LogoCV 60/1 RS BPCV 60/1 RS Bp Pack 
  • Algemene instructies
  • Functie
  • Reglementair gebruik
  • Milieubescherming
  • Garantie
  • Leveringsomvang
  • Toebehoren en reserveonderdelen
  • Gevarenniveaus
  • Veiligheidsinstructies
    • Hoe te handelen in noodsituaties
    • Veiligheidsinrichtingen
      • Sleutelschakelaar
      • Noodstoptoets
      • Veiligheidspedaal
      • Veiligheidsschakelaar zijdeur
    • Symbolen waarschuwingsinstructies
  • Beschrijving apparaat
    • Overzicht apparaat voorkant
    • Overzicht apparaat achterkant
    • Bedieningspaneel
    • Reinigingsprogramma
    • Symbolen op het apparaat
    • Kleurmarkering
  • Instellingen
    • Modus selecteren
    • Taal selecteren
    • Informatie over de machine inkijken
    • Voorinstellingen instellen
      • Achteruitrijsignaal instellen
      • Dagelijks onderhoud instellen
      • Fabrieksinstellingen resetten
    • How-to guide ophalen
  • Inbedrijfstelling
    • Apparaat duwen
    • Lossen
    • Het stuurwiel monteren
    • Batterij inbouwen (alleen variant Bp)
    • Batterij laden
    • Accu verwijderen
  • Werking
    • Parkeerrem controleren
    • Remmen
    • Filterzak plaatsen
    • Rijden
    • Reiniging
    • Zuigen met de zuigslang (optie)
    • Reiniging beëindigen
    • Buitenwerkingstelling
  • Transport
  • Opslag
  • Verzorging en onderhoud
    • Onderhoudsintervallen
      • Vóór elk gebruik
      • Na elk gebruik
      • Om de 50 bedrijfsuren
      • Om de 100 bedrijfsuren
      • Om de 200 bedrijfsuren
    • Onderhoudscontract
    • Onderhoudswerkzaamheden
      • Lade voor grof vuil verwijderen
      • Veegwals vervangen
      • Zijbezem vervangen
  • Hulp bij storingen
  • Foutcodes
    • 01
    • 12
    • 16
    • 17
    • 1A
    • 1B
    • 1E
    • 1F
    • 22
    • 23
    • 25
    • 26
    • 27
    • 28
    • 29
    • 2A
    • 2B
    • 2C
    • 2E
    • 32
    • 33
    • 35
    • 80
    • 81
    • 82
    • 8B
    • 8C
    • 8D
    • 8E
    • 8F
    • 90
    • 91
    • 92
    • 93
    • 94
  • Toebehoren
    • Toebehoren
  • Technische gegevens
  • EU-conformiteitsverklaring

      CV 60/1 RS BP
      CV 60/1 RS Bp Pack 

      5.978-843.0 (10/23)

      Algemene instructies

      Voordat u het apparaat voor het eerst gebruikt, dient u deze originele gebruiksaanwijzing en de meegeleverde veiligheidsinstructies door te lezen en deze in acht te nemen.

      Bewaar beide documenten voor later gebruik of volgende eigenaars.

      Functie

      Het apparaat wordt gebruikt voor het stofzuigen van tapijtoppervlakken. Het vuil wordt met borstels van het tapijt losgemaakt, opgezogen en in een filterzak opgevangen.

      • Een werkbreedte van 600 mm maakt effectief gebruik gedurende lange perioden mogelijk.

      • Het apparaat is zelfrijdend.

      • De batterijen kunnen met behulp van een oplaadapparaat aan een 110-240V-contactdoos worden opgeladen.

      • Alle varianten hebben een ingebouwd oplaadapparaat.

      • Bij de variant CV 60/1 RS Bp Pack zijn de batterijen in de leveringsomvang inbegrepen.

        Voor de variant CV 60/1 RS Bp moeten de batterijen afzonderlijk worden besteld.

      Instructie

      Overeenkomstig de desbetreffende reinigingstaak en gebruiksplaats kan het apparaat met verschillend toebehoren worden uitgerust.

      Vraag naar onze catalogus of bezoek ons op internet op www.kaercher.com.

      Reglementair gebruik

      Gebruik dit apparaat uitsluitend overeenkomstig de gegevens in deze gebruiksaanwijzing.

      • Het apparaat mag alleen worden gebruikt voor het stofzuigen van droge tapijtvloeren.

      • Het apparaat mag alleen worden uitgerust met originele toebehoren en reserveonderdelen.

      • Het apparaat is niet bedoeld voor het reinigen van openbare verkeerswegen.

      • Het bedrijfstemperatuurbereik ligt tussen +5°C en +40°C.

      • Het apparaat mag niet worden gebruikt op drukgevoelige vloeren. Houd rekening met de toelaatbare oppervlaktebelasting van de vloer. De oppervlaktebelasting door het apparaat is aangegeven in de technische gegevens.

      • Het apparaat is niet geschikt voor gebruik in explosiegevaarlijke omgevingen.

      • Het apparaat is niet geschikt voor het opzuigen van stoffen die schadelijk zijn voor de gezondheid.

      • Reactief metaalstof (bijv. aluminium, magnesium, zink) vormt explosieve gassen in combinatie met sterk alkalische of zure reinigingsmiddelen.

      Milieubescherming

      De verpakkingsmaterialen zijn herbruikbaar. Verwijder verpakkingen op een milieuvriendelijke manier.

      Elektrische en elektronische apparaten bevatten waardevolle recyclebare materialen en vaak bestanddelen zoals batterijen, accu's of olie, die bij onjuiste omgang of verkeerd afvalverwijdering een potentieel gevaar voor de gezondheid van de mens en voor het milieu kunnen vormen. Voor een correcte werking van het apparaat zijn deze bestanddelen echter noodzakelijk. Voer apparaten met dit symbool niet samen met het huisvuil af.

      Instructies betreffende ingrediënten (REACH)

      Actuele informatie over ingrediënten vindt u op: www.kaercher.de/REACH

      Garantie

      In elk land gelden de garantievoorwaarden die door onze verantwoordelijke verkoopmaatschappij zijn uitgegeven. Mogelijke storingen aan uw apparaat verhelpen we binnen de garantieperiode gratis, voor zover een materiaal- of fabricagefout de oorzaak is. Als u gebruik wilt maken van de garantie, neemt u met uw aankoopbon contact op met uw distributeur of de dichtstbijzijnde geautoriseerde klantenservice.

      Meer informatie vindt u op: www.kaercher.com/dealersearch

      Leveringsomvang

      Controleer de inhoud bij het uitpakken op volledigheid. Bij ontbrekend toebehoren of bij transportschade neemt u contact op met uw distributeur.

      Toebehoren en reserveonderdelen

      Gebruik alleen origineel toebehoren en originele reserveonderdelen. Deze garanderen een veilige en storingsvrije werking van het apparaat.

      Informatie over toebehoren en reserveonderdelen vindt u onder www.kaercher.com.

      Gevarenniveaus

      GEVAAR

      Aanwijzing voor direct dreigend gevaar dat tot zware of dodelijke verwondingen leidt.

      WAARSCHUWING

      Aanwijzing voor een mogelijk gevaarlijke situatie die tot zware of dodelijke verwondingen kan leiden.

      VOORZICHTIG

      Aanwijzing voor een mogelijk gevaarlijke situatie die tot lichte verwondingen kan leiden.

      LET OP

      Aanwijzing voor een mogelijk gevaarlijke situatie die tot materiële schade kan leiden.

      Veiligheidsinstructies

      Lees vóór het eerste gebruik van het apparaat deze gebruiksaanwijzing en de meegeleverde brochure Veiligheidsinstructies voor nat en droog stofzuigen nr. 5.956-249.0, neem deze in acht en handel overeenkomstig.

      GEVAAR

      Kantelgevaar bij te grote hellingen! Neem bij het rijden op hellingen de maximaal toegestane waarden in de technische gegevens in acht.

      GEVAAR

      Kantelgevaar bij te grote zijdelingse helling! Neem bij het rijden dwars op de rijrichting de maximaal toegestane waarden in de technische gegevens in acht.

      GEVAAR

      Kantelgevaar bij instabiele ondergrond! Gebruik het voertuig uitsluitend op verharde ondergrond.

      WAARSCHUWING

      De lijst met aanwijzingen m.b.t. het kantelgevaar maakt geen aanspraak op volledigheid.

      WAARSCHUWING

      Gevaar voor ongevallen door niet aangepaste snelheid. Rijd langzaam in bochten.

      LET OP

      Neem de bedrijfsinstructies van de fabrikant van de batterij en het oplaadapparaat in acht. Neem de aanbevelingen van de wetgever m.b.t. de omgang met batterijen in acht.

      LET OP

      Gevaar voor beschadiging van AGM- en gelbatterijen!

      Het openen of boren van de batterijbehuizing leidt tot beschadiging van de AGM- of gelbatterij, waardoor deze moet worden vervangen.

      Open de batterijbehuizing niet en boor geen gaten.

      Bedek het overdrukventiel niet en verander het niet.

      LET OP

      Gevaar van schade door verkeerde behandeling van de batterij!

      Onjuiste behandeling kan de batterij beschadigen.

      Gebruik de batterij niet als deze zichtbaar beschadigd is.

      Laad, ontlaad, gebruik en bewaar de batterij alleen binnen de toegestane gebruiksgrenzen.

      Wijzig, vervorm, open of demonteer de batterij niet.

      Til de batterij niet op aan de aansluitkabels.

      Dompel de batterij niet onder in water of andere vloeistoffen.

      Laad de batterij niet op in de buurt van ontvlambare of explosieve materialen, vloeistoffen of oppervlakken.

      Hoe te handelen in noodsituaties

      In noodgevallen op de noodstopknop drukken.

      Het apparaat wordt dan buiten werking gesteld en de parkeerrem wordt ingeschakeld.

      Veiligheidsinrichtingen

      VOORZICHTIG

      Ontbrekende of gewijzigde veiligheidsinrichtingen!

      Veiligheidsinrichtingen zijn er voor uw veiligheid.

      Veiligheidsinrichtingen mogen niet worden omzeild, verwijderd of buiten werking worden gesteld.

      Sleutelschakelaar

      Als de sleutelschakelaar er is uitgetrokken, is het apparaat beveiligd tegen onbevoegd gebruik.

      Noodstoptoets

      Als de noodstoptoets wordt ingedrukt, worden alle functies van het apparaat onmiddellijk uitgeschakeld.

      Bovendien wordt de parkeerrem geactiveerd.

      Veiligheidspedaal

      De rijaandrijving kan alleen worden geactiveerd wanneer de bediener op het veiligheidspedaal staat.

      Veiligheidsschakelaar zijdeur

      Zodra de linker of rechter zijdeur wordt geopend, worden alle functies van het apparaat onmiddellijk buiten werking gesteld. Bovendien wordt de parkeerrem geactiveerd.

      Symbolen waarschuwingsinstructies

      Neem bij de omgang met accu’s volgende waarschuwingsinstructies in acht:

      Aanwijzingen in de gebruiksaanwijzing van de accu en op de accu alsook in deze gebruiksaanwijzing in acht nemen.
      Oogbescherming dragen.
      Kinderen uit de buurt van zuur en accu houden.
      Explosiegevaar
      Vuur, vonken, open licht en roken verboden.
      Verbrandingsgevaar
      Eerste hulp.
      Waarschuwing
      Afvalverwijdering
      Accu niet in de vuilnisbak gooien.

      Beschrijving apparaat

      Overzicht apparaat voorkant


      1. Vuilreservoir
      2. Afdekking vuilreservoir
      3. Stuurwiel
      4. Zijdeur links
      5. Borstelkop

      Overzicht apparaat achterkant


      1. Rijpedaal
      2. Zuigslang*
      3. Bedieningspaneel
      4. Zijdeur rechts
      5. Hoofdveiligheidsschakelaar
      6. Zekering
      7. Zijbezem
      8. Lade voor grof vuil
      9. Typeplaatje

      * optioneel

      Bedieningspaneel


      1. Maximaal toegestane helling
      2. Snelheidsregeling.
      3. Claxon
      4. Rijrichtingsschakelaar
      5. Reinigingsprogramma
      6. Toets "Bevestigen"
      7. Toets "Terug"
      8. Toets "Omlaag"
      9. Toets "Omhoog"
      10. Display
      11. Sleutelschakelaar
      12. Noodstoptoets

      Reinigingsprogramma


      1. "Instellingen"
      2. "Transportrit"
      3. "Veegzuigen"
      4. "ECO-functie"
      5. "Toebehoren"*

      *Optie (ZieToebehoren)

      Symbolen op het apparaat

      Afzuiging
      Zijbezem
      Veegwals
      Rijrichting vooruit/achteruit
      Maximaal toegestane helling (10%)

      Kleurmarkering

      • Bedieningselementen voor het reinigingsproces zijn geel.

      • Bedieningselementen voor onderhoud en service zijn lichtgrijs.

      Instellingen

      Modus selecteren

      1. De sleutelschakelaar op "1" zetten.

      2. Op de gewenste Reinigingsprogramma drukken.


        1. "Hallo"
        2. "Modus selecteren"
        Beschrijving van de Reinigingsprogramma
        Aanduiding
        Beschrijving
        "Instellingen"
        Voor bewerking van de instellingen.
        "Transportrit"
        Voor transport van het apparaat.
        "Veegzuigen"
        Voor het reiniging tijdens het rijden.
        "ECO-functie"
        Voor een geluidsarme reiniging.
        "Toebehoren"*
        Voor precisiereiniging.

        *Optioneel

      Taal selecteren

      1. De sleutelschakelaar op "1" zetten.

        Instructie

        Navigatie door het menu gebeurt met behulp van de knoppen onder het display.

      2. De knop "Instellingen" selecteren en op Toets "Bevestigen" drukken.


        1. "Instellingen"
        2. "Configuratie"
        3. ”How-to Guide”
        4. "Verloop"
      3. De knop "Configuratie" selecteren en op Toets "Bevestigen" drukken.


        1. "Configuratie"
        2. "Taal"
        3. "Apparaatinformatie"
        4. "Productpagina"
      4. De gewenste taal selecteren en op Toets "Bevestigen" drukken.


        1. "Taal"
        2. "Engels"
        3. "Duits"
        4. "Frans"

      Informatie over de machine inkijken

      1. De sleutelschakelaar op "1" zetten.

        Instructie

        Navigatie door het menu gebeurt met behulp van de knoppen onder het display.

      2. De knop "Instellingen" selecteren en op Toets "Bevestigen" drukken.

      3. De knop "Configuratie" selecteren en op Toets "Bevestigen" drukken.

      4. De knop "Apparaatinformatie" selecteren en op Toets "Bevestigen" drukken.


        1. "Apparaatinformatie"
        2. "Bedrijfsuren"
        3. "Serienummer"
        4. "Softwareversie"
      5. De gewenste informatie selecteren en op Toets "Bevestigen" drukken.

      Voorinstellingen instellen

      1. De sleutelschakelaar op "1" zetten.

        Instructie

        Navigatie door het menu gebeurt met behulp van de knoppen onder het display.

      2. De knop "Instellingen" selecteren en op Toets "Bevestigen" drukken.

      3. De knop "Configuratie" selecteren en op Toets "Bevestigen" drukken.

      4. De knop "Voorkeuren" selecteren en op Toets "Bevestigen" drukken.


        1. "Voorkeuren"
        2. "Achteruitrijsignaal"
        3. "Dagelijks onderhoud"
        4. "Resetten naar fabrieksinstellingen"

      Achteruitrijsignaal instellen

      1. De knop "Achteruitrijsignaal" selecteren en op Toets "Bevestigen" drukken.


        1. "Achteruitrijsignaal"
        2. "inschakelen"
      2. Op de knop "Achteruitrijsignaal" "inschakelen" en Toets "Bevestigen" drukken.


        1. "ingeschakeld"

        De functie "Achteruitrijsignaal" is nu geactiveerd.

      Dagelijks onderhoud instellen

      1. De knop selecteren en op Toets "Bevestigen" drukken.


        1. "Dagelijks onderhoud"
        2. "inschakelen"
      2. Op de knop "Dagelijks onderhoud" "inschakelen" en Toets "Bevestigen" drukken.


        1. "ingeschakeld"

        De functie "Dagelijks onderhoud" is nu geactiveerd.

        Instructie

        Door "inschakelen" van de knop wordt de gebruiker geïnformeerd wanneer het apparaat onderhoud nodig heeft.

      Fabrieksinstellingen resetten

      1. De knop "Resetten naar fabrieksinstellingen" selecteren en op Toets "Bevestigen" drukken.


        1. "Fabrieksinstellingen"
        2. "Standaard gebruiken?"
        3. "Ja, resetten"
        4. "Nee, terug"
      2. De knop "Ja, resetten" selecteren en op Toets "Bevestigen" drukken.

        "Resetten naar fabrieksinstellingen"wordt nu uitgevoerd.

      How-to guide ophalen

      1. De knop "Configuratie" selecteren en op Toets "Bevestigen" drukken.

      2. De knop "Voorkeuren" selecteren en op Toets "Bevestigen" drukken.

      3. De knop ”How-to Guide” selecteren en op Toets "Bevestigen" drukken.


        1. ”How-to Guide”
        2. QR-code
      4. De QR-code scannen met een smartphone.

      Inbedrijfstelling

      Apparaat duwen

      GEVAAR

      Wegrollend apparaat

      Gevaar voor ongevallen door ontbrekende remwerking

      Druk na het duwen de ontgrendelingshendel omlaag.

      VOORZICHTIG

      Te hoge snelheid bij het duwen

      Beschadigingsgevaar

      Duw het apparaat niet sneller dan 7 km/u.

      Bij stilstand wordt het wegrollen voorkomen door een elektrische parkeerrem. Om het apparaat te kunnen verplaatsen, moet de parkeerrem worden ontgrendeld.

      1. De ontgrendelingshendel omhoog drukken.


        1. Parkeerrem

        De parkeerrem is nu ontgrendeld.

      Lossen

      1. Het apparaat uitpakken.

        1. De schroeven losdraaien en de houten krat verwijderen.

          (De schroeven zijn later nodig om de houten plaat te bevestigen).

        2. De verpakkingsbanden van kunststof doorsnijden en de verpakkingsfolie verwijderen.

      2. De blokkeringen van de wielen verwijderen.

      3. De houten plank als oprijplaat onder het apparaat achter de pallet leggen.

      4. De houten plank met de schroeven bevestigen.

      5. De houders vooraan en achteraan losschroeven.


        1. Houder
        2. Houten pallet
      6. De parkeerrem lossen met behulp van de hendel.

      7. Het apparaat over de oprijplaat van de pallet duwen (zie hoofdstuk Apparaat duwen.


        1. Oprijplaat
      8. De parkeerrem met de hendel vastzetten.

      Het stuurwiel monteren

      1. De deksel openen.

      2. Het stuurwiel en de zak met losse onderdelen uit de binnenkant van het deksel nemen.


        1. Stuurwielafdekking
        2. Borgring
        3. Schroef
        4. Stuurwiel
        5. Tussenas
        6. Borgring
      3. Het voorwiel in de stand recht vooruit zetten.

      4. De tussenas plaatsen.

      5. De schroef en de borgring in de tussenas leggen.

      6. De tussenas bevestigen.

      7. Het stuurwiel aanbrengen en de borgring bevestigen.

      8. De stuurwielafdekking aanbrengen.

      Batterij inbouwen (alleen variant Bp)

      GEVAAR

      Explosiegevaar!

      Gevaar van letsel en beschadiging

      Leg geen gereedschappen en dergelijke op de batterij, d.w.z. op de eindpolen en celverbinders.

      Vermijd absoluut roken en open vuur.

      Zorg bij het laden van batterijen in ruimtes voor een goede ventilatie.

      Gebruik uitsluitend door Kärcher vrijgegeven batterijen en oplaadapparaten (originele reserveonderdelen).

      GEVAAR

      Gevaar voor letsel!

      Breng wonden nooit in contact met lood.

      Na het werken met accu's altijd handen wassen.

      Maximale afmetingen batterij

      Lengte
      Breedte
      Hoogte
      516 mm
      350 mm
      285 mm

      Als bij de Bp-variant natte batterijen worden gebruikt, moet het volgende in acht worden genomen:

      • De maximale batterij-afmetingen moeten worden nageleefd.

      • Bij het opladen van natte batterijen moet de zijdeur worden geopend.

      • Bij het opladen van natte batterijen moeten de instructies van de fabrikant van de batterij in acht worden genomen.

      Batterijset
      Bestelnr.
      Set 3x12V/115Ah, onderhoudsvrij (AGM)
      2.815-145.0

      Batterij plaatsen en aansluiten

      LET OP

      Gevaar voor beschadiging van de besturingselektronica!

      De besturingselektronica kan worden vernield door de polariteit van de batterijaansluitingen om te keren.

      Let bij het aansluiten van de accu op juiste poling.

      Bij de variant Bp Pack is de batterij al ingebouwd.

      De beveiliging tegen volledige ontlading van het apparaat is ingesteld op het voorziene batterijtype. Bij gebruik van een ander type batterij moet de beveiliging tegen volledige ontlading opnieuw worden ingesteld door de klantenservice.

      1. De zijdeur verwijderen.

      2. De batterijen vanaf de rechterkant in het apparaat zetten.


        1. Batterij
      3. De polen met de meegeleverde verbindingsleidingen verbinden.

      4. De meegeleverde aansluitkabel op de nog vrije batterijpolen (+) en (-) klemmen.

      5. De zwarte extra kabel samen met de verbindingskabel (-) aansluiten op de negatieve pool.

      LET OP

      Beschadigingsgevaar!

      De batterijkabel kan worden beschadigd door pletten.

      Vervang de beschadigde batterijkabel.

      Batterij laden

      GEVAAR

      Gevaar voor letsel door de oplader!

      Elektrische schok door onjuist gebruik van de oplader!

      Neem de netspanning en de zekering op het typeplaatje van het apparaat in acht.

      Gebruik het oplaadapparaat alleen in droge ruimtes met voldoende ventilatie.

      Volume batterijlaadruimte
      3,96 l
      Minimale luchtuitwisseling
      1,6 m³/h

      Instructie

      Het apparaat beschikt over een beveiliging tegen volledige ontlading, d.w.z. dat als de nog toegestane minimale capaciteit wordt bereikt alleen nog kan worden gereden met het apparaat.

      De oplaadtijd voor de batterij Set 3x12V/115Ah, onderhoudsvrij (AGM) is 5,5 uur.

      1. Het apparaat direct naar het oplaadapparaat verplaatsen, hierbij hellingen vermijden.

      2. De sleutelschakelaar op "0" zetten en de sleutel eruit trekken.

      3. De netstekker van het apparaat uit de houder halen en hem op het lichtnet aansluiten.

      4. Na het laadproces de netstekker van het oplaadapparaat uit het stopcontact halen en hem in de houder op het apparaat haken.

      Accu verwijderen

      WAARSCHUWING

      Letselgevaar door kantelen van het apparaat!

      Het apparaat kan kantelen bij het uit- en inbouwen van de batterijen.

      Zorg er bij het in- en uitbouwen van de accu's voor dat het apparaat veilig staat.

      LET OP

      Gevaar voor beschadiging van de besturingselektronica!

      De besturingselektronica kan worden vernield door de polariteit van de batterijaansluitingen om te keren.

      Let bij het aansluiten van de accu op juiste poling.

      1. De sleutelschakelaar op "0" zetten en de sleutel eruit trekken.

      2. De hoofdschakelaar uitschakelen.

      3. De zijdeur openen.

      4. De kabel van de minpool van de accu losmaken.

      5. De resterende kabels van de accu's losmaken.

      6. De accu's eruit nemen.

      7. De opgebruikte accu's conform de geldende bepalingen afvoeren.

      Werking

      Instructie

      Om alle functies onmiddellijk uit te schakelen, haalt u uw voet van het rijpedaal, drukt u op de noodstopknop en zet u de sleutelschakelaar op "0".

      1. De onderhoudswerkzaamheden "voor het begin van de werking" uitvoeren (zie "Verzorging en onderhoud").

      Parkeerrem controleren

      GEVAAR

      Levensgevaar door defecte parkeerrem!

      Het apparaat kan ongecontroleerd gaan rollen als de parkeerrem niet goed werkt.

      Controleer vóór elk gebruik de werking van de parkeerrem op een vlakke ondergrond.

      1. De sleutelschakelaar op "0" zetten.

      2. Op de noodstopknop drukken.

        Als het apparaat met de hand kan worden geduwd, is de parkeerrem niet functioneel.

      3. De ontgrendelingshendel van de parkeerrem omhoog drukken.

        Als het apparaat met de hand kan worden geduwd, is de parkeerrem defect.

      Het apparaat buiten bedrijf stellen en de klantenservice bellen.

      Remmen

      GEVAAR

      Gevaar van ongevallen

      Als het apparaat niet voldoende remkracht vertoont bij het rijden op een helling, druk dan op de noodstopknop.

      Filterzak plaatsen

      1. De afdekking van het vuilreservoir openen.


        1. Filterzak
      2. De filterzak uit de voorraadhouder nemen.

      3. De filterzak openvouwen.

      4. De filterzak in het vuilreservoir leggen en de lip over het mondstuk schuiven.

        Instructie

        De filterzak moet in de daarvoor bestemde haak worden gestoken zodat de witte schakelaar wordt ingedrukt.

      5. De afdekking van het vuilreservoir sluiten.

      Rijden

      WAARSCHUWING

      Levensgevaar door brand of explosie bij volledig ontladen batterijen!

      Verkeerd opladen van volledig ontladen batterijen kan brand veroorzaken.

      Het apparaat niet gebruiken als de batterij volledig ontladen is.

      In principe moet de batterij na elk reinigingsproces aangesloten blijven op het oplaadapparaat tot de volgende reinigingsbeurt.

      Vóór de inbedrijfstelling van het apparaat zich ervan vergewissen dat de batterij opgeladen is.

      De stroomonderbreker van het apparaat uitschakelen wanneer u het apparaat voor langer dan twee weken opbergt.

      GEVAAR

      Zorgeloos rijden

      Kantelgevaar

      Rij in rijrichting. Rij dwars op de rijrichting alleen op stijgingen tot maximaal 10%.

      Keer niet op hellingen.

      Rijd langzaam in bochten en op natte grond.

      Gebruik het apparaat uitsluitend op verharde vloer.

      Instructie

      Om vertrouwd te raken met het apparaat, de eerste rijtests uitvoeren op een open plek met een vlakke ondergrond.

      Instructie

      De rijrichting kan tijdens de reiniging worden gewijzigd. Zo kan door meerdere keren voor- en achteruitbewegen een geselecteerd punt intensief worden gereinigd.

      1. Op het standvlak gaan staan.

      2. Het rijpedaal niet bedienen.

      3. De noodstoptoets ontgrendelen door deze te draaien.

      4. De sleutelschakelaar op "1" zetten.

      5. De snelheid instellen met de draaiknop Snelheidsregeling.

      6. De rijrichting instellen met de rijrichtingsschakelaar op het bedieningspaneel.

        Instructie

        De richtingsschakelaar doet ook dienst als veiligheidsschakelaar. Daarom moet hij worden ingedrukt ook als de gewenste rijrichting al eerder was ingesteld.

      7. Het rijpedaal voorzichtig indrukken om te rijden.

      8. Bij overbelasting wordt de rijmotor uitgeschakeld.

      9. Het apparaat minstens 5 minuten laten afkoelen.

      Reiniging

      Instructie

      Als het apparaat langer dan 2 seconden stilstaat, wordt de borstelaandrijving onderbroken totdat het apparaat verder wordt bewogen.

      Instructie

      Vóór het opzuigen van grof vuil, draden en snoeren van het te reinigen oppervlak verwijderen om te voorkomen dat ze in de borstels vast komen te zitten.

      1. Op het standvlak gaan staan.

      2. Het rijpedaal niet bedienen.

      3. Ontgrendel de noodstoptoets door deze te draaien.

      4. De sleutelschakelaar op "1" zetten.

      5. Op de gewenste Reinigingsprogramma drukken.

      6. De rijrichting vooruit instellen met de rijrichtingsschakelaar op het bedieningspaneel.

      7. Het rijpedaal intrappen en het te reinigen gebied afrijden.

      Zuigen met de zuigslang (optie)

      1. Op het programma "Veegzuigen" drukken.

      2. De zuigslang verwijderen.

      Reiniging beëindigen

      1. Op het programma "Transportrit" drukken.

      Buitenwerkingstelling

      1. Het apparaat op een vlakke ondergrond neerzetten.

      2. De sleutelschakelaar op "0" draaien.

      3. De sleutel uittrekken.

      Transport

      GEVAAR

      Rijden op stijgende hellingen

      Gevaar voor letsel

      Gebruik het apparaat voor laden en lossen alleen op stijgende hellingen tot de maximale waarde (zie hoofdstuk Technische gegevens).

      Rij langzaam.

      VOORZICHTIG

      Niet in acht nemen van het gewicht

      Gevaar voor letsel en beschadiging

      Houd bij het vervoer rekening met het gewicht van het apparaat.

      Instructie

      Bij het transport in voertuigen het apparaat conform de geldende richtlijnen tegen wegglijden en omvallen beveiligen.

      Opslag

      VOORZICHTIG

      Niet in acht nemen van het gewicht

      Gevaar voor letsel en beschadiging

      Houd bij de opslag rekening met het gewicht van het apparaat.

      WAARSCHUWING

      Levensgevaar door brand of explosie bij volledig ontladen batterijen!

      Verkeerd opladen van volledig ontladen batterijen kan brand veroorzaken.

      Het apparaat niet gebruiken als de batterij volledig ontladen is.

      In principe moet de batterij na elk reinigingsproces aangesloten blijven op het oplaadapparaat tot de volgende reinigingsbeurt.

      Vóór de inbedrijfstelling van het apparaat zich ervan vergewissen dat de batterij opgeladen is.

      De stroomonderbreker van het apparaat uitschakelen wanneer u het apparaat voor langer dan twee weken opbergt.

      • Dit apparaat mag alleen in vorstvrije binnenruimtes worden opgeslagen.

      • Voor een langere levensduur de batterijen volledig opladen.

      • De batterijen bij opslag minstens één keer per maand volledig opladen.

      Verzorging en onderhoud

      GEVAAR

      Per ongeluk opstartend apparaat

      Verwondingsgevaar, elektrische schok

      Zet voor alle werkzaamheden de sleutelschakelaar van het apparaat op ‘0’ en trek de sleutel eruit.

      VOORZICHTIG

      Nalopen van de zuigturbine na uitschakeling

      Gevaar van letsel

      Voer alleen onderhoudswerkzaamheden uit nadat de zuigturbine tot stilstand is gekomen.

      Onderhoudsintervallen

      Vóór elk gebruik

      • De afdichting van het vuilreservoir controleren.

      • De toestand van de banden controleren.

      • De zuigslang op vervuiling controleren.

      • De stekkerverbindingen van de zuigslang op lekkage controleren.

      • De Lade voor grof vuil leegmaken en reinigen.

      • De filterzak controleren en deze indien nodig vervangen.

      • Het rijpedaal, de rem en het stuurwiel op goede werking controleren.

      • De borstels op correcte installatie controleren.

      • De slangen op afzettingen controleren.

      Na elk gebruik

      • De Lade voor grof vuil leegmaken en reinigen.

      • De Borstelkast reinigen.

      • De binnenkant van het borstelhuis reinigen.

      • De borstels op slijtage controleren en reinigen.

      • De lagerkap van het uiteinde van de borstel verwijderen. Vervolgens het lager en de kap reinigen.

      • De filterzak controleren en deze indien nodig vervangen.

      • De buitenkant van het apparaat controleren op schade.

      • De accu opladen.

      Om de 50 bedrijfsuren

      • De bovenkant van de batterijen reinigen.

      • Bij natte batterijen de dichtheid van het zuur controleren.

      • Alle schroeven op vastheid controleren.

      • Bij natte batterijen het peil van het zuur controleren. Indien nodig bijvullen.

      • LET OP

        Gevaar voor beschadiging van de accu’s!

        Bij gebruik van water met toevoegingen vervalt de garantie op de accu.

        Gebruik voor het bijvullen van de accu's alleen gedestilleerd of ontzilt water (EN 50272-T3).

        Gebruik geen vreemde additieven of verbeteringsmiddelen.

      Om de 100 bedrijfsuren

      • Het batterijvak en de behuizing van de batterijen reinigen.

      • De kettingspanning van de stuurinrichting controleren (uitgevoerd door de klantenservice).

      • De aandrijfketting op slijtage controleren.

      • Alle filters controleren en deze indien nodig vervangen.

      Om de 200 bedrijfsuren

      De voorgeschreven onderhoudswerkzaamheden door de klantenservice laten uitvoeren:

      • De parkeerrem controleren.

      • De spanning van de stuurketting controleren.

      • De beschermstangen van het borsteldek op slijtage controleren.

      • Kabels en andere elektrische componenten controleren op uitrafelen, hitteverkleuring, gebarsten of verharde isolatie, gebroken of losse verbindingen en andere defecten.

      Onderhoudscontract

      Om een betrouwbaar gebruik van de installatie te garanderen, adviseren we om een onderhoudscontract af te sluiten. Neem contact op uw verantwoordelijke KÄRCHER-klantenservice.

      Onderhoudswerkzaamheden

      Lade voor grof vuil verwijderen

      1. Aan de kliksluiting trekken en de Lade voor grof vuil eruit trekken.


        1. Lade voor grof vuil
        2. Kliksluiting

      Veegwals vervangen

      Instructie

      De veegwals is versleten wanneer de lengte van de haren overeenkomt met de lengte van de gele indicatorharen.

      Zodra een veegwals versleten is, moet de gehele set veegwalsen worden vervangen.

      Instructie

      De borstels moeten worden verwijderd in de rijrichting rechts.

      1. De hoofddeur aan de rechterkant van het apparaat openen.


        1. Veegwals
        2. Deksel
        3. Sluiting
      2. Aan de gele sluiting trekken en de vergrendeling losmaken.

      3. Het borstelcompartiment naar buiten trekken.

      4. De veegwalsen verwijderen.

      5. De nieuwe veegwalsen plaatsen en ze vastklikken.

      6. De veegrollen in het borstelcompartiment zetten en deze zo draaien dat de markering aan het einde verticaal uitgelijnd is.

      7. Het borstelcompartiment weer naar binnen schuiven.

      Zijbezem vervangen

      1. De zijbezems linksom draaien tot aan de aanslag.


        1. Aandrijfas
        2. Pen
        3. Zijbezem
      2. De zijbezem van de aandrijfas afnemen.

      3. De nieuwe zijbezem in omgekeerde volgorde monteren.

        Instructie

        Draai de borstel tot hij vastklikt.

      Hulp bij storingen

      GEVAAR

      Per ongeluk opstartend apparaat

      Verwondingsgevaar, elektrische schok

      Zet voor alle werkzaamheden de sleutelschakelaar van het apparaat op ‘0’ en trek de sleutel eruit.

      VOORZICHTIG

      Nalopen van de zuigturbine na uitschakeling

      Gevaar van letsel

      Voer alleen onderhoudswerkzaamheden uit nadat de zuigturbine tot stilstand is gekomen.

      • Bij storingen die met deze tabel niet kunnen worden verholpen de klantenservice raadplegen.

      Foutcodes

      • 01 

      • 12 

      • 16 

      • 17 

      • 1A 

      • 1B 

      • 1E 

      • 1F 

      • 22 

      • 23 

      • 25 

      • 26 

      • 27 

      • 28 

      • 29 

      • 2A 

      • 2B 

      • 2C 

      • 2E 

      • 32 

      • 33 

      • 35 

      • 80 

      • 81 

      • 82 

      • 8B 

      • 8C 

      • 8D 

      • 8E 

      • 8F 

      • 90 

      • 91 

      • 92 

      • 93 

      • 94 

      01

      Oorzaak:

      Borstelmotor oververhit

      Oplossing:

      1. De stroomtoevoer afkoppelen door middel van de hoofdschakelaar.

      2. De borstelkast afnemen en de borstels reinigen.

      3. De motor een uur laten afkoelen alvorens verder te werken.

      12

      Oorzaak:

      Rem handmatig gelost

      Oplossing:

      1. Het apparaat op een ondergrond met een helling van 0 % plaatsen of de wielen borgen tegen wegrollen.

      2. De ontgrendelingshendel van de rem zoeken en hem naar beneden trekken.

      16

      Oorzaak:

      Fout in de interne motorbesturing van de aandrijfmotor

      Oplossing:

      1. De stroomtoevoer afkoppelen door middel van de hoofdschakelaar.

      2. De borstelkast afnemen en de borstels reinigen.

      3. De motor een uur laten afkoelen alvorens verder te werken.

      17

      Oorzaak:

      Onbekende fout in de motorbesturing van de aandrijfmotor

      Oplossing:

      1. De stroomtoevoer afkoppelen door middel van de hoofdschakelaar.

      2. De borstelkast afnemen en de borstels reinigen.

      1A

      Oorzaak:

      Aandrijfmotor open circuit

      Oplossing:

      1. De veiligheidsschakelaar van de aandrijfmotor zoeken en resetten.

      1B

      Oorzaak:

      Aandrijfmotor oververhit

      Oplossing:

      1. De aandrijfmotor een uur laten afkoelen alvorens verder te werken.

      1E

      Oorzaak:

      Zuigmotor hoge FET fout

      Oplossing:

      1. De stroomtoevoer afkoppelen door middel van de hoofdschakelaar.

      2. De zijbezem verwijderen en reinigen.

      1F

      Oorzaak:

      Fout in de interne motorbesturing van de zuigmotor

      Oplossing:

      1. De veiligheidsschakelaar van de zuigmotor zoeken en resetten.

      22

      Oorzaak:

      Open circuit van de zuigmotor

      Oplossing:

      1. De veiligheidsschakelaar van de zuigmotor zoeken en resetten.

      23

      Oorzaak:

      Verstopte zuigslang, trechter of filterzak

      Oplossing:

      1. De filterzak vervangen.

      2. De zuigslang en de trechter controleren op vuil en reinigen.

      25

      Oorzaak:

      Overtemperatuur aandrijfmotor DMC

      Oplossing:

      1. De stroomtoevoer afkoppelen door middel van de hoofdschakelaar.

      2. De zijbezem verwijderen en reinigen.

      3. De borstelkast afnemen en de borstels reinigen.

      4. De besturingen een uur laten afkoelen alvorens verder te werken.

      26

      Oorzaak:

      Overtemperatuur borstelmotor DMC

      Oplossing:

      1. De stroomtoevoer afkoppelen door middel van de hoofdschakelaar.

      2. De zijbezem verwijderen en reinigen.

      3. De borstelkast afnemen en de borstels reinigen.

      4. De besturingen een uur laten afkoelen alvorens verder te werken.

      27

      Oorzaak:

      Overtemperatuur zijbezemmotor DMC

      Oplossing:

      1. De stroomtoevoer afkoppelen door middel van de hoofdschakelaar.

      2. De zijbezem verwijderen en reinigen.

      3. De borstelkast afnemen en de borstels reinigen.

      4. De besturingen een uur laten afkoelen alvorens verder te werken.

      28

      Oorzaak:

      Overtemperatuur zuigmotor DMC

      Oplossing:

      1. De stroomtoevoer afkoppelen door middel van de hoofdschakelaar.

      2. De zijbezem verwijderen en reinigen.

      3. De borstelkast afnemen en de borstels reinigen.

      4. Het apparaat een uur laten afkoelen alvorens het verder te gebruiken.

      29

      Oorzaak:

      Temperatuurfout aandrijfmotor DMC (FET)

      Oplossing:

      1. De stroomtoevoer afkoppelen door middel van de hoofdschakelaar.

      2. De zijbezem verwijderen en reinigen.

      3. De borstelkast afnemen en de borstels reinigen.

      4. Het apparaat een uur laten afkoelen alvorens het verder te gebruiken.

      2A

      Oorzaak:

      Temperatuurfout borstelmotor DMC (FET)

      Oplossing:

      1. De stroomtoevoer afkoppelen door middel van de hoofdschakelaar.

      2. De zijbezem verwijderen en reinigen.

      3. De borstelkast afnemen en de borstels reinigen.

      4. Het apparaat een uur laten afkoelen alvorens het verder te gebruiken.

      2B

      Oorzaak:

      Zijborstelmotor DMC temperatuurfout (FET)

      Oplossing:

      1. De stroomtoevoer afkoppelen door middel van de hoofdschakelaar.

      2. De zijbezem verwijderen en reinigen.

      3. De borstelkast afnemen en de borstels reinigen.

      4. Het apparaat een uur laten afkoelen alvorens het verder te gebruiken.

      2C

      Oorzaak:

      Zuigmotor DMC temperatuurfout (FET)

      Oplossing:

      1. De stroomtoevoer afkoppelen door middel van de hoofdschakelaar.

      2. De zijbezem verwijderen en reinigen.

      3. De borstelkast afnemen en de borstels reinigen.

      4. Het apparaat een uur laten afkoelen alvorens het verder te gebruiken.

      2E

      Oorzaak:

      Lithiumbatterij CAN-communicatiefout - Batterij CAN-module niet aangesloten, verkeerd geïnstalleerd of beschadigd.

      Oplossing:

      1. De hoofdschakelaar uitschakelen en 10 seconden wachten.

      2. De hoofdschakelaar inschakelen

      32

      Oorzaak:

      Open circuit van de borstelmotor

      Oplossing:

      1. De veiligheidsschakelaar van de borstelmotor zoeken en resetten.

      33

      Oorzaak:

      Fout in hoogspanningsbeveiliging van de borstelmotor

      Oplossing:

      1. De veiligheidsschakelaar van de borstelmotor zoeken en resetten.

      35

      Oorzaak:

      Fout in de hoogspanningsbeveiliging van de aandrijfmotor

      Oplossing:

      1. Zich ervan vergewissen dat de Grad geschikt is voor het apparaat.

      2. De hoofdschakelaar uitschakelen en 10 seconden wachten.

      3. De hoofdschakelaar inschakelen

      80

      Oorzaak:

      De batterij is leeg en moet worden opgeladen, transportmodus niet mogelijk

      Oplossing:

      1. Het apparaat uitschakelen.

      2. De remhendel aan de rechterkant van de aandrijfmotor zoeken en omhoog tillen.

      3. De batterij laden.

      4. Zich ervan vergewissen dat het blauwe batterijlampje in de linker deur brandt tijdens het opladen (alleen voor lithiumbatterijen).

      5. Als het batterijlampje knippert of niet oplicht, zolang op de toets drukken totdat het oplicht.

      81

      Oorzaak:

      De filterzak ontbreekt, transportmodus nog mogelijk

      Oplossing:

      1. Een filterzak plaatsen.

      2. Zich ervan vergewissen dat de filterzak goed in het apparaat zit.

      82

      Oorzaak:

      De batterij is leeg en moet worden opgeladen, transportmodus nog mogelijk

      Oplossing:

      1. Het apparaat uitschakelen.

      2. De remhendel aan de rechterkant van de aandrijfmotor zoeken en omhoog tillen.

      3. De batterij laden.

      4. Zich ervan vergewissen dat het blauwe batterijlampje in de linker deur brandt tijdens het opladen (alleen voor lithiumbatterijen).

      5. Als het batterijlampje knippert of niet oplicht, zolang op de toets drukken totdat het oplicht.

      8B

      Oorzaak:

      De PWM van de aandrijfmotor wordt beperkt door een niet gespecificeerde bron. Alle modi zijn nog steeds mogelijk.

      Oplossing:

      1. Zich ervan vergewissen dat de Grad geschikt is.

      8C

      Oorzaak:

      Achteruitrijden van aandrijfmotor is beperkt. Het achteruitrijden wordt beperkt door een prestatiebeperkende voorwaarde. Alle modi zijn nog steeds mogelijk.

      Oplossing:

      1. Zich ervan vergewissen dat de Grad geschikt is.

      8D

      Oorzaak:

      Vooruitrijden van aandrijfmotor is beperkt. Het vooruitrijden wordt beperkt door een prestatiebeperkende voorwaarde. Alle modi zijn nog steeds mogelijk.

      Oplossing:

      1. Zich ervan vergewissen dat de Grad geschikt is.

      8E

      Oorzaak:

      Temperatuur van de aandrijfmotor hoog. PWM-beperking in het bereik van hoge motortemperatuur. Alle modi zijn nog steeds mogelijk.

      Oplossing:

      1. Zich ervan vergewissen dat de Grad geschikt is.

      8F

      Oorzaak:

      Grens ANIN aandrijfmotor. De temperatuur van de motor ligt boven de grenswaarde van de software. Het ingangsbereik van de smoorinrichting is beperkt. Alle modi zijn nog steeds mogelijk.

      Oplossing:

      1. Zich ervan vergewissen dat de Grad geschikt is.

      90

      Oorzaak:

      De PWM van de zuigmotor wordt beperkt door een niet gespecificeerde bron. Alle modi zijn nog steeds mogelijk.

      Oplossing:

      1. De klantenservice informeren.

      91

      Oorzaak:

      De zuigmotor wordt beperkt door een prestatiebeperkende voorwaarde. Alle modi zijn nog steeds mogelijk.

      Oplossing:

      1. De klantenservice informeren.

      92

      Oorzaak:

      De batterij is leeg en moet weldra worden opgeladen. Alle modi zijn nog steeds mogelijk.

      Oplossing:

      1. De batterij onmiddellijk opladen.

      93

      Oorzaak:

      De batterijen worden opgeladen en het apparaat is vergrendeld.

      Oplossing:

      1. Ervoor zorgen dat de sleutel tijdens het opladen uitgeschakeld is.

      94

      Oorzaak:

      De PWM van de aandrijfmotor wordt beperkt door de begrenzing van de werkzame stroom.

      Oplossing:

      1. Zich ervan vergewissen dat de Grad geschikt is.

      Toebehoren

      Toebehoren

      Aanduiding
      Onderdeelnr.
      HEPA filterzakken (rond)
      8.634-529.0
      Stofborstel
      6.903-887.0
      Tapijtborstel8.634-882.0
      Borstel voor harde vloeren
      8.634-884.0
      Voegensproeier
      6.903-403.0
      Vloersproeier
      6.907-410.0
      Verlengbuis
      8.600-009.0
      Zuigslang (3 m)
      8.645-088.0
      Sleutel (2 x)
      8.600-486.0

      Technische gegevens

        

      Vermogen
      Nominale spanning
      36 V
      Accucapaciteit
      115 Ah
      Netbelasting
      1620 W
      Motorrendement
      149 W
      Borstels
      Werkbreedte
      600 mm
      Breedte walsborstel
      510 mm
      Diameter walsborstel
      100 mm
      Toerental walsborstels
      1026 1/min
      Vermogen borstelmotor
      373 W
      Diameter zijborstel
      230 mm
      Toerental zijborstel
      90 1/min
      Vermogen zijborstelmotor
      45 W
      Zuigen
      Vermogen zuigmotor
      470 W
      Max. debiet zuigmotor
      33,98 l/h
      Max. onderdruk zuigmotor
      11,7 kPa
      Volume filterzak
      17,5 l
      Afmetingen en gewichten
      Hoogste snelheid
      5,6 km/h
      Max. helling
      10 %
      Lengte
      1254 mm
      Breedte
      719 mm
      Hoogte
      1321 mm
      Toelaatbaar totaal gewicht (met batterijen en bediener)
      385 kg
      Leeggewicht (zonder batterijen en bediener)
      187 kg
      Oppervlaktebelasting
      1641 kPa
      Afmetingen batterijvak (lengte x breedte x hoogte)
      584 x 370 x 315 mm
      Diameter voorwiel
      250 mm
      Diameter achterwiel
      200 mm
      Breedte draaicirkel
      1270 mm
      Berekende waarden conform EN 60335-2-72
      Hand-arm-vibratiewaarde
      < 2,5 m/s2
      Voet-vibratiewaarde
      < 0,5 m/s2
      Geluidsdrukniveau LpA, hard oppervlak
      68,4 dB(A)
      Onzekerheid KpA
      2,5 dB(A)
      81,8 dB(A)
      Onzekerheid KpA
      2,5 dB(A)
      Geluidsdrukniveau LpA, hard oppervlak
      67,7 dB(A)
      Onzekerheid KpA
      2,5 dB(A)
      81,8 dB(A)
      Onzekerheid KpA
      2,5 dB(A)
      Oplaadapparaat
      Spanning
      110-240 V
      Nominale spanning
      100-240 V
      Frequentie
      50/60 Hz
      Stroomverbruik max.
      14 A
      Uitgangsvermogen
      1200 W
      Stroomuitgang, max.
      33 A
      Beschermingsgraad
      IP66
      Omgevingstemperatuur Werking
      -40/+65 °C
      Omgevingstemperatuur Opslag
      -40/+65 °C

      EU-conformiteitsverklaring

      Hiermee verklaren wij dat de hierna vermelde machine op basis van het ontwerp en type en in de door ons op de markt gebrachte uitvoering voldoet aan de relevante veiligheids- en gezondheidsvereisten van de EU-richtlijnen. Bij een niet door ons goedgekeurde wijziging van de machine verliest deze verklaring zijn geldigheid.

      Product: bodemreiniger

      Type: 1.012-xxx

      Relevante EU-richtlijnen

      2006/42/EG (+2009/127/EG)

      2014/30/EU

      Toegepaste geharmoniseerde normen

      EN 60335-1

      EN 60335-2-29

      EN 60335-2-72

      EN 62233: 2008

      EN 55012: 2007 + A1: 2009

      EN 61000-6-2: 2005

      EN 61000-6-3: 2007 + A1:2011

      Toegepaste nationale normen

      -

      De ondergetekenden handelen in opdracht en met volmacht van de directie.


      Gevolmachtigde voor de documentatie:

      S. Reiser

      Alfred Kärcher SE & Co. KG

      Alfred-Kärcher-Str. 28 - 40

      71364 Winnenden (Germany)

      Tel.: +49 7195 14-0

      Fax: +49 7195 14-2212

      Winnenden, 2023/03/01

      <BackPage>

      2-2-SC-A4-GS-aw19869



      </BackPage>