LogoSB MB
  • Algemene instructies
    • Doelgroepen van deze handleiding
    • Technische termen
  • Milieubescherming
    • Aanvullende opmerkingen inzake de milieubescherming
  • Veiligheidsinstructies
    • Voorschriften en richtlijnen
      • Aanvullende voorschriften en richtlijnen voor olie- en gasgestookte apparaten
      • Aanvullende voorschriften voor gasgestookte apparaten
    • Gevarenniveaus
    • Symbolen op de installatie
    • Gehoorbescherming
    • Uitschakelen in geval van nood
    • Werkplek
  • Reglementair gebruik
  • Bediening
    • Wasprogramma's
    • Standaardprogramma's
      • STOP
      • Hogedrukwassen
      • Schuimwassen
      • Spoelen
      • Hot wax
      • Topverzorging
    • Extra programma's (optie)
      • Vuil losmaken
      • Microemulsie
      • Insecten losmaken
      • Velgenreiniging
      • Actiefschuim
      • Bodenwas
      • Powerschuim (alleen bij 3-tool-uitvoering)
      • Powervelgenschuim (alleen bij 3-tool-uitvoering)
      • Powerwas
    • Bediening
      • 1-tool-uitvoering
      • 2-tool-uitvoering
      • 3-tool-uitvoering
      • Wastijd
  • Installatie openen
  • Instellingen
    • Hoofdschakelaar
    • Compressor instellen
    • Doseerpompen instellen
      • Basisinstelling
    • Droogschuimstation instellen
      • Basisinstelling water
      • Basisinstelling water/chemie
      • Basisinstelling lucht
    • Velgenreiniging/Actiefschuim instellen (optie)
      • Basisinstelling water/chemie
      • Basisinstelling lucht
    • Microemulsie instellen (optie)
    • Basenwisselaar WAT-S 202 instellen (optie)
    • Menginrichting instellen (optie)
    • Verwarmingsventilator instellen
    • Wasplaatsverwarming instellen
    • Vorstbescherming met verloren water instellen
    • Noodvorstbescherming instellen
    • Buitenthermostaat
  • Besturing
    • Instelling wijzigen
    • Menu-overzicht
    • Menu Washing / Vacuuming
      • Menu Washing
      • Menu Vacuuming
    • Menu Service
    • Menu Settings
      • Menu User Administration
      • Menu Wash-Program Settings
      • Menu Machine
        • Menu Components
        • Menu Coin value
        • Menu Lock
      • Menu General
        • Menu Date Time
        • Menu Operation Hours Holidays
        • Menu Language
    • Menu General Info
      • Menu Turnover
      • Menu Operating Hours / Consumption
      • Menu Maintenance Diagnostic
  • Bedrijfsstoffen bijvullen
    • Reinigingsmiddelen klaarzetten
      • Doseerpomp ontluchten
    • Brandstof bijvullen
    • Onthardingszout bijvullen
  • Vorstbescherming
    • Vereisten voor de bescherming tegen vorst
    • Wasplaatsverwarming
    • Onderhoudswerkzaamheden vóór en tijdens de vorstperiode
    • Powerschuim- Sproeier reinigen
  • Buitenwerkingstelling
    • Buitenwerkingstelling bij kans op vorst
  • Stilleggen
    • Stilleggen bij vorst
  • Beschrijving apparaat
    • Stroomdiagram van de installatie met natschuim
    • Stroomdiagram installatie met droogschuim
    • Waterverwarmer
      • Oliebrander
      • Gasbrander
      • Elektrisch verwarmd
    • Aanbouwset netscheiding (optie)
    • Velgenreiniger/intensief schuim (optie)
    • Omgekeerde osmose (optie)
    • Micro-emulsie (optie)
    • Vorstbescherming 1-tool (optie, alleen SB-MB 2 pompen Fp)
    • Vorstbescherming 2-tools natschuim (optie SB-MB 2 pompen Fp)
    • 4. watertype
    • Vorstbescherming intern (optie)
    • Vorstbescherming extern (optie)
    • Wasplaatsverwarming (optie)
    • Bewakings- en veiligheidsinrichtingen
      • Overstroomklep
      • Veiligheidsventiel
      • Thermostatisch mengventiel
      • Vlambewaking
      • Rookgasthermostaat
      • Temperatuurregelaar
      • Temperatuurbegrenzer
      • Debietschakelaar
      • Watertekortbeveiliging
      • Droogloopbeveiliging
      • Schakelaar voor motorbescherming
      • Sensor hard water
      • Druksensor watertekort RO
      • Niveauschakelaar buffertank vol
      • Niveauschakelaar pomp RO aan
      • Niveauschakelaar buffertank leeg
      • Temperatuurbegrenzer 4e watertype / warm (optie)
  • Onderhoud
    • Onderhoudsaanwijzingen
      • Wie mag er onderhoudswerkzaamheden uitvoeren?
      • Veiligheidsinspectie/onderhoudscontract
    • Overzicht van de installatie
    • Menu Maintenance Diagnostic
      • Menu Interval
      • Menu System Information
      • Menu Fault History
      • Menu Event History
    • Onderhoudsschema
    • Onderhoudswerkzaamheden
      • Condenswater van de compressor aftappen
      • Het hogedrukpistool smeren
      • Het kijkglas vlambewaking reinigen
      • Filter brandstofpomp reinigen
      • Olie verversen
      • Muntinworp reinigen
      • Elektrode-instelling
      • Handmatige regeneratie basenwisselaar WAT--SE 220/255B
      • Handmatige regeneratie basenwisselaar WAT-S 202
  • Hulp bij storingen
    • Wie mag er storingen verhelpen?
    • Actuele fouten, storingen en gebeurtenissen
    • Storingen aangegeven door de besturing
    • Storingen zonder indicatie
      • Storingen in het warmwatercircuit
      • Storingen op de wasplaatsverwarming
      • Branderstoringen bij oliegestookte apparaten
      • Branderstoringen bij gasgestookte apparaten
      • Storingen aan de muntinworp
      • Storingen op de hogedrukpomp
      • Storingen in de reinigingsmiddeltoevoer
      • Storingen op de velgenreiniger/intensief schuim
      • Storingen op de compressor
      • Storingen bij de productie van droogschuim (optie)
      • Storingen in het waterzuiveringssysteem
      • Storingen aan de vorstbeschermingsinrichtingen (optie)
  • Technische gegevens
    • Algemeen
    • Technische gegevens
    • Watertype in het wasprogramma
  • Garantie
  • Vervoer
  • Opslag
  • Toebehoren en reserveonderdelen
    • Aanbouwsets
    • Testkits
    • Bedrijfsstoffen
    • Reinigingsmiddel
    • Onderhoud van apparatuur
  • Installatie opstellen (alleen voor experts)
    • Voorbereiding van de opstelplaats
    • Installatie uitpakken
    • Installatie uitlijnen en opstellen
    • Aanbouwdelen monteren
      • Rookgasaansluitstuk
      • Reinigingsgereedschap
    • Wateraansluiting
      • 4. Watertype (optie)
    • Elektrische aansluiting
    • Brandstofleiding naar externe brandstoftank
    • Wasplaatsverwarming aansluiten en in werking stellen
    • Oliepeil controleren
    • Bedrijfsstoffen bijvullen
    • Eerste inbedrijfstelling
    • Basenwisselaar in bedrijf stellen (WAT-SE.../255B)
      • Backflush
      • Regenereren
      • Bijvullen/schoonwassen
      • Het zoutreservoir bijvullen
    • Inbedrijfstelling van de RO-installatie
      • Eerste inbedrijfstelling
      • Herinbedrijfstelling
    • De druk van de velgenreiniger (optie) controleren
    • Werking van de installatie controleren
    • De gasbrander (optie) in bedrijf stellen
      • Gastoestel met rookgassysteem dat de verbrandingslucht uit de opstellingsruimte haalt
    • Maatblad variant CAB
    • Maatblad variant SKID
    • Maatblad variant SKID met aanbouwset WSO
  • Protocol voor hogedruktest
  • EU-conformiteitsverklaring

      SB MB

      59801060 (04/23)

      Algemene instructies

      Voordat u het apparaat voor het eerst gebruikt, dient u deze oorspronkelijke gebruiksaanwijzing en de meegeleverde veiligheidsinstructies 5.596-309.0 door te lezen. Handel dienovereenkomstig.

      Bewaar beide documenten voor later gebruik of volgende eigenaars.

      Doelgroepen van deze handleiding

      • Alle gebruikers: De gebruikers zijn geïnstrueerde hulpkrachten, exploitanten en experts.

      • Experts: Experts zijn personen die door hun vakopleiding bevoegd zijn installaties op te stellen en in bedrijf te nemen.

      Technische termen

      Kennis van de volgende termen is belangrijk om de gebruiksaanwijzing te kunnen begrijpen. De vetgedrukte technische termen worden in deze gebruiksaanwijzing gebruikt.

      Vers water - onbehandeld water, leidingwater, stadswater

      Basenwisselaar - WSO, onthardingsinstallatie

      Onthard water - zacht water

      Reverse-osmose (RO) - omgekeerde osmose

      Concentraat - met zouten en mineralen verrijkt afvalwater uit omgekeerde osmose

      Permeaat - osmosewater, gedemineraliseerd water, volledig ontzout water

      Industriewater - water van een biologische waterbehandelingsinstallatie

      Milieubescherming

      De verpakkingsmaterialen zijn herbruikbaar. Verwijder verpakkingen op een milieuvriendelijke manier.

      Elektrische en elektronische apparaten bevatten waardevolle recyclebare materialen en vaak bestanddelen zoals batterijen, accu's of olie, die bij onjuiste omgang of verkeerd afvalverwijdering een potentieel gevaar voor de gezondheid van de mens en voor het milieu kunnen vormen. Voor een correcte werking van het apparaat zijn deze bestanddelen echter noodzakelijk. Voer apparaten met dit symbool niet samen met het huisvuil af.

      Instructies betreffende ingrediënten (REACH)

      Actuele informatie over ingrediënten vindt u op: www.kaercher.de/REACH

      Aanvullende opmerkingen inzake de milieubescherming

      Zorg ervoor dat motorolie, stookolie, diesel en benzine niet in het milieu terechtkomen. Bescherm de grond en verwijder afgewerkte olie op milieuvriendelijke wijze.

      Veiligheidsinstructies

      Bij een verkeerde bediening of verkeerd gebruik dreigt er gevaar voor de bediener en andere personen door:

      • Hoge waterdruk

      • Heet water

      • Hete emissiegassen

      • hoge, elektrische spanning

      • Reinigingsmiddel

      Lees, om risico's voor personen, dieren en dingen te voorkomen, vóór het eerste gebruik van de installatie:

      • deze gebruiksaanwijzing inclusief alle veiligheidsinstructies

      • De betreffende nationale voorschriften van de wetgever

      • De veiligheidsinstructies die bij de gebruikte reinigingsmiddelen zijn bijgevoegd

      Vergewis u ervan:

      • Dat u zelf alle aanwijzingen begrepen hebt

      • Dat alle gebruikers van de installatie inzake de aanwijzingen op de hoogte zijn gesteld en deze begrepen hebben

      Alle personen die met de plaatsing, inbedrijfstelling en bediening te maken hebben, moeten:

      • Adequaat gekwalificeerd zijn

      • deze gebruiksaanwijzing kennen en in acht nemen

      • De betreffende voorschriften kennen en in acht nemen

      Zorg ervoor dat in geval van zelfbediening alle gebruikers door middel van duidelijk zichtbare aanwijzingen worden geïnformeerd over:

      • Mogelijke gevaren

      • Veiligheidsvoorschriften

      • De bediening van de installatie

      Bij werking in gesloten ruimtes

      • moeten de rookgassen worden afgevoerd via goedgekeurde buizen of schoorstenen

      • moet er voldoende ventilatie zijn.

      GEVAAR

      Verbrandingsgevaar door hete rookgassen

      Houd lichaamsdelen uit de buurt van de openingen voor rookgassen. Raak afdekking van de schoorsteen niet aan.

      GEVAAR

      Verbrandingsgevaar door hete onderdelen van de installatie

      Raak onderdelen van de installatie, zoals pompen en motoren pas aan als deze zijn afgekoeld.

      WAARSCHUWING

      Gevaar van letsel

      Gebruik de installatie niet wanneer zich personen zonder geschikte beschermende kleding in de buurt bevinden.

      Richt de straal niet op uzelf of anderen, bijv. om kleding of schoenen te reinigen.

      Controleer het apparaat en toebehoren, zoals hogedrukslang, hogedrukpistool en veiligheidsinrichtingen, vóór elk gebruik op correcte toestand en bedrijfsveiligheid. Gebruik het apparaat niet als het beschadigd is. Vervang beschadigde componenten onmiddellijk.

      Gebruik alleen door de fabrikant aanbevolen hogedrukslangen, uitrustingen en koppelingen.

      Voorschriften en richtlijnen

      • Neem de betreffende nationale voorschriften voor vloeistofstralers in acht.

      • Neem de betreffende nationale voorschriften inzake de elektrische installatie in acht.

      • Neem de betreffende nationale voorschriften inzake ongevallenpreventie in acht. Laat de installatie jaarlijks controleren en bewaar het schriftelijke resultaat van deze controle.

      • Laat onderhoudswerkzaamheden en reparaties uitsluitend uitvoeren door geschoolde monteurs van de KÄRCHER-serviceafdeling of door monteurs die door KÄRCHER zijn geautoriseerd.

      Aanvullende voorschriften en richtlijnen voor olie- en gasgestookte apparaten

      • De verwarmingsinrichting van het apparaat is een verbrandingssysteem. Laat het verbrandingssysteem regelmatig controleren volgens de respectieve nationale voorschriften van de wetgever.

      • Zorg bij gebruik van de installatie in ruimtes voor een ongevaarlijke afvoer van de rookgassen (rookgasbuis zonder trekonderbreker). Zorg voor voldoende toevoer van verse lucht.

      • Instellingen, onderhoudswerkzaamheden en reparaties aan de brander mogen alleen worden uitgevoerd door opgeleide Kärcher-servicemonteurs.

      • Houd bij het ontwerp van de schoorsteen rekening met de plaatselijk geldende richtlijnen.

      Aanvullende voorschriften voor gasgestookte apparaten

      Vóór de installatie van het toestel moeten het gasbedrijf en de schoorsteeninstantie van het district worden geraadpleegd.

      Neem bij de installatie de voorschriften van het bouwrecht, het handelsrecht en de immissiecontrole in acht. Wij verwijzen naar de onderstaande voorschriften, richtlijnen en normen:

      • Het apparaat mag alleen worden geïnstalleerd door een gespecialiseerd bedrijf in overeenstemming met de desbetreffende nationale voorschriften.

      • De installatie van de gasleidingen en de gaszijdige aansluiting van het apparaat mogen uitsluitend worden uitgevoerd door een in de gas- en waterhandel erkend vakbedrijf.

      • Instellingen, onderhoudswerkzaamheden en herstellingen aan de gasbrander mogen alleen door geautoriseerd vakpersoneel van de branderfabrikant worden uitgevoerd.

      Gevarenniveaus

      GEVAAR

      Aanwijzing voor direct dreigend gevaar dat tot zware of dodelijke verwondingen leidt.

      WAARSCHUWING

      Aanwijzing voor een mogelijk gevaarlijke situatie die tot zware of dodelijke verwondingen kan leiden.

      VOORZICHTIG

      Aanwijzing voor een mogelijk gevaarlijke situatie die tot lichte verwondingen kan leiden.

      LET OP

      Aanwijzing voor een mogelijk gevaarlijke situatie die tot materiële schade kan leiden.

      Symbolen op de installatie

      WAARSCHUWING

      Gevaar door hoge elektrische spanning.

      Laat werkzaamheden aan zo gemarkeerde onderdelen van de installatie alleen door een elektricien uitvoeren.

      GEVAAR

      Verbrandingsgevaar door hoge temperatuur.

      Raak oppervlakken die met deze waarschuwing zijn gemarkeerd niet aan.


      GEVAAR

      Gevaar van letsel

      Gevaar van elektrische schok.

      De hogedrukstraal kan letsels veroorzaken.

      Richt de hogedrukstraal niet op personen of dieren.

      Richt de hogedrukstraal niet op elektrische apparaten, kabels en op de installatie.

      Gehoorbescherming

      Het geluidsdrukniveau van de installatie bedraagt maximaal 65dB(A). Doorgaans is daarom geen gehoorbescherming nodig.

      Bij het reinigen van geluidsversterkende onderdelen kan het geluidsdrukniveau worden verhoogd. Draag daarom in dit geval geschikte gehoorbescherming.

      Uitschakelen in geval van nood

      1. Zet de programmakeuzeschakelaar op "STOP".


        1. Programmakeuzeschakelaar

      Werkplek

      • Op het bedieningsveld worden munten ingeworpen en wordt het wasprogramma geselecteerd.

      • De reiniging wordt uitgevoerd met het hogedrukpistool, wasborstel en powerschuimlans.

      GEVAAR

      Verwondingsgevaar, gevaar voor verbranding

      Neem de installatie alleen bij gesloten behuizing in bedrijf.

      • De binnenruimte van de installatie mag alleen voor getraind personeel voor onderhoudswerkzaamheden toegankelijk zijn. Bij gebruik van de installatie moet de deur afgesloten zijn.

      Reglementair gebruik

      Deze SB-wasinstallatie is bedoeld voor het reinigen van motorvoertuigen en aanhangers met behulp van water en toegevoegde reinigingsmiddelen.

      Niet conform de bepalingen en dus verboden is de reiniging van

      • mensen en dieren.

        Door de hogedrukwaterstraal is er sprake van een aanzienlijk risico op letsels.

      • losse voorwerpen.

        Losse voorwerpen kunnen door de hogedrukwaterstraal worden weggeslingerd en zo personen verwonden of andere voorwerpen beschadigen.

      Voor een afscheiding van het drinkwaternetwerk moet er een netscheider van categorie 5 tussen installatie en drinkwaternetwerk worden ingebouwd. Bovendien moeten plaatselijk geldende voorschriften in acht worden genomen.

      LET OP

      Verontreinigd water veroorzaakt vroegtijdige slijtage of afzettingen in het apparaat.

      Gebruik het apparaat enkel met zuiver water of met recyclingwater dat de volgende grenswaarden niet overschrijdt:

      • pH-waarde: 6,5…9,5

      • elektrische geleidbaarheid: maximale geleidbaarheid van schoon water 1000 µS/cm

      • koolwaterstoffen: < 0,01 mg/l

      • chloride: < 250 mg/l

      • calcium: < 200 mg/l

      • Totale hardheid: < 28 °dH, < 50° TH, < 500 ppm (mg CaCO3/l)

      • ijzer: < 0,2 mg/l

      • mangaan: < 0,05 mg/l

      • koper: < 0,02 mg/l

      • sulfaat: < 240 mg/l

      • actieve chloor: < 0,1 mg/l

      • vrij van onaangename geuren

      De installatie mag voor het afvoeren van de branderrookgassen alleen buiten worden gebruikt. Bij opstelling onder een dak of in een gesloten ruimte moet de installatie voor het afvoeren van de rookgassen op een schoorsteen worden aangesloten. Bij het aansluiten van een schoorsteen moet de brander opnieuw worden afgesteld en moeten de rookgaswaarden door de verantwoordelijke schoorsteenveger worden gecontroleerd.

      LET OP

      Beschadigingsgevaar

      Vorst kan het systeem onder bepaalde omstandigheden beschadigen.

      Installaties met vorstbescherming zijn ten aanzien van de in paragraaf "Vorstbescherming" genoemde voorwaarden vorstbestendig tot -20°C en moeten bij lagere temperaturen buiten bedrijf worden gesteld.

      GEVAAR

      Om veiligheidsredenen raden wij aan het apparaat alleen met een aardlekschakelaar (maximaal 30 mA) te gebruiken.

      Bediening

      Wasprogramma's

      Het actieve wasprogramma wordt gekozen met de programmakeuzeschakelaar.


      1. Programmakeuzeschakelaar

      Standaardprogramma's

      STOP

      Het programma wordt onderbroken.

      Uitgangspositie. Reinigingstools in de houders.

      Opmerking: de functie "STOP" is in alle schakelaarstanden zonder wasprogramma actief.

      Hogedrukwassen

      Voor het verwijderen van grof vuil.

      Water met schoonmaakmiddel.

      Afstand hogedrukstraal minstens 30 cm.

      Schuimwassen

      Grondige lakreiniging met actief schuim.

      Gebruik de wasborstel alleen bij een lopend programma en pas na de hogedruk-wasbeurt.

      Spoelen

      Helder, koud water voor het afspoelen van shampoo en schuim.

      Afstand hogedrukstraal minstens 50 cm.

      Hot wax

      Warm water met lakconservering.

      Gebruik deze functie pas na het spoelen.

      Afstand hogedrukstraal minstens 80 cm.

      Topverzorging

      Vlekvrij drogen.

      Gedemineraliseerd water met glansdroger.

      Afstand hogedrukstraal minstens 80 cm.

      Extra programma's (optie)

      Vuil losmaken

      Verwijderen van hardnekkige verontreinigingen.

      Water met toegevoegd speciaal reinigingsmiddel.

      Afstand hogedrukstraal minstens 30 cm.

      Microemulsie

      Verwijdering van bitumenresten van het wegdek.

      Een speciaal reinigingsmiddel spuiten.

      Insecten losmaken

      Losweken van insectenresten.

      Warm water met insectenreiniger.

      Afstand hogedrukstraal minstens 30 cm.

      Velgenreiniging

      Losweken van resten die tijdens het remmen ontstaan. Koud water met toevoeging van speciaal, hoog gedoseerd reinigingsmiddel onder toevoeging van perslucht.

      Gebruik vóór het wassen van de auto en alleen op gecoate of gespoten velgen.

      Actiefschuim

      Losweken van hardnekkig vuil. Schuim met toegevoegd speciaal reinigingsmiddel.

      Afstand schuimstraal minstens 30 cm.

      Bodenwas

      Verwijdering van grof vuil aan de onderzijde van het voertuig.

      Wasproces begint met een vertraging van ca. 10 seconden; het voertuig heen en weer rijden over de bodemwas-inrichting.

      Powerschuim (alleen bij 3-tool-uitvoering)

      Losweken van hardnekkig vuil.

      Water met toegevoegd speciaal reinigingsmiddel.

      Afstand hogedrukstraal minstens 80 cm.

      Powervelgenschuim (alleen bij 3-tool-uitvoering)

      Losweken van resten die tijdens het remmen ontstaan.

      Water met toegevoegd speciaal reinigingsmiddel.

      Inwerkduur maximaal 2 minuten. Gebruik vóór het wassen van de auto en alleen op gecoate of gespoten velgen.

      Powerwas

      Warm water met lakconservering. Gebruik deze functie pas na het spoelen.

      Afstand schuimstraal minstens 80 cm.

      Bediening

      1. De programmakeuzeschakelaar naar het gewenste wasprogramma draaien.



        1. Restwaarde-indicatie
        2. Programmakeuzeschakelaar
        3. Muntinworp
      2. Gooi een munt in.

        Instructie

        Tijdens een lopend wasprogramma komt er water uit de sproeierkop van het reinigingsgereedschap, ook als het hogedrukpistool niet wordt bediend. Door de vorstbeschermingsfunctie sluit het hogedrukpistool niet volledig.

      1-tool-uitvoering

      1. Om met de hogedrukstraal te reinigen, moet de borghendel worden ingedrukt, de reinigingsborstel naar achteren worden getrokken en worden vastgezet.


        1. Reinigingsborstel
        2. Borghendel
        3. Hogedrukpistool
        4. Triggerhendel
        5. Beveiligingspal
      2. Om met de reinignigingsborstel te reinigen, moet de borghendel worden ingedrukt, de reinigingsborstel naar voren worden geschoven en worden vastgezet.

      3. Laat de veiligheidshendel los.

      4. Aan de triggerhendel trekken.

      2-tool-uitvoering

      Hier zijn hogedrukpistool en reinigingsborstel als aparte tools voorhanden.

      Hogedrukpistool:

      Het hogedrukpistool ontgrendelen en aan de triggerhendel trekken.

      Wasborstel:

      De wasborstel vóór gebruik reinigen met behulp van het hogedrukpistool.

      Het wasprogramma Schuimwassen selecteren en het voertuig reinigen.

      3-tool-uitvoering

      Er zijn 3 aparte tools:

      • Hogedrukpistool

      • Reinigingsborstel

      • Powerschuimlans

      Wastijd

      • Nadat de munt is ingegooid, start de wastijd.

      • De restwaarde-indicatie toont het resterende waskrediet uitgedrukt in waseenheden.

      Instructie

      De wastijd loopt ook als de programmakeuzeschakelaar in de stand "STOP" staat.

      Worden tijdens de wastijd meer munten ingegooid, dan worden deze geregistreerd en aan de bestaande wastijd toegevoegd.

      Installatie openen


      1. Vergrendeling munttester, alleen bij SB MB Comfort
      2. Slot muntcassette (optie), alleen bij SB MB Comfort
      3. Ontgrendeling deur munttester, alleen bij SB MB Standaard
      4. Ontgrendeling deur voorzijde, optillen om te ontgrendelen
      5. Ontgrendeling deur achteraan links, optillen om te ontgrendelen
      6. Ontgrendeling deur achteraan rechts, optillen om te ontgrendelen

      Instellingen


      1. Droogschuimstation
      2. Touchscreen
      3. Schakelkast
      4. Hoofdschakelaar
      5. Doseerpomp Droogschuimstation
      6. Verwarmingsventilator
      7. Doseerpompen
      8. Vorstbescherming met verloren water (optie), installatieplaats 2
      9. Vorstbescherming met verloren water (optie), installatieplaats 1
      10. Noodvorstbescherming (optie)
      11. Velgenreiniger (optie)
      12. Warmtewisselaar wasplaatsverwarming
      13. Kop basenwisselaar
      14. Menginrichting (optie)

      Hoofdschakelaar

      Stand
      Functie
      1
      De installatie is in bedrijf.
      De vorstbeschermingsininrichtingen (optie) zijn actief.
      0
      De gehele installatie is buiten werking (inclusief de vorstbeschermingsinrichtingen).

      Compressor instellen

      1. De drukregelaar instellen op 0,4…0,5 MPa (4…5 bar).


        1. Drukschakelaar lucht
        2. Manometer
        3. Persluchtaansluiting voor servicewerkzaamheden
        4. Drukregelaar

      Doseerpompen instellen

      Met de doseerpompen worden aan het waswater reinigings- en onderhoudsmiddelen overeenkomstig het wasprogramma en de uitrusting van de installatie toegevoegd.

      Instructie

      De doseerhoeveelheden worden door de monteur bij de eerste inbedrijfstelling van de installatie optimaal ingesteld. In de regel zijn er geen wijzigingen van de instellingen vereist.

      Fijnafstellingen worden uitgevoerd op de besturing (zie "Besturing / Menu Instellingen / Menu Wasprogramma Instellingen"). De basisinstelling van de doseerpompen wordt niet gewijzigd.


      1. Doseerpomp Hogedrukwassen (DP 1)
      2. Doseerpomp Hete was (DP 2)
      3. Doseerpomp Topverzorging (DP 3)
      4. Doseerpomp optioneel (DP 4), voor extra programma's

      Basisinstelling

      1. De instelknop doseerhoeveelheid eruit trekken.


        1. Ontluchtingshendel
        2. Ontluchtingsknop
        3. Instelknop doseerhoeveelheid
      2. De ontluchtingsknop afwisselend indrukken en loslaten en ondertussen de instelknop op de gewenste waarde draaien.

        Wasprogramma
        Reinigingsmiddel
        Stand instelknop (%)
        Hogedrukwassen
        RM 806
        50
        Natschuim (optie)
        RM 806
        50
        Droogschuim (optie)
        RM 812
        50
        Hot wax
        RM 820
        50
        Topverzorging
        RM 821
        50
        Vuil losmaken (Optie)
        RM 806
        50
        Insecten losmaken (Optie)
        RM 803
        50
        Powerschuim
        RM 838
        80
        Powervelgenschuim
        RM 802
        80
        Powerwas
        RM 820
        50
      3. De ontluchtingsknop loslaten.

      4. De instelknop doseerhoeveelheid indrukken

      Droogschuimstation instellen


      1. Uitgang water/reinigingsmiddel
      2. Doseerventiel water/reinigingsmiddel
      3. Ingang water/reinigingsmiddel
      4. Doseerventiel lucht
      5. Uitgang lucht
      6. Manometer perslucht
      7. Drukregelaar lucht
      8. Manometer water
      9. Drukregelaar water

      1. Doseerpomp droogschuim

      Basisinstelling water

      1. Schoonwatertoevoer openen.

      2. Het wasprogramma Schuimwassen op een wasplaats uitvoeren.

      3. De drukregelaar water instellen op 0,25 MPa (2,5 bar).

      Basisinstelling water/chemie

      1. De doseerpomp droogschuim instellen op 20%. Werkwijze "Doseerpompen instellen".

      2. Schoonwatertoevoer openen.

      3. De slang bij de uitgang van het verdeelblok water/chemie verwijderen en deze vervangen door een stuk slang van ongeveer 400 mm lang (PVC-slang 6/4).

      4. Het wasprogramma Schuimwassen voor deze wasplaats uitvoeren.

      5. De vloeistofstroom uit het stuk slang instellen op 300 ml/min door het doseerventiel water/reinigingsmiddel bij te stellen (meten met maatcilinder).

      6. Het wasprogramma Schuimwassen beëindigen.

      7. Het stuk slang verwijderen en de slang naar de wasplaats weer aansluiten.

      8. De instelling van de doseerventielen water/chemie herhalen voor de overige wasplaatsen.

      Basisinstelling lucht

      1. De drukregelaar lucht instellen op 0,25 MPa (2,5 bar).

      2. Het servicegereedschap 6.901-074.0 tussen de luchtuitlaat en de slang naar de wasplaats aanbrengen.

      3. Het wasprogramma Schuimwassen voor deze wasplaats uitvoeren.

      4. Het doseerventiel lucht zo instellen dat de manometer van het servicegereedschap 0,15 MPa (1,5 bar) aangeeft.

      5. Het wasprogramma Schuimwassen beëindigen.

      6. Het servicegereedschap verwijderen en de slang naar de wasplaats weer aansluiten op het verdeelblok lucht.

      7. De instelling van de doseerventielen lucht herhalen voor de overige wasplaatsen.

      Instructie

      Nadat de basisinstelling is uitgevoerd, mag de consistentie van het schuim alleen worden gewijzigd door de doseerventielen lucht bij te stellen.

      Velgenreiniging/Actiefschuim instellen (optie)

      1. De zuiglang reinigingsmiddel uittrekken.


        1. Ingang reinigingsmiddel
        2. Sproei-element
        3. Zuigslang reinigingsmiddel
      2. Het sproei-element voor de gewenste mengverhouding selecteren:

        Sproeierkleur
        Water / reinigingsmiddel
        Velgenreiniging *
        Actiefschuim **
        Geen sproeier
        1:1
        4:1
        grijs
        1,2:1
        5:1
        zwart
        2:1
        6:1
        beige
        4:1
        8:1
        rood
        6:1
        17:1
        wit
        9:1
        23:1
        blauw
        10:1
        25:1
        lichtbruin
        13:1
        36:1
        groen
        21:1:
        48:1
        oranje
        26:1
        64:1
        bruin
        30:1
        75:1
        geel
        38:1
        90:1
        violet
        50:1
        120:1
        roze
        100:1
        240:1
        * Hydrominder type 515 GB
        ** Hydrominder type 511 GB

      Basisinstelling water/chemie

      Velgenreiniging
      Actiefschuim
      Reinigingsmiddel
      RM 801
      RM 802
      RM 838
      Sproeierkleur
      blauw
      geel
      geel
      Mengverhouding
      10:1
      38:1
      90:1
      1. Het sproei-element tot aan de aanslag in de inlaat reinigingsmiddel schuiven.

      2. de zuigslang erop steken.

      3. De druk via de instelschroef instellen:


        1. Instelschroef
        Velgenreiniging
        Actiefschuim
        0,55…0,65 MPa
        (5,5…6,5 bar)
        0,8…0,85 MPa
        (8,0…8,5 bar)

      Basisinstelling lucht

      1. Drukregelaar lucht instellen:

        Velgenreiniging
        Actiefschuim
        0,25…0,3 MPa
        (2,5…3 bar)
        0.3 MPa
        (3 bar)

        LET OP

        Beschadigingsgevaar

        Zure reinigingsmiddelen kunnen de installatie beschadigen.

        Gebruik alleen alkalische reinigingsmiddelen voor de velgenreiniging.

        Instructie

        Nadat de basisinstelling is uitgevoerd, mag het spuitbeeld alleen worden gewijzigd door de drukregelaar lucht bij te stellen.

        Een gelijkmatige toepassing van de velgenreiniger wordt vergemakkelijkt als aan het concentraat van de velgenreiniger een geschikte kleurstof wordt toegevoegd.

      Microemulsie instellen (optie)

      1. De druk instellen volgens de behoeften door aan de Instelschroef te draaien.


        1. Instelschroef

      Basenwisselaar WAT-S 202 instellen (optie)

      De actuele tijd moet worden ingesteld op de stuurkop van de basenwisselaar, zodat de regeneratie 's nachts wordt uitgevoerd.

      1. De instelknop uittrekken en eraan draaien tot de actuele tijd wordt weergegeven.


        1. Instelknop
        2. Venster met wijzer

      Menginrichting instellen (optie)

      De doorstroomgeiser wordt gevoed met gedeeltelijk onthard water met een waterhardheid van 7° dH. Daartoe mengt de menginrichting schoon water en onthard water.

      1. Het afsluitventiel voor zacht en hard water volledig openen.


        1. Uitgang gemengd water
        2. Afsluitventiel zacht water
        3. Bypassventiel
        4. Regelventiel
        5. Afsluitventiel hard water
        6. Ingang schoon water (hard)
        7. Uitgang schoon water (hard)
        8. Terugslagklep, ingang zacht water (0°dH)
      2. Het regelventiel sluiten.

      3. Het bypassventiel sluiten.

      4. Het regelventiel in de vlottertank warm water iets open zetten.

      5. Het bypassventiel zo ver openen tot 7°dH wordt gemeten aan de uitgang gemengd water.

      6. Het vlotterventiel in de vlottertank warm water volledig openen.

      7. Het regelventiel zo ver openen tot 7°dH wordt gemeten aan de uitgang gemengd water.

      8. Voer controlemetingen uit bij verschillende debieten van waterafname. De waterhardheid moet tussen 6°dH en 8°dH liggen.

      Verwarmingsventilator instellen

      Twee verwarmingsventilatoren verwarmen de binnenruimte van de installatie ter bescherming tegen vorst.

      WAARSCHUWING

      Brandgevaar

      Verwarmingsventilatoren kunnen oververhit raken als de luchtinlaat of -uitlaat wordt geblokkeerd.

      Dek de luchtinlaatopeningen en de luchtuitlaatopeningen van verwarmingsventilatoren niet af.

      1. De vermogensregelaar en de thermostaatregelaar instellen op de hieronder aanbevolen waarden, in functie van de te verwachten laagste buitentemperatuur.


        1. Vermogensregelaar
        2. Thermostaatregelaar
        Verwarmingsventilator
        0°C…-10°C
        -10°C…-20°C
        boven
        Vermogensregelaar
        II
        II
        Thermostaatregelaar
        II
        III
        onder
        Vermogensregelaar
        II
        II
        Thermostaatregelaar
        *
        I

      Wasplaatsverwarming instellen

      Het thermostatische mengventiel regelt de aanvoertemperatuur in functie van de retourtemperatuur. Basisinstelling: 22°C=schaalwaarde 3.

      1. Indien nodig de instelling van het thermostatische mengventiel corrigeren volgens onderstaande tabel:


        1. Thermostatisch mengventiel
        Schaalwaarde
        0
        1
        2
        3
        4
        5
        Retourtemperatuur [°C]
        10
        14
        18
        22
        26
        30
        Schaalwaarde
        6
        7
        8
        9
        10
        Retourtemperatuur [°C]
        34
        38
        42
        46
        50

      Vorstbescherming met verloren water instellen

      Deze vorstbeschermingsinrichting wordt door de besturing geactiveerd bij vorstgevaar. Door hogedrukleidingen en handspuitpistolen stroomt schoon water om ze zo tegen bevriezing te beschermen.

      1. De vorstbeschermingspomp inschakelen (zie hoofdstuk "Besturing/menu Service").

      2. De drukregelaar zo instellen dat er ten minste 0,5 l/min water uit elk handspuitpistool stroomt.


        1. Drukregelaar
      3. De vorstbeschermingspomp uitschakelen.

      Noodvorstbescherming instellen

      De noodvorstbescherming wordt geactiveerd bij defecte vorstbeschermingspomp (in installaties zonder netscheiding ook bij stroomuitval). Door hogedrukleidingen en handspuitpistolen stroomt schoon water om ze zo tegen bevriezing te beschermen.

      1. De hoofdschakelaar op de stand "0" draaien.

      2. De drukregelaar zo instellen dat er ten minste 0,5 l/min water uit elk handspuitpistool stroomt.


        1. Drukregelaar

      Buitenthermostaat

      De buitenthermostaat schakelt afhankelijk van de buitentemperatuur de volgende vorstbeschermingsinrichtingen in:

      onder de +3°C:

      • de slangverwarming droogschuim (optie)

      • het verwarmingspatroon en het verwarmingslint ABS van de stookolietank (optie)

      onder de +1°C:

      • de circulatiepomp wasplaatsverwarming

      • de circulatiepomp vorstbescherming

      Instructie

      De schakeltemperatuur van de buitenthermostaat kan worden aangepast door de klantenservice.

      Besturing

      Het aanraakscherm (touchscreen) is gemonteerd op de elektrokast in de installatie.


      1. Elektrokast
      2. Touchscreen

      De volgende functies worden weergegeven in het startmenu.


      Startmenu

      1. Datum
      2. Tijd
      3. Buitentemperatuur (bij installaties met buitenthermostaat)
      4. Aangemelde gebruiker
      5. Onderhoud vereist
      6. Symbolen bedrijfstoestand
      7. Menutoets "Washing" / "Vacuuming"
      8. Menutoets "Service"
      9. Menutoets "Settings"
      10. Menutoets "General Info"

      Symbolen bedrijfstoestand

      Installatie open
      Installatie gesloten
      Installatie in orde
      Gebeurtenis aanwezig
      Storingen aanwezig

      Symbolen gebruiker

      Operator
      Owner
      Service

      Instelling wijzigen

      1. Druk op de knop Instelling wijzigen naast de eigenschap die u wilt wijzigen.

        Knop Instelling wijzigen

        Er wordt een selectievenster geopend om de gewenste instelling te kunnen selecteren of er wordt een toetsenbord geopend om de gewenste waarde te kunnen invoeren.

      Menu-overzicht


      Menu Washing / Vacuuming

      In het menu Washing / Vacuuming wordt de actuele bedrijfstoestand van de afzonderlijke wasplaatsen weergegeven.


      1. Menu Vacuuming (alleen te bedienen als er zuigers op de installatie aanwezig zijn)
      2. Menu Washing

      Menu Washing

      In het menu Washing wordt de huidige bedrijfstoestand van de wasplaatsen weergegeven.


      1. Volgende wasplaats weergeven
      2. Waskrediet resetten
      3. Vorige wasplaats weergeven
      4. Waskrediet verhogen

        Instructie

        Het grotere waskrediet met deze functie maakt gebruik ook buiten de vastgestelde openingsuren mogelijk (bijvoorbeeld voor verzorgings- en onderhoudswerkzaamheden).

      5. Lopend wasprogrammaLooptijd per waswaarde / (geld)bedrag dat overeenkomt met één waswaarde

        Instructie

        Als een extra wastijd en een procentuele toeslag worden weergegeven, bevindt u zich momenteel in de modus "Happy Hour".

      6. Wasplaatsnummer
      7. Krediet (bedrag) / resterende wastijd
      8. Weergave wasplaats:groen: Wasplaats is vrijgegevenrood: Wasplaats is geblokkeerd
      9. Indicatie verwarming afstandsbediening:groen: Verwarming staat aanrood: Verwarming staat uit
      10. Home-toetskort indrukken - springt één menuniveau teruglang indrukken - springt terug naar het startmenu

      Menu Vacuuming

      Het menu Vacuuming is alleen zichtbaar als SB-zuigers op het systeem zijn geregistreerd.


      1. Volgende zuiger weergeven
      2. Krediet zuigtijd resetten
      3. Vorige zuiger weergeven
      4. Krediet zuigtijd verhogen
      5. Nummer zuiger
      6. Home-toetskort indrukken - springt één menuniveau teruglang indrukken - springt terug naar het startmenu
      7. Restkrediet zuigtijd plaats 1
      8. Restkrediet zuigtijd plaats 2 (alleen bij zuigers voor 2 plaatsen)

      Menu Service

      Handmatige functies worden uitgevoerd in het menu Service.


      1. Servicefuncties voor de klantenservice
      2. Manual functions voor de exploitant

      1. Volgende handmatige functie
      2. Handmatige functie starten

        Instructie


        Na het starten van de handmatige functie verandert het symbool en wordt de resterende looptijd eronder weergegeven
      3. Vorige handmatige functie
      4. Aanduiding van de handmatige functie
      5. Beschrijving van de handmatige functie

      Lijst van handmatige functies:

      A
      Alle doseerpompen worden gedurende 180 seconden ingeschakeld. *
      B
      De verlichting van de wasplaats wordt gedurende 180 seconden ingeschakeld. *
      C
      Het vorstbeveiligingscircuit wordt gedurende 10 minuten omgeschakeld. *
      • Als de installatie in de vorstbeschermingsmodus staat, wordt deze gedurende 10 minuten onderbroken.

      • Als de installatie niet in de vorstbeschermingsmodus staat, wordt het vorstbeschermingscircuit gedurende 10 minuten geactiveerd.

      D
      De schuimslangverwarming wordt gedurende 180 seconden geactiveerd. *
      E
      De wasplaatsverwarming wordt gedurende 180 seconden ingeschakeld. *
      F
      De permeaatproductie wordt gestart. *
      • De permeaatproductie stopt wanneer de buffertank permeaat vol is.

      • Als het permeaat wordt gestart wanneer de buffertank vol is, eindigt de permeaatproductie na 180 seconden.

      G
      De regeneratie van de basenwisselaar wordt gestart. De regeneratie kan niet ongedaan worden gemaakt.

      * Als binnen de looptijd nogmaals op de toets "Start handmatige functie" wordt gedrukt, wordt de handmatige functie beëindigd.

      Menu Settings

      Menu User Administration

      De gebruikersgroep wordt geselecteerd in het menu User Administration. De toegangsrechten verschillen per gebruikersgroep


      1. Toets "Service"
      2. Toets "Owner"
      3. Toets "Operator"

      Bij de selectie van de gebruikersgroepen "Owner" en "Service" moet een code worden ingevoerd.

      Instructie

      Code Standaardinstelling Owner: 1111


      1. Toetsenbord
      2. Invoerveld
      3. Bevestigt de invoer
      4. Wist de invoer

      Code wijzigen

      Voor de gebruikersgroep Owner kan de code na het inloggen worden gewijzigd.

      1. Druk op de toets "...".


        1. Menutoets "..."
      2. In het venster de gewenste code "EnterNew Code" invoeren.

      3. Dezelfde code nogmaals invoeren in het venster "Confirm New Code" ter bevestiging.

      Menu Wash-Program Settings

      De parameters van de afzonderlijke wasprogramma's worden ingesteld in het menu Wash-Program Settings .


      1. Toets Volgend venster
      2. Toets Wasprogramma wijzigen
      3. Toets Vorig venster
      4. Venster 1 van 2
      5. Aanduiding wasprogramma

      Parameters van een wasprogramma wijzigen

      1. Selecteer het venster met het gewenste wasprogramma. Gebruik hiervoor de toetsen Volgend venster en Vorig venster.

      2. Druk op de toets Wasprogramma wijzigen naast het gewenste wasprogramma.


        1. Toets Parameter wijzigen
        2. Looptijd van het wasprogramma voor een waswaarde in seconden
        3. Watertype (warm water/koud water)
        4. Reinigingsmiddeldosering (in % van de capaciteit van de doseerpomp)
        5. Aanduiding van het wasprogramma
        6. Aanduiding van het reinigingsmiddel
      3. Druk op de toets om de gewenste parameter te wijzigen.

      4. Druk op de gewenste parameter in de weergegeven selectie.

        Basisinstelling

        Wasprogramma
        Doseerpomp
        watertype
        Looptijd van programma
        Hogedrukwassen
        1 (geel)
        warm
        90 s
        Schuimwassen
        1 (geel)
        koud
        135 s
        Spoelen
        -
        koud
        105 s
        Hot wax
        2 (rood)
        warm
        54 s
        Insecten losmaken
        3 (groen)
        warm
        75 s
        Vuil losmaken
        3 (groen)
        warm
        75 s
        Powerschuim
        3 of 4 (lichtgroen)
        warm
        60 s
        Powervelgenschuim
        3 of 4 (wit)
        koud
        60 s
        Topverzorging
        3 of 4 (rood)
        Permeaat
        75 s
        Wasprogramma
        Hydrominder
        watertype
        Looptijd van programma
        Velgenreiniging
        GB 515
        koud
        75 s
        Actiefschuim
        GB 511
        koud, zacht water
        75 s
        Wasprogramma
        Reinigingsmiddelendosering doseerpomp
        500 l/h
        900 l/h
        %
        ml/min
        %
        ml/min
        Hogedrukwassen
        8
        ca. 6
        16
        ca. 12
        Schuimwassen
        8
        ca. 6
        16
        ca. 12
        Spoelen
        -
        -
        -
        -
        Hot wax
        10
        ca. 7
        20
        ca. 14
        Insecten losmaken
        20
        ca. 14
        40
        ca. 28
        Vuil losmaken
        20
        ca. 14
        40
        ca. 28
        Powerschuim
        30
        ca. 21
        30
        ca. 21
        Powervelgenschuim
        30
        ca. 21
        30
        ca. 21
        Topverzorging
        10
        ca. 7
        20
        ca. 14
        Wasprogramma
        Reinigingsmiddelendosering Hydrominder
        500 l/h
        900 l/h
        %
        ml/min
        %
        ml/min
        Velgenreiniging
        2,6
        39
        2,6
        39
        Actiefschuim
        1,1
        26
        1,1
        26

      Menu Machine

      In het menu Machine worden installatieparameters ingesteld en kan de wasplaats worden vergrendeld.


      1. Menuknop "Lock"
      2. Menuknop "Coin value"
      3. Menuknop "Components"

      Menu Components

      In dit menu kunnen diverse systeemparameters worden ingesteld.


      Menu Components 1 van 2 (afhankelijk van de uitrusting van de installatie worden 1 of meer vensters weergegeven)

      1. Foam hose heater night modeNachtmodus van de schuimslangverwarming activeren / deactiveren

        Instructie

        Wanneer de functie geactiveerd is, wordt de slangverwarming aan het einde van de werking uitgeschakeld en 1 uur voor het begin van de werking weer ingeschakeld.

        Als de functie niet geactiveerd is, wordt de slangverwarming ook buiten de bedrijfstijd ingeschakeld.

      2. Hot water generator night modeNachtmodus van de warmwateropwekking activeren / deactiveren

        Instructie

        Wanneer de functie geactiveerd is, wordt de brander aan het einde van de werking uitgeschakeld en start weer 10 minuten voor het begin van de werking.

        Als de functie niet geactiveerd is, houdt de brander de vlottertank warm water ook buiten de bedrijfstijd op de ingestelde temperatuur.

      3. Hot water temperatureIngestelde temperatuur van het warme water (30…60 °C)

      Menu Components 2 van 2

      1. Vacuum cleaner durationLooptijd van een SB-zuiger per waseenheid (0…480 seconden).
      2. Twilight valueGrenswaarde vanaf welke omgevingslichtsterkte de verlichting moet worden ingeschakeld (0…700).

        Instructie

        De actueel gemeten lichtsterktewaarde wordt tussen haakjes weergegeven.

      Menu Coin value

      In het menu Coin value worden de waswaarde voor 100% looptijd van het programma en de muntwaarden voor de afzonderlijke kanalen van de munttester ingesteld.

      De muntwaarden voor wasplaatsen en zuigers kunnen afzonderlijk worden ingesteld.


      1. Vacuum cleanerCoin value Zuiger (kan alleen worden bediend als er zuigers op de installatie aanwezig zijn)
      2. Washing stationsCoin value Wasplaatsen

      1. Toets Volgend venster
      2. Toets Instelling wijzigen
      3. Toets Vorig venster
      4. Knop Balansgroen: Munten van dit kanaal worden overgenomen in de omzetgeel: Munten worden niet overgenomen in de balans
      5. Muntwaarden:
        • Channel ... amount: Kanalen van een elektronische munttester

        • External amount: Mechanische munttester

        • External 1 amount: bijvoorbeeld betalingssysteem met RFID

      6. benodigde muntwaarde voor 100% looptijd van een wasprogramma
      1. Druk op de toets Instelling naast de gewenste waarde.

      2. Voer de gewenste waarde in.

      Menu Lock

      In het menu Lock worden één of meer wasplaatsen geblokkeerd of wordt de blokkering opgeheven.

      De blokkering is van kracht ongeacht de vastgelegde openingsuren.

      Instructie


      1. Toets Instelling wijzigen
      2. Wasplaats blokkeren
      1. De toets Instelling wijzigen indrukken.


        1. Omschakeltoets Wasplaats blokkeren/vrijgevengroen vinkje: Wasplaats is geblokkeerdgele knop: Wasplaats is vrijgegeven
        2. Toets Instellingen toepassen en het venster verlaten
        3. Toets Venster verlaten, wijzigingen niet toepassen
      2. De gewenste toets indrukken.

      Menu General

      In het menu General worden de tijd, datum en bedrijfstijden ingesteld en wordt de taal van het display gekozen.


      1. Menutoets "System"
      2. Menutoets "Language"
      3. Menutoets "Operation Hours Holidays"
      4. Menutoets "Date Time"

      Menu Date Time

      De tijd, datum en zomertijd worden ingesteld in het menu Date Time .


      1. Knop Datum instellen
      2. Knop Tijdstip instellen
      3. Indicatie zomertijd actief
      4. ingestelde datum
      5. ingesteld tijdstip
      6. Knop Omschakeling zomertijd/normale tijd

      Tijd instellen

      1. Druk op de knop Tijd instellen.


        1. Toetsenbord
        2. Knop Invoerveld wijzigen
        3. actief invoerveld
        4. Knop Instellingen overnemen en venster sluiten
        5. Naam van het actieve veld, minimumwaarde, maximumwaarde
        6. Knop Venster sluiten, wijzigingen niet uitvoeren
      2. Gebruik de knop Invoerveld wijzigen om het gewenste invoerveld te selecteren.

      3. Wis de veldinhoud met de delete-toets op het toetsenbord.

      4. Voer de gewenste waarde in met het toetsenbord.

      5. Herhaal dit tot alle gewenste wijzigingen zijn aangebracht.

      6. Sluit het venster.

      Instructie

      De datum wordt ingesteld volgens dezelfde procedure die werd beschreven voor de tijd.

      Menu Operation Hours Holidays

      In het menu Operation Hours Holidays worden de openingsuren voor elke dag van de week en voor feestdagen vastgelegd. Er worden ook vaste en variabele feestdagen gedefinieerd.

      Met de functie Happy Hour kunnen perioden met gewijzigde looptijden van de wasprogramma's worden vastgelegd.

      De instelling gebeurt volgens hetzelfde principe als in het menu Date Time.


      1. Menutoets "Happy Hour"
      2. Menutoets "Holiday variable"
      3. Menutoets "Holiday fix"
      4. Menutoets "Operation Hours"

      Menu Operation Hours

      De openingsuren worden afzonderlijk vastgelegd voor wasplaatsen, verlichting en zuigers.


      1. Operation Hours Vacuum cleaner (kan alleen worden bediend als er zuigers op de installatie aanwezig zijn)
      2. Lighting time
      3. Operation Hours Washing stations

      1. Toets Eén weekdag vooruit
      2. Toets Bedrijfseinde instellen
      3. Toets Eén weekdag terug
      4. Tijdstip Bedrijfseinde
      5. Weekdag (maandag…zondag, feestdag)
      6. Betrokken functionele groep
      7. Tijdstip Bedrijfsbegin
      8. Toets Bedrijfsbegin instellen
      9. Toets Hele dag open
      10. Toets Hele dag gesloten

      Instructie

      Om openingsuren op basis van de tijd in te stellen, moeten de toetsen Hele dag open en Hele dag gesloten gedeactiveerd (geel) zijn.

      Menu Holiday fix

      Vaste feestdagen vallen ieder jaar op dezelfde datum.


      1. Toets Volgende feestdag
      2. Toets Vorige feestdag
      3. Toets Datum instellen
      4. 1. Feestdag van 20 feestdagen
      5. Datum van de feestdag (in het voorbeeld is nog geen datum ingesteld)

      1. Toetsenbord
      2. Toets Invoerveld wijzigingen
      3. Maand
      4. Dag (huidig actief invoerveld)
      5. Toets Instellingen toepassen en het venster verlaten
      6. Naam van het actieve veld, minimumwaarde, maximumwaarde
      7. Toets Venster verlaten, wijzigingen niet toepassen

      Menu Holiday variable

      Vaste feestdagen vallen elk jaar op dezelfde datum.

      De instelling geschiedt volgens hetzelfde principe als voor Holiday fix, behalve dat hier ook het jaar moet worden ingesteld.

      Menu Happy Hour

      In het menu Happy Hour worden periodes met verkorte of verlengde wasprogramma's beheerd. Er kunnen 5 verschillende modi worden ingesteld.


      Overzicht Happy Hour

      1. Toets Venster vooruit
        • Venster 1: Overzicht

        • Venster 2 van 6: Modus 1…5

      2. Verlenging of verkorting van de looptijden van wasprogramma's
      3. Toets Venster achteruit
      4. Periode waarin de modus geldig is
      5. Datum waarop de modus geldig is (zonder invoer is de modus steeds geldig op de geselecteerde weekdagen).
      6. Weekdagen waarop de modus geldig is
      7. Modus 1…5

      Instelling modus

      1. Toets Looptijdverandering instellen
      2. Weergave looptijdverandering in %+ Verlenging (maximaal + 50%)- Verkorting (maximaal - 50%)
      3. Toets Einde geldigheidsperiode instellen
      4. Weergave geldigheidsperiode (XX:XX u - YY:YY u)
      5. Toets Begin geldigheidsperiode instellen
      6. Weekdagen waarop de modus actief is
      7. Geldigheidsdatum van de modus
      8. Toets Geldigheidsdatum instellen
      9. Indicatie Modus actief/inactief
      10. Toets Modus activeren/deactiveren

      Voorbeeld: Modus voor Happy Hour wekelijks

      • Uitvoering op elke vrijdag

      • 10:00 u tot 12:00 u

      • Wastijden met 20% verlengd


      Voorbeeld: Modus voor Happy Hour op een specifieke datum

      • Uitvoering op 11.10.2022

      • 08:00 u tot 17:00 u

      • Wastijden met 25% verlaagd


      Voorbeeld overzicht:

      1. Modus is momenteel actief (groen)
      • Modus 1: iedere zaterdag en zondag van 16:00 tot 20:00 uur wastijden met 20% verkort.

      • Modus 2: iedere vrijdag van 10:00 tot 12:00 uur wastijden met 20% verlengd (deze modus is momenteel actief)

      • Modus 3: niet ingesteld

      • Modus 4: op 11.10.2022 van 16:00 tot 20:00 uur zijn de wastijden met 20% verlengd.

      • Modus 5: niet ingesteld

      Instructie

      Bij overlapping tussen de afzonderlijke modi wordt de modus met het laagste nummer uitgevoerd.

      Menu Language

      Dit menu wordt gebruikt om de taal te kiezen waarin het display wordt weergegeven.

      Menu General Info

      In het menu General Info kunnen omzet, bedrijfsuren, onderhoudsinformatie en storingsmeldingen worden bekeken.


      1. Menuknop "Maintenance Diagnostic"
      2. Menuknop "Operating Hours"
      3. Menuknop "Turnover"

      Menu Turnover

      Het menu Turnover toont de totale omzet, de dagomzet en de handmatige omzet.

      Het menu Manual turnover toont de waseenheden die handmatig zijn opgewaardeerd in het menu Washing / Vacuuming.

      De dagomzet kan worden gewist.


      Omzetgroepen

      1. Menutoets "Manual turnover"
      2. Menutoets "Daily turnover"
      3. Menutoets "Total turnover"

      Dagomzet (afhankelijk van de uitrusting van de installatie worden 1 of meer vensters weergegeven)

      1. Omzet installatie
      2. Omzet wasplaats
      3. Omzetgroep
      4. Omzet zuiger
      5. Toets Omzet wissen (alleen voor dagomzet)

      1. Dagomzet wissen
      2. Bent u zeker dat u de dagomzet wilt wissen?
      3. Nee
      4. Ja

      Menu Operating Hours / Consumption

      In het menu Operating Hours / Consumption wordt het volgende weergegeven:

      • Bedrijfsuren van de componenten

      • Bedrijfsuren van de wasplaatsen

      • Verbruiksgegevens van de installatie


      1. Menutoets "Consumption", Bedrijfsuren installatiecomponenten
      2. Menutoets "Programs", Bedrijfsuren wasprogramma's
      3. Menutoets "Components", Bedrijfsuren installatiecomponenten

      Menu Components


      Bedrijfsuren installatiecomponenten

      1. Toets Volgend venster
      2. Toets Vorig venster
      3. Bedrijfsuren
      4. Component

      Menu Programs


      Bedrijfstijden per wasprogramma voor de eerste wasplaats van de installatie

      1. Toets Volgend venster
      2. Bedrijfsuren
      3. Toets Vorig venster
      4. Aanduiding van het wasprogramma
      5. Toets Andere wasplaatsknop oproepen (alleen als de installatie meerdere wasplaatsen heeft)

      Bedrijfsuren voor een enkele wasplaats weergeven


      1. Toets Wasplaats
      2. Kies een wasplaats!

      Menu Consumption


      1. Waterverbruik
      2. Stroomverbruik
      3. Stookolieverbruik

      Menu Maintenance Diagnostic

      Het menu Maintenance Diagnostic wordt beschreven in het hoofdstuk "Verzorging en onderhoud".

      Bedrijfsstoffen bijvullen


      1. Onthardingszout
      2. Reinigingsmiddel

      Reinigingsmiddelen klaarzetten

      LET OP

      Beschadigingsgevaar

      Als het reinigingsmiddelreservoir leeg is, zuigt de hogedrukpomp lucht aan en kan deze beschadigd raken.

      Controleer regelmatig het vulniveau van het reinigingsmiddelreservoir.

      LET OP

      Ongeschikte reinigingsmiddelen kunnen schade veroorzaken aan de installatie en aan het voorwerp dat wordt gereinigd.

      Gebruik alleen reinigingsmiddelen die door KÄRCHER zijn vrijgegeven. Neem de bij de reinigingsmiddelen ingesloten adviezen inzake de dosering en aanwijzingen in acht. Gebruik niet te veel reinigingsmiddelen om het milieu niet overmatig te belasten.

      GEVAAR

      Verkeerd gebruik van reinigingsmiddelen kan uw gezondheid schaden.

      Lees en volg vóór gebruik alle, bij de reinigingsmiddelen ingesloten veiligheids- en gebruiksinstructies. Draag de daar vermelde veiligheidskleding/veiligheidsuitrusting.

      1. De jerrycan reinigingsmiddel bijvullen met het onverdunde reinigingsmiddel.

        Wasprogramma
        Reinigingsmiddel
        Hogedrukwassen
        RM 806
        Natschuim (optie)
        RM 806
        Droogschuim (optie)
        RM 812
        Hot wax
        RM 820
        Topverzorging
        RM 821
        Velgenreiniging * (Optie)
        RM 801
        Velgenreiniging ** (Optie)
        RM 802
        Actiefschuim (Optie)
        RM 838
        Vuil losmaken (Optie)
        RM 806
        Insecten losmaken (Optie)
        RM 803
        Powerschuim (Optie)
        RM 838
        Powervelgenschuim *** (Optie)
        RM 802
        Powerwas (Optie)
        RM 820

        * met Hydrominder via hogedruklans RM 801

        ** met Hydrominder via omschakellans RM 802

        *** met hogedrukpomp en doseerpomp via 3e gereedschap

      2. De reinigingsmiddel-zuigslang in de jerrycan reinigingsmiddel hangen.

      Doseerpomp ontluchten

      De luchtdruktoevoer van de installatie moet in gebruik zijn.

      1. De ontluchtingshendel linksom tot aan de aanslag draaien.


        1. Ontluchtingshendel
        2. Ontluchtingsknop
        3. Instelknop doseerhoeveelheid
      2. De doseerhoeveelheid op 100% instellen.

      3. De ontluchtingsknop zo vaak indrukken tot het reinigingsmiddel zonder bellen uit de ontluchtingsleiding aan de onderkant van de doseerpomp naar buiten komt.

      4. De doseerhoeveelheid op de gewenste waarde resetten, zie "Instellingen / Doseerpompen instellen / Basisinstelling".

      5. De ontluchtingshendel rechtsom tot aan de aanslag draaien.

      Brandstof bijvullen

      GEVAAR

      Brandgevaar

      Brandstof kan ontbranden.

      Neem de plaatselijke voorschriften voor de omgang met brandstof in acht.

      Gebruik geen ongeschikte brandstoffen; deze kunnen gevaarlijk zijn.

      LET OP

      Beschadigingsgevaar

      Storingen van de brander

      Overlopende brandstof

      Als de brandstoftank leeg is, loopt de brandstofpomp droog en kan deze beschadigd raken.

      Verkeerde brandstof kan leiden tot storingen van de brander en slechte verbranding.

      De brandstof zet uit door verwarming en kan overlopen.

      Controleer regelmatig het vulniveau van de brandstoftank.

      Gebruik uitsluitend de in het hoofdstuk "Technische gegevens" vermelde brandstof.

      Gebruik bij vorstgevaar stookolie met additieven (flowverbeteraar) voor winterbedrijf.

      Vul de brandstoftank niet tot aan de rand.

      1. Het deksel van de vulopening eraf schroeven.


        1. Vulopening
        2. Niveau-indicatie
        3. Inspectieopening
      2. Brandstof bijvullen tot de niveau-indicatie vol aangeeft.

        Instructie

        Zorg ervoor dat er geen brandstof overloopt en in de inspectieopening terechtkomt. Bij een latere inspectie kan deze brandstof voor lekkage worden aangezien.

      3. De vulopening sluiten.

      Onthardingszout bijvullen

      LET OP

      Functiestoringen mogelijk

      Ongeschikt zout kan de werking van de basenwisselaar verstoren.

      Gebruik alleen het onthardingszout in de vorm van tabletten dan in het hoofdstuk "Toebehoren" wordt genoemd.

      1. Het deksel van het zoutreservoir verwijderen.

      2. Vul het zoutreservoir tot bovenaan met onthardingszout.

      3. Het deksel van het zoutreservoir aanbrengen.

      Instructie

      Een leeg zoutreservoir veroorzaakt een storing. Vul het zoutreservoir ten laatste wanneer er water zichtbaar is in het zoutreservoir na het verwijderen van het deksel.

      Het zoutverbruik neemt niet toe wanneer het zoutreservoir volledig vol is.

      In een correct werkende installatie staat het zoutverbruik in constante verhouding tot het waterverbruik.

      Wij bevelen aan het zout- en waterverbruik te documenteren in een bedrijfslogboek.

      Vorstbescherming

      De vorstbeschermingsinrichting bestaat uit:

      • Recirculatieventilator

      • Verwarmingsventilator

      • Vorstbeschermingscircuit of vorstbescherming met verloren water

      • Wasplaatsverwarming

      • Noodvorstbescherming

      • Verwarmingspatroon in de olietank

      WAARSCHUWING

      Gevaar van ongevallen

      Bij ijzel is er kans op ongelukken voor de gebruikers van de wasinstallatie.

      Blokkeer wasplaatsen bij ijzel om ongelukken door ijzel te voorkomen.

      Instructie

      De volgende kenmerken zijn gegarandeerd:

      • Onbeperkte waswerking met de hogedrukstraalbuis tot -15°C. Bij installaties met 4 wasplaatsen wordt aanbevolen onder -10°C één wasplaats te blokkeren (bij installaties met 4 hogedrukmodules type 908 al bij hogere temperaturen).

      • Beperkte waswerking met de wasborstel bij temperaturen onder 0°C. Tijdens beperkt wasbedrijf moeten alle wasborstels regelmatig worden gecontroleerd op ijsvorming. Als er wordt gewassen met schuimwax en een borstel die bevroren is, dan kan het voertuig beschadigd raken. Als de wasborstel bevroren is, moeten de volgende maatregelen worden genomen:

        1-tool-uitvoering: Hiertoe combi-straalbuis door hogedruk-straalbuis vervangen.

        2-tool-uitvoering (optie): Afzien van schuimwax (bijvoorbeeld door de gebruiker instructies te geven).

      • Vanaf –15°C is een wasbedrijf niet meer zinvol omdat zich op het voertuig een ijslaag vormt. Deze ijslaag kan eventueel zelfs de functie van belangrijke voertuigonderdelen nadelig beïnvloeden. Voorkom daarom gebruik van installatie onder -15°C door de wasplaatsen te blokkeren.

      • De installatie is vorstbestendig tot -20°C. Onder -20°C moet de installatie worden stilgelegd zoals beschreven in het hoofdstuk "Stilleggen bij vorst".

      Vereisten voor de bescherming tegen vorst

      • De hoofdschakelaar moet in stand 1 staan.

      • De deuren van de installatie moeten gesloten zijn.

      • Stroomvoorziening, watertoevoer en brandstoftoevoer moeten ononderbroken gewaarborgd zijn.

      • De watervoorziening moet tegen vorst beschermd zijn.

      • De brandstoftoevoer moet worden beschermd tegen vorst (bijv. verwarmingspatroon in de tank, verwarmingslint).

      • Opstellen en installeren zoals beschreven in het hoofdstuk "Installatie opstellen".

      • De verwarmingsventilatoren zijn correct ingesteld.

      • Alle onderhoudswerkzaamheden volgens hoofdstuk "Onderhoud en verzorging" zijn correct uitgevoerd.

      • Al het reinigingsgereedschap bevindt zich in het opbergvak.

      • De bij de installatie meegeleverde handspuitpistolen met speciale opening ter bescherming tegen vorst zijn gemonteerd.

      Wasplaatsverwarming

      Instructie

      Voorwaarde voor het correct functioneren van de wasplaatsverwarming is dat de wasplaats door de klant is ontworpen in overeenstemming met de aanbevelingen van KÄRCHER.

      Het verwarmbare wasplaatsoppervlak wordt beperkt door de respectieve verwarmingscapaciteit van het apparaat. Als het verwarmde oppervlak deze waarde overschrijdt, is de vorstbescherming niet gegarandeerd. Het aantal wasplaatsen dat kan worden verwarmd, staat vermeld in het hoofdstuk "Technische gegevens/Gegevens afhankelijk van waterverwarmer".

      Een deklaag van sneeuw en grotere hoeveelheden ijsbrokken die van de voertuigen vallen, vereisen een zeer hoge verwarmingscapaciteit. Het is noodzakelijk om zulke afzettingen te verwijderen.

      Onderhoudswerkzaamheden vóór en tijdens de vorstperiode

      1. Vóór het begin van de vorstperiode de onderhoudswerkzaamheden uitvoeren zoals vermeld in "jaarlijks voor het begin van de vorstperiode" van het hoofdstuk "Onderhoud en verzorging".

      2. Voer de onderstaande werkzaamheden uit om de vorstbescherming te handhaven.

      Instructie

      Onderhoudswerkzaamheden die niet tijdig en vakkundig worden uitgevoerd, leiden tot verlies van de garantie bij vorstschade.

      Tijdstip
      Handeling
      Uitvoering
      Door de
      vóór de vorstperiode
      Filter in de Powerschuim-sproeier (optie) reinigen
      Filter verwijderen en reinigen (zie "Filter van de Powerschuim-sproeier reinigen"). Stel de volgende reinigingsintervallen in op basis van ervaring.
      Exploitant
      Meerdere keren per dag bij vorst
      Wasborstels controleren
      Op verontreinigingen en ijsvorming controleren, evt. borstelwas blokkeren.
      Exploitant
      dagelijks bij vorst
      Filter vorstbeschermingspomp reinigen
      Het filter reinigen en opnieuw aanbrengen.
      Exploitant
      Verwarmingsventilator controleren
      Zijn de verwarmingsventilatoren in werking (ook met ABS brandstoftank, optie)?
      Exploitant
      Recirculatieventilator controleren
      De werking controleren.
      Exploitant
      eerst dagelijks, later naargelang de ervaring
      Vulniveau van de brandstoftank controleren.
      Is de stookolievoorraad voldoende tot de volgende controle? Rekening met een hoger verbruik als gevolg van vorstbeschermingsinrichtingen. Een brandstoftekort leidt tot storingen en schade aan de installatie.
      Exploitant
      wekelijks bij vorst
      Verwarming ABS stookolietank controleren (optie)
      Onder 3 °C controleren of het verwarmingslint van de stookolieleiding tussen de stookolietank en SB MB warm is.
      Exploitant
      maandelijks of na 200 bedrijfsuren bij vorst, zo nodig vaker
      Bij een vorstbeschermingscircuit het vorsbeschermingswaterdebiet controleren.
      Streefwaarde: ca. 0,5 l/min per was-tool.
      Waterdebiet groter: De slangkoppeling in het hogedrukpistool vervangen.

      WAARSCHUWING

      Gevaar van letsel, gevaar van beschadiging

      Is het debiet van vorstbeschermingswater te groot, dan kan het hogedrukpistool ongecontroleerd gaan bewegen en letsels veroorzaken.

      Vervang bij een te groot debiet van vorstbeschermingswater in het hogedrukpistool absoluut de slangkoppeling in het hogedrukpistool.

      Waterdebiet kleiner: Het filter van de vorstbeschermingspomp reinigen, de zeef in de smoorinrichting reinigen, de leiding doorspoelen, de draairichting van de pomp controleren.
      Exploitant

      1. Afsluitventiel wasplaatsverwarming

      1. Smoorinrichting met zeef (rood gemarkeerd), 1-tool-uitvoering

      1. Filter antivriespomp

      Powerschuim- Sproeier reinigen

      1. Schroef het voorste deel van de sproeier los.


        1. Voorste deel van de sproeier
        2. Filter
        3. Sproeierhouder
      2. Verwijder het filter en reinig het.

      3. Plaats het filter.

      4. Schroef het voorste deel van de sproeier op de sproeierhouder en draai vast.

      Buitenwerkingstelling

      1. De hoofdschakelaar op "0/OFF" draaien.

      Buitenwerkingstelling bij kans op vorst

      1. De hoofdschakelaar in de stand "1/ON" laten.

      2. De bedrijfstijd op de besturing blokkeren.

      3. De brandstoftank bijvullen.

      Stilleggen

      Is er tijdens de buitengebruikstelling geen kans op vorst:

      1. De watertoevoer afsluiten.

      2. De stroomvoorziening onderbreken.

      Stilleggen bij vorst

      Indien er tijdens het stilleggen gevaar van vorst bestaat, dan moeten de volgende aanvullende stappen worden uitgevoerd.

      1. De watertoevoerslang en de hogedrukslang losschroeven.

      2. Het RO-membraan demonteren en vorstvrij bewaren.

      3. Alle vlottertanks leegmaken, de slangen verwijderen en het water laten weglopen.

      4. De permeaatbuffertank leegmaken.

      5. De waterleiding tussen de basenwisselaar en de vlottertank warm water loskoppelen.

      6. De installatie (zonder basenwisselaar) met een antivriesoplossing doorspoelen.

      7. De basenwisselaar met een geconcentreerde zoutoplossing doorspoelen.

      8. Beide slangen onder de doorstroomboiler loskoppelen en het water laten weglopen.

      9. Alle watervoerende delen uitblazen met olievrije perslucht.

      Instructie

      Tijdens langere bedrijfsonderbrekingen moet de installatie, met uitzondering van de basenwisselaar, met een antivriesoplossing worden gespoeld om tegen corrosie te worden beschermd.

      In geval van twijfel kan de serviceafdeling met de buitengebruikstelling worden belast.

      Beschrijving apparaat

      Stroomdiagram van de installatie met natschuim


      De wasplaatsen 3 en 4 worden niet getoond.

      1. Fijnfilter schoon water (80-100 μm, optie)
      2. Afsluitventiel schoon water
      3. Afsluitventiel schoon water voor ontharding
      4. Afsluitventiel onthard water
      5. Zoutreservoir
      6. Hardheidssensor
      7. Watermeter (alleen voor WAT-SE…/255B)*
      8. Regelkop basenwisselaar
      9. Fles basenwisselaar
      10. Vlottertank koud water
      11. Pekelkraan in het zoutreservoir
      12. Magneetventiel koud water
      13. Bypassventiel halve last met smoorinrichting, alleen voor hogedrukmodule type 908
      14. Hogedrukpomp
      15. Overstroomklep
      16. Hogedrukpistool met wasborstel
      17. Doseerpomp
      18. Drukschakelaar lucht (optie)
      19. Compressor
      20. Zuigslang reinigingsmiddel
      21. Reinigingsmiddelfilter, voetventiel
      22. Magneetventiel warm water
      23. Aftapventiel
      24. Installatie voor omgekeerde osmose RO (optie)
      25. Waterverwarmer
      26. Menginrichting (optie)

      2-tool-uitvoering (optie)

      A Magneetventiel hoge druk

      B Magneetventiel schuim

      C Hogedrukpistool met straalbuis

      D Wasborstel

      * Alleen bij SB MB standaard

      Stroomdiagram installatie met droogschuim


      De wasplaatsen 3 en 4 worden niet getoond.

      1. Fijnfilter schoon water (80-100 μm, optie)
      2. Afsluitventiel schoon water
      3. Afsluitventiel schoon water voor ontharding
      4. Afsluitventiel onthard water
      5. Zoutreservoir
      6. Hardheidssensor
      7. Watermeter (alleen voor WAT-SE…/255B)*
      8. Regelkop basenwisselaar
      9. Fles basenwisselaar
      10. Vlottertank koud water
      11. Pekelkraan in het zoutreservoir
      12. Magneetventiel koud water
      13. Bypassventiel halve last met smoorinrichting, alleen voor hogedrukmodule type 908
      14. Hogedrukpomp
      15. Overstroomklep
      16. Schuimlans (2-tool-uitvoering)
      17. Mengkamer schuim (2-tool-uitvoering)
      18. Hogedrukpistool (2-tool-uitvoering)
      19. Doseerpomp
      20. Hogedrukpistool met wasborstel (1-tool-uitvoering)
      21. Mengkamer schuim (1-tool-uitvoering)
      22. Magneetventiel drukontlasting
      23. Drukschakelaar lucht (optie)
      24. Compressor
      25. Zuigslang reinigingsmiddel
      26. Reinigingsmiddelfilter, voetventiel
      27. Magneetventiel warm water
      28. Aftapventiel
      29. Installatie voor omgekeerde osmose RO (optie)
      30. Waterverwarmer
      31. Doseerventiel water/chemie
      32. Magneetventiel water/chemie
      33. Verdeler water/reinigingsmiddel
      34. Chemische tank
      35. Doseerpomp
      36. Drukregelaar water
      37. Doseerventiel lucht
      38. Verdeelblok lucht
      39. Magneetventiel
      40. Drukregelaar lucht
      41. Menginrichting (optie)

      3-tool-uitvoering

      A Magneetventiel powerschuimlans

      B Magneetventiel hoge druk

      C Powerschuimlans

      D Hogedrukpistool

      * Alleen bij SB MB standaard

      Waterverwarmer

      Oliebrander


      1. Branderventilator met brandstofpomp
      2. Magneetventiel brandstof
      3. Rookgasthermostaat
      4. Vlambewaking
      5. Temperatuursensor warm water
      6. Vlottertank warm water
      7. Watertekortbeveiliging
      8. Warmwatercirculatiepomp
      9. Debietschakelaar
      10. Brandstoftank (optie)
      11. Warmtewisselaar wasplaatsverwarming (optie)
      12. Temperatuursensor branderuitgang
      13. Brander met doorstroomverwarmer

      Gasbrander


      1. Gasbrander
      2. Rookgasthermostaat
      3. Temperatuursensor warm water
      4. Vlottertank warm water
      5. Watertekortbeveiliging
      6. Warmwatercirculatiepomp
      7. Debietschakelaar
      8. Warmtewisselaar wasplaatsverwarming (optie)
      9. Temperatuursensor branderuitgang
      10. Doorstroomverwarmer

      Elektrisch verwarmd


      1. Elektrisch verwarmingselement
      2. extra verwarmingselement voor 48kW-versie
      3. Temperatuursensor warm water
      4. Circulatiepomp wasplaatsverwarming (optie bij 24kW-versie, standaard bij 48kW-versie)
      5. Warmtewisselaar wasplaatsverwarming (optie)
      6. Watertekortbeveiliging
      7. Vlottertank warm water
      8. Temperatuursensor verwarmingselement

      Aanbouwset netscheiding (optie)


      1. Fijnfilter schoon water (80-100 μm, optie)
      2. Pomp aanbouwset netscheiding (optie)
      3. Vlottertank koud water

      Velgenreiniger/intensief schuim (optie)


      A Velgenreiniger

      B Intensief schuim

      C Knooppuntstuk

      1. Vlotterklep
      2. Manometer
      3. Reinigingsmiddelmiddeloplossing (water + reinigingsmiddel)
      4. Pomp reinigingsoplossing
      5. Reinigingsmiddelreservoir
      6. Injector
      7. Zeef
      8. Compressor
      9. Drukregelaar
      10. Magneetventiel perslucht, wasplaats 1
      11. Magneetventiel reinigingsoplossing, wasplaats 1
      12. Smoorinrichting, voor debietregeling
      13. Terugslagklep
      14. Schuimer
      15. Hogedrukpomp
      16. Plafondarm
      17. Hogedrukpistool

      Omgekeerde osmose (optie)


      1. Buffertank permeaat
      2. Aftapventiel onthard water
      3. Fijnfilter
      4. Actiefkoolstoffilter
      5. Pomp RO
      6. Manometer werkdruk
      7. RO-membraan
      8. Debietmeter permeaat
      9. Drukschakelaar watertekort RO
      10. Smoorinrichting
      11. Niveauschakelaar BUFFERTANK VOL
      12. Niveauschakelaar POMP RO AAN
      13. Magneetventiel permeaat
      14. Afsluiter permeaattank
      15. Niveauschakelaar BUFFERTANK LEEG

      Micro-emulsie (optie)


      1. Plafondarm
      2. Spuitgereedschap
      3. Magneetventiel micro-emulsie, wasstation 1
      4. Micro-emulsiepomp
      5. Micro-emulsietank

      Vorstbescherming 1-tool (optie, alleen SB-MB 2 pompen Fp)


      1. Hogedrukpomp
      2. Terugslagklep met smoorinrichting en zeef
      3. Hogedrukpistool met wasborstel
      4. Magneetventiel, onderbreekt de vorstbescherming bij droogschuimbedrijf
      5. Afsluitventiel schoon water
      6. Vlottertank vorstbescherming
      7. Smoorinrichting 2,0 mm
      8. Filter antivriespomp
      9. Antivriespomp

      Vorstbescherming 2-tools natschuim (optie SB-MB 2 pompen Fp)


      1. Wasborstel
      2. Terugslagklep met smoorinrichting en zeef
      3. Magneetventiel hoge druk
      4. Magneetventiel schuim
      5. Hogedrukpomp
      6. Hogedrukpistool met straalbuis
      7. Afsluitventiel schoon water
      8. Smoorinrichting 2,0 mm
      9. Vlottertank vorstbescherming
      10. Antivriespomp
      11. Filter antivriespomp

      4. watertype


      A 4. watertype

      B Schoon water

      C Onthard water, warm

      D Permeaat

      E naar de hogedrukpomp

      1. Temperatuursensor (optie)
      2. Aftapventiel vlottertank warm water

      Vorstbescherming intern (optie)


      1. Hogedrukpistool (2-tool-uitvoering)
      2. Hogedrukpomp
      3. Terugslagklep met smoorinrichting en zeef
      4. Magneetventiel met terugslagklep, smoorinrichting en zeef
      5. Terugslagklep met mengkamer schuim en overdrukventiel
      6. Hogedrukpistool met wasborstel (1-tool-uitvoering)
      7. Houdervat
      8. Smoorinrichting
      9. Vorstbescherming van de circulatiepomp
      10. Filter
      11. Overloop
      12. Tank voor antivriescircuitwater
      13. Vlotterkraan voor zachtwatertoevoer

      Instructie

      In de 2-tool-uitvoering met droogschuim worden elektrisch verwarmde schuimslangen gebruikt als vorstbescherming.

      Het vorstbeschermingswater gaat verloren bij wasplaats 3 en 4.

      Vorstbescherming extern (optie)


      1. Hogedrukpistool (2-tool-uitvoering)
      2. Hogedrukpomp
      3. Terugslagklep met smoorinrichting en zeef
      4. Magneetventiel met terugslagklep, smoorinrichting en zeef
      5. Terugslagklep met mengkamer schuim en overdrukventiel
      6. Hogedrukpistool met wasborstel (1-tool-uitvoering)
      7. Houdervat
      8. Filter
      9. Overloop
      10. Vlotterklep vers water
      11. Verzamelschacht vorstbeschermingswater Plaats 3

      Instructie

      In de 2-tool-uitvoering met droogschuim worden elektrisch verwarmde schuimslangen gebruikt als vorstbescherming.

      Wasplaatsverwarming (optie)


      Wasplaats 3 en 4 worden niet getoond

      1. Waterverwarmer
      2. Warmwatercirculatiepomp
      3. Expansievat
      4. Vlottertank warm water
      5. Veiligheidsventiel
      6. Afsluitventiel aanvoerleiding
      7. Buisleiding wasplaatsverwarming
      8. Thermostatisch mengventiel
      9. Warmtewisselaar
      10. Afsluitventiel vulleiding
      11. Circulatiepomp wasplaatsverwarming

      Bewakings- en veiligheidsinrichtingen

      Overstroomklep

      De overstroomklep opent bij overschrijding van de toegestane bedrijfsdruk, dus ook bij het loslaten van de hendel van het hogedrukpistool, en voert het water in het circuit. Wordt het hogedrukpistool opnieuw geopend, dan staat de hogedrukstraal onmiddellijk weer ter beschikking.

      De overstroomklep is af fabriek ingesteld en verzegeld. Instelling alleen door de klantenservice.

      Veiligheidsventiel

      Het veiligheidsventiel beschermt het verwarmingscircuit van de wasplaatsverwarming (optie) tegen overdruk.

      Thermostatisch mengventiel

      Het thermostatische mengventiel regelt de aanvoertemperatuur voor de wasplaatsverwarming (optie) in functie van de retourtemperatuur.

      Vlambewaking

      Alleen voor apparaten met olie- of gasbrander.

      Als de brander niet ontsteekt of als de vlam tijdens de werking uitgaat, sluit de vlambewaker de brandstofmagneetklep en schakelt hij de branderventilator uit.

      Rookgasthermostaat

      Alleen voor apparaten met olie- of gasbrander.

      Als de rookgastemperatuur boven de toegestane waarde stijgt, schakelt de rookgasthermostaat de brander uit en vergrendelt die.

      Temperatuurregelaar

      Niet voor elektrisch verwarmde apparaten zonder wasplaatsverwarming.

      Als de watertemperatuur in de vlottertank voor warm water daalt door het onttrekken van warm water en het instromen van koud water, schakelt de temperatuurregelaar de warmwatercirculatiepomp in en weer uit wanneer de maximumtemperatuur is bereikt.

      Temperatuurbegrenzer

      Alleen voor apparaten met olie- of gasbrander.

      De temperatuurbegrenzer voorkomt de vorming van stoom in de doorstroomboiler.

      Debietschakelaar

      Alleen voor apparaten met olie- of gasbrander.

      Nadat de warmwatercirculatiepomp is gestart, schakelt de debietschakelaar de brander in.

      Watertekortbeveiliging

      De watertekortbeveiliging schakelt de waterverwarmer uit als het waterpeil in het vlotterreservoir voor warm water te laag is.

      Droogloopbeveiliging

      Alleen voor elektrisch verwarmde apparaten.

      Schakelt de verwarmingsstaaf uit in geval van te hoge temperatuur door watertekort.

      Schakelaar voor motorbescherming

      De schakelaar voor motorbescherming onderbreekt het stroomcircuit wanneer de motor overbelast is.

      Sensor hard water

      SB MB standaard:

      Als de resterende hardheid van het ontharde water een grenswaarde overschrijdt, dan berekent de besturing de restcapaciteit van de fles van de basenwisselaar.

      De regeneratie van de basenwisselfles begint uiterlijk de volgende nacht.

      SB MB comfort:

      Als de resterende hardheid van het ontharde water een grenswaarde overschrijdt, dan wordt meteen de regeneratie van de fles van de basewisselaar gestart.

      Druksensor watertekort RO

      Bij watertekort wordt de installatie gestopt om te voorkomen dat de pomp RO droogloopt.

      Niveauschakelaar buffertank vol

      Schakelt de RO-pomp uit wanneer de permeaatbuffertank vol is.

      Niveauschakelaar pomp RO aan

      Schakelt de pomp RO in om permeaat te produceren.

      Niveauschakelaar buffertank leeg

      Geeft een signaal aan het systeem wanneer de buffertank permeaat leeg is.

      Temperatuurbegrenzer 4e watertype / warm (optie)

      Voorkomt dat extern aangevoerd warm water van meer dan 60°C naar de HD-pompen wordt geleid en die beschadigt.

      Bij een storing schakelt het systeem over op een ander type water (ingesteld door de servicetechnicus tijdens de inbedrijfstelling).

      Onderhoud

      Onderhoudsaanwijzingen

      Basis voor een veilige installatie is regelmatig onderhoud volgens het onderstaande onderhoudsschema.

      Gebruik uitsluitend originele onderdelen van de fabrikant of door deze geadviseerde delen, zoals

      • reserveonderdelen en slijtageonderdelen,

      • toebehoren,

      • brandstoffen,

      • reinigingsmiddelen.

      GEVAAR

      Gevaar van letsel

      Levensgevaar door elektrische schok.

      Schakel vóór werkzaamheden aan het apparaat de op locatie aanwezige hoofdschakelaar uit en beveilig deze tegen herinschakelen.

      Laat alle werkzaamheden aan elektrische onderdelen van de installatie alleen door een elektricien uitvoeren.

      WAARSCHUWING

      Gevaar van letsel

      Uit beschadigde componenten kan een hogedrukstraal vrijkomen die letsels veroorzaken kan.

      Schakel de installatie drukloos door de schakelaar van het apparaat op "0/OFF" te zetten en vervolgens alle hogedrukpistolen te openen tot de druk in de installatie is afgebouwd.

      WAARSCHUWING

      Gevaar van brandwonden

      Sommige onderdelen van het apparaat worden tijdens het gebruik heet en kunnen bij aanraking brandwonden veroorzaken.

      Laat de installatie afkoelen alvorens de volgende onderdelen aan te raken. Rookgasbuis en rookgasopening, brander met doorstroomverwarmer, cilinderkop van de hogedrukpomp, hogedrukslang.

      LET OP

      Beschadigingsgevaar

      Een hogedrukstraal kan componenten van de installatie beschadigen.

      Reinig de binnenruimte van de installatie niet met de hogedrukstraal. Houd de hogedrukstraal bij de reiniging aan de buitenkant uit de buurt van het bovendeel van de installatie (met muntinworp, restwaarde-indicatie en programmaschakelaar).

      1. De op locatie aanwezige hoofdschakelaar uitschakelen en deze beveiligen tegen herinschakeling.

      2. De watertoevoer onderbreken.

      Wie mag er onderhoudswerkzaamheden uitvoeren?

      Exploitant: werkzaamheden met de aanwijzing "Exploitant" mogen alleen door geïnstrueerde personen worden uitgevoerd die hogedrukinstallaties veilig kunnen bedienen en er op veilige wijze onderhoud aan kunnen uitvoeren.

      Serviceafdeling: werkzaamheden met de aanwijzing "Serviceafdeling" mogen alleen worden uitgevoerd door servicemonteurs van KÄRCHER of door monteurs die door KÄRCHER hiervoor zijn geautoriseerd.

      Veiligheidsinspectie/onderhoudscontract

      Met uw dealer kunt u een regelmatige veiligheidsinspectie vastleggen of een onderhoudscontract afsluiten. Vraag hierover advies.

      Overzicht van de installatie


      1. Expansievat
      2. Brandstoffilter en brandstofpomp
      3. Brander met doorstroomverwarmer
      4. Hogedrukpomp 2
      5. Hogedrukpomp 3
      6. Hogedrukpomp 1
      7. Hogedrukpomp 4
      8. Manometer hogedrukpomp
      9. Verwarmingsventilator
      10. Opbergschacht voor gereedschap
      11. Filter antivriespomp
      12. Reinigingsmiddelcontainer Topverzorging
      13. Reinigingsmiddelcontainer Hete was
      14. Reinigingsmiddelcontainer Hogedrukwassen
      15. Reinigingsmiddelcontainer Droogschuim
      16. Brandstoftank, 60 l (optie) *
      17. Pomp ABS netscheiding (optie)
      18. Velgenreiniger (optie) *
      19. Zoutreservoir
      20. Afvoerklep
      21. Afsluitventiel schoon water
      22. Circulatiepomp wasplaatsverwarming
      23. Thermostatisch mengventiel
      24. Veiligheidsventiel
      25. Manometer wasplaatsverwarming
      26. Actiefkoolstoffilter WSO
      27. Fijnfilter WSO
      28. Vlottertank warm water
      29. Recirculatieventilator
      30. Menginrichting (optie)

      * Afhankelijk van de uitrusting van de installatie kan op deze punten ook de bouwgroep intensieve schuimlaag aangebracht zijn.

      Menu Maintenance Diagnostic

      Het menu Maintenance Diagnostic toont de tijden tot het volgende onderhoud, systeeminformatie, foutmeldingen en events.


      1. Menuknop "Event History"
      2. Menuknop "Fault History"
      3. Menuknop "System Information"
      4. Menuknop "Interval"

      Menu Interval

      In het menu Interval wordt voor de afzonderlijke systeemcomponenten de tijd tot het volgende onderhoud weergegeven.


      1. Toets Volgend venster
      2. Toets Vorig venster
      3. Serviceteller (resterende tijd tot het volgende onderhoud)
      4. Component
      5. Toets Serviceteller resetten
        • groen: resterende bedrijfstijd meer dan 30% van de totale tijd

        • oranje: resterende bedrijfstijd minder dan 30% van de totale tijd

        • rood: Serviceteller verlopen, onderhoud moet worden uitgevoerd

      Als een serviceteller is verlopen, geeft de besturing een onderhoudsaanvraag in de basispositie weer:


      1. Interval direct oproepen
      2. Deze melding overslaan en de startweergave van de besturing oproepen
      3. "Onderhoud vereist, maak een onderhoudsafspraak"

      Serviceteller resetten

      Instructie

      De volgende servicetellers kunnen door de operator worden gereset:

      • Filterelement WSO vervangen

      • Zuignap 1...6, filter 1

      • Zuignap 1...6, filter 2

      • Compressor ontwateren

      • De vorstbescherming controleren

      Alle overige servicetellers kunnen alleen door de klantenservice worden gereset.

      1. De knop "Serviceteller resetten" indrukken.

      2. De reset met Ja bevestigen.


        Weergave na reset

        1. datum van het laatste onderhoud
        2. nieuwe tijdsduur tot het volgende onderhoud
        3. Knop is groen na reset

      Menu System Information

      In het menu System Information worden installatiegegevens, instellingen van de besturing en bedrijfsgegevens van de besturing weergegeven.


      1. Knop Volgend venster
      2. Knop Vorig venster
      3. Softwareversie
      4. Materiaalnummer van de installatie
      5. Serienummer van de installatie
      6. Serienummer van de besturing

      1. IP-instellingen van de besturing
      2. Looptijd van de besturing in uren
      3. Datum van de inbedrijfstelling
      4. Laatste service

      1. huidig aantal fouten in het foutgeheugen / laatste reset van het foutgeheugen

      Menu Fault History

      In het menu Fault History worden de foutmeldingen weergegeven sinds de laatste keer dat het foutgeheugen werd gewist.


      1. Knop Foutgeheugen wissen
      2. Foutbeschrijving
      3. Tijdstip van de foutmelding
      4. Foutnummer

      1. Foutgeheugen wissen
      2. Bent u zeker dat u het foutgeheugen wilt wissen?
      3. Nee
      4. Ja

      Menu Event History

      Het menu Event History is volgens hetzelfde principe opgebouwd als het menu Fault History .

      Onderhoudsschema

      Tijdstip
      Handeling
      Uitvoering
      Door de
      jaarlijks vóór het begin van de vorstperiode
      Vorstbeveiligingscircuit reinigen
      • De verzamelschacht vorstbeschermingswater leegmaken reinigen.

      • Het filter van de dompelpomp reinigen.

      • Het filter van de vorstbeschermingspomp (in de behuizing van de SB MB) reinigen.

      • De gereedschapshoudervaten reinigen en de vrije doorstroming ervan controleren.

      • De filters vóór de smoorinrichting (in de buurt van de uitgang van de hogedrukpompen) reinigen.

      • De verzamelschacht vorstbeschermingswater vullen met schoon water.

      Exploitant/Klantenservice
      De wasplaatsverwarming controleren.
      • De circulatiepomp op werking en draairichting controleren.

      • De concentratie van antivries controleren: Een weinig antivriesoplossing uit het veiligheidsventiel aftappen en de juiste concentratie ervan controleren met de speciale tester (6.419-070.0). Streefwaarde -25 °C.

      • De druk in het verwarmingscircuit controleren. Streefwaarde bij draaiende circulatiepomp wasplaatsverwarming 0,07…0,15 MPa (0,7…1,5 bar).

      • De instelling van het thermostatische mengventiel controleren.

      • De werking van het expansievat controleren: De ventielkap afnemen. De ventielstang kort indrukken met een lucifer. Als er lucht ontsnapt, dan is het expansievat in orde. Αls er water ontsnapt, het expansievat vervangen. Als er niets ontsnapt, het expansievat oppompen met een autoluchtpomp tot de druk op het typeplaatje.

      Exploitant/Klantenservice
      De buitenthermostaat controleren
      De werking controleren.
      Exploitant
      Recirculatieventilator controleren
      De werking controleren.
      Exploitant
      Verwarmingsventilator controleren.
      Zijn de regelaars correct ingesteld? (zie hoofdstuk "Instellingen/Verwarmingsventilator").
      Exploitant
      De vorstbescherming met verloren water controleren
      De vorstbeschermingspomp inschakelen (zie hoofdstuk "Handmatige ingrepen"). Controleren of er ten minste 0,5 l/min water uit elk handspuitpistool komt; zo nodig de drukregelaar bijstellen.
      Exploitant
      Noodvorstbescherming controleren
      De hoofdschakelaar op de stand "0" draaien. Controleren of er ten minste 0,5 l/min water uit elk handspuitpistool komt; zo nodig de drukregelaar bijstellen.
      Exploitant
      Reinigen van de doorstroomboiler
      Aanbeveling: Plan deze halfjaarlijkse onderhoudswerkzaamheden vóór het begin van de vorstperiode.
      Klantenservice
      Brander meten
      Dagelijks
      De hogedrukslangen controleren,
      Schuimslangen controleren (voor 2-tool-uitvoering)
      De hogedrukslangen op mechanische beschadiging zoals schade door schuren, zichtbaar weefsel van de slang, knikken en poreus en gescheurd rubber controleren. Beschadigde hogedrukslangen vervangen.
      Exploitant
      Wasborstel controleren.
      Wasborstels controleren op beschadiging, verontreiniging en slijtage. Borstels met haren korter dan 30 mm moeten worden vervangen. Bij temperaturen lager dan –5°C meerdere keren per dag op ijsvorming controleren, evt. de schuim-wasbeurt blokkeren. Hiertoe de combi-straalbuis vervangen door hogedruk-straalbuis
      Exploitant
      Aanwijzingsborden op de wasplaats controleren.
      Controleren of aanwijzingsborden voor de gebruiker voorhanden en leesbaar zijn.
      Exploitant
      Wasplaatsverlichting controleren
      De werking van de wasplaatsverlichting controleren, defecte lampen vervangen.
      Exploitant
      Straalbuizen controleren
      Op dichtheid controleren, de O-ring indien nodig vervangen. Sproeierbescherming en handgreepbuis OK? Zo nodig vervangen.
      Exploitant
      Hogedrukpistolen controleren
      Op dichtheid controleren, de O-ring indien nodig vervangen. Is de hogedrukslang draaibaar en de hendel soepel? Eventueel smeren (zie hoofdstuk "Onderhoudswerkzaamheden").
      Exploitant
      Opbergschacht voor gereedschap controleren
      Van buitenaf controleren op vreemde voorwerpen en vuil. Grove vervuiling verwijderen.
      Exploitant
      Vulniveau van het reinigingsmiddel controleren.
      Het oliepeil controleren, indien nodig bijvullen.
      Exploitant
      Muntenkistje legen
      Munttester openen en het muntenbakje leegmaken.
      Exploitant
      eerst dagelijks, later naargelang de ervaring
      Vulniveau van de brandstoftank controleren.
      Is de stookolievoorraad voldoende tot de volgende controle? Rekening met een hoger verbruik als gevolg van vorstbeschermingsinrichtingen. Een brandstoftekort leidt tot storingen en schade aan de installatie.
      Exploitant
      Compressor leegmaken
      Het condenswater uit het drukvat van de compressor aflaten.
      Exploitant
      Bij installatie met vorstbescherming: dagelijks bij vorst
      Vorstbeschermingsinrichtingen controleren.
      Zijn de verwarmingsventilatoren in werking (ook in de brandstoftank ABS, optie)?
      Exploitant
      Filter vorstbeschermingspomp reinigen
      Filter reinigen en weer aanbrengen.
      Exploitant
      Na 40 bedrijfsuren of wekelijks
      Dichtheid van de installatie controleren
      Pompen en leidingsysteem op lekkage controleren. De klantenservice contacteren als er olie onder de hogedrukpomp ligt of als bij werking van de pomp meer dan 3 druppels water per minuut uit de hogedrukpomp druppelen.
      Exploitant
      Oliepeil controleren
      Is de olie melkachtig, dan is er water in aanwezig. Contacteer de Klantenservice.
      Exploitant
      Oliepeil van de hogedrukpompen controleren
      Het oliepeil moet tussen de markeringen MIN en MAX staan, anders olie bijvullen.
      Exploitant
      Reinigingsmiddelfilter controleren
      De hogedrukstraal visueel controleren op reinigingsmiddel, het reinigingsmiddelfilter reinigen indien nodig.
      Exploitant
      Werking controleren
      Werking van alle wasprogramma's controleren
      Exploitant
      De zoutvoorraad in het zoutreservoir controleren
      Is het zoutniveau boven de waterniveau? Indien nodig onthardingszout bijvullen.
      Exploitant
      resterende hardheid van het ontharde water controleren
      Water uit de vlottertank voor warm water verwijderen en de resthardheid bepalen met testkit B (bestelnr. 6.768-003). Instelwaarde: onder 3 °dH.
      Exploitant
      Het restchloorgehalte na het actiefkoolstoffilter controleren
      Deze test is alleen nodig als het chloorgehalte in het schone water hoger is dan 0,3 mg/l. Neem een watermonster tussen het actiefkoolstoffilter en het RO-membraan. Het restchloorgehalte bepalen. Als het restchloorgehalte van het watermonster hoger is dan 0,1 mg/l, dan moet het actiefkoolstoffilter worden vervangen.
      Exploitant
      De wasplaatsverwarming kort inschakelen
      De vorstbeschermingspomp activeren zoals beschreven onder "Regeling/menu Service".
      Exploitant
      De buitenkant van de behuizing reinigen (roestvrij staal en kunststof)
      Reinigingsmiddel "Washallen- en tegelreinigingsmiddel RM 841" in 10% mengen, op de oppervlakken aanbrengen, ca. 2 tot 3 minuten laten inwerken, niet laten opdrogen. Na de inwerktijd grondig spoelen met de hogedrukstraal.
      Exploitant
      Reinigingsmiddel "Washallen- en tegelreinigingsmiddel RM 841" in 20% mengen, op het oppervlak aanbrengen, ca. 2 tot 3 minuten laten inwerken. Na de inwerktijd de oppervlakken reinigen met een vochtige pad of microvezeldoek en vervolgens grondig afspoelen met een hogedrukstraal. Indien gewenst kunnen de grote oppervlakken worden verwijderd met een rubberen trekker.
      Exploitant
      Spatschermen reinigen
      Reinigingsmiddel "Washal- en tegelreinigingsmiddel RM 841" in 10% mengen, op de oppervlakken aanbrengen, ca. 2 tot 3 minuten laten inwerken, niet laten opdrogen. Na de inwerktijd grondig spoelen met de hogedrukstraal.

      LET OP

      Beschadigingsgevaar

      Oplosmiddelen en reinigingsmiddelen die oplosmiddelen bevatten, kunnen de spatschermen beschadigen.

      Reinig de spatschermen niet met oplosmiddelen of reinigingsmiddelen die oplosmiddelen bevatten.

      Exploitant
      Buitenkant behuizing (roestvrij staal) verzorgen
      Indien nodig behandelen met een onderhoudsmiddel voor roestvrij staal.
      Exploitant
      wekelijks bij vorst
      Verwarming stookolietank ABS controleren (optie)
      Onder 3 °C controleren of het verwarmingslint van de stookolieleiding tussen de stookolietank en SB MB warm is.
      Exploitant
      Eenmaal, 1 maand na inbedrijfstelling
      Fijnfilter WSO vervangen
      Toevoer schoon water sluiten, de filterbekers losschroeven, de filterinzet vervangen, nieuwe filterinzet en filterbeker terugplaatsen, de schoonwatertoevoer openen.
      Exploitant
      Na 80 bedrijfsuren of tweewekelijks
      De roestvrijstalen onderdelen van de behuizing reinigen en conserveren.
      Vuilresten en aanslag verwijderen. Onderdelen conserveren met onderhoudsolie voor roestvrij staal.
      Exploitant
      Na 200 bedrijfsuren of maandelijks
      De werkdruk van de hogedrukpompen controleren
      De manometer moet 9…10 MPa (90…100 bar) aangeven. Anders de storing verhelpen volgens de informatie in het hoofdstuk "Hulp bij storingen".
      Exploitant
      Hoeveelheid antivries controleren
      Streefwaarde: ca. 0,5 l/min per was-tool.
      Waterdebiet groter: De slangkoppeling in het hogedrukpistool vervangen.

      WAARSCHUWING

      Gevaar van letsel, gevaar van beschadiging

      Is het debiet van vorstbeschermingswater te groot, dan kan het hogedrukpistool ongecontroleerd gaan bewegen en letsels veroorzaken.

      Vervang bij een te groot debiet van vorstbeschermingswater in het hogedrukpistool absoluut de slangkoppeling in het hogedrukpistool.

      Waterdebiet kleiner: Het filter van de vorstbeschermingspomp reinigen, de zeef in de smoorinrichting reinigen, de leiding doorspoelen, de draairichting van de pomp controleren.
      Exploitant
      Filters van de reinigingsmiddelen in de reinigingsmiddelreservoirs reinigen
      Filters verwijderen en met heet water grondig doorspoelen.
      Exploitant
      Filter reinigen
      Het filter voor het antivriescircuit reinigen.
      Exploitant
      Opbergschachten reinigen
      Opbergschachten voor gereedschap reinigen.
      Exploitant
      Zoutreservoir controleren
      Het waterpeil controleren (ca. 5...25 cm boven de zeefplaat).
      Exploitant
      Op afzettingen controleren, indien nodig leegmaken, reinigen, bijvullen met onthardingszout en opnieuw in gebruik nemen. Gevaar voor functiestoringen. Bij het bijvullen van onthardingszout alleen het onthardingszout in tabletvorm gebruiken dat in het hoofdstuk "Toebehoren" wordt genoemd.
      Exploitant
      Brander reinigen
      • Het kijkglas vlambewaking reinigen (zie paragraaf "Onderhoudswerkzaamheden").

      • De ontstekingselektroden reinigen en controleren.

      Exploitant
      Plafondarm smeren
      De smeernippel smeren met een vetspuit (vet 6.288-055.0).
      Exploitant
      Scharnieren van de deuren smeren.
      Scharnieren met vet (best.nr.: 6.288-072) smeren.
      Exploitant
      De sloten van de deuren conserveren
      Onderhoudsmiddel (best.nr.: 6.288-116) in de sloten sproeien.
      Exploitant
      Driemaandelijks
      Muntinworp reinigen
      De deur van de munttester openen. Muntinworp reinigen (zie hoofdstuk "Onderhoudswerkzaamheden").
      Exploitant
      De tijdinstelling controleren
      De ingestelde tijd en datum controleren op de besturing en indien nodig corrigeren.
      Exploitant
      Na 1000 bedrijfsuren of halfjaarlijks
      Pompkoppen controleren.
      Als de klepschijven ernstig beschadigd zijn, de kleppen volledig vervangen.
      Klantenservice
      Olie van de hogedrukpompen verversen.
      Zie onderhoudswerkzaamheden.
      Exploitant
      Reinigen van de doorstroomboiler
      Roet en kalk uit verwamingsslang verwijderen.
      Klantenservice
      Brander meten
      De rookgaswaarden meten, de brander indien nodig reinigen en bijstellen.
      Klantenservice
      Fijnfilter WSO vervangen
      Toevoer schoon water sluiten, de filterbekers losschroeven, de filterinzet vervangen, nieuwe filterinzet en filterbeker terugplaatsen, de schoonwatertoevoer openen.
      Exploitant
      Jaarlijks vóór de vorstperiode
      Filter in de Powerschuim-sproeier (optie) reinigen
      Zie "Vorstbescherming/Powerschuim-sproeier reinigen". Stel de volgende reinigingsintervallen in op basis van ervaring.
      Exploitant
      Jaarlijks
      Veiligheidscontrole
      Veiligheidscontrole volgens de richtlijnen voor vloeistofstralers/voorschriften inzake ongevallenpreventie.
      Klantenservice
      Installatie onderhouden
      Onderhoudscontract met vervanging van alle slijtageonderdelen
      Klantenservice
      Temperatuurregelaar controleren
      De werking van beide temperatuurregelaars controleren.
      Klantenservice
      Het filterelement van het actiefkoolstoffilter WSO vervangen
      Het afsluitventiel schoon water (geleverd door de klant) sluiten, de filterbeker losschroeven en uitspoelen, het filterelement vervangen door een nieuw exemplaar, het filterelement en de filterbeker opnieuw aanbrengen, het afsluitventiel schoon water openen en de installatie in bedrijf stellen.
      Exploitant/Klantenservice
      Pomp RO controleren
      De klantenservice informeren De karakteristiek (debiet en druk) controleren.
      Klantenservice
      Gasbrander onderhouden
      Onderhoudswerkzaamheden laten uitvoeren door de klantenservice van de branderfabrikant.
      5-jaarlijks of indien nodig
      Brandstoftank reinigen
      De resterende brandstof eruit pompen. Het bezinksel verwijderen en weggooien. De binnenkant van de tank reinigen.
      Tankreinigingsservice

      Onderhoudswerkzaamheden

      Condenswater van de compressor aftappen

      1. De condensaataftapkraan boven een kanaal of opvangbak houden.


        1. Condensaataftapkraan
      2. De condensaataftapkraan openen en het condensaat laten weglopen.

      3. De condensaataftapkraan sluiten

      Het hogedrukpistool smeren

      1. De straalbuis losschroeven.

      2. 6 schroeven eruit draaien.


        1. Schroef
        2. De greephelften
        3. Knooppuntstuk
        4. Naaldlager
        5. O-ring
        6. Besproeiingsoppervlak buis/greep
        7. Hogedrukslang
      3. De greephelft verwijderen.

      4. De kamer voor het naaldlager in de greephelft vullen met vet.

      5. Het naaldlager en de O-ring invetten.

      6. Het contactoppervlak tussen buis en greep invetten.

      7. De greephelften weer in elkaar schroeven.

      Het kijkglas vlambewaking reinigen

      1. De brandstofleiding losmaken.

      2. De lichtsensor zijwaarts uit de houder trekken.


        1. Schroef
        2. Sproeierhouder
        3. Lichtsensor
        4. Deksel
        5. Kijkglas
        6. Stuwschijf
      3. 3 schroeven eruit draaien.

      4. Het deksel met de houder voor de lichtsensor verwijderen.

      5. De stuwschijf van de sproeierhouder afnemen.

      6. Het kijkglas reinigen.

      7. De onderdelen in omgekeerde volgorde opnieuw monteren.

      Filter brandstofpomp reinigen

      1. De olietoevoer afsluiten.

      2. Het filteromhulsel eraf schroeven.


        1. Brandstofpomp
        2. Filteromhulsel
      3. Het filter met perslucht reinigen.

      4. De onderdelen in omgekeerde volgorde monteren.

      5. De olietoevoerleiding openen.

      Olie verversen

      WAARSCHUWING

      Gevaar van brandwonden

      De hogedrukpomp en de motorolie zijn heet en kunnen bij aanraking brandwonden veroorzaken.

      Laat de hogedrukpomp 15 minuten afkoelen voordat de olie wordt ververst.

      Instructie

      Afgewerkte olie mag alleen op de daardoor bestemde verzamelpunten worden afgevoerd. Geef afgewerkte olie daar af. Verontreinigen van het milieu met afgewerkte olie is strafbaar.

      1. Een olieopvangbak onder de olieaftapplug plaatsen.


        1. Olieaftapplug
        2. Oliereservoir
        3. Deksel
      2. Het deksel van het oliereservoir nemen.

      3. De olieaftapplug uitschroeven en de olie opvangen.

      4. De afdichtingsring vervangen en de olieaftapplug inschroeven en aanhalen.

      5. Giet de nieuwe olie langzaam tot de "MAX"-markering in het oliereservoir.

      6. Het deksel van het oliereservoir aanbrengen.

      7. De oude olie op milieuvriendelijke wijze afvoeren of bij een geautoriseerde verzamelplaats afgeven.

      Muntinworp reinigen

      1. Open de deur van het apparaat.

      2. Klap de munttester open.


        1. Munttester
      3. Reinig de muntbaan met een vochtige doek met afwasmiddel.

      Elektrode-instelling

      De juiste instelling van de ontstekingselektroden is belangrijk voor de werking van de brander. De afstelmaten worden in de onderstaande tekening weergegeven.


      1. Ontstekingselektrode

      Handmatige regeneratie basenwisselaar WAT--SE 220/255B

      1. De regeneratie starten via de besturing (zie "Besturing/Menu Service").

      Handmatige regeneratie basenwisselaar WAT-S 202

      1. De programmaknop indrukken en de nokkenas linksom draaien tot de pijl op de programmaknop naar "Zouten + wassen" ("Besalzen + Waschen") wijst.


        1. Programmaknop

      Hulp bij storingen

      GEVAAR

      Gevaar van letsel

      Levensgevaar door elektrische schok.

      Schakel vóór werkzaamheden aan het apparaat de op locatie aanwezige hoofdschakelaar uit en beveilig deze tegen herinschakelen.

      Laat alle werkzaamheden aan elektrische onderdelen van de installatie alleen door een elektricien uitvoeren.

      WAARSCHUWING

      Gevaar van letsel

      Uit beschadigde componenten kan een hogedrukstraal vrijkomen die letsels veroorzaken kan.

      Schakel de installatie drukloos door de schakelaar van het apparaat op "0/OFF" te zetten en vervolgens alle hogedrukpistolen te openen tot de druk in de installatie is afgebouwd.

      WAARSCHUWING

      Gevaar van brandwonden

      Sommige onderdelen van het apparaat worden tijdens het gebruik heet en kunnen bij aanraking brandwonden veroorzaken.

      Laat de installatie afkoelen alvorens de volgende onderdelen aan te raken. Rookgasbuis en rookgasopening, brander met doorstroomverwarmer, cilinderkop van de hogedrukpomp, hogedrukslang.

      1. De op locatie aanwezige hoofdschakelaar uitschakelen en deze beveiligen tegen herinschakeling.

      2. De watertoevoer onderbreken.

      Wie mag er storingen verhelpen?

      Exploitant: werkzaamheden met de aanwijzing "Exploitant" mogen alleen door geïnstrueerde personen worden uitgevoerd die hogedrukinstallaties veilig kunnen bedienen en er op veilige wijze onderhoud aan kunnen uitvoeren.

      Elektricien: werkzaamheden met de aanwijzing "Elektricien" mogen alleen worden uitgevoerd door personen met een opleiding op elektrotechnisch gebied.

      Serviceafdeling: werkzaamheden met de aanwijzing "Serviceafdeling" mogen alleen worden uitgevoerd door servicemonteurs van KÄRCHER of door monteurs die door KÄRCHER hiervoor zijn geautoriseerd.

      Klantenservice van de branderfabrikant: Storingen aan de gasbrander mogen alleen door de klantenservice van de branderfabrikant worden verholpen.

      Actuele fouten, storingen en gebeurtenissen

      Bij kritieke fouten, storingsmeldingen of gebeurtenissen gaat het startscherm na ca. 1 minuut automatisch over in de meldingenweergave.

      Een actuele melding wordt op de besturing aangegeven door een attentiesymbool in de rechterbovenhoek.


      1. Weergave voor aanwezige meldingen

      Meldingindicaties


      1. Indicatie meldingcategorie:
        • rood: kritieke fout. Afhankelijk van de fout reageert de installatie als volgt:

          Het systeem gaat in noodbedrijf.

          Een of meer wasplaatsen worden geblokkeerd.

          De hele installatie wordt geblokkeerd.

        • geel: Storing; installatie kan blijven werken

        • groen: Gebeurtenis; informatie voor de exploitant

      2. Foutbeschrijving
      3. Informatie over de mogelijke oorzaak van de fout en hoe deze te verhelpen.Weergave van het foutnummer alsook de datum en het tijdstip waarop de fout is opgetreden.
      4. Toets om de fout te bevestigen.

        Instructie

        Als de knop grijs wordt weergegeven, is de fout nog steeds aanwezig en kan deze niet worden bevestigd.

        Als de toets een gele kleur heeft, is de fout verholpen en kan de fout worden bevestigd.

      5. Voortgangsbalk, visualiseert hoe lang de huidige melding al wordt weergegeven.

        Instructie

        De weergave schakelt na ca. 2-3 seconden automatisch over naar het volgende scherm. De balk is dan volledig vol.

      6. Weergave huidig meldingnummer / totaal aantal meldingen.
      7. Toetsen om handmatig heen en weer te bladeren door de verschillende meldingweergaven.

      Voorbeeld weergave fout


      Voorbeeld weergave gebeurtenis

      Storingen aangegeven door de besturing

      Instructie

      Hier worden alleen storingen aangegeven die door de exploitant kunnen worden verholpen.

      In geval van storingen die hier niet worden beschreven: De melding bevestigen. Als de fout opnieuw optreedt, informeer dan de servicedienst.

      Foutnummer
      Oorzaak
      Remedie
      F0103
      Malfunction oil separator / recycling
      Externe olieafscheider controleren of leegmaken / recyclingsysteem controleren
      F0105
      Motor circuit breaker of high-pressure pumps has tripped
      De schakelaar voor motorbescherming resetten. Als de fout opnieuw optreedt, de service informeren.
      F0107
      Air pressure switch signals no pressure
      De compressor en de persluchtleidingen controleren
      F0113
      Motor circuit breaker / automatic circuit breaker frost protection
      De schakelaar voor motorbescherming of de stroomonderbreker resetten. Als de storing zich opnieuw voordoet, de service informeren.
      F0114
      Hot water temperature too low
      Wasplaatsverwarming werd uitgeschakeld, warmwatergenerator en warmwatercircuit controleren
      F0115
      Motor circuit breaker of foam hose heater
      De schakelaar voor motorbescherming resetten. Als de storing zich opnieuw voordoet, de service informeren.
      F0116
      Motor circuit breaker of stations
      De schakelaar voor motorbescherming resetten. Als de storing zich opnieuw voordoet, de service informeren.
      F00170
      HP pump 1 overcurrent
      Stroomverbruik van de HD-pomp te hoog. Fout bevestigen. Als de fout opnieuw optreedt, de service informeren.
      F00174
      HP pump winding protect.contact 1
      Fout bevestigen. Als de fout opnieuw optreedt, de service informeren.
      F00176
      HP pump 1 oil level too low
      Olie bijvullen. Storing bevestigen.
      F0191
      Coin signal remote control 1
      Voor mechanische munttester, microschakelaar controleren
      F0210
      HP pump 2 overcurrent
      Stroomverbruik van de HD-pomp te hoog. Fout bevestigen. Als de fout opnieuw optreedt, de service informeren.
      F0214
      HP pump winding protect.contact 2
      Fout bevestigen. Als de fout opnieuw optreedt, de service informeren.
      F0216
      HP pump 2 oil level too low
      Olie bijvullen. Storing bevestigen.
      F0231
      Coin signal remote control 2
      Voor mechanische munttester, microschakelaar controleren
      F0250
      HP pump 3 overcurrent
      Stroomverbruik van de HD-pomp te hoog. Fout bevestigen. Als de fout opnieuw optreedt, de service informeren.
      F0254
      HP pump winding protect.contact 3
      Fout bevestigen. Als de fout opnieuw optreedt, de service informeren.
      F0256
      HP pump 3 oil level too low
      Olie bijvullen. Storing bevestigen.
      F0271
      Coin signal remote control 3
      Voor mechanische munttester, microschakelaar controleren
      F0290
      HP pump 4 overcurrent
      Stroomverbruik van de HD-pomp te hoog. Fout bevestigen. Als de fout opnieuw optreedt, de service informeren.
      F0294
      HP pump winding protect.contact 4
      Fout bevestigen. Als de fout opnieuw optreedt, de service informeren.
      F0296
      HP pump 4 oil level too low
      Olie bijvullen. Storing bevestigen.
      F0311
      Coin signal remote control 4
      Voor mechanische munttester, microschakelaar controleren
      F0570
      Hot water shortage
      Warmwatertoevoer controleren
      F0571
      Hot water overtemperature
      Fout bevestigen. Als de fout opnieuw optreedt, de service informeren.
      F0574
      Oil stoker malfunction
      Resettoets van de olie-ontstekingsautomaat indrukken
      F0575
      Exh. gas thermostat triggered
      Resettoets van de rookgasthermostaat indrukken
      F0576
      No flow detected by flow monitor
      Fout bevestigen. Als de fout opnieuw optreedt, de service informeren.
      F0577
      Flow monitor is defective
      Fout bevestigen. Als de fout opnieuw optreedt, de service informeren.
      F0578
      Automatic hot water circuit-breaker
      Stroomonderbreker resetten. Als de fout opnieuw optreedt, de service informeren
      F5081
      Hot water circ. pump motor circuit breaker
      De schakelaar voor motorbescherming resetten. Als de fout opnieuw optreedt, de service informeren
      F0584
      Washing station heater circ. pump motor circuit breaker
      De schakelaar voor motorbescherming resetten. Als de fout opnieuw optreedt, de service informeren
      F0586
      On-site heating
      Het verwarmingssysteem ter plaatse controleren
      F0587
      Water temperature above 60 °C.
      Watertemperatuur bij externe warmwatertoevoer hoger dan 60°C. De temperatuur van de watertoevoer verlagen.
      F0610
      Softener bottle regeneration has failed.
      Hardheidssensor toont hard water na regeneratie. Zout bijvullen, de fout bevestigen
      F0612
      Osmosis tank running dry
      Tank laten vullen tot niveauschakelaar osmosetank (buffertank permeaat) leeg (maximale inschakelvertraging 15 minuten)
      F0613
      Osmosis tank level switch
      De niveauschakelaars van de osmosetank (buffertank permeaat) leeg en vol schakelen tegelijk. De niveauschakelaars controleren.
      F0614
      Osmosis tank level switch
      Niveauschakelaars buffertank onderaan en vol schakelen tegelijkertijd. De niveauschakelaars controleren.
      F0615
      Water softening no water pressure
      Watertoevoer controleren
      F0617
      On-site water softening and osmosis system
      De waterbehandelingsinstallatie ter plaatse controleren
      F0650
      Vacuum cleaner 1 / button 1 jammed
      Starttoets of selectietoets voor de zuigerplaats zit vast
      F0651
      Vacuum cleaner 1 / button 2 jammed
      Starttoets of selectietoets voor de zuigerplaats zit vast
      Ff0660
      Vacuum cleaner 2 / button 1 jammed
      Starttoets of selectietoets voor de zuigerplaats zit vast
      F0661
      Vacuum cleaner 2 / button 2 jammed
      Starttoets of selectietoets voor de zuigerplaats zit vast
      F0670
      Vacuum cleaner 3 / button 1 jammed
      Starttoets of selectietoets voor de zuigerplaats zit vast
      F0671
      Vacuum cleaner 3 / button 2 jammed
      Starttoets of selectietoets voor de zuigerplaats zit vast
      F680
      Vacuum cleaner 4 / button 1 jammed
      Starttoets of selectietoets voor de zuigerplaats zit vast
      F0681
      Vacuum cleaner 4 / button 2 jammed
      Starttoets of selectietoets voor de zuigerplaats zit vast
      F0690
      Vacuum cleaner 5 / button 1 jammed
      Starttoets of selectietoets voor de zuigerplaats zit vast
      F0691
      Vacuum cleaner 5 / button 2 jammed
      Starttoets of selectietoets voor de zuigerplaats zit vast
      F0700
      Vacuum cleaner 6 / button 1 jammed
      Starttoets of selectietoets voor de zuigerplaats zit vast
      F0701
      Vacuum cleaner 6 / button 2 jammed
      Starttoets of selectietoets voor de zuigerplaats zit vast
      F0720
      Wheel cleaner pump overcurrent
      Stroomverbruik pomp te hoog. Fout bevestigen. Als de fout opnieuw optreedt, de service informeren.
      F0740
      Micro-emulsion pump overcurrent
      Stroomverbruik pomp te hoog. Fout bevestigen. Als de fout opnieuw optreedt, de service informeren.
      F0750
      Intensive foam pump overcurrent
      Stroomverbruik pomp te hoog. Fout bevestigen. Als de fout opnieuw optreedt, de service informeren.

      Storingen zonder indicatie

      Storingen in het warmwatercircuit

      Storing
      Mogelijke oorzaak
      Remedie
      Door de
      Watertekort in de vlottertank warm water
      Watertoevoer geblokkeerd
      Het afsluitventiel voor schoon water openen.
      Exploitant
      Fijnfilter schoon water in waterbehandeling vervuild
      Het filterelement reinigen of vervangen.
      Exploitant
      Vlotterventiel in de vlottertank warm water gaat niet open
      Het vlotterventiel controleren, indien nodig repareren.
      Exploitant
      Watertekortbeveiliging in de vlottertank warm water zit vast of is defect
      De watertekortbeveiliging controleren, indien nodig vervangen.
      Exploitant
      Slangleiding gebarsten of losgeraakt
      De slangleidingen controleren, indien nodig vervangen.
      Exploitant
      Pomp netscheiding (optie) werkt niet
      Controleer de voeding.
      Klantenservice
      De pomp controleren.
      Klantenservice
      Watertemperatuur te laag / te hoog
      Thermostaat defect
      De thermostaat controleren, indien nodig vervangen.
      Klantenservice
      Waterverwarmer start niet of stopt met verwarmen
      Debietschakelaar defect (niet bij elektrisch verwarmd toestel)
      De debietschakelaar controleren, reinigen en indien nodig vervangen.
      Klantenservice
      Het warmwatercircuit is verkalkt
      De waterbehandeling controleren, het circuit ontkalken.
      Klantenservice
      Lucht in de warmwatercirculatiepomp
      De pomp bij de ontluchtingsschroef ontluchten.
      Exploitant
      Draairichting van de warmwatercirculatiepomp is verkeerd
      De draairichting controleren, indien nodig veranderen.
      Klantenservice
      Thermostaat defect
      De thermostaat controleren, indien nodig vervangen.
      Klantenservice
      Contactor voor warmwatercirculatiepomp defect
      De contactor controleren, indien nodig vervangen.
      Klantenservice
      De motorbeveiligingsschakelaar van de warmwatercirculatiepomp is geactiveerd omdat de circulatiepomp geblokkeerd is of de pomp defect is.
      De circulatiepomp controleren, repareren of indien nodig vervangen. De motorbeveiligingsschakelaar resetten.
      Klantenservice

      Storingen op de wasplaatsverwarming

      Storing
      Mogelijke oorzaak
      Remedie
      Door de
      Circulatiepomp voor wasplaatsverwarming buiten bedrijf
      Temperatuur in het warmwaterreservoir lager dan 10 °C (storingsindicator "F0144").
      De storing in het warmwatercircuit opsporen en verhelpen.
      Exploitant/Klantenservice

      Branderstoringen bij oliegestookte apparaten

      Storing
      Mogelijke oorzaak
      Remedie
      Door de
      Storing oliestook (olie-ontstekingsautomaat in de schakelkast branderbesturing is in werking getreden)
      Geen ontstekingsvonk aanwezig (zichtbaar door kijkglas in branderdeksel)
      De instelling van de elektrode, de ontstekingstransformator en de ontstekingskabel controleren. De elektroden reinigen, defecte onderdelen vervangen. Vervolgens op de ontgrendelingsknop voor de olie-ontstekingsautomaat drukken.
      Klantenservice
      Kijkglas vlambewaking vervuild
      Kijkglas vlambewaking reinigen (zie hoofdstuk "Onderhoudswerkzaamheden"). Vervolgens op de ontgrendelingsknop voor de olie-ontstekingsautomaat drukken.
      Exploitant
      Lichtsensor vlambewaking niet in houder of defect
      De lichtsensor bevestigen of vervangen. Vervolgens op de ontgrendelingsknop voor de olie-ontstekingsautomaat drukken.
      Exploitant, serviceafdeling
      Stookoliepeil te laag
      De brandstoftank bijvullen. Vervolgens op de ontgrendelingsknop voor de olie-ontstekingsautomaat drukken.
      Exploitant
      Geen vlamvorming wegens brandstoftekort
      Het brandstoffilter op de brandstofpomp reinigen. Vervolgens op de ontgrendelingsknop voor de olie-ontstekingsautomaat drukken.
      Exploitant
      De brandstofsproeier reinigen, evt. vervangen. Vervolgens op de ontgrendelingsknop voor de olie-ontstekingsautomaat drukken.
      Exploitant
      Het brandstofmagneetklep, de brandstofpomp en de koppeling controleren.
      Klantenservice
      Geen vlamvorming wegens luchttekort
      De kraag van de ventilator controleren op beschadigingen en een goede bevestiging van de banden. Vervolgens op de ontgrendelingsknop voor de olie-ontstekingsautomaat drukken.
      Exploitant
      De ventilator is defect, deze vervangen. Vervolgens op de ontgrendelingsknop voor de olie-ontstekingsautomaat drukken.
      Klantenservice
      Sterke rookontwikkeling tijdens het opstarten en de werking
      De ontstekingselektrode ligt in de brandstofstraal
      De instelling van de elektrode controleren en corrigeren.
      Exploitant, serviceafdeling
      Brandstofdruk ontregeld (zie hoofdstuk "Technische gegevens")
      De brandstofdruk controleren, indien nodig opnieuw instellen.
      Klantenservice
      Heetwaterslang sterk vervuild met roet
      De ketel demonteren en de heetwaterslang reinigen.
      Klantenservice
      Rookgasthermostaat (S5) is geactiveerd
      Het warmwatercircuit is verkalkt
      De waterbehandeling controleren, het warmwatercircuit ontkalken. Vervolgens op de vrijgaveknop van de rookgasthermostaat drukken.
      Klantenservice
      Heetwaterslang sterk vervuild met roet
      De ketel demonteren en de heetwaterslang reinigen. Vervolgens op de vrijgaveknop van de rookgasthermostaat drukken.
      Klantenservice
      Brander verkeerd ingesteld
      De branderinstelling corrigeren. Vervolgens op de vrijgaveknop van de rookgasthermostaat drukken.
      Klantenservice

      1. Ontgrendelingsknop rookgasthermostaat
      2. Ontgrendelingsknop olie-ontstekingsautomaat
      3. Schakelkast branderbesturing

      Branderstoringen bij gasgestookte apparaten

      Storingen aan de gasbrander mogen alleen door geautoriseerd vakpersoneel van de branderfabrikant worden verholpen.

      Storingen aan de muntinworp

      Storing
      Mogelijke oorzaak
      Remedie
      Door de
      Alle munttesters weigeren alle munten.
      Hoofdschakelaar uitgeschakeld.
      De hoofdschakelaar op "1" zetten.
      Exploitant
      De tijd of bedieningstijden zijn ontregeld. Nachtvergrendeling actief.
      De instellingen op de besturing controleren.
      Exploitant
      Watertekort
      De watertoevoer controleren.
      Exploitant
      De motorbeveiligingsschakelaar van de hogedrukpompen is uitgevallen.
      De schakelaar voor motorbescherming resetten. In geval van herhaling, de oorzaak achterhalen.
      Exploitant
      Een enkele munttester weigert alle munten.
      Munttester vervuild.
      Muntinworp reinigen (zie hoofdstuk "Onderhoudswerkzaamheden").
      Exploitant
      Overstroom op hogedrukpomp.
      De fout bevestigen op de besturing.
      Exploitant

      Storingen op de hogedrukpomp

      Storing
      Mogelijke oorzaak
      Remedie
      Door de
      Waterstraal op het hogedrukpistool ongelijkmatig
      Hogedruksproeier verstopt.
      De hogedruksproeier vervangen.
      Exploitant
      Watertoevoerhoeveelheid te gering
      De watertoevoerhoeveelheid controleren (zie Technische gegevens).
      Exploitant
      Zuigslang geknikt
      De zuigslang controleren.
      Exploitant
      Verminderde druk bij de hogedrukpomp
      Hogedruksproeier uitgesleten
      De hogedruksproeier vervangen.
      Exploitant
      Verkeerde hogedruksproeier gemonteerd
      De hogedruksproeier vervangen (voor de maat zie "Technische gegevens").
      Exploitant
      Watertoevoerhoeveelheid te gering
      De watertoevoerhoeveelheid controleren (zie Technische gegevens).
      Exploitant
      Het magneetventiel spoelen en het magneetventiel waterkwaliteit controleren. Het vlotterventiel controleren.
      Klantenservice
      De hogedrukpomp bereikt niet de vereiste druk
      Hogedrukpomp zuigt lucht aan uit het lege reinigingsmiddelreservoir
      Reinigingsmiddel bijvullen. De zuigleiding ontluchten (zo nodig tijdens de werking meerdere malen kort in de zuigslang naar de pomp knijpen om het ontluchtingsproces te versnellen).
      Exploitant
      De hogedrukleiding naar de wasplaats lekt
      De hogedrukleiding controleren, deze indien nodig vervangen.
      Exploitant, serviceafdeling
      Overstroomklep verkeerd afgesteld of lek
      De overstroomklep controleren, repareren.
      Klantenservice
      Hogedrukpomp klopt, manometer schommelt sterk
      Hogedrukpomp zuigt lucht aan
      De aanzuigleidingen voor water en reinigingsmiddel controleren op lekken.
      Exploitant
      Reinigingsmiddelreservoir leeg? (zie boven).
      Exploitant
      Trillingsdemper defect
      De trillingsdemper vervangen.
      Exploitant
      Ventiel in pompkop defect of vervuild
      Defecte ventielen vervangen.
      Klantenservice

      Storingen in de reinigingsmiddeltoevoer

      Storing
      Mogelijke oorzaak
      Remedie
      Door de
      Onvoldoende of geen toevoer van reinigingsmiddel
      Filter of slang verstopt
      Het filter of de slang reinigen.
      Exploitant
      Reinigingsmiddelslang lekt
      De slang vervangen.
      Exploitant
      Doseerpomp verkeerd ingesteld of defect
      De instelling van de doseerpomp controleren.
      Exploitant
      De werking van de doseerpomp controleren.
      Klantenservice
      Condenswater in de doseerpomp.
      Het condenswater uit het drukvat van de compressor aflaten.
      Exploitant

      Storingen op de velgenreiniger/intensief schuim

      Storing
      Mogelijke oorzaak
      Remedie
      Door de
      Onvoldoende of geen toevoer van water/reinigingsmiddel
      Zeef in de waterinlaat vuil
      De zeef reinigen.
      Exploitant
      Sproei-element in injector verstopt
      Het sproei-element reinigen.
      Exploitant
      Smoorinrichting in knooppuntstuk verstopt
      De onderdelen reinigen.
      Exploitant
      Schuimer in het knooppuntstuk verstopt
      Het knooppuntstuk uitblazen met perslucht of de schuimer vervangen.
      Exploitant, serviceafdeling

      1. Zeef

      1. Knooppuntstuk
      2. Hogedrukinlaat met terugslagklep
      3. Smoorinrichting velgenreiniger (0,6 mm) met terugslagklep
      4. Smoorinrichting Intensief schuim (1,3 mm) met terugslagklep
      5. Persluchtinlaat met terugslagklep
      6. Schuimer
      7. Terugslagklep
      8. Hogedrukuitgang

      Storingen op de compressor

      Storing
      Mogelijke oorzaak
      Remedie
      Door de
      Compressor gaat vaak aan en uit.
      Condenswaterniveau in het drukvat te hoog.
      Het condenswater uit het drukvat van de compressor aflaten.
      Exploitant, serviceafdeling

      Storingen bij de productie van droogschuim (optie)

      Storing
      Mogelijke oorzaak
      Remedie
      Door de
      Schuimkwaliteit slecht, schuim te droog of te nat
      Reinigingsmiddelreservoir leeg
      Het reservoir vervangen.
      Exploitant
      Zuigfilter doseerpomp verstopt
      Het filter uitspoelen met warm water.
      Exploitant
      Watertoevoer te laag
      De watertoevoer herstellen, de instelling van de drukregelaar van het schuimstation controleren (0,25 MPa (2,5 bar)).
      Exploitant
      Compressor levert geen lucht
      De compressor controleren. Het condenswater uit het drukvat van de compressor aflaten.
      Klantenservice
      Compressor oververhit
      Na afkoeling start de compressor automatisch weer op.
      Exploitant
      Drukregelaar schuimstation vervuild
      De drukregelaar reinigen.
      Exploitant
      Magneetventiel water/chemie gaat niet open
      De spanning controleren met een magneetveldtester, het magneetventiel reinigen, indien nodig vervangen.
      Exploitant, serviceafdeling
      Onjuiste instelling van de doseerventielen water/chemie of lucht
      De basisinstelling uitvoeren (zie hoofdstuk Bediening en instellingen).
      Klantenservice
      Verkeerd reinigingsmiddel, vervuild of oud reinigingsmiddel
      Reinigingsmiddel vervangen.
      Exploitant

      Storingen in het waterzuiveringssysteem

      Storing
      Mogelijke oorzaak
      Remedie
      Door de
      Basenwisselaar regenereert niet
      Geen stroomvoorziening.
      De stroomvoorziening controleren (zekering, stekker, schakelaar).
      Exploitant, serviceafdeling
      Hardheidssensor defect
      De hardheidssensor controleren, indien nodig vervangen.
      Klantenservice
      Basenwisselaar regenereert tijdens de bedrijfstijd
      Klok ontregeld ten gevolge van stroomuitval (optie, alleen met WAT-S 202)
      De tijd opnieuw instellen (zie "Instellingen/Basenwisselaar WAT-S 202 instellen").
      Exploitant
      Water blijft hard na regeneratie
      Het zoutreservoir is leeg.
      Onthardingszout bijvullen, wachten tot de pekel zich vormt (ongeveer 2 uur), een handmatige regeneratie starten. Het zoutniveau nooit laten dalen tot onder het waterniveau in het zoutreservoir.
      Exploitant
      Injectorfilter verstopt
      Het injectorfilter reinigen.
      Klantenservice
      Watertoevoer naar het zoutreservoir onvoldoende
      De pekelvultijd controleren, indien nodig de pekelvulopening reinigen.
      Klantenservice
      Lekkende stijgbuis
      De stijgbuis en de controleleiding controleren.
      Klantenservice
      Zoutverbruik te hoog
      Te veel water in het zoutreservoir
      Het zoutverbruik en de instelling van de zouthoeveelheid controleren.
      Klantenservice
      Onjuiste instelling van de zouthoeveelheid
      Drukverlies
      Afzettingen in de watertoevoer
      De watertoevoer reinigen.
      Klantenservice
      Afzettingen in de basenwisselaar
      Ventiel en harsplank reinigen.
      Klantenservice
      Te veel water in het zoutreservoir
      Spoelzeef verstopt
      De spoelzeef reinigen.
      Klantenservice
      Injector verstopt
      De injector en het filter reinigen.
      Klantenservice
      Vreemd voorwerp in de pekelklep
      De pekelklep reinigen, de klepzitting vervangen.
      Klantenservice
      Stroomuitval tijdens het vullen van de pekel
      De stroomvoorziening controleren.
      Klantenservice
      Pekel wordt niet aangezogen
      Watertoevoerdruk te laag.
      De watertoevoerdruk verhogen tot minstens 0,3 MPa (3 bar).
      Exploitant
      Spoelzeef verstopt
      De spoelzeef reinigen.
      Klantenservice
      Injector verstopt
      De injector en het filter reinigen.
      Klantenservice
      Lek binnen in de klep
      De ventielkleppen vervangen.
      Klantenservice
      Constant water in de afvoer, ook na regeneratie
      Ventiel voert cycli niet correct uit
      Het timerprogramma controleren, zo nodig de klepbesturing vervangen.
      Klantenservice
      Vreemd lichaam in het ventiel
      De ventielbesturing afnemen, het vreemde lichaam verwijderen, het ventiel in alle standen controleren.
      Klantenservice
      RO-pomp start niet
      Buffertank permeaat vol
      Wachten tot het permeaat is verbruikt.
      Exploitant
      Niveauschakelaar "buffertank vol" defect
      De niveauschakelaar controleren.
      Klantenservice
      Opstarttijd van de besturing nog niet afgelopen
      Wachten.
      Exploitant
      Drukschakelaar watertekort werd aangesproken
      Fijnfilter of actiefkoolstoffilter vervuild. Beide filters controleren, zo nodig het filterelement vervangen.
      Exploitant
      Drukschakelaar watertekort defect.
      De drukschakelaar controleren, indien nodig vervangen.
      Klantenservice
      Regeneratie van de basenwisselaar aan de gang
      Het einde van de regeneratie afwachten.
      Exploitant
      Uit de basenwisselaar komt niet-onthard water.
      De basenwisselaar controleren.
      Exploitant, serviceafdeling
      Pomp netscheiding (optie) werkt niet
      Controleer de voeding. De pomp controleren.
      Klantenservice
      RO-pomp start pas na verschillende spoelcycli
      Te lage druk op het waternet
      De druk op het waternet controleren, eventueel de toevoerkraan volledig openen.
      Exploitant
      Fijnfilter of actiefkoolstoffilter vervuild
      Beide filters controleren, zo nodig het filterelement vervangen.
      Exploitant
      Permeaatocapaciteit te laag, buffertank permeaat is vaak leeg
      Watertoevoertemperatuur te laag
      De temperatuur van het ontharde water meten en vergelijken met de technische gegevens.
      Exploitant
      Bedrijfsdruk te laag
      De bedrijfsdruk opnieuw instellen.
      Klantenservice
      Kalk of minerale afzettingen op het filteroppervlak van het membraan van omgekeerde osmose RO
      Het membraan ontkalken, indien nodig vervangen.
      Klantenservice
      Niveauschakelaar "buffertank vol" defect
      De niveauschakelaar controleren.
      Klantenservice
      Afzetting van bacteriën of algen op het filteroppervlak van het RO-membraan.
      Het membraan langdurig spoelen, het indien nodig vervangen. In de toekomst in acht nemen: Water in drinkwaterkwaliteit, lange stilstandtijden vermijden.
      Klantenservice
      Vlekken op de autolak bij Topverzorging (permeaat onvoldoende gedemineraliseerd)
      Te hoog mineraalgehalte van het ontharde water
      De geleidbaarheid van het ontharde water controleren.
      Klantenservice
      Breuk in het RO-membraan, defecte afdichting
      Afdichting of membraan vervangen. De geleidbaarheid controleren.
      Klantenservice
      Mengen van permeaat en onthard water
      De geleidbaarheid van het permeaat uit de straalbuis vergelijken met die van het water uit de permeaatbuffertank.
      Klantenservice

      Storingen aan de vorstbeschermingsinrichtingen (optie)

      Storing
      Mogelijke oorzaak
      Remedie
      Door de
      Verwarmingsventilator niet in werking
      Verwarmingsventilator verkeerd ingesteld.
      De instellingen van de verwarmingsventilator controleren (zie "Instellingen/Verwarmingsventilator").
      Exploitant
      Verwarmingsventilator defect
      Verwarmingsventilator vervangen.
      Klantenservice
      Vorstbescherming niet in werking
      Spanningsvoorziening onderbroken.
      Spanningsvoorziening controleren en verzekeren.
      Exploitant
      Buitentemperatuursensor verkeerd gemonteerd
      Zie hoofdstuk "Installatie opstellen".
      Klantenservice
      Straalbuis, hogedrukpistool en hogedrukslang bevroren
      Zeef met smoorinrichting verstopt (rood gemarkeerd)
      De schroefsluiting openen. De zeef reinigen. De boring van de smoorinrichting op vrije doorgang controleren.
      Exploitant
      Filter vorstbeschermingspomp verstopt
      Het filter reinigen en opnieuw aanbrengen.
      Exploitant
      Wasplaatsverwarming werkt niet bij vorst
      Buitentemperatuursensor verkeerd gemonteerd
      Zie hoofdstuk "Installatie opstellen".
      Klantenservice
      Warmtewisselaar of circulatiepomp defect
      De warmtewisselaar, de pomp en het leidingsysteem controleren, indien nodig repareren.
      Klantenservice
      Storing brander
      De storing op de brander verhelpen.
      Exploitant
      Schakelaar voor motorbescherming circulatiepomp wasplaatsverwarming werd aangesproken
      De schakelaar voor motorbescherming resetten. Bij herhaling de oorzaak achterhalen.
      Exploitant, serviceafdeling

      Technische gegevens

      SB MB
      5/10-2
      9/12-2
      5/10-3
      9/12-3
      5/10-4
      9/12-4
      Hogedrukmodule 608, 608fl
      Stuks
      2
      1
      -
      3
      2
      1
      -
      4
      3
      2
      1
      -
      Hogedrukmodule 908
      Stuks
      -
      2
      2
      -
      1
      2
      3
      -
      1
      2
      3
      4
      Elektrische aansluiting
      Spanning
      V/~/Hz
      400/3~/50
      Maximaal toegestane netimpedantie
      Ohm
      0,301 + j 0,188
      Beschermingsgraad versie CAB (versie SKID)
      IP X5 (IP X1)
      Aansluitvermogen, met olie/gas verwarmd
      kW
      10
      17
      13
      13
      14
      16
      17
      16
      17
      19
      20
      22
      Aansluitvermogen, elektrisch verwarmd 24 kW
      kW
      36
      -
      39
      -
      -
      -
      -
      -
      -
      -
      -
      -
      Aansluitvermogen, elektrisch verwarmd 48 kW
      kW
      57
      59
      60
      60
      62
      63
      65
      63
      64
      66
      68
      69
      Voorzekering, met olie/gas verwarmd
      A
      35
      35
      35
      35
      35
      50
      50
      50
      50
      50
      50
      50
      Voorzekering, elektrisch verwarmd 24 kW
      A
      80
      -
      80
      -
      -
      -
      -
      -
      -
      -
      -
      -
      Voorzekering, elektrisch verwarmd 48 kW
      A
      100
      100
      100
      100
      125
      125
      125
      125
      125
      125
      125
      125
      Aansluitvermogen met vorstbescherming, met olie/gas verwarmd
      kW
      15
      17
      18
      18
      20
      21
      23
      21
      22
      24
      25
      27
      Aansluitvermogen met vorstbescherming, elektrisch verwarmd 24 kW
      kW
      39
      -
      42
      -
      -
      -
      -
      -
      -
      -
      -
      -
      Aansluitvermogen met vorstbescherming, elektrisch verwarmd 48 kW
      kW
      63
      64
      66
      66
      67
      69
      70
      68
      70
      71
      73
      74
      Voorzekering met vorstbescherming, met olie/gas verwarmd
      35
      35
      50
      50
      50
      50
      50
      50
      50
      63
      63
      63
      Voorzekering met vorstbescherming, elektrisch verwarmd 24 kW
      80
      -
      80
      -
      -
      -
      -
      -
      -
      -
      -
      -
      Voorzekering met vorstbescherming, elektrisch verwarmd 48 kW
      100
      125
      125
      125
      125
      125
      125
      125
      125
      125
      125
      125
      Wateraansluiting
      Waterdruk, dynamisch
      MPa (bar)
      0,3…0,6 (3…6)
      Nominale wijdte (DN)
      mm
      25
      Toevoerdebiet schoon water/4. watertype
      m3/h
      1,7
      2,0
      2,3
      2,2
      2,6
      2,9
      3,3
      2,7
      3,2
      3,5
      3,9
      4,2
      Toevoerdebiet warm water door opdrachtgever 2
      m3/h
      1,2
      1,5
      1,8
      1,8
      2,1
      2,4
      2,7
      2,4
      2,7
      3,0
      3,3
      3,6
      Inhoud reservoir
      Vlottertank warm water
      l
      80
      Vlottertank koud water
      l
      2,5
      2 x 2,5
      Gegevens capaciteit
      Werkdruk met meegeleverde sproeier 1
      MPa (bar)
      ca. 10 (100) / ca. 10 (100) / ca. 12 (120)
      Werkdruk bij programma hete was, schuimwas 1
      MPa (bar)
      ca. 3 (30) / ca. 10 (100) / ca. 4,5 (45)
      Sproeiergrootte 1
      5004, 2504 / 5004, 2504 / 5006, 2507
      Reactiekracht van de handspuitpistool met meegeleverde sproeier 1
      N
      17 / 17 /29
      Waterverbruik per wasplaats 1
      l/h (l/min)
      ca. 500 (8,3) / ca. 500 (8,3) / ca. 900 (15)
      Waterverbruik bij programma hete was, schuimwas 1
      l/h (l/min)
      ca. 250 (4,2) / ca. 500 (8,3) / ca. 450 (7,5)
      Heetwatertemperatuur max.
      °C
      60
      Heetwatertemperatuur bij continu gebruik, alle hogedrukmodules type 608 3
      °C
      ca. 55
      ca. 42
      ca.30
      Heetwatertemperatuur bij continu gebruik, alle hogedrukmodules type 608fl 4
      °C
      ca. 28
      ca. 20
      ca. 16
      Heetwatertemperatuur bij continu gebruik, alle hogedrukmodules type 908 5
      °C
      ca. 40
      ca. 32
      ca.22
      Heetwatertemperatuur voor continu gebruik, elektrisch verwarmd 6
      °C
      53
      -
      38
      -
      -
      1 hogedrukmodule 608 / hogedrukmodule 608fl / hogedrukmodule 908
      2 bij warmwatertoevoer door de opdrachtgever wordt de vereiste hoeveelheid vers water met de overeenkomstige hoeveelheid gereduceerd
      3 watertoevoertemperatuur +8 °C, vloerverwarming niet in bedrijf, brandervermogen 64 kW
      4 watertoevoertemperatuur +8 °C, vloerverwarming niet in bedrijf, brandervermogen 40 kW
      5 watertoevoertemperatuur +8 °C, vloerverwarming niet in bedrijf, brandervermogen 72 kW (alleen oliebrander)
      6 Watertoevoertemperatuur +8 °C, vloerverwarming niet in bedrijf, verwarmingscapaciteit elektrisch 24 kW
      Basenwisselaar
      Capaciteit
      °dH/m3
      220
      300
      220
      300
      Waterhardheid onthard water
      °dH
      0…0,3
      Zoutreservoir, CAB
      l
      120
      150
      120
      150
      Zoutreservoir, SKID
      l
      120
      200
      120
      200
      RO-instal.
      Permeaatcapaciteit, min. (bij 15 °C watertemperatuur), CAB
      l/h
      200
      300
      200
      400
      300
      400
      Permeaatcapaciteit, min. (bij 15 °C watertemperatuur), SKID
      l/h
      200
      Bedrijfsdruk in nieuwe toestand, max.
      MPa (bar)
      1,4 (14)
      Ontziltingsgraad van het membraan
      %
      98…99
      Bereik watertemperatuur
      °C
      2…30
      Omgevingstemperatuur max.
      °C
      40
      Resterende hardheid toevoerwater
      °dH
      0…0,3
      Maximale geleidbaarheid permeaat voor vlekvrij drogen
      μS/cm
      onder 100
      Buffertank permeaat, CAB/SKID
      l
      280/700
      Diversen
      Oliehoeveelheid van de HD-pomp
      l
      0,7
      Type olie
      Hypoid SAE 90 (6.288-016.0)

      Algemeen

      Berekende waarden conform EN 60335-2-79
      Hand-arm-vibratiewaarde
      Hogedrukpistool
      m/s2
      <2,5
      Straalbuis
      m/s2
      <2,5
      Onzekerheid K
      m/s2
      0,1
      Geluidsdrukniveau LpA
      dB(A)
      65
      Onzekerheid KpA
      dB(A)
      3
      Geluidsvermogensniveau LWA + onzekerheid KWA
      dB(A)
      86
      Afmetingen SB MB CAB
      Breedte
      mm
      2700
      Diepte
      mm
      900
      Hoogte
      mm
      2100
      Leeggewicht, max. (met 30 kg verpakking)
      kg
      1100
      Maximaal gewicht
      kg
      1750

      Technische gegevens

      SB MB
      5/10-2
      9/12-2
      5/10-3
      9/12-3
      5/10-4
      9/12-4
      Hogedrukmodule 608, 608fl
      Stuks
      2
      1
      -
      3
      2
      1
      -
      4
      3
      2
      1
      -
      Hogedrukmodule 908
      Stuks
      -
      2
      2
      -
      1
      2
      3
      -
      1
      2
      3
      4
      Oliebrander
      Verwarmingscapaciteit
      kW
      34,5
      50
      72
      Brandstofverbruik stookolie (11,86 kWh/kg)
      kg/h
      3,3
      4,5
      6,9
      Brandstofsproeier
      0,85/60°
      1,25/60°
      1,75/60°
      Brandstofdruk
      MPa (bar)
      1,025 (10,25)
      40 kW: 1,05 (10,5)
      64 kW: 1 (10)
      1,05 (10,5)
      Temperatuurverschil rookgas-lucht
      K
      170
      Rookgasverlies bij brandervermogen onder 50 kW (boven 50 kW)
      %
      10 (9)
      Roetindex
      0…1
      Brandstof
      Stookolie EL of diesel
      ABS brandstofreservoir stookolie
      l
      60/700
      max. verwarmbare wasplaatsen (elk ca. 15 m2)
      2
      3
      4
      3
      Gasbrander
      Verwarmingscapaciteit
      kW
      34,5
      50
      max. 67
      Brandstofverbruik aardgas (9,4 kWh/m3)
      m3/h
      4,1
      5,9
      7,6
      Brandstofverbruik vloeibaar gas (25,5 kWh/m3)
      m3/h
      1,5
      2,2
      2,8
      Nominale breedte toevoerleiding gas
      Inch
      3/4
      Brandstofdruk (gasdruk toevoerleiding), aardgas *
      mbar
      >22
      Brandstofdruk (toevoerleiding voor gasdruk), vloeibaar gas *
      mbar
      >50
      Temperatuurverschil rookgas-lucht
      °C
      ca. 200...230
      max. verwarmbare wasplaatsen (elk ca. 15 m2)
      2
      3
      3
      Elektrisch verwarmd 24 kW
      Verwarmingscapaciteit
      kW
      24
      -
      24
      -
      -
      -
      Bedrijfstemperatuur max.
      °C
      60
      -
      60
      -
      -
      -
      Watertemperatuuur max.
      °C
      65
      -
      65
      -
      -
      -
      max. verwarmbare wasplaatsen (elk ca. 15 m2)
      2
      -
      -
      -
      -
      -
      Elektrisch verwarmd 48 kW
      Verwarmingscapaciteit
      kW
      48
      Bedrijfstemperatuur max.
      °C
      60
      Watertemperatuuur max.
      °C
      65
      * afhankelijk van de plaatselijke gassoort, exacte waarden verkrijgbaar bij de klantenservice
      Zie voor verdere technische gegevens over de gasbrander de gebruiksaanwijzing en de gegevensbladen van de branderfabrikant.

      Watertype in het wasprogramma

      Schoon water
      Onthard water
      Permeaat
      Industriewater
      warm
      koud
      Hogedrukwassen
      X
      O *
      X
      Schuimwassen, natschuim
      O
      Schuimwassen, droogschuim
      X
      X
      Spoelen
      X
      O
      X
      Hot wax
      X
      O *
      X
      Topverzorging
      X
      X
      Vuil losmaken
      X
      O *
      X
      Microemulsie A
      X
      X
      Microemulsie B
      Insecten losmaken
      X
      O *
      X
      Velgenreiniging A
      X
      X
      Velgenreiniging B
      X
      Actiefschuim
      X
      X
      Bodenwas
      X = Standaard, O = Optie, * Industriewater moet ter plaatse worden verwarmd.

      Garantie

      In elk land gelden de garantievoorwaarden die door onze verantwoordelijke verkoopmaatschappij zijn uitgegeven. Mogelijke storingen aan uw apparaat verhelpen we binnen de garantieperiode gratis, voor zover een materiaal- of fabricagefout de oorzaak is. Als u gebruik wilt maken van de garantie, neemt u met uw aankoopbon contact op met uw distributeur of de dichtstbijzijnde geautoriseerde klantenservice.

      Meer informatie vindt u op: www.kaercher.com/dealersearch

      Vervoer

      VOORZICHTIG

      Gevaar voor letsel, gevaar voor beschadiging

      Houd bij het transport rekening met het gewicht van het apparaat.

      1. Bij het transport in voertuigen het apparaat conform de richtlijnen tegen wegglijden en omvallen beveiligen.

      Opslag

      VOORZICHTIG

      Gevaar voor letsel en beschadiging

      Houd bij de opslag rekening met het gewicht van het apparaat.

      Toebehoren en reserveonderdelen

      Gebruik alleen origineel toebehoren en originele reserveonderdelen. Deze garanderen een veilige en storingsvrije werking van het apparaat.

      Informatie over toebehoren en reserveonderdelen vindt u onder www.kaercher.com.

      Aanbouwsets

      Best.nr.
      Waterfilter G 1"
      6.761-284.0

      Testkits

      Best.nr.
      Testkit A, voor de bepaling van de hardheid van schoon water
      6.768-004.0
      Testkit B, voor de bepaling van de resterende hardheid van het ontharde water
      6.768-003.0
      Testkit C, voor de bepaling van het restchloorgehalte van het ontharde water en het schone water
      6.548-066.0

      Bedrijfsstoffen

      Best.nr.
      Onthardingszout in tabletvorm
      6.287-016.0
      Motorolie Hypoid SAE 90
      6.288-016.0
      Hoogvermogenvet
      6.288-055.0
      Siliconenvet
      6.288-028.0
      Smeermiddel slot
      6.288-116.0
      Onderhoudsmiddel voor roestvrij staal
      6.290-911.0
      Vochtwerende spray
      6.228-001.0

      Reinigingsmiddel

      Best.nr.
      Intensieve vuiloplosser CP930 ASF, 20 l
      6.295-515.0
      HD Wash CP 935 ASF, 20 l
      6.295-517.0
      Actief schuim CP 940 ASF, 20 l
      6.295-519.0
      Thermische was CP 945 ASF, 20 l
      6.295-521.0
      Topverzorging CP 950 ASF, 20 l
      6.295-523.0
      HD-was RM 806, 20 l
      6.295-553.0
      Hete was RM 820 ASF, 20 l
      6.295-428.0
      Schuimreiniger RM 838 ASF, 20 l
      6.295-838.0

      Onderhoud van apparatuur

      Best.nr.
      Washallen- en tegelreinigingsmiddel RM 841, 20 l
      6.295-419.0
      Vensteraftrekker
      6.907-200.0
      Spuitfles 1 l
      6.394-374.0
      RM Sproeier 5 l
      6.394-255.0
      Telescopische steel
      6.999-023.0
      Padhouder
      6.999-080.0
      Witte pads
      6.999-046.0
      Microvezeldoek blauw
      6.999-017.0
      Kalkverwijderaar, RM 100 ASF, RM 101 ASF

      Installatie opstellen (alleen voor experts)

      Instructie

      De installatie mag alleen worden opgesteld door:

      • monteurs van de KÄRCHER-serviceafdeling

      • door KÄRCHER geautoriseerde personen

      Voorbereiding van de opstelplaats

      WAARSCHUWING

      Gevaar voor de gezondheid door rookgassen

      Rookgassen van gas- of oliegestookte installaties zijn schadelijk voor de gezondheid.

      Plaats het apparaat zodanig dat de rookgassen niet in de buurt van luchtinlaten worden uitgestoten.

      Zorg voor voldoende ventilatie op de installatieplaats en voer de rookgassen naar behoren af.

      Om het systeem goed in te stellen zijn de volgende voorwaarden noodzakelijk:

      • Horizontale, vlakke fundering volgens afzonderlijke tekening (bij KÄRCHER aanvragen).

      • Elektrische aansluiting, zie "Technische gegevens".

      • Wateraansluiting zie "Technische gegevens".

      • Voor gebruik in de winter, voldoende isolatie / verwarming van de water- en brandstoftoevoerleiding.

      • Rioolput en goede riolering.

      • Voldoende verlichting op de wasplaats om veilige werkomstandigheden voor de wassende klanten te garanderen.

      Installatie uitpakken

      1. De installatie uitpakken.

      2. Voer het verpakkingsmateriaal af voor recycling.

      Installatie uitlijnen en opstellen

      1. De installatie op een vlakke en horizontale installatieplaats uitlijnen met behulp van de stelschroeven op het basisframe.

      Aanbouwdelen monteren

      Rookgasaansluitstuk

      1. Het rookgasaansluitstuk van buitenaf op het dak plaatsen.

      2. Het rookgasaansluitstuk van binnenuit vastzetten met de bijgevoegde schroeven.

      Reinigingsgereedschap

      1. De hogedrukslang op de installatie aansluiten.

      2. De hogedrukslang met het hogedrukpistool verbinden.

      3. De straalbuis met het hogedrukpistool verbinden.

      4. Alle wartelmoeren handvast aandraaien.

      Wateraansluiting

      Voor een scheiding van het drinkwaternetwerk moet er een netscheider van categorie 5 tussen installatie en drinkwaternetwerk worden ingebouwd. Bovendien moeten plaatselijk geldende voorschriften in acht worden genomen.

      Instructie

      Onzuiverheden in het toevoerwater kunnen de installatie beschadigen. Kärcher raadt aan een waterfilter te gebruiken (zie "Accessoires").

      LET OP

      Beschadigingsgevaar

      Ongeschikt water kan het apparaat beschadigen.

      Gebruik alleen water van drinkwaterkwaliteit om de installatie te voeden. Neem de in het hoofdstuk "Reglementair gebruik" vermelde waterkwaliteitseisen in acht.

      1. De toevoerslang van onderaf door de systeemopening voeren en dan aansluiten.

      Aansluitwaarden zie "Technische gegevens".

      4. Watertype (optie)

      Bij gebruik van een waterverdeelblok 4e watertype kan voor bepaalde wasprogramma's ook industriewater worden gebruikt.

      Kwaliteitsvereisten voor het industriewater:

      • pH-waarde: 6,5…9,5

      • elektrisch geleidingsvermogen: Geleidbaarheid van schoon water 1200 µS/cm, maximaal geleidingsvermogen 2000 µS/cm

      • bezinkbare stoffen: < 0,5 ml *

      • filtreerbare stoffen: < 50 µm **

      • koolwaterstoffen: < 20 mg/l

      • chloride: < 300 mg/l

      • calcium: < 200 mg/l

      • Totale hardheid: < 28 °dH, < 50° TH, < 500 ppm (mg CaCO3/l)

      • ijzer: < 0,5 mg/l

      • mangaan: < 0,05 mg/l

      • koper: < 2 mg/l

      • sulfaat: < 240 mg/l

      • actieve chloor: < 0,3 mg/l

      • vrij van onaangename geuren

      * monstervolume 1 liter / bezinktijd 30 minuten

      ** geen schurende stoffen

      Elektrische aansluiting

      GEVAAR

      Gevaar voor letsel door elektrische schok

      Als de netaansluiting niet correct wordt uitgevoerd, kunnen gebruikers gedood worden of gewond raken door een elektrische schok.

      Laat de netaansluiting uitvoeren door een ervaren elektricien.

      • De elektrische aansluiting moet voldoen aan de eisen van IEC 60664-1.

      • De installatie moet worden beschermd door een aardlekschakelaar met een uitschakelstroom van ten hoogste 30 mA.

      • In de toevoerleiding van de installatie moet op een gemakkelijk toegankelijke plaats een gemarkeerde NOOD-UIT-schakelaar worden aangebracht waarmee het gehele systeem kan worden uitgeschakeld.

      1. Na het aansluiten van de installatie de draairichting van de circulatiepomp warm water en van de circulatiepomp van de wasplaatsverwarming (optie) controleren.

      Brandstofleiding naar externe brandstoftank

      Instructie

      De maximaal toelaatbare onderdruk in de brandstofleiding (gemeten tussen het brandstoffilter en de brandstofpomp) bedraagt 0,4 bar.


      De onderdruk hangt af van:

      • de lengte van de buisleidingen

      • de aanzuighoogte

      • de armaturen, aftakkingen en bochten in de zuigleiding (stippellijn in het diagram)

      • de doorsnede van de pijpleiding

        Instructie

        Vanaf +4 °C slaat stookolie EL paraffine neer, die zich ophoopt op de binnenwand van de pijp.

      • de viscositeit van de stookolie (temperatuurafhankelijk)


      Maatregelen tegen een te hoge onderdruk zijn:

      • minimale binnendiameter van de buis 6 mm

      • korte, bij voorkeur rechte buisleidingen

      • in extreme gevallen een aparte brandstofleiding met toevoerpomp toepassen

      • stookolie voorverwarmen, zuigleiding voorzien van verwarmingslint

      • maximale viscositeit 4...6 cSt bij 20 °C

      • Bij vorstgevaar stookolie met additieven (flowverbeteraars) gebruiken (winterstookolie).

      Wasplaatsverwarming aansluiten en in werking stellen

      Instructie

      Voorwaarde voor het correct functioneren van de wasplaatsverwarming is dat de wasplaats door de klant is ontworpen in overeenstemming met de aanbevelingen van KÄRCHER.

      1. De aanwezige leidingen van de wasplaatsverwarming aansluiten op de verdelers in de installatie.

      2. De buitentemperatuursensor monteren:

        • beschermd tegen direct invallend zonlicht (ten noorden van de evenaar aan de noordzijde, ten zuiden van de evenaar aan de zuidzijde),

        • beschermd tegen warme muren,

        • beschermd tegen warme luchtstromingen.

      3. De dompelpomp voor het vullen van de wasplaatsverwarming aansluiten op de vulklep (op de rode verdeler).


        1. Afsluitventiel aanvoerleiding
        2. Vulklep
      4. De retourleiding van de vulklep van de blauwe verdeler naar de tank met antivriesoplossing leggen.

      5. De afsluitventielen aanvoerleiding en de vulkleppen openen.

      6. Een antivriesmengsel in de installatie pompen voor vorstbescherming tot min 25 °C.

      7. De vloerverwarmingspomp inschakelen (zie hoofdstuk "Besturing/menu Service").

      8. Doorgaan met vullen totdat er geen luchtbellen meer in de retourleiding zitten.

      9. De vulklep retourleiding (op de blauwe verdeler) sluiten en blijven vullen met antivries totdat de manometer ca. 1,5 bar aangeeft.

      10. Het afsluitventiel van de vulleiding sluiten.

      11. De vloerverwarmingspomp nog minstens 15 minuten laten draaien. Zo nodig antivries bijvullen tot de manometer 1,5 bar aangeeft.

      12. De slang verwijderen en de resterende antivriesoplossing opvangen en afvoeren.

      13. Slang en buisverbindingen op dichtheid controleren.

      14. Het thermostatische mengventiel instellen, zie hoofdstuk "Instellingen/Wasplaatsverwarming",

      Oliepeil controleren

      1. Het oliepeil van alle hogedrukpompen moet zich bevinden tussen de merktekens MIN en MAX op het oliereservoir.


        1. Deksel
        2. Oliereservoir
      2. Het uiteinde van het deksel van het oliereservoir op elke hogedrukpomp afsnijden.

      Bedrijfsstoffen bijvullen

      1. Bedrijfsstoffen bijvullen zoals beschreven in het hoofdstuk "Bedrijfsstoffen bijvullen".

      Instructie

      Het onthardingszout wordt tijdens de inbedrijfstelling van de basenwisselaar in het zoutreservoir gevuld. Voeg daarom nog geen onthardingszout toe.

      Eerste inbedrijfstelling

      1. De watertoevoer openen.

      2. De warmwatercirculatiepomp ontluchten door de ontluchtingsschroef los te draaien en vervolgens weer vast te draaien.


        1. Ontluchtingsschroef
      3. De hoofdschakelaar op "1" zetten.

      4. De circulatiepomp vorstbescherming ontluchten door de ontluchtingsschroef los te draaien en daarna weer vast te draaien.


        1. Ontluchtingsschroef

      Basenwisselaar in bedrijf stellen (WAT-SE.../255B)

      Backflush

      1. Steek de overloopslangen van de bodemwisselaar en het zoutreservoir in de afvalwaterleiding ter plaatse.

      2. Vul het zoutreservoir met water (ongeveer 10 cm boven de bovenrand van de zeef). Nog geen zout toevoegen!

      3. Het afsluitventiel zoet water langzaam openen en wachten tot het drukvat zich met water vult.

      4. De afdekkap van de regelklep verwijderen.

      5. Op de programmaknop drukken en door deze in de richting van de pijl te draaien de functie "Backflush" ("Rückspülung") selecteren.


        1. Programmaknop

        Lucht en water ontsnappen via de afvalwateraansluiting totdat het systeem volledig ontlucht is.

        Instructie

        Beperk de backflush tot het absolute minimum, anders kan de sensor-meetcel uitgeput raken waardoor een volledige regeneratie van de betreffende wisseltank noodzakelijk wordt.

      6. De aan de pekelslang bevestigde zuigzeef uit de geleidingsbuizen in het zoutvat trekken.

      7. Met een schroevendraaier op de ventielklep NR1 (direct achter de programma-unit) drukken.

        Het afsluitventiel lucht vult zich en de lucht ontsnapt via de aanzuigzeef.

      8. Wanneer er geen lucht meer uit de aanzuigzeef ontsnapt, laat u de klep los.

      9. De aanzuigzeef weer in de geleidebuizen plaatsen.

      Regenereren

      1. Op de programmaknop drukken en door deze in de richting van de pijl te draaien de functie "Zouten+wassen" ("Besalzen+Waschen") selecteren.

        Het waterniveau in het zoutreservoir daalt voortdurend.

        Instructie

        Indien zich lucht in het luchtafsluitventiel vormt voordat het zoutreservoir leeg is (restniveau bij leeg zoutreservoir ca. 7cm) en de kogel die in het luchtafsluitventiel drijft naar beneden valt, moet het aanzuigsysteem worden ontlucht.

      Bijvullen/schoonwassen

      1. Op de programmaknop drukken en door deze in de richting van de pijl te draaien de functie "Bijvullen/schoonwassen" ("Auffüllen+Reinwaschen") selecteren.

        Het regelventiel gaat automatisch naar de functie "Werking" ("Betrieb"). Het zoutreservoir wordt gevuld met water.

      Het zoutreservoir bijvullen

      1. Als het waterniveau correct is, het zoutreservoir bijvullen met tabletzout volgens DIN 19604 (zie ook hoofdstuk Toebehoren).

        Na voltooiing van deze werkzaamheden is het systeem klaar voor gebruik.

      2. De inbedrijfstelling van de basenwisselaar votlooien door een zachtwatercontrole uit te voeren.

      Inbedrijfstelling van de RO-installatie

      Eerste inbedrijfstelling

      1. Het membraan onder leidingwaterdruk vullen (bevochtigen).

      2. Het membraan gedurende 10...20 minuten spoelen.

        (Schuimvorming tijdens dit proces is normaal).

      Herinbedrijfstelling

      1. De spoeling uitvoeren totdat er geen bellen meer zichtbaar zijn op de debietmeter permeaat.

      De druk van de velgenreiniger (optie) controleren

      1. De druk van de reinigingsoplossing controleren.

        Ingestelde waarde: 0,9...1,0 MPa (9...10 bar).

      2. Zo nodig de druk corrigeren door aan de instelschroef op de pomp te draaien.


        1. Instelschroef

      Werking van de installatie controleren

      1. De branderinstelling controleren.

      2. Alle functies van het systeem controleren.

      3. Alle wasprogramma's op alle wasplaatsen controleren.

      4. De installatie controleren op lekken, zo nodig de schroefsluitingen opnieuw aanhalen.

      De gasbrander (optie) in bedrijf stellen

      De inbedrijfstelling van de gasbrander mag alleen worden uitgevoerd door geautoriseerd vakpersoneel van de branderfabrikant.

      • Het apparaat moet aan een eigen schoorsteen worden aangesloten.

      • De rookgasafvoer moet worden uitgevoerd volgens de plaatselijke voorschriften en in overleg met de bevoegde schoorsteenautoriteit.

      Gastoestel met rookgassysteem dat de verbrandingslucht uit de opstellingsruimte haalt

      Type B23

      Gastoestel zonder stromingsbeveiliging, waarbij alle delen van het rookgastraject die onder overdruk staan door verbrandingslucht worden omringd.

      De installatie B23 opent de mogelijkheid om het toestel aan te sluiten op een conventioneel schoorsteenkanaal volgens DIN 18160 en het als open systeem te gebruiken. De schoorsteen moet hiervoor geschikt zijn voor de aansluiting van apparaten met rookgascondensor (bijv. door de schoornsteen te voorzien van een roestvrijstalen buis).

      Maatblad variant CAB


      * SB MB standaard

      ** SB MB comfort

      Maatblad variant SKID


      * SB MB standaard

      ** SB MB comfort

      Maatblad variant SKID met aanbouwset WSO


      Protocol voor hogedruktest

      Installatietype:
      Vervaardiging nr:
      Inbedrijfstelling op:
      Test uitgevoerd op:
      Bevindingen:
      Handtekening
      Test uitgevoerd op:
      Bevindingen:
      Handtekening
      Test uitgevoerd op:
      Bevindingen:
      Handtekening
      Test uitgevoerd op:
      Bevindingen:
      Handtekening
      Test uitgevoerd op:
      Bevindingen:
      Handtekening

      EU-conformiteitsverklaring

      Hiermee verklaren wij dat de hierna vermelde machine op basis van het ontwerp en type en in de door ons op de markt gebrachte uitvoering voldoet aan de relevante veiligheids- en gezondheidsvereisten van de EU-richtlijnen. Bij een niet door ons goedgekeurde wijziging van de machine verliest deze verklaring zijn geldigheid.

      Product: Hogedrukreiniger

      Type: 1.070-xxx

      Relevante EU-richtlijnen

      2000/14/EG

      2006/42/EG (+2009/127/EG)

      2014/30/EU

      2009/125/EG

      2011/65/EU

      Toegepaste bepaling(en)

      (EU) 2019/1781

      Toegepaste geharmoniseerde normen

      EN 60335-1

      EN 60335-2-79

      EN 55014-1: 2017 + A11: 2020

      EN 55014-2: 2015

      EN 61000-3-2: 2014

      EN 61000-3-3: 2013

      EN 62233: 2008

      EN IEC 63000: 2018

      Toegepaste conformiteitswaarderingsprocedure

      2000/14/EG: Bijlage V

      Geluidsvermogensniveau dB(A)

      Gemeten: 86

      Gegarandeerd: 88

      De ondergetekenden handelen in opdracht en met volmacht van de directie.


      Gevolmachtigde voor de documentatie:

      S. Reiser

      Alfred Kärcher SE & Co. KG

      Alfred-Kärcher-Str. 28 - 40

      71364 Winnenden (Germany)

      Tel.: +49 7195 14-0

      Fax: +49 7195 14-2212

      Winnenden, 2021/04/01