte (max.)
      1520 mm
      Filter en zuigsysteem
      Filteroppervlak stoffilter
      6 m2
      Gebruikscategorie
      U
      Rijmotor (elektrisch)
      Motortype
      Gelijkstroommotor met permanente magneet voor vooruit en achteruit rijden
      Type
      Wielnaafmotor in voorwiel
      Nominale spanning
      24 V
      Nominale stroom
      40 A
      Nominaal vermogen (mechanisch)
      780 W
      Motortoerental
      traploos 1/min
      Beschermingsgraad
      IP 44
      Zijbezemmotor (elektrisch)
      Motortype
      Gelijkstroommotor met permanente magneet
      Type
      Tandwielmotor (haakse overbrenging)
      Nominale spanning
      24 V
      Nominale stroom
      8,5 A
      Nominaal vermogen (mechanisch)
      80 W
      Toerental zijbezem
      80 1/min
      Beschermingsgraad
      IP 44
      Blazer- en veegwalsmotor (elektrisch)
      Motortype
      Gelijkstroommotor met permanente magneet
      Type
      B14
      Nominale spanning
      24 V
      Nominale stroom
      32 A
      Nominaal vermogen (mechanisch)
      600 W
      Toerental
      3500 1/min
      Beschermingsgraad
      IP 54
      Bandenuitrusting
      Adapterplaat, voor
      ø 300 mm
      Adapterplaat, achter
      4.00-8
      Bandenspanning
      0,45 (4,5) MPa (bar)
      Berekende waarden conform EN 60335-2-72
      Hand-arm-vibratiewaarde
      1,4 m/s2
      Vibratiewaarde hand-arm, onzekerheid K
      0,2 m/s2
      Vibratiewaarde stoel
      0,3 m/s2
      Vibratiewaarde zetel, onzekerheid K
      0,1 m/s2
      Geluidsdrukniveau LpA
      74 dB(A)
      Onzekerheid LPA en LWA
      3 dB(A)
      Geluidsvermogensniveau LWA
      92 dB(A)
      Geluidsvermogensniveau LWA + onzekerheid LWA
      94 dB(A)

      EU-conformiteitsverklaring

      Hiermee verklaren wij dat de hierna vermelde machine op basis van het ontwerp en type en in de door ons op de markt gebrachte uitvoering voldoet aan de relevante veiligheids- en gezondheidsvereisten van de EU-richtlijnen. Bij een niet door ons goedgekeurde wijziging van de machine verliest deze verklaring zijn geldigheid.

      Product: Veeg-/zuigmachine

      Type: 1.280-xxx

      Relevante EU-richtlijnen

      2006/42/EG (+2009/127/EG)

      2000/14/EG

      2014/30/EU

      2014/53/EU (TCU)

      Toegepaste geharmoniseerde normen

      EN 60335-1

      EN 60335-2-72

      EN 62233: 2008

      EN 55012: 2007 + A1: 2009

      EN 61000-6-2: 2005

      TCU

      EN 301 511 V12.5.1

      EN 300 440 V2.1.1

      EN 300 328 V2.2.2

      EN 300 330 V2.1.1

      EN 62311: 2008

      Geluidsvermogensniveau dB(A)

      KM 100/120 R BAT

      Gemeten: 92

      Gegarandeerd: 94

      Toegepaste nationale normen

      -

      Toegepaste conformiteitswaarderingsprocedure

      2000/14/EG: Bijlage V

      De ondergetekenden handelen in opdracht en met volmacht van de directie.


      Gevolmachtigde voor de documentatie:

      S. Reiser

      Alfred Kärcher SE & Co. KG

      Alfred-Kärcher-Str. 28 - 40

      71364 Winnenden (Germany)

      Tel.: +49 7195 14-0

      Fax: +49 7195 14-2212

      Winnenden, 2022/01/01