SB MB

59801060 (04/23)
59801060 (04/23)
Voordat u het apparaat voor het eerst gebruikt, dient u deze oorspronkelijke gebruiksaanwijzing en de meegeleverde veiligheidsinstructies 5.596-309.0 door te lezen. Handel dienovereenkomstig.
Bewaar beide documenten voor later gebruik of volgende eigenaars.
Alle gebruikers: De gebruikers zijn geïnstrueerde hulpkrachten, exploitanten en experts.
Experts: Experts zijn personen die door hun vakopleiding bevoegd zijn installaties op te stellen en in bedrijf te nemen.
Kennis van de volgende termen is belangrijk om de gebruiksaanwijzing te kunnen begrijpen. De vetgedrukte technische termen worden in deze gebruiksaanwijzing gebruikt.
Vers water - onbehandeld water, leidingwater, stadswater
Basenwisselaar - WSO, onthardingsinstallatie
Onthard water - zacht water
Reverse-osmose (RO) - omgekeerde osmose
Concentraat - met zouten en mineralen verrijkt afvalwater uit omgekeerde osmose
Permeaat - osmosewater, gedemineraliseerd water, volledig ontzout water
Industriewater - water van een biologische waterbehandelingsinstallatie
De verpakkingsmaterialen zijn herbruikbaar. Verwijder verpakkingen op een milieuvriendelijke manier.
Elektrische en elektronische apparaten bevatten waardevolle recyclebare materialen en vaak bestanddelen zoals batterijen, accu's of olie, die bij onjuiste omgang of verkeerd afvalverwijdering een potentieel gevaar voor de gezondheid van de mens en voor het milieu kunnen vormen. Voor een correcte werking van het apparaat zijn deze bestanddelen echter noodzakelijk. Voer apparaten met dit symbool niet samen met het huisvuil af.
Actuele informatie over ingrediënten vindt u op: www.kaercher.de/REACH
Zorg ervoor dat motorolie, stookolie, diesel en benzine niet in het milieu terechtkomen. Bescherm de grond en verwijder afgewerkte olie op milieuvriendelijke wijze.
Bij een verkeerde bediening of verkeerd gebruik dreigt er gevaar voor de bediener en andere personen door:
Hoge waterdruk
Heet water
Hete emissiegassen
hoge, elektrische spanning
Reinigingsmiddel
Lees, om risico's voor personen, dieren en dingen te voorkomen, vóór het eerste gebruik van de installatie:
deze gebruiksaanwijzing inclusief alle veiligheidsinstructies
De betreffende nationale voorschriften van de wetgever
De veiligheidsinstructies die bij de gebruikte reinigingsmiddelen zijn bijgevoegd
Vergewis u ervan:
Dat u zelf alle aanwijzingen begrepen hebt
Dat alle gebruikers van de installatie inzake de aanwijzingen op de hoogte zijn gesteld en deze begrepen hebben
Alle personen die met de plaatsing, inbedrijfstelling en bediening te maken hebben, moeten:
Adequaat gekwalificeerd zijn
deze gebruiksaanwijzing kennen en in acht nemen
De betreffende voorschriften kennen en in acht nemen
Zorg ervoor dat in geval van zelfbediening alle gebruikers door middel van duidelijk zichtbare aanwijzingen worden geïnformeerd over:
Mogelijke gevaren
Veiligheidsvoorschriften
De bediening van de installatie
Bij werking in gesloten ruimtes
moeten de rookgassen worden afgevoerd via goedgekeurde buizen of schoorstenen
moet er voldoende ventilatie zijn.
Verbrandingsgevaar door hete rookgassen
Houd lichaamsdelen uit de buurt van de openingen voor rookgassen. Raak afdekking van de schoorsteen niet aan.
Verbrandingsgevaar door hete onderdelen van de installatie
Raak onderdelen van de installatie, zoals pompen en motoren pas aan als deze zijn afgekoeld.
Gevaar van letsel
Gebruik de installatie niet wanneer zich personen zonder geschikte beschermende kleding in de buurt bevinden.
Richt de straal niet op uzelf of anderen, bijv. om kleding of schoenen te reinigen.
Controleer het apparaat en toebehoren, zoals hogedrukslang, hogedrukpistool en veiligheidsinrichtingen, vóór elk gebruik op correcte toestand en bedrijfsveiligheid. Gebruik het apparaat niet als het beschadigd is. Vervang beschadigde componenten onmiddellijk.
Gebruik alleen door de fabrikant aanbevolen hogedrukslangen, uitrustingen en koppelingen.
Neem de betreffende nationale voorschriften voor vloeistofstralers in acht.
Neem de betreffende nationale voorschriften inzake de elektrische installatie in acht.
Neem de betreffende nationale voorschriften inzake ongevallenpreventie in acht. Laat de installatie jaarlijks controleren en bewaar het schriftelijke resultaat van deze controle.
Laat onderhoudswerkzaamheden en reparaties uitsluitend uitvoeren door geschoolde monteurs van de KÄRCHER-serviceafdeling of door monteurs die door KÄRCHER zijn geautoriseerd.
De verwarmingsinrichting van het apparaat is een verbrandingssysteem. Laat het verbrandingssysteem regelmatig controleren volgens de respectieve nationale voorschriften van de wetgever.
Zorg bij gebruik van de installatie in ruimtes voor een ongevaarlijke afvoer van de rookgassen (rookgasbuis zonder trekonderbreker). Zorg voor voldoende toevoer van verse lucht.
Instellingen, onderhoudswerkzaamheden en reparaties aan de brander mogen alleen worden uitgevoerd door opgeleide Kärcher-servicemonteurs.
Houd bij het ontwerp van de schoorsteen rekening met de plaatselijk geldende richtlijnen.
Vóór de installatie van het toestel moeten het gasbedrijf en de schoorsteeninstantie van het district worden geraadpleegd.
Neem bij de installatie de voorschriften van het bouwrecht, het handelsrecht en de immissiecontrole in acht. Wij verwijzen naar de onderstaande voorschriften, richtlijnen en normen:
Het apparaat mag alleen worden geïnstalleerd door een gespecialiseerd bedrijf in overeenstemming met de desbetreffende nationale voorschriften.
De installatie van de gasleidingen en de gaszijdige aansluiting van het apparaat mogen uitsluitend worden uitgevoerd door een in de gas- en waterhandel erkend vakbedrijf.
Instellingen, onderhoudswerkzaamheden en herstellingen aan de gasbrander mogen alleen door geautoriseerd vakpersoneel van de branderfabrikant worden uitgevoerd.
Aanwijzing voor direct dreigend gevaar dat tot zware of dodelijke verwondingen leidt.
Aanwijzing voor een mogelijk gevaarlijke situatie die tot zware of dodelijke verwondingen kan leiden.
Aanwijzing voor een mogelijk gevaarlijke situatie die tot lichte verwondingen kan leiden.
Aanwijzing voor een mogelijk gevaarlijke situatie die tot materiële schade kan leiden.
![]() | WAARSCHUWINGGevaar door hoge elektrische spanning. Laat werkzaamheden aan zo gemarkeerde onderdelen van de installatie alleen door een elektricien uitvoeren. |
![]() | GEVAARVerbrandingsgevaar door hoge temperatuur. Raak oppervlakken die met deze waarschuwing zijn gemarkeerd niet aan. |
Gevaar van letsel
Gevaar van elektrische schok.
De hogedrukstraal kan letsels veroorzaken.
Richt de hogedrukstraal niet op personen of dieren.
Richt de hogedrukstraal niet op elektrische apparaten, kabels en op de installatie.
Het geluidsdrukniveau van de installatie bedraagt maximaal 65dB(A). Doorgaans is daarom geen gehoorbescherming nodig.
Bij het reinigen van geluidsversterkende onderdelen kan het geluidsdrukniveau worden verhoogd. Draag daarom in dit geval geschikte gehoorbescherming.
Zet de programmakeuzeschakelaar op "STOP".
Op het bedieningsveld worden munten ingeworpen en wordt het wasprogramma geselecteerd.
De reiniging wordt uitgevoerd met het hogedrukpistool, wasborstel en powerschuimlans.
Verwondingsgevaar, gevaar voor verbranding
Neem de installatie alleen bij gesloten behuizing in bedrijf.
De binnenruimte van de installatie mag alleen voor getraind personeel voor onderhoudswerkzaamheden toegankelijk zijn. Bij gebruik van de installatie moet de deur afgesloten zijn.
Deze SB-wasinstallatie is bedoeld voor het reinigen van motorvoertuigen en aanhangers met behulp van water en toegevoegde reinigingsmiddelen.
Niet conform de bepalingen en dus verboden is de reiniging van
mensen en dieren.
Door de hogedrukwaterstraal is er sprake van een aanzienlijk risico op letsels.
losse voorwerpen.
Losse voorwerpen kunnen door de hogedrukwaterstraal worden weggeslingerd en zo personen verwonden of andere voorwerpen beschadigen.
Voor een afscheiding van het drinkwaternetwerk moet er een netscheider van categorie 5 tussen installatie en drinkwaternetwerk worden ingebouwd. Bovendien moeten plaatselijk geldende voorschriften in acht worden genomen.
Verontreinigd water veroorzaakt vroegtijdige slijtage of afzettingen in het apparaat.
Gebruik het apparaat enkel met zuiver water of met recyclingwater dat de volgende grenswaarden niet overschrijdt:
pH-waarde: 6,5…9,5
elektrische geleidbaarheid: maximale geleidbaarheid van schoon water 1000 µS/cm
koolwaterstoffen: < 0,01 mg/l
chloride: < 250 mg/l
calcium: < 200 mg/l
Totale hardheid: < 28 °dH, < 50° TH, < 500 ppm (mg CaCO3/l)
ijzer: < 0,2 mg/l
mangaan: < 0,05 mg/l
koper: < 0,02 mg/l
sulfaat: < 240 mg/l
actieve chloor: < 0,1 mg/l
vrij van onaangename geuren
De installatie mag voor het afvoeren van de branderrookgassen alleen buiten worden gebruikt. Bij opstelling onder een dak of in een gesloten ruimte moet de installatie voor het afvoeren van de rookgassen op een schoorsteen worden aangesloten. Bij het aansluiten van een schoorsteen moet de brander opnieuw worden afgesteld en moeten de rookgaswaarden door de verantwoordelijke schoorsteenveger worden gecontroleerd.
Beschadigingsgevaar
Vorst kan het systeem onder bepaalde omstandigheden beschadigen.
Installaties met vorstbescherming zijn ten aanzien van de in paragraaf "Vorstbescherming" genoemde voorwaarden vorstbestendig tot -20°C en moeten bij lagere temperaturen buiten bedrijf worden gesteld.
Om veiligheidsredenen raden wij aan het apparaat alleen met een aardlekschakelaar (maximaal 30 mA) te gebruiken.
Het actieve wasprogramma wordt gekozen met de programmakeuzeschakelaar.
Het programma wordt onderbroken.
Uitgangspositie. Reinigingstools in de houders.
Opmerking: de functie "STOP" is in alle schakelaarstanden zonder wasprogramma actief.
Voor het verwijderen van grof vuil.
Water met schoonmaakmiddel.
Afstand hogedrukstraal minstens 30 cm.
Grondige lakreiniging met actief schuim.
Gebruik de wasborstel alleen bij een lopend programma en pas na de hogedruk-wasbeurt.
Helder, koud water voor het afspoelen van shampoo en schuim.
Afstand hogedrukstraal minstens 50 cm.
Warm water met lakconservering.
Gebruik deze functie pas na het spoelen.
Afstand hogedrukstraal minstens 80 cm.
Vlekvrij drogen.
Gedemineraliseerd water met glansdroger.
Afstand hogedrukstraal minstens 80 cm.
Verwijderen van hardnekkige verontreinigingen.
Water met toegevoegd speciaal reinigingsmiddel.
Afstand hogedrukstraal minstens 30 cm.
Verwijdering van bitumenresten van het wegdek.
Een speciaal reinigingsmiddel spuiten.
Losweken van insectenresten.
Warm water met insectenreiniger.
Afstand hogedrukstraal minstens 30 cm.
Losweken van resten die tijdens het remmen ontstaan. Koud water met toevoeging van speciaal, hoog gedoseerd reinigingsmiddel onder toevoeging van perslucht.
Gebruik vóór het wassen van de auto en alleen op gecoate of gespoten velgen.
Losweken van hardnekkig vuil. Schuim met toegevoegd speciaal reinigingsmiddel.
Afstand schuimstraal minstens 30 cm.
Verwijdering van grof vuil aan de onderzijde van het voertuig.
Wasproces begint met een vertraging van ca. 10 seconden; het voertuig heen en weer rijden over de bodemwas-inrichting.
Losweken van hardnekkig vuil.
Water met toegevoegd speciaal reinigingsmiddel.
Afstand hogedrukstraal minstens 80 cm.
Losweken van resten die tijdens het remmen ontstaan.
Water met toegevoegd speciaal reinigingsmiddel.
Inwerkduur maximaal 2 minuten. Gebruik vóór het wassen van de auto en alleen op gecoate of gespoten velgen.
Warm water met lakconservering. Gebruik deze functie pas na het spoelen.
Afstand schuimstraal minstens 80 cm.
De programmakeuzeschakelaar naar het gewenste wasprogramma draaien.
Gooi een munt in.
Tijdens een lopend wasprogramma komt er water uit de sproeierkop van het reinigingsgereedschap, ook als het hogedrukpistool niet wordt bediend. Door de vorstbeschermingsfunctie sluit het hogedrukpistool niet volledig.
Om met de hogedrukstraal te reinigen, moet de borghendel worden ingedrukt, de reinigingsborstel naar achteren worden getrokken en worden vastgezet.
Om met de reinignigingsborstel te reinigen, moet de borghendel worden ingedrukt, de reinigingsborstel naar voren worden geschoven en worden vastgezet.
Laat de veiligheidshendel los.
Aan de triggerhendel trekken.
Hier zijn hogedrukpistool en reinigingsborstel als aparte tools voorhanden.
Hogedrukpistool:
Het hogedrukpistool ontgrendelen en aan de triggerhendel trekken.
Wasborstel:
De wasborstel vóór gebruik reinigen met behulp van het hogedrukpistool.
Het wasprogramma Schuimwassen selecteren en het voertuig reinigen.
Er zijn 3 aparte tools:
Hogedrukpistool
Reinigingsborstel
Powerschuimlans
Nadat de munt is ingegooid, start de wastijd.
De restwaarde-indicatie toont het resterende waskrediet uitgedrukt in waseenheden.
De wastijd loopt ook als de programmakeuzeschakelaar in de stand "STOP" staat.
Worden tijdens de wastijd meer munten ingegooid, dan worden deze geregistreerd en aan de bestaande wastijd toegevoegd.
Stand | Functie |
---|---|
1 | De installatie is in bedrijf. De vorstbeschermingsininrichtingen (optie) zijn actief. |
0 | De gehele installatie is buiten werking (inclusief de vorstbeschermingsinrichtingen). |
De drukregelaar instellen op 0,4…0,5 MPa (4…5 bar).
Met de doseerpompen worden aan het waswater reinigings- en onderhoudsmiddelen overeenkomstig het wasprogramma en de uitrusting van de installatie toegevoegd.
De doseerhoeveelheden worden door de monteur bij de eerste inbedrijfstelling van de installatie optimaal ingesteld. In de regel zijn er geen wijzigingen van de instellingen vereist.
Fijnafstellingen worden uitgevoerd op de besturing (zie "Besturing / Menu Instellingen / Menu Wasprogramma Instellingen"). De basisinstelling van de doseerpompen wordt niet gewijzigd.
De instelknop doseerhoeveelheid eruit trekken.
De ontluchtingsknop afwisselend indrukken en loslaten en ondertussen de instelknop op de gewenste waarde draaien.
Wasprogramma | Reinigingsmiddel | Stand instelknop (%) |
---|---|---|
Hogedrukwassen | RM 806 | 50 |
Natschuim (optie) | RM 806 | 50 |
Droogschuim (optie) | RM 812 | 50 |
Hot wax | RM 820 | 50 |
Topverzorging | RM 821 | 50 |
Vuil losmaken (Optie) | RM 806 | 50 |
Insecten losmaken (Optie) | RM 803 | 50 |
Powerschuim | RM 838 | 80 |
Powervelgenschuim | RM 802 | 80 |
Powerwas | RM 820 | 50 |
De ontluchtingsknop loslaten.
De instelknop doseerhoeveelheid indrukken
Schoonwatertoevoer openen.
Het wasprogramma Schuimwassen op een wasplaats uitvoeren.
De drukregelaar water instellen op 0,25 MPa (2,5 bar).
De doseerpomp droogschuim instellen op 20%. Werkwijze "Doseerpompen instellen".
Schoonwatertoevoer openen.
De slang bij de uitgang van het verdeelblok water/chemie verwijderen en deze vervangen door een stuk slang van ongeveer 400 mm lang (PVC-slang 6/4).
Het wasprogramma Schuimwassen voor deze wasplaats uitvoeren.
De vloeistofstroom uit het stuk slang instellen op 300 ml/min door het doseerventiel water/reinigingsmiddel bij te stellen (meten met maatcilinder).
Het wasprogramma Schuimwassen beëindigen.
Het stuk slang verwijderen en de slang naar de wasplaats weer aansluiten.
De instelling van de doseerventielen water/chemie herhalen voor de overige wasplaatsen.
De drukregelaar lucht instellen op 0,25 MPa (2,5 bar).
Het servicegereedschap 6.901-074.0 tussen de luchtuitlaat en de slang naar de wasplaats aanbrengen.
Het wasprogramma Schuimwassen voor deze wasplaats uitvoeren.
Het doseerventiel lucht zo instellen dat de manometer van het servicegereedschap 0,15 MPa (1,5 bar) aangeeft.
Het wasprogramma Schuimwassen beëindigen.
Het servicegereedschap verwijderen en de slang naar de wasplaats weer aansluiten op het verdeelblok lucht.
De instelling van de doseerventielen lucht herhalen voor de overige wasplaatsen.
Nadat de basisinstelling is uitgevoerd, mag de consistentie van het schuim alleen worden gewijzigd door de doseerventielen lucht bij te stellen.
De zuiglang reinigingsmiddel uittrekken.
Het sproei-element voor de gewenste mengverhouding selecteren:
Sproeierkleur | Water / reinigingsmiddel | |
---|---|---|
Velgenreiniging * | Actiefschuim ** | |
Geen sproeier | 1:1 | 4:1 |
grijs | 1,2:1 | 5:1 |
zwart | 2:1 | 6:1 |
beige | 4:1 | 8:1 |
rood | 6:1 | 17:1 |
wit | 9:1 | 23:1 |
blauw | 10:1 | 25:1 |
lichtbruin | 13:1 | 36:1 |
groen | 21:1: | 48:1 |
oranje | 26:1 | 64:1 |
bruin | 30:1 | 75:1 |
geel | 38:1 | 90:1 |
violet | 50:1 | 120:1 |
roze | 100:1 | 240:1 |
* Hydrominder type 515 GB ** Hydrominder type 511 GB |
Velgenreiniging | Actiefschuim | ||
---|---|---|---|
Reinigingsmiddel | RM 801 | RM 802 | RM 838 |
Sproeierkleur | blauw | geel | geel |
Mengverhouding | 10:1 | 38:1 | 90:1 |
Het sproei-element tot aan de aanslag in de inlaat reinigingsmiddel schuiven.
de zuigslang erop steken.
De druk via de instelschroef instellen:
Velgenreiniging | Actiefschuim |
---|---|
0,55…0,65 MPa (5,5…6,5 bar) | 0,8…0,85 MPa (8,0…8,5 bar) |
Drukregelaar lucht instellen:
Velgenreiniging | Actiefschuim |
---|---|
0,25…0,3 MPa (2,5…3 bar) | 0.3 MPa (3 bar) |
Beschadigingsgevaar
Zure reinigingsmiddelen kunnen de installatie beschadigen.
Gebruik alleen alkalische reinigingsmiddelen voor de velgenreiniging.
Nadat de basisinstelling is uitgevoerd, mag het spuitbeeld alleen worden gewijzigd door de drukregelaar lucht bij te stellen.
Een gelijkmatige toepassing van de velgenreiniger wordt vergemakkelijkt als aan het concentraat van de velgenreiniger een geschikte kleurstof wordt toegevoegd.
De druk instellen volgens de behoeften door aan de Instelschroef te draaien.
De actuele tijd moet worden ingesteld op de stuurkop van de basenwisselaar, zodat de regeneratie 's nachts wordt uitgevoerd.
De instelknop uittrekken en eraan draaien tot de actuele tijd wordt weergegeven.
De doorstroomgeiser wordt gevoed met gedeeltelijk onthard water met een waterhardheid van 7° dH. Daartoe mengt de menginrichting schoon water en onthard water.
Het afsluitventiel voor zacht en hard water volledig openen.
Het regelventiel sluiten.
Het bypassventiel sluiten.
Het regelventiel in de vlottertank warm water iets open zetten.
Het bypassventiel zo ver openen tot 7°dH wordt gemeten aan de uitgang gemengd water.
Het vlotterventiel in de vlottertank warm water volledig openen.
Het regelventiel zo ver openen tot 7°dH wordt gemeten aan de uitgang gemengd water.
Voer controlemetingen uit bij verschillende debieten van waterafname. De waterhardheid moet tussen 6°dH en 8°dH liggen.
Twee verwarmingsventilatoren verwarmen de binnenruimte van de installatie ter bescherming tegen vorst.
Brandgevaar
Verwarmingsventilatoren kunnen oververhit raken als de luchtinlaat of -uitlaat wordt geblokkeerd.
Dek de luchtinlaatopeningen en de luchtuitlaatopeningen van verwarmingsventilatoren niet af.
De vermogensregelaar en de thermostaatregelaar instellen op de hieronder aanbevolen waarden, in functie van de te verwachten laagste buitentemperatuur.
Verwarmingsventilator | 0°C…-10°C | -10°C…-20°C | |
---|---|---|---|
boven | Vermogensregelaar | II | II |
Thermostaatregelaar | II | III | |
onder | Vermogensregelaar | II | II |
Thermostaatregelaar | * | I |
Het thermostatische mengventiel regelt de aanvoertemperatuur in functie van de retourtemperatuur. Basisinstelling: 22°C=schaalwaarde 3.
Indien nodig de instelling van het thermostatische mengventiel corrigeren volgens onderstaande tabel:
Schaalwaarde | 0 | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 |
Retourtemperatuur [°C] | 10 | 14 | 18 | 22 | 26 | 30 |
Schaalwaarde | 6 | 7 | 8 | 9 | 10 | |
Retourtemperatuur [°C] | 34 | 38 | 42 | 46 | 50 |
Deze vorstbeschermingsinrichting wordt door de besturing geactiveerd bij vorstgevaar. Door hogedrukleidingen en handspuitpistolen stroomt schoon water om ze zo tegen bevriezing te beschermen.
De vorstbeschermingspomp inschakelen (zie hoofdstuk "Besturing/menu Service").
De drukregelaar zo instellen dat er ten minste 0,5 l/min water uit elk handspuitpistool stroomt.
De vorstbeschermingspomp uitschakelen.
De noodvorstbescherming wordt geactiveerd bij defecte vorstbeschermingspomp (in installaties zonder netscheiding ook bij stroomuitval). Door hogedrukleidingen en handspuitpistolen stroomt schoon water om ze zo tegen bevriezing te beschermen.
De hoofdschakelaar op de stand "0" draaien.
De drukregelaar zo instellen dat er ten minste 0,5 l/min water uit elk handspuitpistool stroomt.
De buitenthermostaat schakelt afhankelijk van de buitentemperatuur de volgende vorstbeschermingsinrichtingen in:
onder de +3°C:
de slangverwarming droogschuim (optie)
het verwarmingspatroon en het verwarmingslint ABS van de stookolietank (optie)
onder de +1°C:
de circulatiepomp wasplaatsverwarming
de circulatiepomp vorstbescherming
De schakeltemperatuur van de buitenthermostaat kan worden aangepast door de klantenservice.
Het aanraakscherm (touchscreen) is gemonteerd op de elektrokast in de installatie.
De volgende functies worden weergegeven in het startmenu.
Startmenu
Symbolen bedrijfstoestand
![]() | Installatie open |
![]() | Installatie gesloten |
![]() | Installatie in orde |
![]() | Gebeurtenis aanwezig |
![]() | Storingen aanwezig |
Symbolen gebruiker
![]() | Operator |
![]() | Owner |
![]() | Service |
Druk op de knop Instelling wijzigen naast de eigenschap die u wilt wijzigen.
![]() | Knop Instelling wijzigen |
Er wordt een selectievenster geopend om de gewenste instelling te kunnen selecteren of er wordt een toetsenbord geopend om de gewenste waarde te kunnen invoeren.
In het menu Washing / Vacuuming wordt de actuele bedrijfstoestand van de afzonderlijke wasplaatsen weergegeven.
In het menu Washing wordt de huidige bedrijfstoestand van de wasplaatsen weergegeven.
Het grotere waskrediet met deze functie maakt gebruik ook buiten de vastgestelde openingsuren mogelijk (bijvoorbeeld voor verzorgings- en onderhoudswerkzaamheden).
Als een extra wastijd en een procentuele toeslag worden weergegeven, bevindt u zich momenteel in de modus "Happy Hour".
Het menu Vacuuming is alleen zichtbaar als SB-zuigers op het systeem zijn geregistreerd.
Handmatige functies worden uitgevoerd in het menu Service.
![]() | Na het starten van de handmatige functie verandert het symbool en wordt de resterende looptijd eronder weergegeven |
Lijst van handmatige functies:
A | Alle doseerpompen worden gedurende 180 seconden ingeschakeld. * |
B | De verlichting van de wasplaats wordt gedurende 180 seconden ingeschakeld. * |
C | Het vorstbeveiligingscircuit wordt gedurende 10 minuten omgeschakeld. *
|
D | De schuimslangverwarming wordt gedurende 180 seconden geactiveerd. * |
E | De wasplaatsverwarming wordt gedurende 180 seconden ingeschakeld. * |
F | De permeaatproductie wordt gestart. *
|
G | De regeneratie van de basenwisselaar wordt gestart. De regeneratie kan niet ongedaan worden gemaakt. |
* Als binnen de looptijd nogmaals op de toets "Start handmatige functie" wordt gedrukt, wordt de handmatige functie beëindigd.
De gebruikersgroep wordt geselecteerd in het menu User Administration. De toegangsrechten verschillen per gebruikersgroep
Bij de selectie van de gebruikersgroepen "Owner" en "Service" moet een code worden ingevoerd.
Code Standaardinstelling Owner: 1111
Code wijzigen
Voor de gebruikersgroep Owner kan de code na het inloggen worden gewijzigd.
Druk op de toets "...".
In het venster de gewenste code "EnterNew Code" invoeren.
Dezelfde code nogmaals invoeren in het venster "Confirm New Code" ter bevestiging.
De parameters van de afzonderlijke wasprogramma's worden ingesteld in het menu Wash-Program Settings .
Parameters van een wasprogramma wijzigen
Selecteer het venster met het gewenste wasprogramma. Gebruik hiervoor de toetsen Volgend venster en Vorig venster.
Druk op de toets Wasprogramma wijzigen naast het gewenste wasprogramma.
Druk op de toets om de gewenste parameter te wijzigen.
Druk op de gewenste parameter in de weergegeven selectie.
Basisinstelling
Wasprogramma | Doseerpomp | watertype | Looptijd van programma |
---|---|---|---|
Hogedrukwassen | 1 (geel) | warm | 90 s |
Schuimwassen | 1 (geel) | koud | 135 s |
Spoelen | - | koud | 105 s |
Hot wax | 2 (rood) | warm | 54 s |
Insecten losmaken | 3 (groen) | warm | 75 s |
Vuil losmaken | 3 (groen) | warm | 75 s |
Powerschuim | 3 of 4 (lichtgroen) | warm | 60 s |
Powervelgenschuim | 3 of 4 (wit) | koud | 60 s |
Topverzorging | 3 of 4 (rood) | Permeaat | 75 s |
Wasprogramma | Hydrominder | watertype | Looptijd van programma |
---|---|---|---|
Velgenreiniging | GB 515 | koud | 75 s |
Actiefschuim | GB 511 | koud, zacht water | 75 s |
Wasprogramma | Reinigingsmiddelendosering doseerpomp | |||
---|---|---|---|---|
500 l/h | 900 l/h | |||
% | ml/min | % | ml/min | |
Hogedrukwassen | 8 | ca. 6 | 16 | ca. 12 |
Schuimwassen | 8 | ca. 6 | 16 | ca. 12 |
Spoelen | - | - | - | - |
Hot wax | 10 | ca. 7 | 20 | ca. 14 |
Insecten losmaken | 20 | ca. 14 | 40 | ca. 28 |
Vuil losmaken | 20 | ca. 14 | 40 | ca. 28 |
Powerschuim | 30 | ca. 21 | 30 | ca. 21 |
Powervelgenschuim | 30 | ca. 21 | 30 | ca. 21 |
Topverzorging | 10 | ca. 7 | 20 | ca. 14 |
Wasprogramma | Reinigingsmiddelendosering Hydrominder | |||
---|---|---|---|---|
500 l/h | 900 l/h | |||
% | ml/min | % | ml/min | |
Velgenreiniging | 2,6 | 39 | 2,6 | 39 |
Actiefschuim | 1,1 | 26 | 1,1 | 26 |
In het menu Machine worden installatieparameters ingesteld en kan de wasplaats worden vergrendeld.
In dit menu kunnen diverse systeemparameters worden ingesteld.
Menu Components 1 van 2 (afhankelijk van de uitrusting van de installatie worden 1 of meer vensters weergegeven)
Wanneer de functie geactiveerd is, wordt de slangverwarming aan het einde van de werking uitgeschakeld en 1 uur voor het begin van de werking weer ingeschakeld.
Als de functie niet geactiveerd is, wordt de slangverwarming ook buiten de bedrijfstijd ingeschakeld.
Wanneer de functie geactiveerd is, wordt de brander aan het einde van de werking uitgeschakeld en start weer 10 minuten voor het begin van de werking.
Als de functie niet geactiveerd is, houdt de brander de vlottertank warm water ook buiten de bedrijfstijd op de ingestelde temperatuur.
Menu Components 2 van 2
De actueel gemeten lichtsterktewaarde wordt tussen haakjes weergegeven.
In het menu Coin value worden de waswaarde voor 100% looptijd van het programma en de muntwaarden voor de afzonderlijke kanalen van de munttester ingesteld.
De muntwaarden voor wasplaatsen en zuigers kunnen afzonderlijk worden ingesteld.
Channel ... amount: Kanalen van een elektronische munttester
External amount: Mechanische munttester
External 1 amount: bijvoorbeeld betalingssysteem met RFID
Druk op de toets Instelling naast de gewenste waarde.
Voer de gewenste waarde in.
In het menu Lock worden één of meer wasplaatsen geblokkeerd of wordt de blokkering opgeheven.
De blokkering is van kracht ongeacht de vastgelegde openingsuren.
De toets Instelling wijzigen indrukken.
De gewenste toets indrukken.
In het menu General worden de tijd, datum en bedrijfstijden ingesteld en wordt de taal van het display gekozen.
De tijd, datum en zomertijd worden ingesteld in het menu Date Time .
Tijd instellen
Druk op de knop Tijd instellen.
Gebruik de knop Invoerveld wijzigen om het gewenste invoerveld te selecteren.
Wis de veldinhoud met de delete-toets op het toetsenbord.
Voer de gewenste waarde in met het toetsenbord.
Herhaal dit tot alle gewenste wijzigingen zijn aangebracht.
Sluit het venster.
De datum wordt ingesteld volgens dezelfde procedure die werd beschreven voor de tijd.
In het menu Operation Hours Holidays worden de openingsuren voor elke dag van de week en voor feestdagen vastgelegd. Er worden ook vaste en variabele feestdagen gedefinieerd.
Met de functie Happy Hour kunnen perioden met gewijzigde looptijden van de wasprogramma's worden vastgelegd.
De instelling gebeurt volgens hetzelfde principe als in het menu Date Time.
Menu Operation Hours
De openingsuren worden afzonderlijk vastgelegd voor wasplaatsen, verlichting en zuigers.
Om openingsuren op basis van de tijd in te stellen, moeten de toetsen Hele dag open en Hele dag gesloten gedeactiveerd (geel) zijn.
Menu Holiday fix
Vaste feestdagen vallen ieder jaar op dezelfde datum.
Menu Holiday variable
Vaste feestdagen vallen elk jaar op dezelfde datum.
De instelling geschiedt volgens hetzelfde principe als voor Holiday fix, behalve dat hier ook het jaar moet worden ingesteld.
Menu Happy Hour
In het menu Happy Hour worden periodes met verkorte of verlengde wasprogramma's beheerd. Er kunnen 5 verschillende modi worden ingesteld.
Overzicht Happy Hour
Venster 1: Overzicht
Venster 2 van 6: Modus 1…5
Instelling modus
Voorbeeld: Modus voor Happy Hour wekelijks
Uitvoering op elke vrijdag
10:00 u tot 12:00 u
Wastijden met 20% verlengd
Voorbeeld: Modus voor Happy Hour op een specifieke datum
Uitvoering op 11.10.2022
08:00 u tot 17:00 u
Wastijden met 25% verlaagd
Voorbeeld overzicht:
Modus 1: iedere zaterdag en zondag van 16:00 tot 20:00 uur wastijden met 20% verkort.
Modus 2: iedere vrijdag van 10:00 tot 12:00 uur wastijden met 20% verlengd (deze modus is momenteel actief)
Modus 3: niet ingesteld
Modus 4: op 11.10.2022 van 16:00 tot 20:00 uur zijn de wastijden met 20% verlengd.
Modus 5: niet ingesteld
Bij overlapping tussen de afzonderlijke modi wordt de modus met het laagste nummer uitgevoerd.
Dit menu wordt gebruikt om de taal te kiezen waarin het display wordt weergegeven.
In het menu General Info kunnen omzet, bedrijfsuren, onderhoudsinformatie en storingsmeldingen worden bekeken.
Het menu Turnover toont de totale omzet, de dagomzet en de handmatige omzet.
Het menu Manual turnover toont de waseenheden die handmatig zijn opgewaardeerd in het menu Washing / Vacuuming.
De dagomzet kan worden gewist.
Omzetgroepen
Dagomzet (afhankelijk van de uitrusting van de installatie worden 1 of meer vensters weergegeven)
In het menu Operating Hours / Consumption wordt het volgende weergegeven:
Bedrijfsuren van de componenten
Bedrijfsuren van de wasplaatsen
Verbruiksgegevens van de installatie
Menu Components
Bedrijfsuren installatiecomponenten
Menu Programs
Bedrijfstijden per wasprogramma voor de eerste wasplaats van de installatie
Bedrijfsuren voor een enkele wasplaats weergeven
Menu Consumption
Het menu Maintenance Diagnostic wordt beschreven in het hoofdstuk "Verzorging en onderhoud".
Beschadigingsgevaar
Als het reinigingsmiddelreservoir leeg is, zuigt de hogedrukpomp lucht aan en kan deze beschadigd raken.
Controleer regelmatig het vulniveau van het reinigingsmiddelreservoir.
Ongeschikte reinigingsmiddelen kunnen schade veroorzaken aan de installatie en aan het voorwerp dat wordt gereinigd.
Gebruik alleen reinigingsmiddelen die door KÄRCHER zijn vrijgegeven. Neem de bij de reinigingsmiddelen ingesloten adviezen inzake de dosering en aanwijzingen in acht. Gebruik niet te veel reinigingsmiddelen om het milieu niet overmatig te belasten.
Verkeerd gebruik van reinigingsmiddelen kan uw gezondheid schaden.
Lees en volg vóór gebruik alle, bij de reinigingsmiddelen ingesloten veiligheids- en gebruiksinstructies. Draag de daar vermelde veiligheidskleding/veiligheidsuitrusting.
De jerrycan reinigingsmiddel bijvullen met het onverdunde reinigingsmiddel.
Wasprogramma | Reinigingsmiddel |
---|---|
Hogedrukwassen | RM 806 |
Natschuim (optie) | RM 806 |
Droogschuim (optie) | RM 812 |
Hot wax | RM 820 |
Topverzorging | RM 821 |
Velgenreiniging * (Optie) | RM 801 |
Velgenreiniging ** (Optie) | RM 802 |
Actiefschuim (Optie) | RM 838 |
Vuil losmaken (Optie) | RM 806 |
Insecten losmaken (Optie) | RM 803 |
Powerschuim (Optie) | RM 838 |
Powervelgenschuim *** (Optie) | RM 802 |
Powerwas (Optie) | RM 820 |
* met Hydrominder via hogedruklans RM 801
** met Hydrominder via omschakellans RM 802
*** met hogedrukpomp en doseerpomp via 3e gereedschap
De reinigingsmiddel-zuigslang in de jerrycan reinigingsmiddel hangen.
De luchtdruktoevoer van de installatie moet in gebruik zijn.
De ontluchtingshendel linksom tot aan de aanslag draaien.
De doseerhoeveelheid op 100% instellen.
De ontluchtingsknop zo vaak indrukken tot het reinigingsmiddel zonder bellen uit de ontluchtingsleiding aan de onderkant van de doseerpomp naar buiten komt.
De doseerhoeveelheid op de gewenste waarde resetten, zie "Instellingen / Doseerpompen instellen / Basisinstelling".
De ontluchtingshendel rechtsom tot aan de aanslag draaien.
Brandgevaar
Brandstof kan ontbranden.
Neem de plaatselijke voorschriften voor de omgang met brandstof in acht.
Gebruik geen ongeschikte brandstoffen; deze kunnen gevaarlijk zijn.
Beschadigingsgevaar
Storingen van de brander
Overlopende brandstof
Als de brandstoftank leeg is, loopt de brandstofpomp droog en kan deze beschadigd raken.
Verkeerde brandstof kan leiden tot storingen van de brander en slechte verbranding.
De brandstof zet uit door verwarming en kan overlopen.
Controleer regelmatig het vulniveau van de brandstoftank.
Gebruik uitsluitend de in het hoofdstuk "Technische gegevens" vermelde brandstof.
Gebruik bij vorstgevaar stookolie met additieven (flowverbeteraar) voor winterbedrijf.
Vul de brandstoftank niet tot aan de rand.
Het deksel van de vulopening eraf schroeven.
Brandstof bijvullen tot de niveau-indicatie vol aangeeft.
Zorg ervoor dat er geen brandstof overloopt en in de inspectieopening terechtkomt. Bij een latere inspectie kan deze brandstof voor lekkage worden aangezien.
De vulopening sluiten.
Functiestoringen mogelijk
Ongeschikt zout kan de werking van de basenwisselaar verstoren.
Gebruik alleen het onthardingszout in de vorm van tabletten dan in het hoofdstuk "Toebehoren" wordt genoemd.
Het deksel van het zoutreservoir verwijderen.
Vul het zoutreservoir tot bovenaan met onthardingszout.
Het deksel van het zoutreservoir aanbrengen.
Een leeg zoutreservoir veroorzaakt een storing. Vul het zoutreservoir ten laatste wanneer er water zichtbaar is in het zoutreservoir na het verwijderen van het deksel.
Het zoutverbruik neemt niet toe wanneer het zoutreservoir volledig vol is.
In een correct werkende installatie staat het zoutverbruik in constante verhouding tot het waterverbruik.
Wij bevelen aan het zout- en waterverbruik te documenteren in een bedrijfslogboek.
De vorstbeschermingsinrichting bestaat uit:
Recirculatieventilator
Verwarmingsventilator
Vorstbeschermingscircuit of vorstbescherming met verloren water
Wasplaatsverwarming
Noodvorstbescherming
Verwarmingspatroon in de olietank
Gevaar van ongevallen
Bij ijzel is er kans op ongelukken voor de gebruikers van de wasinstallatie.
Blokkeer wasplaatsen bij ijzel om ongelukken door ijzel te voorkomen.
De volgende kenmerken zijn gegarandeerd:
Onbeperkte waswerking met de hogedrukstraalbuis tot -15°C. Bij installaties met 4 wasplaatsen wordt aanbevolen onder -10°C één wasplaats te blokkeren (bij installaties met 4 hogedrukmodules type 908 al bij hogere temperaturen).
Beperkte waswerking met de wasborstel bij temperaturen onder 0°C. Tijdens beperkt wasbedrijf moeten alle wasborstels regelmatig worden gecontroleerd op ijsvorming. Als er wordt gewassen met schuimwax en een borstel die bevroren is, dan kan het voertuig beschadigd raken. Als de wasborstel bevroren is, moeten de volgende maatregelen worden genomen:
1-tool-uitvoering: Hiertoe combi-straalbuis door hogedruk-straalbuis vervangen.
2-tool-uitvoering (optie): Afzien van schuimwax (bijvoorbeeld door de gebruiker instructies te geven).
Vanaf –15°C is een wasbedrijf niet meer zinvol omdat zich op het voertuig een ijslaag vormt. Deze ijslaag kan eventueel zelfs de functie van belangrijke voertuigonderdelen nadelig beïnvloeden. Voorkom daarom gebruik van installatie onder -15°C door de wasplaatsen te blokkeren.
De installatie is vorstbestendig tot -20°C. Onder -20°C moet de installatie worden stilgelegd zoals beschreven in het hoofdstuk "Stilleggen bij vorst".
De hoofdschakelaar moet in stand 1 staan.
De deuren van de installatie moeten gesloten zijn.
Stroomvoorziening, watertoevoer en brandstoftoevoer moeten ononderbroken gewaarborgd zijn.
De watervoorziening moet tegen vorst beschermd zijn.
De brandstoftoevoer moet worden beschermd tegen vorst (bijv. verwarmingspatroon in de tank, verwarmingslint).
Opstellen en installeren zoals beschreven in het hoofdstuk "Installatie opstellen".
De verwarmingsventilatoren zijn correct ingesteld.
Alle onderhoudswerkzaamheden volgens hoofdstuk "Onderhoud en verzorging" zijn correct uitgevoerd.
Al het reinigingsgereedschap bevindt zich in het opbergvak.
De bij de installatie meegeleverde handspuitpistolen met speciale opening ter bescherming tegen vorst zijn gemonteerd.
Voorwaarde voor het correct functioneren van de wasplaatsverwarming is dat de wasplaats door de klant is ontworpen in overeenstemming met de aanbevelingen van KÄRCHER.
Het verwarmbare wasplaatsoppervlak wordt beperkt door de respectieve verwarmingscapaciteit van het apparaat. Als het verwarmde oppervlak deze waarde overschrijdt, is de vorstbescherming niet gegarandeerd. Het aantal wasplaatsen dat kan worden verwarmd, staat vermeld in het hoofdstuk "Technische gegevens/Gegevens afhankelijk van waterverwarmer".
Een deklaag van sneeuw en grotere hoeveelheden ijsbrokken die van de voertuigen vallen, vereisen een zeer hoge verwarmingscapaciteit. Het is noodzakelijk om zulke afzettingen te verwijderen.
Vóór het begin van de vorstperiode de onderhoudswerkzaamheden uitvoeren zoals vermeld in "jaarlijks voor het begin van de vorstperiode" van het hoofdstuk "Onderhoud en verzorging".
Voer de onderstaande werkzaamheden uit om de vorstbescherming te handhaven.
Onderhoudswerkzaamheden die niet tijdig en vakkundig worden uitgevoerd, leiden tot verlies van de garantie bij vorstschade.
Tijdstip | Handeling | Uitvoering | Door de |
---|---|---|---|
vóór de vorstperiode | Filter in de Powerschuim-sproeier (optie) reinigen | Filter verwijderen en reinigen (zie "Filter van de Powerschuim-sproeier reinigen"). Stel de volgende reinigingsintervallen in op basis van ervaring. | Exploitant |
Meerdere keren per dag bij vorst | Wasborstels controleren | Op verontreinigingen en ijsvorming controleren, evt. borstelwas blokkeren. | Exploitant |
dagelijks bij vorst | Filter vorstbeschermingspomp reinigen | Het filter reinigen en opnieuw aanbrengen. | Exploitant |
Verwarmingsventilator controleren | Zijn de verwarmingsventilatoren in werking (ook met ABS brandstoftank, optie)? | Exploitant | |
Recirculatieventilator controleren | De werking controleren. | Exploitant | |
eerst dagelijks, later naargelang de ervaring | Vulniveau van de brandstoftank controleren. | Is de stookolievoorraad voldoende tot de volgende controle? Rekening met een hoger verbruik als gevolg van vorstbeschermingsinrichtingen. Een brandstoftekort leidt tot storingen en schade aan de installatie. | Exploitant |
wekelijks bij vorst | Verwarming ABS stookolietank controleren (optie) | Onder 3 °C controleren of het verwarmingslint van de stookolieleiding tussen de stookolietank en SB MB warm is. | Exploitant |
maandelijks of na 200 bedrijfsuren bij vorst, zo nodig vaker | Bij een vorstbeschermingscircuit het vorsbeschermingswaterdebiet controleren. | Streefwaarde: ca. 0,5 l/min per was-tool. Waterdebiet groter: De slangkoppeling in het hogedrukpistool vervangen. WAARSCHUWINGGevaar van letsel, gevaar van beschadiging Is het debiet van vorstbeschermingswater te groot, dan kan het hogedrukpistool ongecontroleerd gaan bewegen en letsels veroorzaken. Vervang bij een te groot debiet van vorstbeschermingswater in het hogedrukpistool absoluut de slangkoppeling in het hogedrukpistool. Waterdebiet kleiner: Het filter van de vorstbeschermingspomp reinigen, de zeef in de smoorinrichting reinigen, de leiding doorspoelen, de draairichting van de pomp controleren. | Exploitant |
Schroef het voorste deel van de sproeier los.
Verwijder het filter en reinig het.
Plaats het filter.
Schroef het voorste deel van de sproeier op de sproeierhouder en draai vast.
De hoofdschakelaar op "0/OFF" draaien.
De hoofdschakelaar in de stand "1/ON" laten.
De bedrijfstijd op de besturing blokkeren.
De brandstoftank bijvullen.
Is er tijdens de buitengebruikstelling geen kans op vorst:
De watertoevoer afsluiten.
De stroomvoorziening onderbreken.
Indien er tijdens het stilleggen gevaar van vorst bestaat, dan moeten de volgende aanvullende stappen worden uitgevoerd.
De watertoevoerslang en de hogedrukslang losschroeven.
Het RO-membraan demonteren en vorstvrij bewaren.
Alle vlottertanks leegmaken, de slangen verwijderen en het water laten weglopen.
De permeaatbuffertank leegmaken.
De waterleiding tussen de basenwisselaar en de vlottertank warm water loskoppelen.
De installatie (zonder basenwisselaar) met een antivriesoplossing doorspoelen.
De basenwisselaar met een geconcentreerde zoutoplossing doorspoelen.
Beide slangen onder de doorstroomboiler loskoppelen en het water laten weglopen.
Alle watervoerende delen uitblazen met olievrije perslucht.
Tijdens langere bedrijfsonderbrekingen moet de installatie, met uitzondering van de basenwisselaar, met een antivriesoplossing worden gespoeld om tegen corrosie te worden beschermd.
In geval van twijfel kan de serviceafdeling met de buitengebruikstelling worden belast.
De wasplaatsen 3 en 4 worden niet getoond.
2-tool-uitvoering (optie)
A Magneetventiel hoge druk
B Magneetventiel schuim
C Hogedrukpistool met straalbuis
D Wasborstel
* Alleen bij SB MB standaard
De wasplaatsen 3 en 4 worden niet getoond.
3-tool-uitvoering
A Magneetventiel powerschuimlans
B Magneetventiel hoge druk
C Powerschuimlans
D Hogedrukpistool
* Alleen bij SB MB standaard
A Velgenreiniger
B Intensief schuim
C Knooppuntstuk
A 4. watertype
B Schoon water
C Onthard water, warm
D Permeaat
E naar de hogedrukpomp
In de 2-tool-uitvoering met droogschuim worden elektrisch verwarmde schuimslangen gebruikt als vorstbescherming.
Het vorstbeschermingswater gaat verloren bij wasplaats 3 en 4.
In de 2-tool-uitvoering met droogschuim worden elektrisch verwarmde schuimslangen gebruikt als vorstbescherming.
Wasplaats 3 en 4 worden niet getoond
De overstroomklep opent bij overschrijding van de toegestane bedrijfsdruk, dus ook bij het loslaten van de hendel van het hogedrukpistool, en voert het water in het circuit. Wordt het hogedrukpistool opnieuw geopend, dan staat de hogedrukstraal onmiddellijk weer ter beschikking.
De overstroomklep is af fabriek ingesteld en verzegeld. Instelling alleen door de klantenservice.
Het veiligheidsventiel beschermt het verwarmingscircuit van de wasplaatsverwarming (optie) tegen overdruk.
Het thermostatische mengventiel regelt de aanvoertemperatuur voor de wasplaatsverwarming (optie) in functie van de retourtemperatuur.
Alleen voor apparaten met olie- of gasbrander.
Als de brander niet ontsteekt of als de vlam tijdens de werking uitgaat, sluit de vlambewaker de brandstofmagneetklep en schakelt hij de branderventilator uit.
Alleen voor apparaten met olie- of gasbrander.
Als de rookgastemperatuur boven de toegestane waarde stijgt, schakelt de rookgasthermostaat de brander uit en vergrendelt die.
Niet voor elektrisch verwarmde apparaten zonder wasplaatsverwarming.
Als de watertemperatuur in de vlottertank voor warm water daalt door het onttrekken van warm water en het instromen van koud water, schakelt de temperatuurregelaar de warmwatercirculatiepomp in en weer uit wanneer de maximumtemperatuur is bereikt.
Alleen voor apparaten met olie- of gasbrander.
De temperatuurbegrenzer voorkomt de vorming van stoom in de doorstroomboiler.
Alleen voor apparaten met olie- of gasbrander.
Nadat de warmwatercirculatiepomp is gestart, schakelt de debietschakelaar de brander in.
De watertekortbeveiliging schakelt de waterverwarmer uit als het waterpeil in het vlotterreservoir voor warm water te laag is.
Alleen voor elektrisch verwarmde apparaten.
Schakelt de verwarmingsstaaf uit in geval van te hoge temperatuur door watertekort.
De schakelaar voor motorbescherming onderbreekt het stroomcircuit wanneer de motor overbelast is.
SB MB standaard:
Als de resterende hardheid van het ontharde water een grenswaarde overschrijdt, dan berekent de besturing de restcapaciteit van de fles van de basenwisselaar.
De regeneratie van de basenwisselfles begint uiterlijk de volgende nacht.
SB MB comfort:
Als de resterende hardheid van het ontharde water een grenswaarde overschrijdt, dan wordt meteen de regeneratie van de fles van de basewisselaar gestart.
Bij watertekort wordt de installatie gestopt om te voorkomen dat de pomp RO droogloopt.
Schakelt de RO-pomp uit wanneer de permeaatbuffertank vol is.
Schakelt de pomp RO in om permeaat te produceren.
Geeft een signaal aan het systeem wanneer de buffertank permeaat leeg is.
Voorkomt dat extern aangevoerd warm water van meer dan 60°C naar de HD-pompen wordt geleid en die beschadigt.
Bij een storing schakelt het systeem over op een ander type water (ingesteld door de servicetechnicus tijdens de inbedrijfstelling).
Basis voor een veilige installatie is regelmatig onderhoud volgens het onderstaande onderhoudsschema.
Gebruik uitsluitend originele onderdelen van de fabrikant of door deze geadviseerde delen, zoals
reserveonderdelen en slijtageonderdelen,
toebehoren,
brandstoffen,
reinigingsmiddelen.
Gevaar van letsel
Levensgevaar door elektrische schok.
Schakel vóór werkzaamheden aan het apparaat de op locatie aanwezige hoofdschakelaar uit en beveilig deze tegen herinschakelen.
Laat alle werkzaamheden aan elektrische onderdelen van de installatie alleen door een elektricien uitvoeren.
Gevaar van letsel
Uit beschadigde componenten kan een hogedrukstraal vrijkomen die letsels veroorzaken kan.
Schakel de installatie drukloos door de schakelaar van het apparaat op "0/OFF" te zetten en vervolgens alle hogedrukpistolen te openen tot de druk in de installatie is afgebouwd.
Gevaar van brandwonden
Sommige onderdelen van het apparaat worden tijdens het gebruik heet en kunnen bij aanraking brandwonden veroorzaken.
Laat de installatie afkoelen alvorens de volgende onderdelen aan te raken. Rookgasbuis en rookgasopening, brander met doorstroomverwarmer, cilinderkop van de hogedrukpomp, hogedrukslang.
Beschadigingsgevaar
Een hogedrukstraal kan componenten van de installatie beschadigen.
Reinig de binnenruimte van de installatie niet met de hogedrukstraal. Houd de hogedrukstraal bij de reiniging aan de buitenkant uit de buurt van het bovendeel van de installatie (met muntinworp, restwaarde-indicatie en programmaschakelaar).
De op locatie aanwezige hoofdschakelaar uitschakelen en deze beveiligen tegen herinschakeling.
De watertoevoer onderbreken.
Exploitant: werkzaamheden met de aanwijzing "Exploitant" mogen alleen door geïnstrueerde personen worden uitgevoerd die hogedrukinstallaties veilig kunnen bedienen en er op veilige wijze onderhoud aan kunnen uitvoeren.
Serviceafdeling: werkzaamheden met de aanwijzing "Serviceafdeling" mogen alleen worden uitgevoerd door servicemonteurs van KÄRCHER of door monteurs die door KÄRCHER hiervoor zijn geautoriseerd.
Met uw dealer kunt u een regelmatige veiligheidsinspectie vastleggen of een onderhoudscontract afsluiten. Vraag hierover advies.
* Afhankelijk van de uitrusting van de installatie kan op deze punten ook de bouwgroep intensieve schuimlaag aangebracht zijn.
Het menu Maintenance Diagnostic toont de tijden tot het volgende onderhoud, systeeminformatie, foutmeldingen en events.
In het menu Interval wordt voor de afzonderlijke systeemcomponenten de tijd tot het volgende onderhoud weergegeven.
groen: resterende bedrijfstijd meer dan 30% van de totale tijd
oranje: resterende bedrijfstijd minder dan 30% van de totale tijd
rood: Serviceteller verlopen, onderhoud moet worden uitgevoerd
Als een serviceteller is verlopen, geeft de besturing een onderhoudsaanvraag in de basispositie weer:
Serviceteller resetten
De volgende servicetellers kunnen door de operator worden gereset:
Filterelement WSO vervangen
Zuignap 1...6, filter 1
Zuignap 1...6, filter 2
Compressor ontwateren
De vorstbescherming controleren
Alle overige servicetellers kunnen alleen door de klantenservice worden gereset.
De knop "Serviceteller resetten" indrukken.
De reset met Ja bevestigen.
Weergave na reset
In het menu System Information worden installatiegegevens, instellingen van de besturing en bedrijfsgegevens van de besturing weergegeven.
In het menu Fault History worden de foutmeldingen weergegeven sinds de laatste keer dat het foutgeheugen werd gewist.
Het menu Event History is volgens hetzelfde principe opgebouwd als het menu Fault History .
Tijdstip | Handeling | Uitvoering | Door de |
---|---|---|---|
jaarlijks vóór het begin van de vorstperiode | Vorstbeveiligingscircuit reinigen |
| Exploitant/Klantenservice |
De wasplaatsverwarming controleren. |
| Exploitant/Klantenservice | |
De buitenthermostaat controleren | De werking controleren. | Exploitant | |
Recirculatieventilator controleren | De werking controleren. | Exploitant | |
Verwarmingsventilator controleren. | Zijn de regelaars correct ingesteld? (zie hoofdstuk "Instellingen/Verwarmingsventilator"). | Exploitant | |
De vorstbescherming met verloren water controleren | De vorstbeschermingspomp inschakelen (zie hoofdstuk "Handmatige ingrepen"). Controleren of er ten minste 0,5 l/min water uit elk handspuitpistool komt; zo nodig de drukregelaar bijstellen. | Exploitant | |
Noodvorstbescherming controleren | De hoofdschakelaar op de stand "0" draaien. Controleren of er ten minste 0,5 l/min water uit elk handspuitpistool komt; zo nodig de drukregelaar bijstellen. | Exploitant | |
Reinigen van de doorstroomboiler | Aanbeveling: Plan deze halfjaarlijkse onderhoudswerkzaamheden vóór het begin van de vorstperiode. | Klantenservice | |
Brander meten | |||
Dagelijks | De hogedrukslangen controleren, Schuimslangen controleren (voor 2-tool-uitvoering) | De hogedrukslangen op mechanische beschadiging zoals schade door schuren, zichtbaar weefsel van de slang, knikken en poreus en gescheurd rubber controleren. Beschadigde hogedrukslangen vervangen. | Exploitant |
Wasborstel controleren. | Wasborstels controleren op beschadiging, verontreiniging en slijtage. Borstels met haren korter dan 30 mm moeten worden vervangen. Bij temperaturen lager dan –5°C meerdere keren per dag op ijsvorming controleren, evt. de schuim-wasbeurt blokkeren. Hiertoe de combi-straalbuis vervangen door hogedruk-straalbuis | Exploitant | |
Aanwijzingsborden op de wasplaats controleren. | Controleren of aanwijzingsborden voor de gebruiker voorhanden en leesbaar zijn. | Exploitant | |
Wasplaatsverlichting controleren | De werking van de wasplaatsverlichting controleren, defecte lampen vervangen. | Exploitant | |
Straalbuizen controleren | Op dichtheid controleren, de O-ring indien nodig vervangen. Sproeierbescherming en handgreepbuis OK? Zo nodig vervangen. | Exploitant | |
Hogedrukpistolen controleren | Op dichtheid controleren, de O-ring indien nodig vervangen. Is de hogedrukslang draaibaar en de hendel soepel? Eventueel smeren (zie hoofdstuk "Onderhoudswerkzaamheden"). | Exploitant | |
Opbergschacht voor gereedschap controleren | Van buitenaf controleren op vreemde voorwerpen en vuil. Grove vervuiling verwijderen. | Exploitant | |
Vulniveau van het reinigingsmiddel controleren. | Het oliepeil controleren, indien nodig bijvullen. | Exploitant | |
Muntenkistje legen | Munttester openen en het muntenbakje leegmaken. | Exploitant | |
eerst dagelijks, later naargelang de ervaring | Vulniveau van de brandstoftank controleren. | Is de stookolievoorraad voldoende tot de volgende controle? Rekening met een hoger verbruik als gevolg van vorstbeschermingsinrichtingen. Een brandstoftekort leidt tot storingen en schade aan de installatie. | Exploitant |
Compressor leegmaken | Het condenswater uit het drukvat van de compressor aflaten. | Exploitant | |
Bij installatie met vorstbescherming: dagelijks bij vorst | Vorstbeschermingsinrichtingen controleren. | Zijn de verwarmingsventilatoren in werking (ook in de brandstoftank ABS, optie)? | Exploitant |
Filter vorstbeschermingspomp reinigen | Filter reinigen en weer aanbrengen. | Exploitant | |
Na 40 bedrijfsuren of wekelijks | Dichtheid van de installatie controleren | Pompen en leidingsysteem op lekkage controleren. De klantenservice contacteren als er olie onder de hogedrukpomp ligt of als bij werking van de pomp meer dan 3 druppels water per minuut uit de hogedrukpomp druppelen. | Exploitant |
Oliepeil controleren | Is de olie melkachtig, dan is er water in aanwezig. Contacteer de Klantenservice. | Exploitant | |
Oliepeil van de hogedrukpompen controleren | Het oliepeil moet tussen de markeringen MIN en MAX staan, anders olie bijvullen. | Exploitant | |
Reinigingsmiddelfilter controleren | De hogedrukstraal visueel controleren op reinigingsmiddel, het reinigingsmiddelfilter reinigen indien nodig. | Exploitant | |
Werking controleren | Werking van alle wasprogramma's controleren | Exploitant | |
De zoutvoorraad in het zoutreservoir controleren | Is het zoutniveau boven de waterniveau? Indien nodig onthardingszout bijvullen. | Exploitant | |
resterende hardheid van het ontharde water controleren | Water uit de vlottertank voor warm water verwijderen en de resthardheid bepalen met testkit B (bestelnr. 6.768-003). Instelwaarde: onder 3 °dH. | Exploitant | |
Het restchloorgehalte na het actiefkoolstoffilter controleren | Deze test is alleen nodig als het chloorgehalte in het schone water hoger is dan 0,3 mg/l. Neem een watermonster tussen het actiefkoolstoffilter en het RO-membraan. Het restchloorgehalte bepalen. Als het restchloorgehalte van het watermonster hoger is dan 0,1 mg/l, dan moet het actiefkoolstoffilter worden vervangen. | Exploitant | |
De wasplaatsverwarming kort inschakelen | De vorstbeschermingspomp activeren zoals beschreven onder "Regeling/menu Service". | Exploitant | |
De buitenkant van de behuizing reinigen (roestvrij staal en kunststof) | Reinigingsmiddel "Washallen- en tegelreinigingsmiddel RM 841" in 10% mengen, op de oppervlakken aanbrengen, ca. 2 tot 3 minuten laten inwerken, niet laten opdrogen. Na de inwerktijd grondig spoelen met de hogedrukstraal. | Exploitant | |
Reinigingsmiddel "Washallen- en tegelreinigingsmiddel RM 841" in 20% mengen, op het oppervlak aanbrengen, ca. 2 tot 3 minuten laten inwerken. Na de inwerktijd de oppervlakken reinigen met een vochtige pad of microvezeldoek en vervolgens grondig afspoelen met een hogedrukstraal. Indien gewenst kunnen de grote oppervlakken worden verwijderd met een rubberen trekker. | Exploitant | ||
Spatschermen reinigen | Reinigingsmiddel "Washal- en tegelreinigingsmiddel RM 841" in 10% mengen, op de oppervlakken aanbrengen, ca. 2 tot 3 minuten laten inwerken, niet laten opdrogen. Na de inwerktijd grondig spoelen met de hogedrukstraal. LET OPBeschadigingsgevaar Oplosmiddelen en reinigingsmiddelen die oplosmiddelen bevatten, kunnen de spatschermen beschadigen. Reinig de spatschermen niet met oplosmiddelen of reinigingsmiddelen die oplosmiddelen bevatten. | Exploitant | |
Buitenkant behuizing (roestvrij staal) verzorgen | Indien nodig behandelen met een onderhoudsmiddel voor roestvrij staal. | Exploitant | |
wekelijks bij vorst | Verwarming stookolietank ABS controleren (optie) | Onder 3 °C controleren of het verwarmingslint van de stookolieleiding tussen de stookolietank en SB MB warm is. | Exploitant |
Eenmaal, 1 maand na inbedrijfstelling | Fijnfilter WSO vervangen | Toevoer schoon water sluiten, de filterbekers losschroeven, de filterinzet vervangen, nieuwe filterinzet en filterbeker terugplaatsen, de schoonwatertoevoer openen. | Exploitant |
Na 80 bedrijfsuren of tweewekelijks | De roestvrijstalen onderdelen van de behuizing reinigen en conserveren. | Vuilresten en aanslag verwijderen. Onderdelen conserveren met onderhoudsolie voor roestvrij staal. | Exploitant |
Na 200 bedrijfsuren of maandelijks | De werkdruk van de hogedrukpompen controleren | De manometer moet 9…10 MPa (90…100 bar) aangeven. Anders de storing verhelpen volgens de informatie in het hoofdstuk "Hulp bij storingen". | Exploitant |
Hoeveelheid antivries controleren | Streefwaarde: ca. 0,5 l/min per was-tool. Waterdebiet groter: De slangkoppeling in het hogedrukpistool vervangen. WAARSCHUWINGGevaar van letsel, gevaar van beschadiging Is het debiet van vorstbeschermingswater te groot, dan kan het hogedrukpistool ongecontroleerd gaan bewegen en letsels veroorzaken. Vervang bij een te groot debiet van vorstbeschermingswater in het hogedrukpistool absoluut de slangkoppeling in het hogedrukpistool. Waterdebiet kleiner: Het filter van de vorstbeschermingspomp reinigen, de zeef in de smoorinrichting reinigen, de leiding doorspoelen, de draairichting van de pomp controleren. | Exploitant | |
Filters van de reinigingsmiddelen in de reinigingsmiddelreservoirs reinigen | Filters verwijderen en met heet water grondig doorspoelen. | Exploitant | |
Filter reinigen | Het filter voor het antivriescircuit reinigen. | Exploitant | |
Opbergschachten reinigen | Opbergschachten voor gereedschap reinigen. | Exploitant | |
Zoutreservoir controleren | Het waterpeil controleren (ca. 5...25 cm boven de zeefplaat). | Exploitant | |
Op afzettingen controleren, indien nodig leegmaken, reinigen, bijvullen met onthardingszout en opnieuw in gebruik nemen. Gevaar voor functiestoringen. Bij het bijvullen van onthardingszout alleen het onthardingszout in tabletvorm gebruiken dat in het hoofdstuk "Toebehoren" wordt genoemd. | Exploitant | ||
Brander reinigen |
| Exploitant | |
Plafondarm smeren | De smeernippel smeren met een vetspuit (vet 6.288-055.0). | Exploitant | |
Scharnieren van de deuren smeren. | Scharnieren met vet (best.nr.: 6.288-072) smeren. | Exploitant | |
De sloten van de deuren conserveren | Onderhoudsmiddel (best.nr.: 6.288-116) in de sloten sproeien. | Exploitant | |
Driemaandelijks | Muntinworp reinigen | De deur van de munttester openen. Muntinworp reinigen (zie hoofdstuk "Onderhoudswerkzaamheden"). | Exploitant |
De tijdinstelling controleren | De ingestelde tijd en datum controleren op de besturing en indien nodig corrigeren. | Exploitant | |
Na 1000 bedrijfsuren of halfjaarlijks | Pompkoppen controleren. | Als de klepschijven ernstig beschadigd zijn, de kleppen volledig vervangen. | Klantenservice |
Olie van de hogedrukpompen verversen. | Zie onderhoudswerkzaamheden. | Exploitant | |
Reinigen van de doorstroomboiler | Roet en kalk uit verwamingsslang verwijderen. | Klantenservice | |
Brander meten | De rookgaswaarden meten, de brander indien nodig reinigen en bijstellen. | Klantenservice | |
Fijnfilter WSO vervangen | Toevoer schoon water sluiten, de filterbekers losschroeven, de filterinzet vervangen, nieuwe filterinzet en filterbeker terugplaatsen, de schoonwatertoevoer openen. | Exploitant | |
Jaarlijks vóór de vorstperiode | Filter in de Powerschuim-sproeier (optie) reinigen | Zie "Vorstbescherming/Powerschuim-sproeier reinigen". Stel de volgende reinigingsintervallen in op basis van ervaring. | Exploitant |
Jaarlijks | Veiligheidscontrole | Veiligheidscontrole volgens de richtlijnen voor vloeistofstralers/voorschriften inzake ongevallenpreventie. | Klantenservice |
Installatie onderhouden | Onderhoudscontract met vervanging van alle slijtageonderdelen | Klantenservice | |
Temperatuurregelaar controleren | De werking van beide temperatuurregelaars controleren. | Klantenservice | |
Het filterelement van het actiefkoolstoffilter WSO vervangen | Het afsluitventiel schoon water (geleverd door de klant) sluiten, de filterbeker losschroeven en uitspoelen, het filterelement vervangen door een nieuw exemplaar, het filterelement en de filterbeker opnieuw aanbrengen, het afsluitventiel schoon water openen en de installatie in bedrijf stellen. | Exploitant/Klantenservice | |
Pomp RO controleren | De klantenservice informeren De karakteristiek (debiet en druk) controleren. | Klantenservice | |
Gasbrander onderhouden | Onderhoudswerkzaamheden laten uitvoeren door de klantenservice van de branderfabrikant. | ||
5-jaarlijks of indien nodig | Brandstoftank reinigen | De resterende brandstof eruit pompen. Het bezinksel verwijderen en weggooien. De binnenkant van de tank reinigen. | Tankreinigingsservice |
De condensaataftapkraan boven een kanaal of opvangbak houden.
De condensaataftapkraan openen en het condensaat laten weglopen.
De condensaataftapkraan sluiten
De straalbuis losschroeven.
6 schroeven eruit draaien.
De greephelft verwijderen.
De kamer voor het naaldlager in de greephelft vullen met vet.
Het naaldlager en de O-ring invetten.
Het contactoppervlak tussen buis en greep invetten.
De greephelften weer in elkaar schroeven.
De brandstofleiding losmaken.
De lichtsensor zijwaarts uit de houder trekken.
3 schroeven eruit draaien.
Het deksel met de houder voor de lichtsensor verwijderen.
De stuwschijf van de sproeierhouder afnemen.
Het kijkglas reinigen.
De onderdelen in omgekeerde volgorde opnieuw monteren.
De olietoevoer afsluiten.
Het filteromhulsel eraf schroeven.
Het filter met perslucht reinigen.
De onderdelen in omgekeerde volgorde monteren.
De olietoevoerleiding openen.
Gevaar van brandwonden
De hogedrukpomp en de motorolie zijn heet en kunnen bij aanraking brandwonden veroorzaken.
Laat de hogedrukpomp 15 minuten afkoelen voordat de olie wordt ververst.
Afgewerkte olie mag alleen op de daardoor bestemde verzamelpunten worden afgevoerd. Geef afgewerkte olie daar af. Verontreinigen van het milieu met afgewerkte olie is strafbaar.
Een olieopvangbak onder de olieaftapplug plaatsen.
Het deksel van het oliereservoir nemen.
De olieaftapplug uitschroeven en de olie opvangen.
De afdichtingsring vervangen en de olieaftapplug inschroeven en aanhalen.
Giet de nieuwe olie langzaam tot de "MAX"-markering in het oliereservoir.
Het deksel van het oliereservoir aanbrengen.
De oude olie op milieuvriendelijke wijze afvoeren of bij een geautoriseerde verzamelplaats afgeven.
Open de deur van het apparaat.
Klap de munttester open.
Reinig de muntbaan met een vochtige doek met afwasmiddel.
De juiste instelling van de ontstekingselektroden is belangrijk voor de werking van de brander. De afstelmaten worden in de onderstaande tekening weergegeven.
De regeneratie starten via de besturing (zie "Besturing/Menu Service").
De programmaknop indrukken en de nokkenas linksom draaien tot de pijl op de programmaknop naar "Zouten + wassen" ("Besalzen + Waschen") wijst.
Gevaar van letsel
Levensgevaar door elektrische schok.
Schakel vóór werkzaamheden aan het apparaat de op locatie aanwezige hoofdschakelaar uit en beveilig deze tegen herinschakelen.
Laat alle werkzaamheden aan elektrische onderdelen van de installatie alleen door een elektricien uitvoeren.
Gevaar van letsel
Uit beschadigde componenten kan een hogedrukstraal vrijkomen die letsels veroorzaken kan.
Schakel de installatie drukloos door de schakelaar van het apparaat op "0/OFF" te zetten en vervolgens alle hogedrukpistolen te openen tot de druk in de installatie is afgebouwd.
Gevaar van brandwonden
Sommige onderdelen van het apparaat worden tijdens het gebruik heet en kunnen bij aanraking brandwonden veroorzaken.
Laat de installatie afkoelen alvorens de volgende onderdelen aan te raken. Rookgasbuis en rookgasopening, brander met doorstroomverwarmer, cilinderkop van de hogedrukpomp, hogedrukslang.
De op locatie aanwezige hoofdschakelaar uitschakelen en deze beveiligen tegen herinschakeling.
De watertoevoer onderbreken.
Exploitant: werkzaamheden met de aanwijzing "Exploitant" mogen alleen door geïnstrueerde personen worden uitgevoerd die hogedrukinstallaties veilig kunnen bedienen en er op veilige wijze onderhoud aan kunnen uitvoeren.
Elektricien: werkzaamheden met de aanwijzing "Elektricien" mogen alleen worden uitgevoerd door personen met een opleiding op elektrotechnisch gebied.
Serviceafdeling: werkzaamheden met de aanwijzing "Serviceafdeling" mogen alleen worden uitgevoerd door servicemonteurs van KÄRCHER of door monteurs die door KÄRCHER hiervoor zijn geautoriseerd.
Klantenservice van de branderfabrikant: Storingen aan de gasbrander mogen alleen door de klantenservice van de branderfabrikant worden verholpen.
Bij kritieke fouten, storingsmeldingen of gebeurtenissen gaat het startscherm na ca. 1 minuut automatisch over in de meldingenweergave.
Een actuele melding wordt op de besturing aangegeven door een attentiesymbool in de rechterbovenhoek.
Meldingindicaties
rood: kritieke fout. Afhankelijk van de fout reageert de installatie als volgt:
Het systeem gaat in noodbedrijf.
Een of meer wasplaatsen worden geblokkeerd.
De hele installatie wordt geblokkeerd.
geel: Storing; installatie kan blijven werken
groen: Gebeurtenis; informatie voor de exploitant
Als de knop grijs wordt weergegeven, is de fout nog steeds aanwezig en kan deze niet worden bevestigd.
Als de toets een gele kleur heeft, is de fout verholpen en kan de fout worden bevestigd.
De weergave schakelt na ca. 2-3 seconden automatisch over naar het volgende scherm. De balk is dan volledig vol.
Voorbeeld weergave fout
Voorbeeld weergave gebeurtenis
Hier worden alleen storingen aangegeven die door de exploitant kunnen worden verholpen.
In geval van storingen die hier niet worden beschreven: De melding bevestigen. Als de fout opnieuw optreedt, informeer dan de servicedienst.
Foutnummer | Oorzaak | Remedie |
---|---|---|
F0103 | Malfunction oil separator / recycling | Externe olieafscheider controleren of leegmaken / recyclingsysteem controleren |
F0105 | Motor circuit breaker of high-pressure pumps has tripped | De schakelaar voor motorbescherming resetten. Als de fout opnieuw optreedt, de service informeren. |
F0107 | Air pressure switch signals no pressure | De compressor en de persluchtleidingen controleren |
F0113 | Motor circuit breaker / automatic circuit breaker frost protection | De schakelaar voor motorbescherming of de stroomonderbreker resetten. Als de storing zich opnieuw voordoet, de service informeren. |
F0114 | Hot water temperature too low | Wasplaatsverwarming werd uitgeschakeld, warmwatergenerator en warmwatercircuit controleren |
F0115 | Motor circuit breaker of foam hose heater | De schakelaar voor motorbescherming resetten. Als de storing zich opnieuw voordoet, de service informeren. |
F0116 | Motor circuit breaker of stations | De schakelaar voor motorbescherming resetten. Als de storing zich opnieuw voordoet, de service informeren. |
F00170 | HP pump 1 overcurrent | Stroomverbruik van de HD-pomp te hoog. Fout bevestigen. Als de fout opnieuw optreedt, de service informeren. |
F00174 | HP pump winding protect.contact 1 | Fout bevestigen. Als de fout opnieuw optreedt, de service informeren. |
F00176 | HP pump 1 oil level too low | Olie bijvullen. Storing bevestigen. |
F0191 | Coin signal remote control 1 | Voor mechanische munttester, microschakelaar controleren |
F0210 | HP pump 2 overcurrent | Stroomverbruik van de HD-pomp te hoog. Fout bevestigen. Als de fout opnieuw optreedt, de service informeren. |
F0214 | HP pump winding protect.contact 2 | Fout bevestigen. Als de fout opnieuw optreedt, de service informeren. |
F0216 | HP pump 2 oil level too low | Olie bijvullen. Storing bevestigen. |
F0231 | Coin signal remote control 2 | Voor mechanische munttester, microschakelaar controleren |
F0250 | HP pump 3 overcurrent | Stroomverbruik van de HD-pomp te hoog. Fout bevestigen. Als de fout opnieuw optreedt, de service informeren. |
F0254 | HP pump winding protect.contact 3 | Fout bevestigen. Als de fout opnieuw optreedt, de service informeren. |
F0256 | HP pump 3 oil level too low | Olie bijvullen. Storing bevestigen. |
F0271 | Coin signal remote control 3 | Voor mechanische munttester, microschakelaar controleren |
F0290 | HP pump 4 overcurrent | Stroomverbruik van de HD-pomp te hoog. Fout bevestigen. Als de fout opnieuw optreedt, de service informeren. |
F0294 | HP pump winding protect.contact 4 | Fout bevestigen. Als de fout opnieuw optreedt, de service informeren. |
F0296 | HP pump 4 oil level too low | Olie bijvullen. Storing bevestigen. |
F0311 | Coin signal remote control 4 | Voor mechanische munttester, microschakelaar controleren |
F0570 | Hot water shortage | Warmwatertoevoer controleren |
F0571 | Hot water overtemperature | Fout bevestigen. Als de fout opnieuw optreedt, de service informeren. |
F0574 | Oil stoker malfunction | Resettoets van de olie-ontstekingsautomaat indrukken |
F0575 | Exh. gas thermostat triggered | Resettoets van de rookgasthermostaat indrukken |
F0576 | No flow detected by flow monitor | Fout bevestigen. Als de fout opnieuw optreedt, de service informeren. |
F0577 | Flow monitor is defective | Fout bevestigen. Als de fout opnieuw optreedt, de service informeren. |
F0578 | Automatic hot water circuit-breaker | Stroomonderbreker resetten. Als de fout opnieuw optreedt, de service informeren |
F5081 | Hot water circ. pump motor circuit breaker | De schakelaar voor motorbescherming resetten. Als de fout opnieuw optreedt, de service informeren |
F0584 | Washing station heater circ. pump motor circuit breaker | De schakelaar voor motorbescherming resetten. Als de fout opnieuw optreedt, de service informeren |
F0586 | On-site heating | Het verwarmingssysteem ter plaatse controleren |
F0587 | Water temperature above 60 °C. | Watertemperatuur bij externe warmwatertoevoer hoger dan 60°C. De temperatuur van de watertoevoer verlagen. |
F0610 | Softener bottle regeneration has failed. | Hardheidssensor toont hard water na regeneratie. Zout bijvullen, de fout bevestigen |
F0612 | Osmosis tank running dry | Tank laten vullen tot niveauschakelaar osmosetank (buffertank permeaat) leeg (maximale inschakelvertraging 15 minuten) |
F0613 | Osmosis tank level switch | De niveauschakelaars van de osmosetank (buffertank permeaat) leeg en vol schakelen tegelijk. De niveauschakelaars controleren. |
F0614 | Osmosis tank level switch | Niveauschakelaars buffertank onderaan en vol schakelen tegelijkertijd. De niveauschakelaars controleren. |
F0615 | Water softening no water pressure | Watertoevoer controleren |
F0617 | On-site water softening and osmosis system | De waterbehandelingsinstallatie ter plaatse controleren |
F0650 | Vacuum cleaner 1 / button 1 jammed | Starttoets of selectietoets voor de zuigerplaats zit vast |
F0651 | Vacuum cleaner 1 / button 2 jammed | Starttoets of selectietoets voor de zuigerplaats zit vast |
Ff0660 | Vacuum cleaner 2 / button 1 jammed | Starttoets of selectietoets voor de zuigerplaats zit vast |
F0661 | Vacuum cleaner 2 / button 2 jammed | Starttoets of selectietoets voor de zuigerplaats zit vast |
F0670 | Vacuum cleaner 3 / button 1 jammed | Starttoets of selectietoets voor de zuigerplaats zit vast |
F0671 | Vacuum cleaner 3 / button 2 jammed | Starttoets of selectietoets voor de zuigerplaats zit vast |
F680 | Vacuum cleaner 4 / button 1 jammed | Starttoets of selectietoets voor de zuigerplaats zit vast |
F0681 | Vacuum cleaner 4 / button 2 jammed | Starttoets of selectietoets voor de zuigerplaats zit vast |
F0690 | Vacuum cleaner 5 / button 1 jammed | Starttoets of selectietoets voor de zuigerplaats zit vast |
F0691 | Vacuum cleaner 5 / button 2 jammed | Starttoets of selectietoets voor de zuigerplaats zit vast |
F0700 | Vacuum cleaner 6 / button 1 jammed | Starttoets of selectietoets voor de zuigerplaats zit vast |
F0701 | Vacuum cleaner 6 / button 2 jammed | Starttoets of selectietoets voor de zuigerplaats zit vast |
F0720 | Wheel cleaner pump overcurrent | Stroomverbruik pomp te hoog. Fout bevestigen. Als de fout opnieuw optreedt, de service informeren. |
F0740 | Micro-emulsion pump overcurrent | Stroomverbruik pomp te hoog. Fout bevestigen. Als de fout opnieuw optreedt, de service informeren. |
F0750 | Intensive foam pump overcurrent | Stroomverbruik pomp te hoog. Fout bevestigen. Als de fout opnieuw optreedt, de service informeren. |
Storing | Mogelijke oorzaak | Remedie | Door de |
---|---|---|---|
Watertekort in de vlottertank warm water | Watertoevoer geblokkeerd | Het afsluitventiel voor schoon water openen. | Exploitant |
Fijnfilter schoon water in waterbehandeling vervuild | Het filterelement reinigen of vervangen. | Exploitant | |
Vlotterventiel in de vlottertank warm water gaat niet open | Het vlotterventiel controleren, indien nodig repareren. | Exploitant | |
Watertekortbeveiliging in de vlottertank warm water zit vast of is defect | De watertekortbeveiliging controleren, indien nodig vervangen. | Exploitant | |
Slangleiding gebarsten of losgeraakt | De slangleidingen controleren, indien nodig vervangen. | Exploitant | |
Pomp netscheiding (optie) werkt niet | Controleer de voeding. | Klantenservice | |
De pomp controleren. | Klantenservice | ||
Watertemperatuur te laag / te hoog | Thermostaat defect | De thermostaat controleren, indien nodig vervangen. | Klantenservice |
Waterverwarmer start niet of stopt met verwarmen | Debietschakelaar defect (niet bij elektrisch verwarmd toestel) | De debietschakelaar controleren, reinigen en indien nodig vervangen. | Klantenservice |
Het warmwatercircuit is verkalkt | De waterbehandeling controleren, het circuit ontkalken. | Klantenservice | |
Lucht in de warmwatercirculatiepomp | De pomp bij de ontluchtingsschroef ontluchten. | Exploitant | |
Draairichting van de warmwatercirculatiepomp is verkeerd | De draairichting controleren, indien nodig veranderen. | Klantenservice | |
Thermostaat defect | De thermostaat controleren, indien nodig vervangen. | Klantenservice | |
Contactor voor warmwatercirculatiepomp defect | De contactor controleren, indien nodig vervangen. | Klantenservice | |
De motorbeveiligingsschakelaar van de warmwatercirculatiepomp is geactiveerd omdat de circulatiepomp geblokkeerd is of de pomp defect is. | De circulatiepomp controleren, repareren of indien nodig vervangen. De motorbeveiligingsschakelaar resetten. | Klantenservice |
Storing | Mogelijke oorzaak | Remedie | Door de |
---|---|---|---|
Circulatiepomp voor wasplaatsverwarming buiten bedrijf | Temperatuur in het warmwaterreservoir lager dan 10 °C (storingsindicator "F0144"). | De storing in het warmwatercircuit opsporen en verhelpen. | Exploitant/Klantenservice |
Storing | Mogelijke oorzaak | Remedie | Door de |
---|---|---|---|
Storing oliestook (olie-ontstekingsautomaat in de schakelkast branderbesturing is in werking getreden) | Geen ontstekingsvonk aanwezig (zichtbaar door kijkglas in branderdeksel) | De instelling van de elektrode, de ontstekingstransformator en de ontstekingskabel controleren. De elektroden reinigen, defecte onderdelen vervangen. Vervolgens op de ontgrendelingsknop voor de olie-ontstekingsautomaat drukken. | Klantenservice |
Kijkglas vlambewaking vervuild | Kijkglas vlambewaking reinigen (zie hoofdstuk "Onderhoudswerkzaamheden"). Vervolgens op de ontgrendelingsknop voor de olie-ontstekingsautomaat drukken. | Exploitant | |
Lichtsensor vlambewaking niet in houder of defect | De lichtsensor bevestigen of vervangen. Vervolgens op de ontgrendelingsknop voor de olie-ontstekingsautomaat drukken. | Exploitant, serviceafdeling | |
Stookoliepeil te laag | De brandstoftank bijvullen. Vervolgens op de ontgrendelingsknop voor de olie-ontstekingsautomaat drukken. | Exploitant | |
Geen vlamvorming wegens brandstoftekort | Het brandstoffilter op de brandstofpomp reinigen. Vervolgens op de ontgrendelingsknop voor de olie-ontstekingsautomaat drukken. | Exploitant | |
De brandstofsproeier reinigen, evt. vervangen. Vervolgens op de ontgrendelingsknop voor de olie-ontstekingsautomaat drukken. | Exploitant | ||
Het brandstofmagneetklep, de brandstofpomp en de koppeling controleren. | Klantenservice | ||
Geen vlamvorming wegens luchttekort | De kraag van de ventilator controleren op beschadigingen en een goede bevestiging van de banden. Vervolgens op de ontgrendelingsknop voor de olie-ontstekingsautomaat drukken. | Exploitant | |
De ventilator is defect, deze vervangen. Vervolgens op de ontgrendelingsknop voor de olie-ontstekingsautomaat drukken. | Klantenservice | ||
Sterke rookontwikkeling tijdens het opstarten en de werking | De ontstekingselektrode ligt in de brandstofstraal | De instelling van de elektrode controleren en corrigeren. | Exploitant, serviceafdeling |
Brandstofdruk ontregeld (zie hoofdstuk "Technische gegevens") | De brandstofdruk controleren, indien nodig opnieuw instellen. | Klantenservice | |
Heetwaterslang sterk vervuild met roet | De ketel demonteren en de heetwaterslang reinigen. | Klantenservice | |
Rookgasthermostaat (S5) is geactiveerd | Het warmwatercircuit is verkalkt | De waterbehandeling controleren, het warmwatercircuit ontkalken. Vervolgens op de vrijgaveknop van de rookgasthermostaat drukken. | Klantenservice |
Heetwaterslang sterk vervuild met roet | De ketel demonteren en de heetwaterslang reinigen. Vervolgens op de vrijgaveknop van de rookgasthermostaat drukken. | Klantenservice | |
Brander verkeerd ingesteld | De branderinstelling corrigeren. Vervolgens op de vrijgaveknop van de rookgasthermostaat drukken. | Klantenservice |
Storingen aan de gasbrander mogen alleen door geautoriseerd vakpersoneel van de branderfabrikant worden verholpen.
Storing | Mogelijke oorzaak | Remedie | Door de |
---|---|---|---|
Alle munttesters weigeren alle munten. | Hoofdschakelaar uitgeschakeld. | De hoofdschakelaar op "1" zetten. | Exploitant |
De tijd of bedieningstijden zijn ontregeld. Nachtvergrendeling actief. | De instellingen op de besturing controleren. | Exploitant | |
Watertekort | De watertoevoer controleren. | Exploitant | |
De motorbeveiligingsschakelaar van de hogedrukpompen is uitgevallen. | De schakelaar voor motorbescherming resetten. In geval van herhaling, de oorzaak achterhalen. | Exploitant | |
Een enkele munttester weigert alle munten. | Munttester vervuild. | Muntinworp reinigen (zie hoofdstuk "Onderhoudswerkzaamheden"). | Exploitant |
Overstroom op hogedrukpomp. | De fout bevestigen op de besturing. | Exploitant |
Storing | Mogelijke oorzaak | Remedie | Door de |
---|---|---|---|
Waterstraal op het hogedrukpistool ongelijkmatig | Hogedruksproeier verstopt. | De hogedruksproeier vervangen. | Exploitant |
Watertoevoerhoeveelheid te gering | De watertoevoerhoeveelheid controleren (zie Technische gegevens). | Exploitant | |
Zuigslang geknikt | De zuigslang controleren. | Exploitant | |
Verminderde druk bij de hogedrukpomp | Hogedruksproeier uitgesleten | De hogedruksproeier vervangen. | Exploitant |
Verkeerde hogedruksproeier gemonteerd | De hogedruksproeier vervangen (voor de maat zie "Technische gegevens"). | Exploitant | |
Watertoevoerhoeveelheid te gering | De watertoevoerhoeveelheid controleren (zie Technische gegevens). | Exploitant | |
Het magneetventiel spoelen en het magneetventiel waterkwaliteit controleren. Het vlotterventiel controleren. | Klantenservice | ||
De hogedrukpomp bereikt niet de vereiste druk | Hogedrukpomp zuigt lucht aan uit het lege reinigingsmiddelreservoir | Reinigingsmiddel bijvullen. De zuigleiding ontluchten (zo nodig tijdens de werking meerdere malen kort in de zuigslang naar de pomp knijpen om het ontluchtingsproces te versnellen). | Exploitant |
De hogedrukleiding naar de wasplaats lekt | De hogedrukleiding controleren, deze indien nodig vervangen. | Exploitant, serviceafdeling | |
Overstroomklep verkeerd afgesteld of lek | De overstroomklep controleren, repareren. | Klantenservice | |
Hogedrukpomp klopt, manometer schommelt sterk | Hogedrukpomp zuigt lucht aan | De aanzuigleidingen voor water en reinigingsmiddel controleren op lekken. | Exploitant |
Reinigingsmiddelreservoir leeg? (zie boven). | Exploitant | ||
Trillingsdemper defect | De trillingsdemper vervangen. | Exploitant | |
Ventiel in pompkop defect of vervuild | Defecte ventielen vervangen. | Klantenservice |
Storing | Mogelijke oorzaak | Remedie | Door de |
---|---|---|---|
Onvoldoende of geen toevoer van reinigingsmiddel | Filter of slang verstopt | Het filter of de slang reinigen. | Exploitant |
Reinigingsmiddelslang lekt | De slang vervangen. | Exploitant | |
Doseerpomp verkeerd ingesteld of defect | De instelling van de doseerpomp controleren. | Exploitant | |
De werking van de doseerpomp controleren. | Klantenservice | ||
Condenswater in de doseerpomp. | Het condenswater uit het drukvat van de compressor aflaten. | Exploitant |
Storing | Mogelijke oorzaak | Remedie | Door de |
---|---|---|---|
Onvoldoende of geen toevoer van water/reinigingsmiddel | Zeef in de waterinlaat vuil | De zeef reinigen. | Exploitant |
Sproei-element in injector verstopt | Het sproei-element reinigen. | Exploitant | |
Smoorinrichting in knooppuntstuk verstopt | De onderdelen reinigen. | Exploitant | |
Schuimer in het knooppuntstuk verstopt | Het knooppuntstuk uitblazen met perslucht of de schuimer vervangen. | Exploitant, serviceafdeling |
Storing | Mogelijke oorzaak | Remedie | Door de |
---|---|---|---|
Compressor gaat vaak aan en uit. | Condenswaterniveau in het drukvat te hoog. | Het condenswater uit het drukvat van de compressor aflaten. | Exploitant, serviceafdeling |
Storing | Mogelijke oorzaak | Remedie | Door de |
---|---|---|---|
Schuimkwaliteit slecht, schuim te droog of te nat | Reinigingsmiddelreservoir leeg | Het reservoir vervangen. | Exploitant |
Zuigfilter doseerpomp verstopt | Het filter uitspoelen met warm water. | Exploitant | |
Watertoevoer te laag | De watertoevoer herstellen, de instelling van de drukregelaar van het schuimstation controleren (0,25 MPa (2,5 bar)). | Exploitant | |
Compressor levert geen lucht | De compressor controleren. Het condenswater uit het drukvat van de compressor aflaten. | Klantenservice | |
Compressor oververhit | Na afkoeling start de compressor automatisch weer op. | Exploitant | |
Drukregelaar schuimstation vervuild | De drukregelaar reinigen. | Exploitant | |
Magneetventiel water/chemie gaat niet open | De spanning controleren met een magneetveldtester, het magneetventiel reinigen, indien nodig vervangen. | Exploitant, serviceafdeling | |
Onjuiste instelling van de doseerventielen water/chemie of lucht | De basisinstelling uitvoeren (zie hoofdstuk Bediening en instellingen). | Klantenservice | |
Verkeerd reinigingsmiddel, vervuild of oud reinigingsmiddel | Reinigingsmiddel vervangen. | Exploitant |
Storing | Mogelijke oorzaak | Remedie | Door de |
---|---|---|---|
Basenwisselaar regenereert niet | Geen stroomvoorziening. | De stroomvoorziening controleren (zekering, stekker, schakelaar). | Exploitant, serviceafdeling |
Hardheidssensor defect | De hardheidssensor controleren, indien nodig vervangen. | Klantenservice | |
Basenwisselaar regenereert tijdens de bedrijfstijd | Klok ontregeld ten gevolge van stroomuitval (optie, alleen met WAT-S 202) | De tijd opnieuw instellen (zie "Instellingen/Basenwisselaar WAT-S 202 instellen"). | Exploitant |
Water blijft hard na regeneratie | Het zoutreservoir is leeg. | Onthardingszout bijvullen, wachten tot de pekel zich vormt (ongeveer 2 uur), een handmatige regeneratie starten. Het zoutniveau nooit laten dalen tot onder het waterniveau in het zoutreservoir. | Exploitant |
Injectorfilter verstopt | Het injectorfilter reinigen. | Klantenservice | |
Watertoevoer naar het zoutreservoir onvoldoende | De pekelvultijd controleren, indien nodig de pekelvulopening reinigen. | Klantenservice | |
Lekkende stijgbuis | De stijgbuis en de controleleiding controleren. | Klantenservice | |
Zoutverbruik te hoog | Te veel water in het zoutreservoir | Het zoutverbruik en de instelling van de zouthoeveelheid controleren. | Klantenservice |
Onjuiste instelling van de zouthoeveelheid | |||
Drukverlies | Afzettingen in de watertoevoer | De watertoevoer reinigen. | Klantenservice |
Afzettingen in de basenwisselaar | Ventiel en harsplank reinigen. | Klantenservice | |
Te veel water in het zoutreservoir | Spoelzeef verstopt | De spoelzeef reinigen. | Klantenservice |
Injector verstopt | De injector en het filter reinigen. | Klantenservice | |
Vreemd voorwerp in de pekelklep | De pekelklep reinigen, de klepzitting vervangen. | Klantenservice | |
Stroomuitval tijdens het vullen van de pekel | De stroomvoorziening controleren. | Klantenservice | |
Pekel wordt niet aangezogen | Watertoevoerdruk te laag. | De watertoevoerdruk verhogen tot minstens 0,3 MPa (3 bar). | Exploitant |
Spoelzeef verstopt | De spoelzeef reinigen. | Klantenservice | |
Injector verstopt | De injector en het filter reinigen. | Klantenservice | |
Lek binnen in de klep | De ventielkleppen vervangen. | Klantenservice | |
Constant water in de afvoer, ook na regeneratie | Ventiel voert cycli niet correct uit | Het timerprogramma controleren, zo nodig de klepbesturing vervangen. | Klantenservice |
Vreemd lichaam in het ventiel | De ventielbesturing afnemen, het vreemde lichaam verwijderen, het ventiel in alle standen controleren. | Klantenservice | |
RO-pomp start niet | Buffertank permeaat vol | Wachten tot het permeaat is verbruikt. | Exploitant |
Niveauschakelaar "buffertank vol" defect | De niveauschakelaar controleren. | Klantenservice | |
Opstarttijd van de besturing nog niet afgelopen | Wachten. | Exploitant | |
Drukschakelaar watertekort werd aangesproken | Fijnfilter of actiefkoolstoffilter vervuild. Beide filters controleren, zo nodig het filterelement vervangen. | Exploitant | |
Drukschakelaar watertekort defect. | De drukschakelaar controleren, indien nodig vervangen. | Klantenservice | |
Regeneratie van de basenwisselaar aan de gang | Het einde van de regeneratie afwachten. | Exploitant | |
Uit de basenwisselaar komt niet-onthard water. | De basenwisselaar controleren. | Exploitant, serviceafdeling | |
Pomp netscheiding (optie) werkt niet | Controleer de voeding. De pomp controleren. | Klantenservice | |
RO-pomp start pas na verschillende spoelcycli | Te lage druk op het waternet | De druk op het waternet controleren, eventueel de toevoerkraan volledig openen. | Exploitant |
Fijnfilter of actiefkoolstoffilter vervuild | Beide filters controleren, zo nodig het filterelement vervangen. | Exploitant | |
Permeaatocapaciteit te laag, buffertank permeaat is vaak leeg | Watertoevoertemperatuur te laag | De temperatuur van het ontharde water meten en vergelijken met de technische gegevens. | Exploitant |
Bedrijfsdruk te laag | De bedrijfsdruk opnieuw instellen. | Klantenservice | |
Kalk of minerale afzettingen op het filteroppervlak van het membraan van omgekeerde osmose RO | Het membraan ontkalken, indien nodig vervangen. | Klantenservice | |
Niveauschakelaar "buffertank vol" defect | De niveauschakelaar controleren. | Klantenservice | |
Afzetting van bacteriën of algen op het filteroppervlak van het RO-membraan. | Het membraan langdurig spoelen, het indien nodig vervangen. In de toekomst in acht nemen: Water in drinkwaterkwaliteit, lange stilstandtijden vermijden. | Klantenservice | |
Vlekken op de autolak bij Topverzorging (permeaat onvoldoende gedemineraliseerd) | Te hoog mineraalgehalte van het ontharde water | De geleidbaarheid van het ontharde water controleren. | Klantenservice |
Breuk in het RO-membraan, defecte afdichting | Afdichting of membraan vervangen. De geleidbaarheid controleren. | Klantenservice | |
Mengen van permeaat en onthard water | De geleidbaarheid van het permeaat uit de straalbuis vergelijken met die van het water uit de permeaatbuffertank. | Klantenservice |
Storing | Mogelijke oorzaak | Remedie | Door de |
---|---|---|---|
Verwarmingsventilator niet in werking | Verwarmingsventilator verkeerd ingesteld. | De instellingen van de verwarmingsventilator controleren (zie "Instellingen/Verwarmingsventilator"). | Exploitant |
Verwarmingsventilator defect | Verwarmingsventilator vervangen. | Klantenservice | |
Vorstbescherming niet in werking | Spanningsvoorziening onderbroken. | Spanningsvoorziening controleren en verzekeren. | Exploitant |
Buitentemperatuursensor verkeerd gemonteerd | Zie hoofdstuk "Installatie opstellen". | Klantenservice | |
Straalbuis, hogedrukpistool en hogedrukslang bevroren | Zeef met smoorinrichting verstopt (rood gemarkeerd) | De schroefsluiting openen. De zeef reinigen. De boring van de smoorinrichting op vrije doorgang controleren. | Exploitant |
Filter vorstbeschermingspomp verstopt | Het filter reinigen en opnieuw aanbrengen. | Exploitant | |
Wasplaatsverwarming werkt niet bij vorst | Buitentemperatuursensor verkeerd gemonteerd | Zie hoofdstuk "Installatie opstellen". | Klantenservice |
Warmtewisselaar of circulatiepomp defect | De warmtewisselaar, de pomp en het leidingsysteem controleren, indien nodig repareren. | Klantenservice | |
Storing brander | De storing op de brander verhelpen. | Exploitant | |
Schakelaar voor motorbescherming circulatiepomp wasplaatsverwarming werd aangesproken | De schakelaar voor motorbescherming resetten. Bij herhaling de oorzaak achterhalen. | Exploitant, serviceafdeling |
SB MB | 5/10-2 | 9/12-2 | 5/10-3 | 9/12-3 | 5/10-4 | 9/12-4 | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Hogedrukmodule 608, 608fl | Stuks | 2 | 1 | - | 3 | 2 | 1 | - | 4 | 3 | 2 | 1 | - |
Hogedrukmodule 908 | Stuks | - | 2 | 2 | - | 1 | 2 | 3 | - | 1 | 2 | 3 | 4 |
Elektrische aansluiting | |||||||||||||
Spanning | V/~/Hz | 400/3~/50 | |||||||||||
Maximaal toegestane netimpedantie | Ohm | 0,301 + j 0,188 | |||||||||||
Beschermingsgraad versie CAB (versie SKID) | IP X5 (IP X1) | ||||||||||||
Aansluitvermogen, met olie/gas verwarmd | kW | 10 | 17 | 13 | 13 | 14 | 16 | 17 | 16 | 17 | 19 | 20 | 22 |
Aansluitvermogen, elektrisch verwarmd 24 kW | kW | 36 | - | 39 | - | - | - | - | - | - | - | - | - |
Aansluitvermogen, elektrisch verwarmd 48 kW | kW | 57 | 59 | 60 | 60 | 62 | 63 | 65 | 63 | 64 | 66 | 68 | 69 |
Voorzekering, met olie/gas verwarmd | A | 35 | 35 | 35 | 35 | 35 | 50 | 50 | 50 | 50 | 50 | 50 | 50 |
Voorzekering, elektrisch verwarmd 24 kW | A | 80 | - | 80 | - | - | - | - | - | - | - | - | - |
Voorzekering, elektrisch verwarmd 48 kW | A | 100 | 100 | 100 | 100 | 125 | 125 | 125 | 125 | 125 | 125 | 125 | 125 |
Aansluitvermogen met vorstbescherming, met olie/gas verwarmd | kW | 15 | 17 | 18 | 18 | 20 | 21 | 23 | 21 | 22 | 24 | 25 | 27 |
Aansluitvermogen met vorstbescherming, elektrisch verwarmd 24 kW | kW | 39 | - | 42 | - | - | - | - | - | - | - | - | - |
Aansluitvermogen met vorstbescherming, elektrisch verwarmd 48 kW | kW | 63 | 64 | 66 | 66 | 67 | 69 | 70 | 68 | 70 | 71 | 73 | 74 |
Voorzekering met vorstbescherming, met olie/gas verwarmd | 35 | 35 | 50 | 50 | 50 | 50 | 50 | 50 | 50 | 63 | 63 | 63 | |
Voorzekering met vorstbescherming, elektrisch verwarmd 24 kW | 80 | - | 80 | - | - | - | - | - | - | - | - | - | |
Voorzekering met vorstbescherming, elektrisch verwarmd 48 kW | 100 | 125 | 125 | 125 | 125 | 125 | 125 | 125 | 125 | 125 | 125 | 125 | |
Wateraansluiting | |||||||||||||
Waterdruk, dynamisch | MPa (bar) | 0,3…0,6 (3…6) | |||||||||||
Nominale wijdte (DN) | mm | 25 | |||||||||||
Toevoerdebiet schoon water/4. watertype | m3/h | 1,7 | 2,0 | 2,3 | 2,2 | 2,6 | 2,9 | 3,3 | 2,7 | 3,2 | 3,5 | 3,9 | 4,2 |
Toevoerdebiet warm water door opdrachtgever 2 | m3/h | 1,2 | 1,5 | 1,8 | 1,8 | 2,1 | 2,4 | 2,7 | 2,4 | 2,7 | 3,0 | 3,3 | 3,6 |
Inhoud reservoir | |||||||||||||
Vlottertank warm water | l | 80 | |||||||||||
Vlottertank koud water | l | 2,5 | 2 x 2,5 | ||||||||||
Gegevens capaciteit | |||||||||||||
Werkdruk met meegeleverde sproeier 1 | MPa (bar) | ca. 10 (100) / ca. 10 (100) / ca. 12 (120) | |||||||||||
Werkdruk bij programma hete was, schuimwas 1 | MPa (bar) | ca. 3 (30) / ca. 10 (100) / ca. 4,5 (45) | |||||||||||
Sproeiergrootte 1 | 5004, 2504 / 5004, 2504 / 5006, 2507 | ||||||||||||
Reactiekracht van de handspuitpistool met meegeleverde sproeier 1 | N | 17 / 17 /29 | |||||||||||
Waterverbruik per wasplaats 1 | l/h (l/min) | ca. 500 (8,3) / ca. 500 (8,3) / ca. 900 (15) | |||||||||||
Waterverbruik bij programma hete was, schuimwas 1 | l/h (l/min) | ca. 250 (4,2) / ca. 500 (8,3) / ca. 450 (7,5) | |||||||||||
Heetwatertemperatuur max. | °C | 60 | |||||||||||
Heetwatertemperatuur bij continu gebruik, alle hogedrukmodules type 608 3 | °C | ca. 55 | ca. 42 | ca.30 | |||||||||
Heetwatertemperatuur bij continu gebruik, alle hogedrukmodules type 608fl 4 | °C | ca. 28 | ca. 20 | ca. 16 | |||||||||
Heetwatertemperatuur bij continu gebruik, alle hogedrukmodules type 908 5 | °C | ca. 40 | ca. 32 | ca.22 | |||||||||
Heetwatertemperatuur voor continu gebruik, elektrisch verwarmd 6 | °C | 53 | - | 38 | - | - | |||||||
1 hogedrukmodule 608 / hogedrukmodule 608fl / hogedrukmodule 908 2 bij warmwatertoevoer door de opdrachtgever wordt de vereiste hoeveelheid vers water met de overeenkomstige hoeveelheid gereduceerd 3 watertoevoertemperatuur +8 °C, vloerverwarming niet in bedrijf, brandervermogen 64 kW 4 watertoevoertemperatuur +8 °C, vloerverwarming niet in bedrijf, brandervermogen 40 kW 5 watertoevoertemperatuur +8 °C, vloerverwarming niet in bedrijf, brandervermogen 72 kW (alleen oliebrander) 6 Watertoevoertemperatuur +8 °C, vloerverwarming niet in bedrijf, verwarmingscapaciteit elektrisch 24 kW | |||||||||||||
Basenwisselaar | |||||||||||||
Capaciteit | °dH/m3 | 220 | 300 | 220 | 300 | ||||||||
Waterhardheid onthard water | °dH | 0…0,3 | |||||||||||
Zoutreservoir, CAB | l | 120 | 150 | 120 | 150 | ||||||||
Zoutreservoir, SKID | l | 120 | 200 | 120 | 200 | ||||||||
RO-instal. | |||||||||||||
Permeaatcapaciteit, min. (bij 15 °C watertemperatuur), CAB | l/h | 200 | 300 | 200 | 400 | 300 | 400 | ||||||
Permeaatcapaciteit, min. (bij 15 °C watertemperatuur), SKID | l/h | 200 | |||||||||||
Bedrijfsdruk in nieuwe toestand, max. | MPa (bar) | 1,4 (14) | |||||||||||
Ontziltingsgraad van het membraan | % | 98…99 | |||||||||||
Bereik watertemperatuur | °C | 2…30 | |||||||||||
Omgevingstemperatuur max. | °C | 40 | |||||||||||
Resterende hardheid toevoerwater | °dH | 0…0,3 | |||||||||||
Maximale geleidbaarheid permeaat voor vlekvrij drogen | μS/cm | onder 100 | |||||||||||
Buffertank permeaat, CAB/SKID | l | 280/700 | |||||||||||
Diversen | |||||||||||||
Oliehoeveelheid van de HD-pomp | l | 0,7 | |||||||||||
Type olie | Hypoid SAE 90 (6.288-016.0) |
Berekende waarden conform EN 60335-2-79 | ||
Hand-arm-vibratiewaarde | ||
Hogedrukpistool | m/s2 | <2,5 |
Straalbuis | m/s2 | <2,5 |
Onzekerheid K | m/s2 | 0,1 |
Geluidsdrukniveau LpA | dB(A) | 65 |
Onzekerheid KpA | dB(A) | 3 |
Geluidsvermogensniveau LWA + onzekerheid KWA | dB(A) | 86 |
Afmetingen SB MB CAB | ||
Breedte | mm | 2700 |
Diepte | mm | 900 |
Hoogte | mm | 2100 |
Leeggewicht, max. (met 30 kg verpakking) | kg | 1100 |
Maximaal gewicht | kg | 1750 |
SB MB | 5/10-2 | 9/12-2 | 5/10-3 | 9/12-3 | 5/10-4 | 9/12-4 | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Hogedrukmodule 608, 608fl | Stuks | 2 | 1 | - | 3 | 2 | 1 | - | 4 | 3 | 2 | 1 | - |
Hogedrukmodule 908 | Stuks | - | 2 | 2 | - | 1 | 2 | 3 | - | 1 | 2 | 3 | 4 |
Oliebrander | |||||||||||||
Verwarmingscapaciteit | kW | 34,5 | 50 | 72 | |||||||||
Brandstofverbruik stookolie (11,86 kWh/kg) | kg/h | 3,3 | 4,5 | 6,9 | |||||||||
Brandstofsproeier | 0,85/60° | 1,25/60° | 1,75/60° | ||||||||||
Brandstofdruk | MPa (bar) | 1,025 (10,25) | 40 kW: 1,05 (10,5) 64 kW: 1 (10) | 1,05 (10,5) | |||||||||
Temperatuurverschil rookgas-lucht | K | 170 | |||||||||||
Rookgasverlies bij brandervermogen onder 50 kW (boven 50 kW) | % | 10 (9) | |||||||||||
Roetindex | 0…1 | ||||||||||||
Brandstof | Stookolie EL of diesel | ||||||||||||
ABS brandstofreservoir stookolie | l | 60/700 | |||||||||||
max. verwarmbare wasplaatsen (elk ca. 15 m2) | 2 | 3 | 4 | 3 | |||||||||
Gasbrander | |||||||||||||
Verwarmingscapaciteit | kW | 34,5 | 50 | max. 67 | |||||||||
Brandstofverbruik aardgas (9,4 kWh/m3) | m3/h | 4,1 | 5,9 | 7,6 | |||||||||
Brandstofverbruik vloeibaar gas (25,5 kWh/m3) | m3/h | 1,5 | 2,2 | 2,8 | |||||||||
Nominale breedte toevoerleiding gas | Inch | 3/4 | |||||||||||
Brandstofdruk (gasdruk toevoerleiding), aardgas * | mbar | >22 | |||||||||||
Brandstofdruk (toevoerleiding voor gasdruk), vloeibaar gas * | mbar | >50 | |||||||||||
Temperatuurverschil rookgas-lucht | °C | ca. 200...230 | |||||||||||
max. verwarmbare wasplaatsen (elk ca. 15 m2) | 2 | 3 | 3 | ||||||||||
Elektrisch verwarmd 24 kW | |||||||||||||
Verwarmingscapaciteit | kW | 24 | - | 24 | - | - | - | ||||||
Bedrijfstemperatuur max. | °C | 60 | - | 60 | - | - | - | ||||||
Watertemperatuuur max. | °C | 65 | - | 65 | - | - | - | ||||||
max. verwarmbare wasplaatsen (elk ca. 15 m2) | 2 | - | - | - | - | - | |||||||
Elektrisch verwarmd 48 kW | |||||||||||||
Verwarmingscapaciteit | kW | 48 | |||||||||||
Bedrijfstemperatuur max. | °C | 60 | |||||||||||
Watertemperatuuur max. | °C | 65 | |||||||||||
* afhankelijk van de plaatselijke gassoort, exacte waarden verkrijgbaar bij de klantenservice Zie voor verdere technische gegevens over de gasbrander de gebruiksaanwijzing en de gegevensbladen van de branderfabrikant. |
Schoon water | Onthard water | Permeaat | Industriewater | warm | koud | |
Hogedrukwassen | X | O * | X | |||
Schuimwassen, natschuim | O | |||||
Schuimwassen, droogschuim | X | X | ||||
Spoelen | X | O | X | |||
Hot wax | X | O * | X | |||
Topverzorging | X | X | ||||
Vuil losmaken | X | O * | X | |||
Microemulsie A | X | X | ||||
Microemulsie B | ||||||
Insecten losmaken | X | O * | X | |||
Velgenreiniging A | X | X | ||||
Velgenreiniging B | X | |||||
Actiefschuim | X | X | ||||
Bodenwas | ||||||
X = Standaard, O = Optie, * Industriewater moet ter plaatse worden verwarmd. |
In elk land gelden de garantievoorwaarden die door onze verantwoordelijke verkoopmaatschappij zijn uitgegeven. Mogelijke storingen aan uw apparaat verhelpen we binnen de garantieperiode gratis, voor zover een materiaal- of fabricagefout de oorzaak is. Als u gebruik wilt maken van de garantie, neemt u met uw aankoopbon contact op met uw distributeur of de dichtstbijzijnde geautoriseerde klantenservice.
Meer informatie vindt u op: www.kaercher.com/dealersearch
Gevaar voor letsel, gevaar voor beschadiging
Houd bij het transport rekening met het gewicht van het apparaat.
Bij het transport in voertuigen het apparaat conform de richtlijnen tegen wegglijden en omvallen beveiligen.
Gevaar voor letsel en beschadiging
Houd bij de opslag rekening met het gewicht van het apparaat.
Gebruik alleen origineel toebehoren en originele reserveonderdelen. Deze garanderen een veilige en storingsvrije werking van het apparaat.
Informatie over toebehoren en reserveonderdelen vindt u onder www.kaercher.com.
Best.nr. | |
Waterfilter G 1" | 6.761-284.0 |
Best.nr. | |
Testkit A, voor de bepaling van de hardheid van schoon water | 6.768-004.0 |
Testkit B, voor de bepaling van de resterende hardheid van het ontharde water | 6.768-003.0 |
Testkit C, voor de bepaling van het restchloorgehalte van het ontharde water en het schone water | 6.548-066.0 |
Best.nr. | |
Onthardingszout in tabletvorm | 6.287-016.0 |
Motorolie Hypoid SAE 90 | 6.288-016.0 |
Hoogvermogenvet | 6.288-055.0 |
Siliconenvet | 6.288-028.0 |
Smeermiddel slot | 6.288-116.0 |
Onderhoudsmiddel voor roestvrij staal | 6.290-911.0 |
Vochtwerende spray | 6.228-001.0 |
Best.nr. | |
Intensieve vuiloplosser CP930 ASF, 20 l | 6.295-515.0 |
HD Wash CP 935 ASF, 20 l | 6.295-517.0 |
Actief schuim CP 940 ASF, 20 l | 6.295-519.0 |
Thermische was CP 945 ASF, 20 l | 6.295-521.0 |
Topverzorging CP 950 ASF, 20 l | 6.295-523.0 |
HD-was RM 806, 20 l | 6.295-553.0 |
Hete was RM 820 ASF, 20 l | 6.295-428.0 |
Schuimreiniger RM 838 ASF, 20 l | 6.295-838.0 |
Best.nr. | |
Washallen- en tegelreinigingsmiddel RM 841, 20 l | 6.295-419.0 |
Vensteraftrekker | 6.907-200.0 |
Spuitfles 1 l | 6.394-374.0 |
RM Sproeier 5 l | 6.394-255.0 |
Telescopische steel | 6.999-023.0 |
Padhouder | 6.999-080.0 |
Witte pads | 6.999-046.0 |
Microvezeldoek blauw | 6.999-017.0 |
Kalkverwijderaar, RM 100 ASF, RM 101 ASF |
De installatie mag alleen worden opgesteld door:
monteurs van de KÄRCHER-serviceafdeling
door KÄRCHER geautoriseerde personen
Gevaar voor de gezondheid door rookgassen
Rookgassen van gas- of oliegestookte installaties zijn schadelijk voor de gezondheid.
Plaats het apparaat zodanig dat de rookgassen niet in de buurt van luchtinlaten worden uitgestoten.
Zorg voor voldoende ventilatie op de installatieplaats en voer de rookgassen naar behoren af.
Om het systeem goed in te stellen zijn de volgende voorwaarden noodzakelijk:
Horizontale, vlakke fundering volgens afzonderlijke tekening (bij KÄRCHER aanvragen).
Elektrische aansluiting, zie "Technische gegevens".
Wateraansluiting zie "Technische gegevens".
Voor gebruik in de winter, voldoende isolatie / verwarming van de water- en brandstoftoevoerleiding.
Rioolput en goede riolering.
Voldoende verlichting op de wasplaats om veilige werkomstandigheden voor de wassende klanten te garanderen.
De installatie uitpakken.
Voer het verpakkingsmateriaal af voor recycling.
De installatie op een vlakke en horizontale installatieplaats uitlijnen met behulp van de stelschroeven op het basisframe.
Het rookgasaansluitstuk van buitenaf op het dak plaatsen.
Het rookgasaansluitstuk van binnenuit vastzetten met de bijgevoegde schroeven.
De hogedrukslang op de installatie aansluiten.
De hogedrukslang met het hogedrukpistool verbinden.
De straalbuis met het hogedrukpistool verbinden.
Alle wartelmoeren handvast aandraaien.
Voor een scheiding van het drinkwaternetwerk moet er een netscheider van categorie 5 tussen installatie en drinkwaternetwerk worden ingebouwd. Bovendien moeten plaatselijk geldende voorschriften in acht worden genomen.
Onzuiverheden in het toevoerwater kunnen de installatie beschadigen. Kärcher raadt aan een waterfilter te gebruiken (zie "Accessoires").
Beschadigingsgevaar
Ongeschikt water kan het apparaat beschadigen.
Gebruik alleen water van drinkwaterkwaliteit om de installatie te voeden. Neem de in het hoofdstuk "Reglementair gebruik" vermelde waterkwaliteitseisen in acht.
De toevoerslang van onderaf door de systeemopening voeren en dan aansluiten.
Aansluitwaarden zie "Technische gegevens".
Bij gebruik van een waterverdeelblok 4e watertype kan voor bepaalde wasprogramma's ook industriewater worden gebruikt.
Kwaliteitsvereisten voor het industriewater:
pH-waarde: 6,5…9,5
elektrisch geleidingsvermogen: Geleidbaarheid van schoon water 1200 µS/cm, maximaal geleidingsvermogen 2000 µS/cm
bezinkbare stoffen: < 0,5 ml *
filtreerbare stoffen: < 50 µm **
koolwaterstoffen: < 20 mg/l
chloride: < 300 mg/l
calcium: < 200 mg/l
Totale hardheid: < 28 °dH, < 50° TH, < 500 ppm (mg CaCO3/l)
ijzer: < 0,5 mg/l
mangaan: < 0,05 mg/l
koper: < 2 mg/l
sulfaat: < 240 mg/l
actieve chloor: < 0,3 mg/l
vrij van onaangename geuren
* monstervolume 1 liter / bezinktijd 30 minuten
** geen schurende stoffen
Gevaar voor letsel door elektrische schok
Als de netaansluiting niet correct wordt uitgevoerd, kunnen gebruikers gedood worden of gewond raken door een elektrische schok.
Laat de netaansluiting uitvoeren door een ervaren elektricien.
De elektrische aansluiting moet voldoen aan de eisen van IEC 60664-1.
De installatie moet worden beschermd door een aardlekschakelaar met een uitschakelstroom van ten hoogste 30 mA.
In de toevoerleiding van de installatie moet op een gemakkelijk toegankelijke plaats een gemarkeerde NOOD-UIT-schakelaar worden aangebracht waarmee het gehele systeem kan worden uitgeschakeld.
Na het aansluiten van de installatie de draairichting van de circulatiepomp warm water en van de circulatiepomp van de wasplaatsverwarming (optie) controleren.
De maximaal toelaatbare onderdruk in de brandstofleiding (gemeten tussen het brandstoffilter en de brandstofpomp) bedraagt 0,4 bar.
De onderdruk hangt af van:
de lengte van de buisleidingen
de aanzuighoogte
de armaturen, aftakkingen en bochten in de zuigleiding (stippellijn in het diagram)
de doorsnede van de pijpleiding
Vanaf +4 °C slaat stookolie EL paraffine neer, die zich ophoopt op de binnenwand van de pijp.
de viscositeit van de stookolie (temperatuurafhankelijk)
Maatregelen tegen een te hoge onderdruk zijn:
minimale binnendiameter van de buis 6 mm
korte, bij voorkeur rechte buisleidingen
in extreme gevallen een aparte brandstofleiding met toevoerpomp toepassen
stookolie voorverwarmen, zuigleiding voorzien van verwarmingslint
maximale viscositeit 4...6 cSt bij 20 °C
Bij vorstgevaar stookolie met additieven (flowverbeteraars) gebruiken (winterstookolie).
Voorwaarde voor het correct functioneren van de wasplaatsverwarming is dat de wasplaats door de klant is ontworpen in overeenstemming met de aanbevelingen van KÄRCHER.
De aanwezige leidingen van de wasplaatsverwarming aansluiten op de verdelers in de installatie.
De buitentemperatuursensor monteren:
beschermd tegen direct invallend zonlicht (ten noorden van de evenaar aan de noordzijde, ten zuiden van de evenaar aan de zuidzijde),
beschermd tegen warme muren,
beschermd tegen warme luchtstromingen.
De dompelpomp voor het vullen van de wasplaatsverwarming aansluiten op de vulklep (op de rode verdeler).
De retourleiding van de vulklep van de blauwe verdeler naar de tank met antivriesoplossing leggen.
De afsluitventielen aanvoerleiding en de vulkleppen openen.
Een antivriesmengsel in de installatie pompen voor vorstbescherming tot min 25 °C.
De vloerverwarmingspomp inschakelen (zie hoofdstuk "Besturing/menu Service").
Doorgaan met vullen totdat er geen luchtbellen meer in de retourleiding zitten.
De vulklep retourleiding (op de blauwe verdeler) sluiten en blijven vullen met antivries totdat de manometer ca. 1,5 bar aangeeft.
Het afsluitventiel van de vulleiding sluiten.
De vloerverwarmingspomp nog minstens 15 minuten laten draaien. Zo nodig antivries bijvullen tot de manometer 1,5 bar aangeeft.
De slang verwijderen en de resterende antivriesoplossing opvangen en afvoeren.
Slang en buisverbindingen op dichtheid controleren.
Het thermostatische mengventiel instellen, zie hoofdstuk "Instellingen/Wasplaatsverwarming",
Het oliepeil van alle hogedrukpompen moet zich bevinden tussen de merktekens MIN en MAX op het oliereservoir.
Het uiteinde van het deksel van het oliereservoir op elke hogedrukpomp afsnijden.
Bedrijfsstoffen bijvullen zoals beschreven in het hoofdstuk "Bedrijfsstoffen bijvullen".
Het onthardingszout wordt tijdens de inbedrijfstelling van de basenwisselaar in het zoutreservoir gevuld. Voeg daarom nog geen onthardingszout toe.
De watertoevoer openen.
De warmwatercirculatiepomp ontluchten door de ontluchtingsschroef los te draaien en vervolgens weer vast te draaien.
De hoofdschakelaar op "1" zetten.
De circulatiepomp vorstbescherming ontluchten door de ontluchtingsschroef los te draaien en daarna weer vast te draaien.
Steek de overloopslangen van de bodemwisselaar en het zoutreservoir in de afvalwaterleiding ter plaatse.
Vul het zoutreservoir met water (ongeveer 10 cm boven de bovenrand van de zeef). Nog geen zout toevoegen!
Het afsluitventiel zoet water langzaam openen en wachten tot het drukvat zich met water vult.
De afdekkap van de regelklep verwijderen.
Op de programmaknop drukken en door deze in de richting van de pijl te draaien de functie "Backflush" ("Rückspülung") selecteren.
Lucht en water ontsnappen via de afvalwateraansluiting totdat het systeem volledig ontlucht is.
Beperk de backflush tot het absolute minimum, anders kan de sensor-meetcel uitgeput raken waardoor een volledige regeneratie van de betreffende wisseltank noodzakelijk wordt.
De aan de pekelslang bevestigde zuigzeef uit de geleidingsbuizen in het zoutvat trekken.
Met een schroevendraaier op de ventielklep NR1 (direct achter de programma-unit) drukken.
Het afsluitventiel lucht vult zich en de lucht ontsnapt via de aanzuigzeef.
Wanneer er geen lucht meer uit de aanzuigzeef ontsnapt, laat u de klep los.
De aanzuigzeef weer in de geleidebuizen plaatsen.
Op de programmaknop drukken en door deze in de richting van de pijl te draaien de functie "Zouten+wassen" ("Besalzen+Waschen") selecteren.
Het waterniveau in het zoutreservoir daalt voortdurend.
Indien zich lucht in het luchtafsluitventiel vormt voordat het zoutreservoir leeg is (restniveau bij leeg zoutreservoir ca. 7cm) en de kogel die in het luchtafsluitventiel drijft naar beneden valt, moet het aanzuigsysteem worden ontlucht.
Op de programmaknop drukken en door deze in de richting van de pijl te draaien de functie "Bijvullen/schoonwassen" ("Auffüllen+Reinwaschen") selecteren.
Het regelventiel gaat automatisch naar de functie "Werking" ("Betrieb"). Het zoutreservoir wordt gevuld met water.
Als het waterniveau correct is, het zoutreservoir bijvullen met tabletzout volgens DIN 19604 (zie ook hoofdstuk Toebehoren).
Na voltooiing van deze werkzaamheden is het systeem klaar voor gebruik.
De inbedrijfstelling van de basenwisselaar votlooien door een zachtwatercontrole uit te voeren.
Het membraan onder leidingwaterdruk vullen (bevochtigen).
Het membraan gedurende 10...20 minuten spoelen.
(Schuimvorming tijdens dit proces is normaal).
De spoeling uitvoeren totdat er geen bellen meer zichtbaar zijn op de debietmeter permeaat.
De druk van de reinigingsoplossing controleren.
Ingestelde waarde: 0,9...1,0 MPa (9...10 bar).
Zo nodig de druk corrigeren door aan de instelschroef op de pomp te draaien.
De branderinstelling controleren.
Alle functies van het systeem controleren.
Alle wasprogramma's op alle wasplaatsen controleren.
De installatie controleren op lekken, zo nodig de schroefsluitingen opnieuw aanhalen.
De inbedrijfstelling van de gasbrander mag alleen worden uitgevoerd door geautoriseerd vakpersoneel van de branderfabrikant.
Het apparaat moet aan een eigen schoorsteen worden aangesloten.
De rookgasafvoer moet worden uitgevoerd volgens de plaatselijke voorschriften en in overleg met de bevoegde schoorsteenautoriteit.
Type B23
Gastoestel zonder stromingsbeveiliging, waarbij alle delen van het rookgastraject die onder overdruk staan door verbrandingslucht worden omringd.
De installatie B23 opent de mogelijkheid om het toestel aan te sluiten op een conventioneel schoorsteenkanaal volgens DIN 18160 en het als open systeem te gebruiken. De schoorsteen moet hiervoor geschikt zijn voor de aansluiting van apparaten met rookgascondensor (bijv. door de schoornsteen te voorzien van een roestvrijstalen buis).
* SB MB standaard
** SB MB comfort
* SB MB standaard
** SB MB comfort
Installatietype: | Vervaardiging nr: | Inbedrijfstelling op: |
![]() | ||
Test uitgevoerd op: | ||
Bevindingen: ![]() | ||
Handtekening | ||
Test uitgevoerd op: | ||
Bevindingen: ![]() | ||
Handtekening | ||
Test uitgevoerd op: | ||
Bevindingen: ![]() | ||
Handtekening | ||
Test uitgevoerd op: | ||
Bevindingen: ![]() | ||
Handtekening | ||
Test uitgevoerd op: | ||
Bevindingen: ![]() | ||
Handtekening |
Hiermee verklaren wij dat de hierna vermelde machine op basis van het ontwerp en type en in de door ons op de markt gebrachte uitvoering voldoet aan de relevante veiligheids- en gezondheidsvereisten van de EU-richtlijnen. Bij een niet door ons goedgekeurde wijziging van de machine verliest deze verklaring zijn geldigheid.
Product: Hogedrukreiniger
Type: 1.070-xxx
Relevante EU-richtlijnen2000/14/EG
2006/42/EG (+2009/127/EG)
2014/30/EU
2009/125/EG
2011/65/EU
Toegepaste bepaling(en)(EU) 2019/1781
Toegepaste geharmoniseerde normenEN 60335-1
EN 60335-2-79
EN 55014-1: 2017 + A11: 2020
EN 55014-2: 2015
EN 61000-3-2: 2014
EN 61000-3-3: 2013
EN 62233: 2008
EN IEC 63000: 2018
Toegepaste conformiteitswaarderingsprocedure2000/14/EG: Bijlage V
Geluidsvermogensniveau dB(A)Gemeten: 86
Gegarandeerd: 88
De ondergetekenden handelen in opdracht en met volmacht van de directie.
Gevolmachtigde voor de documentatie:
S. Reiser
Alfred Kärcher SE & Co. KG
Alfred-Kärcher-Str. 28 - 40
71364 Winnenden (Germany)
Tel.: +49 7195 14-0
Fax: +49 7195 14-2212
Winnenden, 2021/04/01