Voordat u het apparaat voor het eerst gebruikt, dient u deze originele gebruiksaanwijzing en de meegeleverde veiligheidsinstructies door te lezen en deze in acht te nemen.

Bewaar beide documenten voor later gebruik of volgende eigenaars.

Gebruik dit apparaat uitsluitend overeenkomstig de gegevens in deze gebruiksaanwijzing.

• Dit apparaat is geschikt voor commercieel gebruik, bijvoorbeeld in hotels, scholen, ziekenhuizen, fabrieken, winkels, kantoren en verhuurbedrijven.

• Gebruik het apparaat alleen om harde oppervlakken te reinigen die niet gevoelig zijn voor vocht of polijsten.

• Gebruik het apparaat alleen bij een omgevingstemperatuur tussen + 5 °C en + 40 °C.

• Gebruik het apparaat niet voor de reiniging van bevroren vloeren (bijvoorbeeld in koelhuizen).

• Rust het apparaat alleen uit met originele toebehoren en reserveonderdelen.

• Gebruik het apparaat alleen voor het reinigen van binnenvloeren of overdekte oppervlakken.

• Gebruik het apparaat niet voor het reinigen van openbare infrastructuurvoorzieningen.

• Het apparaat mag niet buiten worden gebruikt.

• Gebruik het apparaat niet in een corrosieve omgeving.

• Gebruik het apparaat nooit in explosiegevaarlijke omgevingen.

• Gebruik het apparaat alleen op oppervlakken met een maximale helling, zoals aangegeven in het gedeelte "Technische gegevens".

• Sluit uitsluitend toebehoren aan op de aansluiting van het apparaat die in het hoofdstuk "Toebehoren" worden vermeld.

Neem voor het eerste gebruik van het apparaat deze handleiding en de bijbehorende brochure Veiligheidsinstructies voor éénschijfsmachine, nr. 5.956-659.0 in acht en handel overeenkomstig.

Het apparaat kan niet worden gestart als de ontgrendelknop niet is ingedrukt.

De verpakkingsmaterialen zijn herbruikbaar. Verwijder verpakkingen op een milieuvriendelijke manier.

Elektrische en elektronische apparaten bevatten waardevolle recyclebare materialen en vaak bestanddelen zoals batterijen, accu's of olie, die bij onjuiste omgang of verkeerd afvalverwijdering een potentieel gevaar voor de gezondheid van de mens en voor het milieu kunnen vormen. Voor een correcte werking van het apparaat zijn deze bestanddelen echter noodzakelijk. Voer apparaten met dit symbool niet samen met het huisvuil af.

Actuele informatie over ingrediënten vindt u op: www.kaercher.de/REACH

Gebruik alleen origineel toebehoren en originele reserveonderdelen. Deze garanderen een veilige en storingsvrije werking van het apparaat.

Informatie over toebehoren en reserveonderdelen vindt u onder www.kaercher.com.

Controleer de inhoud bij het uitpakken op volledigheid. Bij ontbrekend toebehoren of bij transportschade neemt u contact op met uw distributeur.

1. Lijn de boringen in de drijfstang uit met de boringen in de reinigingskop.

   ---

   

   1. Drijfstang
   2. Schroeven (3 stuks)
   3. Reinigingskop

2. De schroeven met ringen plaatsen en met borgmoeren met ringen vastdraaien (aanhaalmoment: 25 Nm).

   Instructie

   Draai de stopmoeren niet te vast aan. De duwstang mag niet in de houder klemmen en moet na het ontgrendelen moeiteloos kunnen worden gekanteld.

3. De stekker in de bis van de reinigingskop steken.

   ---

   

   1. Stekker
   2. Afdekking
   3. Schroeven (2 stuks)

4. Monteer de deksel en draai deze vast met schroeven en ringen.

5. Hang de netkabel zoals afgebeeld van onderaf in de trekontlasting.

   ---

   

   1. Netsnoer
   2. Trekontlasting

1. Selecteer de borstel die geschikt is voor de reinigingstaak of de bijbehorende pad met aandrijfplaat.

2. Controleer of de netstekker is aangesloten.

3. Kantel het apparaat naar achteren en plaats het voorzichtig op de handgreep.

   ---

   

4. Plaats de borstel of de aandrijfplaat op het apparaat en draai deze 45° tegen de klok in.

   ---

   

5. Na montage van de aandrijfplaat: Centreer en druk de pad op de padhouder.

6. Zet het apparaat rechtop.

1. Giet de reinigingsoplossing erin.

   1. Apparaten met ABS-tank: Vul bij tot de MAX-markering in de tank.

   2. Apparaten met ABS-sproeifles: Schroef de sproeifleshouder los, vul bij tot de MAX-markering en schroef deze weer vast. Bedien de pompstang meerdere keren om druk in de sproeifles op te bouwen.

   ---

   

   1. Pompstang
   2. Sproeihendel
   3. Reservoir

1. Trek de kantelverstelhendel omhoog en houd deze daar vast.

2. Breng de drijfstang in een comfortabele positie (ongeveer taillehoogte).

3. Laat de kantelverstelhendel los.

4. Beweeg de drijfstang iets op en neer tot deze op zijn plaats klikt.

1. Draai de kabelhaak omhoog en wikkel de netkabel helemaal af.

2. De netstekker in een stopcontact steken.

   Het controlelampje ‘Netspanning’ brandt.

3. De handgrepen met beide handen vasthouden.

4. Houd de linker of rechter ontgrendelingsknop ingedrukt.

   De ontgrendelingsknoppen kunnen alleen worden ingedrukt, als de duwstang niet verticaal staat.

5. Trek aan de AAN / UIT-hendel aan dezelfde kant - het apparaat start.

6. Laat de ontgrendelknop los.

7. Laat de hendel AAN / UIT los om het bedrijf te onderbreken.

1. Het apparaat inschakelen.

2. Apparaten met ABS-tank: Haak de trekstang in de binnenste of buitenste vergrendeling van de hendel voor reinigingsoplossing.

   1. Binnenste vergrendeling: Bij het bedienen van de hendel voor reinigingsoplossing, wordt een gereduceerde hoeveelheid reinigingsoplossing toegevoegd.

   2. Buitenste vergrendeling: Bij het bedienen van de hendel voor reinigingsoplossing wordt de maximale hoeveelheid reinigingsoplossing toegevoegd.

   Instructie

   Laat de hendel van de reinigingsoplossing 30 sec. los voordat u de machine uitschakelt, aangezien een bepaalde hoeveelheid reinigingsvloeistof naloopt.

   ---

   

   1. Binnenste vergrendeling
   2. Buitenste vergrendeling
   3. Hendel reinigingsoplossing
   4. Trekstang

3. Apparaten met ABS-sproeifles: Voeg indien nodig reinigingsoplossing toe door aan de hendel voor reinigingsoplossing te trekken.

4. Duw of trek het apparaat over het te reinigen oppervlak.

   Trek voor zijdelingse bediening de handgrepen iets naar boven - het apparaat beweegt naar rechts.

   Duw de handgrepen iets naar beneden - het apparaat beweegt naar links.

   ---

   

5. Als het oppervlak erg vuil is, moet u er meerdere keren overheen rijden.

6. Zuig vervolgens het vuile water met een natzuiger op of veeg het op met een doek.

1. LET OP

   Beschadigingsgevaar bij het opzuigen van vloeistoffen en vochtig vuil

   De zuigeenheid wordt beschadigd, als vloeistoffen en vochtig vuil worden opgezogen.

   Zuig uitsluitend droog vuil op, nooit vloeistoffen of vochtig vuil.

   Zet de AAN / UIT-schakelaar voor zuigen in de stand AAN.

2. Schakel het apparaat in en beweeg het over het te zuigen oppervlak.

3. Beweeg de zuigkrachtregelaar opzij om de zuigkracht te wijzigen.

   ---

   

   1. Schakelaar zuigen AAN / UIT
   2. Schuif voor zuigsterkteregeling

1. De netstekker uit het stopcontact trekken.

2. Trek de kantelverstelhendel omhoog en houd deze daar vast.

3. Breng de drijfstang in verticale positie.

4. Laat de kantelverstelhendel los.

5. Beweeg de duwstang iets voor- en achteruit tot deze vergrendelt.

6. Apparaten met ABS-tank of ABS-sproeifles: Verwijder de resterende reinigingsoplossing uit de tank of sproeifles.

7. Apparaten met ABS-tank: Spoel de tank met schoon water en leeg hem dan.

8. Apparaten met ABS-sproeifles: Spoel het sproeisysteem met schoon water en leeg het dan.

9. Draai de kabelhaak naar beneden en wikkel de netkabel om de handgreep en de kabelhaak.

10. Demonteer de borstel of de aandrijfplaat met pad.

11. Reinig het apparaat met een vochtige doek.

1. Trek aan de kantelverstelhendel en plaats de handgreep verticaal.

2. Laat de kantelverstelhendel los.

3. Kantel het apparaat naar achteren en rijd naar de doellocatie.

4. Bij het transport in voertuigen het apparaat conform de geldende richtlijnen tegen wegglijden en omvallen beveiligen.

1. Het apparaat alleen in binnenruimtes opslaan.

2. Demonteer borstel of pad/drijfschijf.

   LET OP

   Als het werk wordt onderbroken, plaats het apparaat dan niet langer dan 1 uur op de borstel of de pad/drijfschijf, anders raakt de borstel of de pad/drijfschijf beschadigd.

   ---

   

1. Was vuile pads op maximaal 60 °C.

2. De behuizing van het apparaat met een vochtige doek reinigen en vervolgens droogwrijven.

3. Controleer de netkabel en de stekker op beschadigingen, laat beschadigde onderdelen vervangen door een elektricien.

1. Controleer of de netstekker is aangesloten.

2. Ontgrendel en verwijder de deksel.

   ---

   

3. Draai de houder linksom en neem de filterzak er naar beneden uit.

4. Uiterlijk na 5 keer vervangen van de filterzak: Trek de uitlaatfilterhouder naar buiten en open deze.

5.  Vervang het uitlaatluchtfilter.

6.  Monteer het uitlaatluchtfilter en de filterzak in omgekeerde volgorde.

Neem contact op met de klantenservice bij storingen die niet met de volgende informatie kunnen worden verholpen.

• Onbevredigend reinigingsresultaat 

• Het apparaat trilt sterk 

• De borstel of pad draait niet 

• Afvoer van reinigingsoplossing te gering 

• Sproeisysteem spuit niet of te weinig 

• Zuigkracht werkt niet of de zuigkracht is te gering 

Oplossing:

• Vervang een vuile borstel of pad.

• Vervang een versleten borstel of pad.

• Controleer of het gebruikte reinigingsmiddel geschikt is voor de toepassing.

• Geschiktheid van de gebruikte borstel of pad voor elke toepassing controleren.

Oplossing:

• Controleer de borstel of pad op schade, vervang indien nodig.

• Controleer de gecentreerde positie van de pad op de aandrijfplaat, bevestig de pad indien nodig in het midden.

• Controleer de bevestiging van de pad, vervang de pad of aandrijfplaat indien nodig.

Oplossing:

• Controleer of vreemde voorwerpen de borstel of de aandrijfplaat blokkeren, verwijder vreemde voorwerpen indien nodig.

• De netstekker in het stopcontact steken.

• De overbelastingsbeveiliging is geactiveerd, het apparaat 30 min. laten afkoelen.

Oplossing:

• De tank met de reinigingsoplossing vullen.

• Bevestig de trekstang aan de hendel reinigingsoplossing.

• Controleer de slang voor de reinigingsoplossing op knikken, verwijder eventuele knikken.

Oplossing:

• Giet reinigingsoplossing in de sproeifles.

• Bedien de pompstang meerdere keren om voldoende druk op te bouwen.

• Reinig de sproeikop.

• Spoel het sproeisysteem met schoon water.

Oplossing:

• De netstekker in het stopcontact steken.

• Steek de netstekker voor zuigen op het apparaat.

• Sluit de schuif voor zuigkrachtregeling.

• Controleer of de zuigslang goed op de zuigeenheid en het zuigschort zit en bevestig deze correct, indien nodig.

• Als de waarschuwingslamp voor zuigen rood brandt:

  1. De zuigslang op verstopping controleren, eventueel verstopping verhelpen

  2. Controleer de filterzak en het uitlaatluchtfilter op vervuiling / verstopping, vervang indien ze nodig.

• Controleer of het zuigschort goed op de reinigingskop zit, bevestig correct indien nodig.

• Zuigschort op slijtage en beschadiging controleren, indien nodig vernieuwen.

• Afvoer van reinigingsoplossing te gering 

Oplossing:

• De tank met de reinigingsoplossing vullen.

• Bevestig de trekstang aan de hendel reinigingsoplossing.

• Controleer de slang voor de reinigingsoplossing op knikken, verwijder eventuele knikken.

• Sproeisysteem spuit niet of te weinig 

Oplossing:

• Giet reinigingsoplossing in de sproeifles.

• Bedien de pompstang meerdere keren om voldoende druk op te bouwen.

• Reinig de sproeikop.

• Spoel het sproeisysteem met schoon water.

• Zuigkracht werkt niet of de zuigkracht is te gering 

Oplossing:

• De netstekker in het stopcontact steken.

• Steek de netstekker voor zuigen op het apparaat.

• Sluit de schuif voor zuigkrachtregeling.

• Controleer of de zuigslang goed op de zuigeenheid en het zuigschort zit en bevestig deze correct, indien nodig.

• Als de waarschuwingslamp voor zuigen rood brandt:

  1. De zuigslang op verstopping controleren, eventueel verstopping verhelpen

  2. Controleer de filterzak en het uitlaatluchtfilter op vervuiling / verstopping, vervang indien ze nodig.

• Controleer of het zuigschort goed op de reinigingskop zit, bevestig correct indien nodig.

• Zuigschort op slijtage en beschadiging controleren, indien nodig vernieuwen.

In elk land gelden de garantievoorwaarden die door onze verantwoordelijke verkoopmaatschappij zijn uitgegeven. Mogelijke storingen aan uw apparaat verhelpen we binnen de garantieperiode gratis, voor zover een materiaal- of fabricagefout de oorzaak is. Als u gebruik wilt maken van de garantie, neemt u met uw aankoopbon contact op met uw distributeur of de dichtstbijzijnde geautoriseerde klantenservice.

Meer informatie vindt u op: www.kaercher.com/dealersearch

Hiermee verklaren wij dat de hierna vermelde machine op basis van het ontwerp en type en in de door ons op de markt gebrachte uitvoering voldoet aan de relevante veiligheids- en gezondheidsvereisten van de EU-richtlijnen. Bij een niet door ons goedgekeurde wijziging van de machine verliest deze verklaring zijn geldigheid.

Product: bodemreiniger

Type: 1.291-xxx

2006/42/EG (+2009/127/EG)

2014/30/EU

2011/65/EU

(EU) 2019/1781

EN 60335-1

EN 60335-2-67

EN 55014-1: 2006+A1: 2009+A2: 2011

EN 55014-2: 1997+A1: 2001+A2: 2008

EN 61000-3-2: 2014

EN 61000-3-3: 2013

EN 62233: 2008

EN IEC 63000: 2018

EN 61000-3-11: 2000

2000/14/EG

-

De ondergetekenden handelen in opdracht en met volmacht van de directie.

---

Gevolmachtigde voor de documentatie:

S. Reiser

Alfred Kärcher SE & Co. KG

Alfred-Kärcher-Str. 28 - 40

71364 Winnenden (Germany)

Tel.: +49 7195 14-0

Fax: +49 7195 14-2212

Winnenden, /09/01