LogoHDS 8/18-4 STHDS 10/21-4 STHDS 13/20-4 ST
  • Algemene instructies
  • Veiligheidsinstructies
    • Symbolen op het apparaat
    • Voorschriften, richtlijnen en normen
    • Werkplek
  • Veiligheidsinrichtingen
    • Watertekortbeveiliging
    • Drukschakelaar
    • Veiligheidsventiel veiligheidsblok
    • Vlambewaking
    • Overstroombeveiliging
    • Afvoergas-temperatuurbegrenzer
    • Temperatuurbegrenzer
    • Luchtdrukschakelaar
    • Rookgasdrukschakelaar
    • Drukontlasting hogedruksysteem (optie)
    • Beveiligingspal
    • Stand-bytijd
  • Milieubescherming
  • Reglementair gebruik
    • Grenswaarden voor de watertoevoer
  • Toebehoren en reserveonderdelen
    • Reinigingsmiddelen
  • Leveringsomvang
  • Beschrijving apparaat
    • Bedieningsveld
    • Betekenis van de led-indicatoren
    • Hogedrukpistool en lans (toebehoren)
  • Beschrijving functie
    • Flowschema
  • Systeeminstallatie
    • Algemeen
    • Instructies over olie-installatie
    • Brandstofleidingen
    • Lucht-/rookgasgeleiding
    • Wandmontage
    • Montage van de hogedrukleidingen
    • Reinigingsmiddelreservoir(s) opstellen
    • Afstandsbediening (optie)
    • Wateraansluiting
    • Elektrische aansluiting
    • Hogedrukpistool, spuitlans, mondstuk en hogedrukslang monteren
    • Installatievoorbeeld
  • Inbedrijfstelling
    • Systeemonderhoud
      • Systeemonderhoud selecteren en instellen
      • Systeemonderhoud bijvullen
  • Bediening
    • Bedrijfsgereedheid
    • Apparaat gereed voor gebruik maken
    • Keuze van de mondstukken
    • Mondstuk vervangen
    • Gebruik met koud water
    • Gebruik met heet water
    • Eco-niveau
    • Werking met reinigingsmiddel
      • Aanbevolen reinigingsmethode
      • Na gebruik met reinigingsmiddel
    • Werking met reinigingsmiddel op het aftappunt
      • Na gebruik met reinigingsmiddel
    • Hogedrukpistool openen/sluiten
    • Druk-/volumeregeling op het hogedrukpistool
    • Apparaat uitschakelen
    • Uitschakelen in geval van nood
  • Vervoer
  • Opslag
  • Onderhoud
    • Onderhoudscontract
    • Onderhoudsintervallen
      • Dagelijks
      • Wekelijks
      • Eens per maand
      • Halfjaarlijks of na onderhoudswerkzaamheden op het apparaat
      • Jaarlijks
      • Minstens elke 5 jaar
    • Onderhoudswerkzaamheden
      • Olie verversen
      • Apparaat ontluchten
      • Schoonwaterfilter reinigen
      • Apparaat ontkalken
      • Vorstbescherming
  • Hulp bij storingen
    • Wie mag er storingen verhelpen?
      • Apparaat draait niet

      • Brander ontsteekt niet of vlam dooft tijdens de werking

      • Het controlelampje Service knippert 1x

      • Het controlelampje Service knippert 2x

      • Het controlelampje service knippert 3x

      • Het controlelampje Service knippert 4x

      • Het controlelampje Service knippert 5x

      • Het controlelampje Service knippert 6x

      • Het controlelampje Service knippert 7x

      • Het controlelampje Service knippert 8x

      • Controlelampje service brandt

      • Onvoldoende of geen toevoer van reinigingsmiddel
      • Led voor systeemonderhoud brandt

      • Pomp komt niet onder druk
      • Hogedrukpomp klopt, manometer zwenkt sterk
      • Het apparaat schakelt voortdurend aan/uit wanneer het hogedrukpistool open is.
      • Apparaat schakelt niet uit wanneer het hogedrukpistool gesloten is
    • Hulp bij storingen
      • Apparaat draait niet

      • Brander ontsteekt niet of vlam dooft tijdens de werking

      • Het controlelampje Service knippert 1x

      • Het controlelampje Service knippert 2x

      • Het controlelampje service knippert 3x

      • Het controlelampje Service knippert 4x

      • Het controlelampje Service knippert 5x

      • Het controlelampje Service knippert 6x

      • Het controlelampje Service knippert 7x

      • Het controlelampje Service knippert 8x

      • Controlelampje service brandt

      • Onvoldoende of geen toevoer van reinigingsmiddel
      • Led voor systeemonderhoud brandt

      • Pomp komt niet onder druk
      • Hogedrukpomp klopt, manometer zwenkt sterk
      • Het apparaat schakelt voortdurend aan/uit wanneer het hogedrukpistool open is.
      • Apparaat schakelt niet uit wanneer het hogedrukpistool gesloten is
  • Garantie
  • EU-conformiteitsverklaring
  • Technische gegevens
    • HDS 8/18-4 St
    • HDS 10/21-4 St
    • HDS 13/20-4 St
  • Maatblad HDS 8/18-4 ST+HDS 10/21-4 ST
  • Maatblad HDS 13/20-4 ST
  • Klantenservice

      HDS 8/18-4 ST
      HDS 10/21-4 ST
      HDS 13/20-4 ST

      59795330 (04/25)

      Algemene instructies

      Voordat u het apparaat voor het eerst gebruikt, dient u deze originele gebruiksaanwijzing en de meegeleverde veiligheidsinstructies door te lezen en deze in acht te nemen.

      Bewaar beide documenten voor later gebruik of volgende eigenaars.

      Veiligheidsinstructies

      GEVAAR

      U mag aan het apparaat geen wijzigingen uitvoeren.

      WAARSCHUWING

      Uitlaatgassen zijn giftig. Adem geen uitlaatgassen in. Wanneer het apparaat binnen wordt gebruikt, dient u voor voldoende ventilatie en afvoer van de gassen te zorgen.

      Instructie

      De betreffende nationale voorschriften van de wetgever voor vloeistofstralers in acht nemen.

      Instructie

      De nationale voorschriften van de wetgever inzake ongevallenpreventie in acht nemen. Vloeistofstralers moeten regelmatig worden getest en het resultaat van de test schriftelijk worden vastgelegd.

      Instructie

      De veiligheidsinstructies van de gebruikte reinigingsmiddelen in acht nemen.

      Instructie

      Bedenk dat de verwarming van het apparaat een stookinstallatie is. Stookinstallaties moeten regelmatig conform de betreffende nationale voorschriften van de wetgever worden getest.

      Instructie

      Conform geldende nationale bepalingen moet deze hogedrukreiniger bij industrieel gebruik voor de eerste keer door een bekwame persoon in bedrijf worden gesteld. KÄRCHER heeft deze eerste inbedrijfstelling al voor u uitgevoerd en gedocumenteerd. U kunt deze documentatie op verzoek opvragen bij uw KÄRCHER partner. Houd bij eventuele vragen over de documentatie het onderdeel- en vestigingsnummer van het apparaat bij de hand.

      Instructie

      We wijzen u erop dat het apparaat conform de geldende nationale bepalingen regelmatig door een bekwame persoon moet worden getest. Neem daarvoor contact op met een KÄRCHER partner.

      Symbolen op het apparaat

       
      De hogedrukstraal niet op personen, dieren, actieve elektrische uitrusting of het apparaat zelf richten.
      Het apparaat tegen vorst beschermen.
       
      Gevaar door elektrische spanning. Uitsluitend elektriciens of daartoe bevoegde vakmensen mogen werkzaamheden aan de elektrotechnische installatie uitvoeren.
       
      Overeenkomstig de voorschriften mag het apparaat nooit zonder systeemscheider op het drinkwaternet worden gebruikt. Zorg ervoor dat de aansluiting van uw waterinstallatie, waarop de hogedrukreiniger wordt aangesloten, met een systeemscheider conform EN 12729 type BA is uitgerust. Water dat door een systeemscheider stroomt, geldt niet meer als drinkwater.
      Sluit de systeemscheider altijd aan op de watertoevoer, nooit direct op het apparaat.
      Gezondheidsrisico door giftige uitlaatgassen. Adem de uitlaatgassen niet in.
      Verbrandingsgevaar door hete oppervlakken.
       
      Code voor informatie

      Voorschriften, richtlijnen en normen

      Vóór de installatie van het apparaat moeten het gasbedrijf en de schoorsteeninstantie van het district worden geraadpleegd.

      Bij de installatie moeten de voorschriften van het bouwrecht, het handelsrecht en de immissiecontrole in acht worden genomen. Wij verwijzen naar de onderstaande voorschriften, richtlijnen en normen:

      • Het apparaat mag alleen worden geïnstalleerd door een gespecialiseerd bedrijf in overeenstemming met de desbetreffende nationale voorschriften.

      • Inzake de elektrische installatie moeten de betreffende nationale voorschriften van de wetgever in acht worden genomen.

      • Instellingen, onderhoudswerkzaamheden en reparaties aan de brander mogen alleen worden uitgevoerd door opgeleide Kärcher-servicemonteurs.

      • Bij het ontwerpen van een schoorsteen moeten de plaatselijk geldende richtlijnen in acht worden genomen.

      Werkplek

      Op het apparaat wordt de installatie in- en uitgeschakeld en wordt de watertemperatuur ingesteld. Daarnaast kan de reinigingsmiddeldosering worden ingesteld en kunnen foutmeldingen worden bekeken.

      Afhankelijk van het systeemontwerp zijn er nog meer werkstations bij de hulpapparaten (sproei-inrichtingen), die aan de aftappunten worden aangesloten. Op deze werkstations kunnen optioneel afstandsbedieningen worden geïnstalleerd.

      Veiligheidsinrichtingen

      VOORZICHTIG

      Gevaar van letsels wegens ontbrekende of gewijzigde veiligheidsinrichtingen!

      Veiligheidsinrichtingen zijn er om u te beschermen.

      Veiligheidsinrichtingen mogen niet worden omzeild, verwijderd of buiten werking worden gesteld.

      De veiligheidsinrichtingen zijn af fabriek ingesteld en verzegeld. Instellingen mogen uitsluitend worden uitgevoerd door de klantenservice.

      Watertekortbeveiliging

      De watertekortbeveiliging (stromingsschakelaar) voorkomt oververhitting van de brander en drooglopen van de HD-pomp bij watertekort. Als de watertoevoer onvoldoende is, schakelt het apparaat uit.

      Drukschakelaar

      De drukschakelaar schakelt het apparaat uit als de maximale werkdruk wordt overschreden.

      Veiligheidsventiel veiligheidsblok

      Als de maximaal toelaatbare systeemdruk wordt overschreden, opent het veiligheidsventiel om de druk in het systeem te verlagen. De veiligheidsklep is af fabriek ingesteld en verzegeld. De instelling wordt uitgevoerd door de klantenservice.

      Vlambewaking

      Het vlambewakingssysteem controleert de lichtsterkte van de vlam op de brander en schakelt de brander uit in geval van een storing.

      Overstroombeveiliging

      De motor van de hogedrukpomp wordt beschermd door de elektronica en een wikkelingsstroomonderbreker.

      Afvoergas-temperatuurbegrenzer

      Als de rookgastemperatuur boven de toegestane waarde stijgt, dan schakelt de rookgastemperatuurbegrenzer de brander uit en vergrendelt die.

      Temperatuurbegrenzer

      De temperatuurbegrenzer schakelt de brander uit als de temperatuur te hoog is.

      Luchtdrukschakelaar

      De luchtdrukschakelaar schakelt de brander uit zodra de ventilator geen luchtdruk genereert.

      Rookgasdrukschakelaar

      De rookgasdrukschakelaar schakelt de brander uit als er een ontoelaatbaar hoge tegendruk ontstaat in de rookgasafvoer, bijvoorbeeld bij een verstopping.

      Drukontlasting hogedruksysteem (optie)

      Na het uitschakelen van het apparaat via het hogedrukpistool, opent een magneetventiel in het hogedruksysteem na het verstrijken van de stand-bytijd. Dit verlaagt de druk in het hogedruksysteem.

      Beveiligingspal

      De veiligheidspal op het hogedrukpistool voorkomt dat het apparaat per ongeluk wordt ingeschakeld.

      Stand-bytijd

      Als het apparaat 30 minutenlang niet wordt gebruikt, dan schakelt het uit. De stand-bytijd kan door de klantenservice worden geactiveerd en gedeactiveerd via het servicemenu.

      Milieubescherming

      De verpakkingsmaterialen zijn herbruikbaar. Verwijder verpakkingen op een milieuvriendelijke manier.

      Elektrische en elektronische apparaten bevatten waardevolle recyclebare materialen en vaak bestanddelen zoals batterijen, accu's of olie, die bij onjuiste omgang of verkeerde afvalverwijdering een potentieel gevaar voor de gezondheid van de mens en voor het milieu kunnen vormen. Voor een correcte werking van het apparaat zijn deze bestanddelen echter noodzakelijk. Voer apparaten met dit symbool niet samen met het huisvuil af.

      Kärcher reinigingsmiddelen zijn afscheidervriendelijk (ASF). Dit betekent dat de werking van een olieafscheider niet wordt gehinderd. Een lijst met aanbevolen reingingsmiddelen vindt u in hoofdstuk Toebehoren en reserveonderdelen.

      Instructies betreffende inhoudsstoffen (REACH)

      Actuele informatie over stoffen vindt u op: www.kaercher.de/REACH

      Reglementair gebruik

      • Het apparaat wordt gebruikt om vuil van oppervlakken te verwijderen met behulp van een vrij stromende waterstraal. Het wordt vooral gebruikt om machines, voertuigen en gevels te reinigen.

      • Het systeem moet zo worden geïnstalleerd dat de opening aan de achterkant gesloten is, bijvoorbeeld door een muur.

      • Als hogedrukmedium mag alleen zuiver water worden gebruikt. Verontreinigingen zorgen voor vroegtijdige slijtage of afzettingen in het apparaat.

      GEVAAR

      Gebruik bij tankstations of andere gevarenzones

      Gevaar voor letsel

      Neem de desbetreffende veiligheidsvoorschriften in acht.

      Instructie

      Voorkom dat afvalwater met minerale olie in de grond, water of riolering terechtkomt. Motor wassen of ondergrond wassen alleen op geschikte plaatsen met olieafscheider uitvoeren.

      Grenswaarden voor de watertoevoer

      LET OP

      Vervuild water

      Vroegtijdige slijtage of afzettingen in het apparaat

      Gebruik het apparaat enkel met zuiver water of met recyclingwater dat de grenswaarden niet overschrijdt.

      Voor de watertoevoer gelden volgende grenswaarden:

      • pH-waarde: 6,5-9,5

      • Elektrisch geleidingsvermogen: Geleidingsvermogen van schoon water + 1200 µS/cm, maximaal geleidingsvermogen 2000 µS/cm

      • Afzetbare stoffen (testvolume 1 l, afzettingstijd 30 minuten): < 0,5 mg/l

      • Filtreerbare stoffen: < 50 mg/l, geen abrasieve stoffen

      • koolwaterstoffen: < 20 mg/l

      • chloride: < 300 mg/l

      • sulfaat: < 240 mg/l

      • calcium: < 200 mg/l

      • totale hardheid: < 28 °dH, < 50° TH, < 500 ppm (mg CaCO3/l)

      • ijzer: < 0,5 mg/l

      • mangaan: < 0,05 mg/l

      • koper: < 2 mg/l

      • actieve chloor: < 0,3 mg/l

      • Vrij van onaangename geuren

      Toebehoren en reserveonderdelen

      Gebruik alleen origineel toebehoren en originele reserveonderdelen. Deze garanderen een veilige en storingsvrije werking van het apparaat.

      Informatie over toebehoren en reserveonderdelen vindt u onder www.kaercher.com.

      Reinigingsmiddelen

      Reinigingsmiddelen vergemakkelijken het reinigen en in de onderstaande tabel vindt u een selectie van reinigingsmiddelen. Voordat u reinigingsmiddelen gaat gebruiken, moet u absoluut eerst de instructies op de verpakking ervan lezen en die in acht nemen.

      Toepassingsgebied
      Verontreiniging, type toepassing
      Reinigingsmiddelen
      Kärcher-aanduiding
      Dosering
      Automobielsector, benzinestations, transportbedrijven, wagenparken
      Stof, straatvuil, minerale oliën (op geverfde oppervlakken)
      Actief reinigingsmiddel, neutraal *
      RM 55 *
      0,5-8%
      Actief reinigingsmiddel, alkalisch
      RM 81*
      0,25-1,25%
      Natuurlijk actief reinigingsmiddel, alkalisch
      RM 82N
      RM 803*
      Schuimreiniger
      RM 838 direct
      RM 806
      Conservering van voertuigen
      Hete was
      RM 41
      Hete was
      RM 820*
      Spuitwax
      RM 821*
      Super-parelwas
      RM 824*
      Metaalverwerkende industrie
      Olie, vet, stof en soortgelijke vervuiling
      Actief reinigingsmiddel, neutraal *
      RM 55 *
      0,5-8%
      Actief reinigingsmiddel, alkalisch
      RM 81*
      0,25-1,25%
      RM 803*
      RM 806
      Voor sterke vervuiling
      RM 31*
      0,375-2,5%
      Vloeistof (met corrosiebescherming)
      RM 39
      Levensmiddelenverwerkende bedrijven
      Lichte tot gemiddelde vervuiling, vet/olie, grote oppervlakken
      Onderdelenreiniger
      RM 39
      Actief reinigingsmiddel, neutraal *
      RM 55 *
      0,5-8%
      Actief reinigingsmiddel, alkalisch
      RM 81*
      0,25-1,25%
      Natuurlijk actief reinigingsmiddel, alkalisch
      RM 82N
      Schuimreiniger, neutraal
      RM 57
      Schuimreiniger
      RM 58*
      Gelschuim OSC
      RM 882
      RM 31*/**
      0,375-2,5%
      Rookhars
      Rookharsverwijderaar
      RM 33**
      Reiniging en desinfectie
      RM 732
      Desinfectie
      RM 735
      Kalk, minerale afzettingen
      RM 25**
      Schuimreiniger
      RM 59*
      Sanitaire sector
      Kalk, urineaanslag, zeep, enz.
      Basisreiniger
      RM 25*
      Schuimreiniger
      RM 59

      * afscheidervriendelijk

      ** alleen voor kort gebruik, tweestapsmethode, afspoelen met helder water.

      Leveringsomvang

      Controleer de inhoud bij het uitpakken op volledigheid. Bij transportschade uw dealer op de hoogte brengen.

      Instructie

      De leveringsomvang omvat een standaardsproeier. Ander toebehoren behoort niet tot de leveringsomvang.

      Beschrijving apparaat


      1. Apparaatkap links
      2. Vulpunten systeemonderhoud
      3. Apparaatkap rechts
      4. Bedieningsveld + elektriciteitskast
      5. Bevestigingsschroeven voor apparaatkap rechts
      6. Bevestigingsschroeven voor apparaatkap links
      7. Brandstoffilter
      8. Klemmenkast motor
      9. Vulpunt pompolie
      10. Brandstofleiding (aanvoer + retour)
      11. Wateringang
      12. Hogedrukuitlaat
      13. Druktank
      14. Instelling systeemonderhoud + serviceschakelaar
      15. Verswaterfilter
      16. Afschakelbereik
      17. Vlottertank met systeemonderhoudsreservoir
      18. Uitlaat rookgas
      19. Doorstroomverwarmer
      20. Standaardsproeier

      De volgende aanbouwsets zijn afzonderlijk verkrijgbaar:

      • Afstandsbediening (niet afgebeeld)

      • Drukontlasting (niet afgebeeld)

      • Tweede reinigingsmiddel + dosering

      • Stalen bodemframe (niet afgebeeld)

      • Magneetventiel watertoevoer (niet afgebeeld)

      • Bedrijfsurenteller + manometer

      Bedieningsveld


      1. Hoofdschakelaar
      2. Controlelampje servicemenu (rood)
      3. Controlelampje service (rood)
      4. Controlelampje werking (groen)
      5. Controlelampje reinigingsmiddel (oranje)
      6. Controlelampje systeemonderhoud (oranje)
      7. Bedrijfsurenteller (optie)
      8. Doseerventiel reinigingsmiddel 2 (optie)
      9. Manometer (optie)
      10. Doseerventiel reinigingsmiddel 1

      Betekenis van de led-indicatoren

      Controlelampje
      Knippercode
      Betekenis
      Controlelampje
      Servicemenu (rood)
      -
      Dit controlelampje is alleen voor servicemonteurs relevant.
      Controlelampje
      Service (rood)
      brandt
      Service/onderhoud uitvoeren
      na 600 uur pompbedrijf
      na 400 uur branderbedrijf
      knippert 1x
      Lekkage aan apparaat.
      Het apparaat schakelt uit.
      knippert 2x
      Fout stroom/spanning:
      • Asymmetrie

      • Over-/onderstroom

      • Over-/onderspanning

      Het apparaat schakelt uit.
      knippert 3x
      Fout in wikkelingsbeveiligingscontact
      Het apparaat schakelt uit.
      knippert 4x
      Fout uitlaatgas
      Het apparaat schakelt uit.
      knippert 5x
      Watertekort/droogloop
      Het apparaat schakelt uit.
      knippert 6x
      Led vlamsensor te helder / te donker
      Het apparaat schakelt uit.
      knippert 7x
      Fout temperatuursensor wateruitlaat
      Het apparaat schakelt uit.
      knippert 8x
      Communicatiefout
      Het apparaat schakelt uit.
      Controlelampje
      Werking (groen)
      brandt
      Normale werking zonder fouten
      knippert 1x
      Pomp heeft 30 minuten lang onafgebroken gedraaid
      knippert 2x
      Pomp staat al 30 minuten lang continu stil
      Controlelampje reinigingsmiddel (oranje)
      brandt
      Reinigingsmiddel 1 leeg
      knippert 1x
      Reinigingsmiddel 2 leeg
      Controlelampje systeemonderhoud (oranje)
      brandt
      Systeemonderhoud leeg

      Hogedrukpistool en lans (toebehoren)

      Instructie

      In de leveringsomvang is geen toebehoren inbegrepen.


      1. Vibrasoft rotorsproeier
      2. Wartelmoer
      3. Hogedruksproeier
      4. Straalbuis EASY!Lock
      5. Druk-/hoeveelheidsregeling
      6. Hogedrukpistool EASY!Force
      7. Beveiligingspal
      8. Triggerhendel
      9. Veiligheidshendel
      10. Hogedrukslang EASY!Lock

      Beschrijving functie

      • Het koude water bereikt de zuigzijde van de hogedrukpomp via de motorkoelbatterij en de vlottertank. Systeemonderhoud (RM 110) wordt in de vlottertank gedoseerd. Afhankelijk van de waterhardheid wordt dit door de klantenservice aangepast. De pomp transporteert water en aangezogen reinigingsmiddel door de doorstroomverwarmer. De hoeveelheid reinigingsmiddel in het water kan worden ingesteld door middel van een doseerventiel. De doorstroomverwarmer wordt verwarmd door een brander.

      • De hogedrukuitlaat wordt rechtstreeks aangesloten op een hogedrukslang of op een bestaand hogedruknetwerk in het gebouw. Het hogedrukpistool wordt met een hogedrukslang aangesloten op de aftappunten van dit netwerk.

      Flowschema


      1. Watertoevoer
      2. Magneetventiel watertoevoer (optie)
      3. Elektromotor
      4. Vlottertank
      5. Hogedrukpomp
      6. Terugslagklep
      7. Veiligheidsventiel
      8. Overstroomklep
      9. Drukschakelaar
      10. Druktank voor hoge druk
      11. Watertekortbeveiliging
      12. Doorstroomverwarmer
      13. Hogedrukuitlaat
      14. DGT-reservoir (systeemonderhoud)
      15. DGT-magneetventiel (systeemonderhoud)
      16. Terugslagklep reinigingsmiddel
      17. Doseerventiel 1
      18. Magneetventiel reinigingsmiddel 1 (optie)
      19. Aanzuiging reinigingsmiddel 1
      20. Doseerventiel 2 (optie)
      21. Magneetventiel reinigingsmiddel 2 (optie)
      22. Aanzuiging reinigingsmiddel 2 (optie)
      23. Overdrukventiel (optie)
      24. Manometer (optie)

      T1 temperatuursensor wateruitlaat

      T4 afvoergastemperatuurbewaking

      * Flowschema met 1 reinigingsmiddel zonder afstandsbediening (leveringsstatus)

      ** Flowschema met 2 reinigingsmiddelen en afstandsbediening (optie)

      *** Flowschema met 1 reinigingsmiddel en afstandsbediening (optie)

      Systeeminstallatie

      Instructie

      Installatie mag alleen worden uitgevoerd door geautoriseerd vakpersoneel!

      Algemeen

      • De verwarmingsinrichting van het apparaat is een ovenuitrusting. Tijdens de installatie moeten de lokaal geldende voorschriften worden nageleefd.

      • Gebruik alleen geteste schoorstenen en rookgasbuizen.

      Instructies over olie-installatie

      • Neem bij het installeren van een stookolietank in de installatieruimte van het apparaat de voorschriften voor de opslag van brandbare vloeistoffen in acht.

      Brandstofleidingen

      Zorg voor een 2-buizensysteem met aanvoer en retour voor de brandstof.

      • Maximale voordruk stookolie: 0,05 MPa (0,5 bar)

      • Maximale onderdruk tussen stookoliefilter en pomp: 0,04 MPa (0,4 bar)

      • Voordat het apparaat in gebruik wordt gesteld, moeten de externe brandstofleidingen op het apparaat worden aangesloten en van brandstof worden voorzien. Dit geldt ook voor werking met koud water, omdat de brandstofpomp anders niet meer gesmeerd wordt en na korte tijd defect raakt.

      Lucht-/rookgasgeleiding

      • De componenten voor de lucht-/uitlaatgasleiding horen niet bij het apparaat. Bij de installatie in het gebouw moeten de lokale voorschriften worden nageleefd.

      • Ieder apparaat moet aan een eigen schoorsteen worden aangesloten.

      • De rookgasafvoer uitvoeren volgens de plaatselijke voorschriften en in overleg met de bevoegde schoorsteenautoriteit.

      Wandmontage

      • Vóór de montage nagaan of de wand over voldoende draagvermogen beschikt. Gebruik geschikte pluggen en schroeven voor betonnen muren, spouwmuren, bakstenen muren en muren van cellenbeton (bijv. injectieankers)

      • Het apparaat mag niet vast worden aangesloten op het waterdistributienet of op hogedrukleidingen. De verbindingsslangen moeten absoluut worden gemonteerd.

      • Zorg voor een afsluitkraan tussen het waterdistributienet en de verbindingsslang.

      Montage van de hogedrukleidingen


      Bij de montage van de hogedrukleidingen de betreffende nationale voorschriften van de wetgever in acht nemen.

      • De drukval in het leidingwerk moet kleiner zijn dan 1,5 MPa.

      • Het afgewerkte leidingwerk moet worden getest op 32 MPa.

      • De isolatie van de leidingen moet temperatuurbestendig zijn tot 100°C.

      Reinigingsmiddelreservoir(s) opstellen

      1. De reservoirs zodanig opstellen dat het onderste niveau van het reinigingsmiddel zich niet meer dan 1,5 m onder de onderkant van het apparaat bevindt en het bovenste niveau zich niet boven de onderkant van het apparaat bevindt.

      Afstandsbediening (optie)

      Tussen het apparaat en de aftappunten kunnen afstandsbedieningen worden aangesloten. Hiermee kan het apparaat rechtstreeks op het tappunt worden bediend.

      Er zijn verschillende aanbouwsets voor afstandsbedieningen verkrijgbaar, afhankelijk van de toepassing.

      Functie
      Beschrijving
      Reset
      Na het verstrijken van de stand-bytijd kan het apparaat direct op het aftappunt opnieuw worden opgestart.
      Noodstop
      Aan/uit + reinigingsmiddel (draaischakelaar)
      Enkelvoudig werkstation
      Het apparaat in- en uitschakelen op het aftappunt.
      Activering van de warmwaterfunctie (brander schakelt in).
      Selecteren of er reinigingsmiddel moet worden toegevoegd:
      Geen bijmenging, bijmenging RM 1 of bijmenging RM 2, telkens zoals ingesteld op het apparaat.
       
      Aan/uit + reinigingsmiddel (drukknop)
      tot 5 stations
      Het apparaat in- en uitschakelen op het aftappunt.
      Activering van de warmwaterfunctie (brander schakelt in).
      Selecteren of er reinigingsmiddel moet worden toegevoegd:
      Geen bijmenging, bijmenging RM 1 of bijmenging RM 2 (optie), telkens zoals ingesteld op het apparaat.

      Wateraansluiting


      1. De watertoevoer met een geschikte slang aansluiten op het waterdistributienet.

      • De capaciteit van de watertoevoer moet minstens 1300 l/h zijn bij een minimum van 0,15 MPa.

      • De watertemperatuur moet onder 30 °C liggen.

      • Als de aanbouwset "Magneetventiel watertoevoer" is geïnstalleerd, dan blokkeert het ventiel de watertoevoer tot er water nodig is op een aftappunt of tot het apparaat wordt ingeschakeld.

      Elektrische aansluiting

      Instructie

      Bij inschakelingen treden kortstondig spanningsdalingen op. Bij ongunstige omstandigheden van het net kunnen andere apparaten hinder ondervinden.

      LET OP

      Overschrijding van de netwerkimpedantie

      Elektrische schok bij kortsluiting

      De maximaal toegestane netimpedantie op het elektrische aansluitpunt (zie technische gegevens) mag niet worden overschreden.Bij onduidelijkheden over de op uw aansluitpunt bestaande netimpedantie neemt u contact op met uw energiebedrijf.
      • Aansluitwaarden zie technische gegevens en typeplaatje.

      • De elektrische aansluiting moet worden uitgevoerd door een elektricien en moet voldoen aan IEC 60364-1.

      • Spanningvoerende onderdelen, kabels en apparaten in het werkbereik moeten in perfecte toestand beschermd zijn tegen waterstralen.

      GEVAAR

      Levensgevaar door elektrische schok!

      Als het apparaat wordt gebruikt via een wandcontactdoos zonder aardlekschakelaar of zonder veiligheidscontact (aarding), dan bestaat het risico op een dodelijke elektrische schok in geval van een storing!

      Gebruik het apparaat alleen op stopcontacten met aardcontact en met een aardlekschakelaar met een nominale aardlekstroom van max. 30 mA.

      Hogedrukpistool, spuitlans, mondstuk en hogedrukslang monteren

      Apparaat met ANTI!Twist: Bevestig de gele hogedrukslangaansluiting aan het hogedrukpistool.

      Instructie

      Het EASY!Lock-systeem verbindt componenten door een snelschroefdraad met slechts een omwenteling snel en veilig.

      1. De straalbuis met de hogedrukpistool verbinden en handvast aantrekken (EASY!Lock).


      2. De hogedruksproeier op de straalbuis steken.

      3. De wartelmoer monteren en handvast aantrekken (EASY!Lock).

      4. Apparaat zonder slangtrommel: De hogedrukslang met de hogedrukpistool en de hogedrukaansluiting van het apparaat verbinden en handvast aantrekken (EASY!Lock)

      5. Apparaat met slangtrommel: De hogedrukslang op het hogedrukpistool aansluiten en met de hand vastdraaien (EASY!Lock).

        LET OP

        Opgerolde hogedrukslang

        Beschadigingsgevaar

        Rol de hogedrukslang voor werkbegin volledig af.

      Installatievoorbeeld


      1. Rookgasleiding
      2. Leidingen met thermische isolatie
      3. Reset-toets
      4. Schakelkast meervoudige afstandsbediening
      5. Schakelkast enkelvoudige afstandsbediening
      6. Aanbouwset afstandsbediening (enkelvoudig) inclusief noodstop
      7. Aansluitpunt met afsluitkraan en snelkoppeling
      8. Aanbouwset afstandsbediening (meervoudig)
      9. Noodstoptoets
      10. Slangtrommel
      11. Slanghouder
      12. Hogedrukslang
      13. Aftappunt met hogedrukpistool, straalbuis en sproeier
      14. Magneetventiel watertoevoer
      15. Waterslang
      16. Stookolietank
      17. Reinigingsmiddelreservoirs

      Inbedrijfstelling

      WAARSCHUWING

      Gevaar van letsel

      Beschadigde onderdelen kunnen leiden tot verwondingen tijdens het gebruik van het apparaat.

      Controleer apparaat, toebehoren, toevoerleidingen en aansluitingen op onberispelijke toestand. Als de toestand niet perfect is, mag u het apparaat niet gebruiken.
      1. Zorgen voor watertoevoer.

      2. De afzuiging van het reinigingsmiddel uit het apparaat leiden.

      3. Stookolie aansluiten.

      4. Zorgen voor elektrische voeding.

      Systeemonderhoud

      Systeemonderhoud selecteren en instellen

      Instructie

      In het geval van hard water verhindert RM 110 verkalking van de heetwaterslang, het apparaat en de buisleidingen.

      Instructie

      Bij zacht water dient RM 111 voor het pomponderhoud en als bescherming tegen de vorming van zwart water.

      Waterhardheid (°dH)
      Schaal op de draaischakelaar (1-10)
      Te gebruiken systeemonderhoud
      <3
      3
      RM 111
      3...7
      1
      RM 110
      7...14
      2
      RM 110
      14...21
      3
      RM 110
      >21
      4
      RM 110
      1. Bepaal de plaatselijke waterhardheid via het lokale nutsbedrijf of met een hardheidsmeter (bestelnummer 6.768-004.0).

      2. De onderhoudsdosis van het systeem instellen met de draaischakelaar op het bedieningspaneel.

      Systeemonderhoud bijvullen

      • Het systeemonderhoud voorkomt op een doeltreffende manier verkalking van de heetwaterslang bij werking met kalkhoudend leidingwater. Het wordt druppelsgewijs gedoseerd aan de toevoer van de vlottertank.

      • De dosering is in de fabriek ingesteld op gemiddelde waterhardheid en kan indien nodig worden aangepast aan de waterhardheid ter plekke.

      1. Het systeemonderhoud bijvullen.

      Bediening

      Bedrijfsgereedheid

      • Als het hogedrukpistool wordt gesloten tijdens de werking, schakelt het apparaat uit.

      • Als het pistool opnieuw wordt geopend binnen de activeerbare stand-bytijd (30 minuten), start het apparaat automatisch opnieuw.

      • Als de stand-bytijd wordt overschreden, schakelt de veiligheidstimer de pomp en brander uit.

      • Om het apparaat opnieuw te starten, zet u de schakelaar van het apparaat in de stand "0" en schakelt u daarna het apparaat weer in. Als het apparaat wordt bediend met een afstandsbediening, kan het opnieuw worden opgestart met de betreffende schakelaar op de afstandsbediening.

      Apparaat gereed voor gebruik maken

      LET OP

      Gevaar van letsel

      Gevaar van letsel door uitstromende, mogelijk hete waterstraal!

      Controleer het apparaat vóór elk gebruik op schade.
      1. De hogedrukslang, de buisleidingen, de koppelstukken en de straalbuis vóór elk gebruik controleren op beschadigingen.

      2. Lekkende onderdelen onmiddellijk vervangen en lekkende verbindingen afdichten.

      3. Controleren of de slangkoppeling goed zit en niet lekt.

      4. Het vulniveau van het reinigingsmiddelreservoir controleren en indien nodig reinigingsmiddel bijvullen.

      5. Het vulniveau van systeemonderhoud controleren en indien nodig bijvullen.

      Keuze van de mondstukken

      VOORZICHTIG

      Beschadigingsgevaar door verkeerde sproeier

      Banden van voertuigen kunnen beschadigd raken bij het reinigen met een ronde straal.

      Reinig banden van voertuigen altijd met een vlakstraalsproeier (25°) en op een sproeiafstand van minstens 30 cm.

      We raden de volgende sproeiers aan, afhankelijk van het apparaat en de reinigingstaak:

      Sproeier
      Onderdeelnummer
      Sproeihoek
      Druk (MPa)
      HDS 8/18-4 St
      045
      2.113-053.0
      40°
      17
      043
      2.113-008.0
      25°
      18
      045
      2.113-033.0
      0°
      17
      048
      2.113-010.0
      25°
      15
      055
      2.113-055.0
      40°
      11
      055
      2.113-025.0
      25°
      11
      055
      2.113-035.0
      0°
      11
      HDS 10/21-4 St
      050
      2.113-054.0
      40°
      21
      050
      2.113-023.0
      25°
      21
      050
      2.113-034.0
      0°
      21
      060
      2.113-026.0
      25°
      15
      060
      2.113-048.0
      15°
      15
      060
      2.113-036.0
      0°
      15
      070
      2.113-028.0
      25°
      11
      070
      2.113-049.0
      15°
      11
      072
      2.113-013.0
      25°
      10
      HDS 13/20-4 St
      070
      2.113-028.0
      25°
      20
      075
      2.113-056.0
      40°
      16
      075
      2.113-037.0
      0°
      16
      080
      2.113-057.0
      40°
      14
      080
      2.113-015.0
      25°
      14
      080
      2.113-051.0
      15°
      14
      080
      2.113-038.0
      0°
      14
      100
      2.113-017.0
      25°
      9
      100
      2.113-052.0
      15°
      9

      Mondstuk vervangen

      GEVAAR

      Gevaar voor letsel!

      Apparaat vóór vervanging van sproeier uitschakelen en hogedrukpistool bedienen tot het apparaat drukloos is.
      1. Beveilig het hogedrukpistool; duw hiervoor de veiligheidsgrendel naar voren.

      2. Mondstuk vervangen.

      Gebruik met koud water

      Voor het verwijderen van lichte vervuiling en voor afspoelen  (bijv. tuintoestellen, terras, werktuigen).

      1. De apparaatschakelaar op “I” zetten.

      Gebruik met heet water

      GEVAAR

      Heet water

      Gevaar voor brandwonden

      Vermijd contact met heet water.
      1. De apparaatschakelaar op de gewenste temperatuur instellen.

      Eco-niveau

      Het apparaat werkt in het meest rendabele temperatuurbereik (max. 60 °C).

      Werking met reinigingsmiddel

      GEVAAR

      Verwondingsgevaar door reinigingsmiddel.

      Ernstige schade aan de gezondheid door verkeerd gebruik van reinigingsmiddelen.

      Neem het veiligheidsinformatieblad van de reinigingsmiddelfabrikant in acht.Draag de gespecificeerde persoonlijke beschermingsmiddelen.

      Instructie

      KÄRCHER-reinigingsmiddelen garanderen een storingsvrij gebruik. Vraag om advies of vraag onze informatiebladen over reinigingsmiddelen aan.

      1. De zuigslang voor reinigingsmiddelen in een reservoir met reinigingsmiddel hangen.

      2. Het reinigingsmiddel-doseerventiel op de gewenste dosering instellen. De dosering wordt ingesteld in stappen gaande van 0 (geen reinigingsmiddel) tot 6 (hoogste dosering).

      Aanbevolen reinigingsmethode

      1. Het reinigingsmiddel spaarzaam op het droge oppervlak sproeien en laten inwerken (niet laten opdrogen).

      2. Het losgeweekte vuil met de hogedrukstraal wegspoelen.

      Na gebruik met reinigingsmiddel

      1. Het filter in helder water onderdompelen.

      2. Het doseerventiel naar de hoogste concentratie reinigingsmiddel draaien.

      3. Het apparaat starten en een minuut lang helder spoelen.

      Werking met reinigingsmiddel op het aftappunt

      Als alternatief voor het doseren van reinigingsmiddel naar het apparaat, kan reinigingsmiddel ook direct ter hoogte van de aftappunten worden toegevoegd.

      Hiervoor zijn verschillende opties beschikbaar, bijv.een bekerschuimlans.

      WAARSCHUWING

      Verwondingsgevaar door reinigingsmiddel.

      Gezondheidsrisico door verkeerde omgang met reinigingsmiddelen.

      Neem de veiligheidsinstructies op het reinigingsmiddel in acht.

      LET OP

      Beschadigingsgevaar door ongeschikte reinigingsmiddelen

      Niet-geschikte reinigingsmiddelen kunnen schade veroorzaken aan het apparaat en aan het te reinigen voorwerp.

      Gebruik alleen door KÄRCHER goedgekeurde reinigingsmiddelen.Neem de aanbevolen dosering en de bij het reinigingsmiddel meegeleverde instructies in acht.Gebruik niet te veel reinigingsmiddelen om het milieu niet overmatig te belasten.

      Instructie

      KÄRCHER-reinigingsmiddelen garanderen een storingsvrij gebruik. Vraag om advies of bestel onze catalogus of de informatiebladen bij onze reinigingsmiddelen.


      1. Kuip
      2. Schuimsproeier
      3. Hogedrukpistool
      4. Zuigslang
      5. Set kappenToevoeging van reinigingsmiddel: 3=hoog, 2=middelmatig, 1=laag
      1. Het reservoir losschroeven.

      2. De gewenste kap in de zuigslang steken.

      3. Het reinigingsmiddel in het reservoir doen.

      4. Het reservoir aan de schuimsproeier schroeven.

      5. De straalbuis loskoppelen van het hogedrukpistool.

      6. De bekerschuimlans op het hogedrukpistool aanbrengen en met de hand vastdraaien.

      7. De hogedrukreiniger in gebruik nemen.

      Na gebruik met reinigingsmiddel

      De bekerschuimlans moet na gebruik worden gespoeld om afzettingen van reinigingsmiddel te voorkomen.

      1. Het reservoir losschroeven.

      2. Het resterende reinigingsmiddel weer in de leveringsverpakking gieten.

      3. Het reservoir met helder water vullen.

      4. Het reservoir aan de bekerschuimlans schroeven.

      5. De bekerschuimlans ca. 1 minuut lang gebruiken om resten reinigingsmiddel uit te spoelen.

      6. Het reservoir legen.

      Hogedrukpistool openen/sluiten

      1. De veiligheidshendel en de trekker bedienen.

        De hogedrukpistool wordt geopend.

      2. De veiligheidshendel en de trekker loslaten.

        De hogedrukpistool wordt gesloten.

      Druk-/volumeregeling op het hogedrukpistool

      GEVAAR

      Gevaar door losse straalbuis

      Gevaar voor letsel

      Let er bij het instellen van de druk-/hoeveelheidsregeling op dat de schroefverbinding van de straalbuis niet losraakt.
      1. De apparaatschakelaar op max. 98 °C instellen.

      2. Stel de werkdruk en het volume in door de druk-/volumeregeling op het hogedrukpistool te draaien (traploos) (+/-).

      Apparaat uitschakelen

      GEVAAR

      Gevaar van brandwonden door heet water

      Contact met heet water kan brandwonden veroorzaken.

      Laat het apparaat na gebruik met heet water minimaal 2 minuten met koud water en geopend pistool lopen om het af te koelen.
      1. De watertoevoer sluiten.

      2. Het hogedrukpistool openen.

      3. Schakel de pomp in met de apparaatschakelaar en laat deze 5-10 seconden draaien.

      4. Het hogedrukpistool sluiten.

      5. De apparaatschakelaar op "0/OFF" zetten.

      6. De afsluitkraan op de watertoevoer sluiten en, indien nodig, ook andere afsluitkranen op de aftappunten eveneens sluiten.

      7. De wateraansluiting verwijderen.

      8. Gebruik de hogedrukpistolen op de aftappunten totdat het systeem drukloos is.

      9. De hogedrukpistolen beveiligen. Daartoe de veiligheidsgrendel naar voren schuiven.

      Uitschakelen in geval van nood

      1. De hoofdschakelaar op de stand "0" draaien.

      2. De watertoevoer sluiten.

      3. Het hogedrukpistool bedienen tot het apparaat drukloos is.

      Vervoer

      VOORZICHTIG

      Gevaar voor letsel, gevaar voor beschadiging

      Houd bij het transport rekening met het gewicht van het apparaat.
      1. Bij het transport in voertuigen het apparaat conform de richtlijnen tegen wegglijden en omvallen beveiligen.

      Opslag

      VOORZICHTIG

      Letsel- en beschadigingsgevaar door het niet in acht nemen van het gewicht!

      Bij vervoer en opslag van het apparaat bestaat het risico van letsel en schade door het gewicht.

      Bij het transport en de opslag van het apparaat het gewicht van het apparaat in acht nemen, zie hoofdstuk Technische gegevens.

      LET OP

      Beschadigingsgevaar door vorst!

      Niet volledig afgetapt water kan het apparaat en de accessoires tijdens het vriezen beschadigen.

      Leeg het water volledig uit het apparaat en de accessoires.Bescherm het apparaat en de accessoires tegen vorst.

      Onderhoud

      Onderhoudscontract

      Om een betrouwbaar gebruik van de installatie te garanderen, adviseren we om een onderhoudscontract af te sluiten. Neem contact op uw verantwoordelijke KÄRCHER-klantenservice.

      Onderhoudsintervallen

      Dagelijks

      1. De hogedrukpistolen controleren.

      2. Het netsnoer controleren.

      3. Het vulniveau van de reinigingsmiddelreservoirs controleren.

      4. Het vulniveau van het systeemonderhoud controleren.

      5. De hogedrukslangen controleren.

      Wekelijks

      LET OP

      Beschadigingsgevaar door melkachtige olie!

      Gebruik met melkachtige olie kan leiden tot schade aan het apparaat.

      Als de olie melkachtig is, neem dan onmiddellijk contact op met de geautoriseerde klantenservice.
      1. De installatie op dichtheid controleren.

      2. Het uiterlijk en het peil van de pompolie controleren.

      3. De trillingsdemper controleren.

      Eens per maand

      1. De pomp controleren op lekkage.

      2. De installatie controleren op interne afzettingen. Daartoe de installatie in werking stellen met een straalbuis zonder hogedruksproeier. Als de werkdruk op de manometer van het apparaat (optioneel) hoger wordt dan 3 MPa, dan moet de installatie worden ontkalkt.

      3. Het schoonwaterfilter reinigen.

      4. Het brandstoffilter reinigen.

      Halfjaarlijks of na onderhoudswerkzaamheden op het apparaat

      1. De olie van de hogedrukpomp verversen.

      2. De gehele installatie laten controleren en reinigen door de klantenservice.

      Jaarlijks

      1. Het brandstoffilter vervangen (of indien nodig vroeger).

      2. De veiligheidscontrole uitvoeren.

      Minstens elke 5 jaar

      • Voer de druktest uit volgens de specificaties van de fabrikant.

      Onderhoudswerkzaamheden

      Olie verversen

      Oliesoort en vulhoeveelheid, zie technische gegevens.

      1. Een opvangbak voor ca. 1 liter olie klaarzetten.

      2. De olieaftapplug lossen.

      3. De olie in de opvangbak aftappen.

        Instructie

        De oude olie op milieuvriendelijke wijze afvoeren of bij een geautoriseerde verzamelplaats afgeven.

      4. De olieaftapplug weer vastdraaien.

      5. Langzaam nieuwe olie bijvullen tot het midden van het kijkglas of tussen de markeringen "Min" en "Max" op de peilstok.

      Apparaat ontluchten

      1. Het apparaat inschakelen "I/ON".

      2. De hendel van het hogedrukpistool ontgrendelen.

      3. De hendel van het hogedrukpistool indrukken.

        Het apparaat wordt ingeschakeld.

      4. Het apparaat maximaal 2 minuten laten draaien tot het water zonder bellen uit het hogedrukpistool komt.

      5. De hendel van het hogedrukpistool loslaten.

      6. De hendel van het hogedrukpistool vergrendelen.

      Schoonwaterfilter reinigen

      1. De watertoevoer sluiten.

      2. De schroeven van de apparaatkap lossen en de kap verwijderen.

      3. Het filterhuis vóór de pomp lossen en het waterfilter verwijderen.

      4. Het filter reinigen en indien nodig vervangen.

      5. Het apparaat in omgekeerde volgorde opnieuw monteren.

      Apparaat ontkalken

      Als zich afzettingen in de buisleidingen bevinden, neemt de stromingsweerstand toe waardoor de belasting op de motor te groot wordt.

      GEVAAR

      Gevaar door ontvlambare gassen

      Explosiegevaar

      Rook niet tijdens het ontkalkingsproces. Zorg voor goede ventilatie.

      GEVAAR

      Gevaar door zuur

      Verbrandingsgevaar

      Draag een veiligheidsbril en veiligheidshandschoenen.

      Uitvoering:

      Voor de verwijdering mogen alleen goedgekeurde ketelsteen-oplosmiddelen met keurmerk worden gebruikt.

      • RM 101; lost resten van ontkalkings- en reinigingsmiddelen op.

      1. Vul een bakje voor 20 liter met 15 liter water.

      2. Voeg 1 liter ontkalker toe.

      3. Sluit een waterslang direct op de pompkop aan en hang het vrije uiteinde in de bak.

      4. Steek de aangesloten straalbuis zonder mondstuk in de container.

      5. Start de motor volgens de gebruiksaanwijzing van de motorfabrikant.

      6. Open het hogedrukpistool en sluit het tijdens het ontkalken niet meer.

      7. Stel de temperatuurregelaar in op een werktemperatuur van 40 °C.

      8. Laat het apparaat draaien tot de werktemperatuur is bereikt.

      9. Schakel het apparaat uit en laat het 20 minuten staan. Het hogedrukpistool moet geopend blijven.

      10. Pomp het apparaat vervolgens leeg.

      Instructie

      We raden aan om een alkalische oplossing (bijv. RM 81) ter bescherming tegen corrosie en om de zure resten te neutraliseren door het apparaat te pompen.

      Vorstbescherming

      Het apparaat moet worden geïnstalleerd in vorstvrije ruimtes. Bij vorstgevaar, bijv. bij installaties buitenshuis, moet het apparaat worden afgetapt en doorgespoeld met antivries.

      1. Schroef de watertoevoerslang en de hogedrukslang los.

      2. Laat het apparaat maximaal 1 minuut lopen tot de pomp en de leidingen leeg zijn.

      3. Schroef de toevoerleiding aan de ketelonderzijde los en tap de verwarmingsslang af.

      4. Giet een in de handel verkrijgbaar antivriesmiddel in de boiler. De instructies van de fabrikant van het antivriesmiddel in acht nemen.

      5. Een opvangbak onder de hogedrukuitlaat zetten.

      6. Schakel het apparaat (zonder brander) in tot het volledig is doorgespoeld.

      Instructie

      Door het antivriesmiddel wordt een bepaalde corrosiebescherming bereikt.

      Hulp bij storingen

      GEVAAR

      Per ongeluk opstartend apparaat, contact van stroomvoerende delen

      Verwondingsgevaar, elektrische schok

      Schakel vóór werkzaamheden aan het apparaat het apparaat uit.Trek de netstekker eruit.Laat alle controles en werkzaamheden aan elektrische delen door deskundig personeel uitvoeren.Neem bij storingen die niet in dit hoofdstuk worden vermeld contact op met een bevoegde klantenservice.

      Wie mag er storingen verhelpen?

      Bediener: werkzaamheden met de aanwijzing "Bediener" mogen alleen door geïnstrueerde personen worden uitgevoerd die hogedrukinstallaties veilig kunnen bedienen en er op veilige wijze onderhoud aan kunnen uitvoeren.

      Elektricien: werkzaamheden met de aanwijzing "Elektricien" mogen alleen worden uitgevoerd door personen met een opleiding op elektrotechnisch gebied.

      Serviceafdeling: werkzaamheden met de aanwijzing "Serviceafdeling" mogen alleen worden uitgevoerd door servicemonteurs van KÄRCHER of door monteurs die door KÄRCHER hiervoor zijn geautoriseerd.

      • Apparaat draait niet 

      • Brander ontsteekt niet of vlam dooft tijdens de werking 

      • Het controlelampje Service knippert 1x 

      • Het controlelampje Service knippert 2x 

      • Het controlelampje service knippert 3x 

      • Het controlelampje Service knippert 4x 

      • Het controlelampje Service knippert 5x 

      • Het controlelampje Service knippert 6x 

      • Het controlelampje Service knippert 7x 

      • Het controlelampje Service knippert 8x 

      • Controlelampje service brandt 

      • Onvoldoende of geen toevoer van reinigingsmiddel 

      • Led voor systeemonderhoud brandt 

      • Pomp komt niet onder druk 

      • Hogedrukpomp klopt, manometer zwenkt sterk 

      • Het apparaat schakelt voortdurend aan/uit wanneer het hogedrukpistool open is. 

      • Apparaat schakelt niet uit wanneer het hogedrukpistool gesloten is 

      Apparaat draait niet

      Oorzaak:

      Geen spanning aanwezig op het apparaat.

      Oplossing:

      Bediener, elektricien

      1. De stekker en het stopcontact controleren.

      2. Controleren of de aangegeven spanning op het typeplaatje overeenkomt met de spanning van de stroombron.

      3. De netaansluitleiding controleren op beschadiging.

      Oorzaak:

      Veiligheidstijdschakeling in werking.

      Oplossing:

      Bediener

      1. Het apparaat op de apparaatschakelaar kort uitschakelen, en dan weer inschakelen.

      Oorzaak:

      Zekering in het regelcircuit doorgebrand.

      Oplossing:

      Klantenservice

      1. Een nieuwe zekering plaatsen. Als deze weer doorbrandt, de oorzaak van de overbelasting elimineren.

      Oorzaak:

      Drukschakelaar HD (Hoge druk) defect.

      Oplossing:

      Klantenservice

      1. De drukschakelaar controleren.

      Brander ontsteekt niet of vlam dooft tijdens de werking

      Oorzaak:

      Temperatuurregelaar te laag ingesteld.

      Oplossing:

      Bediener

      1. De temperatuurregelaar hoger instellen.

      Oorzaak:

      De schakelaar van het apparaat staat niet op warm water.

      Oplossing:

      Bediener

      1. Het apparaat op een hogere temperatuur instellen.

      Oorzaak:

      Watertekortbeveiliging in het veiligheidsblok heeft uitschakeling veroorzaakt (controlelampje service knippert 5 maal).

      Oplossing:

      Bediener

      1. Zorgen voor voldoende watertoevoer.

      2. Het apparaat op dichtheid controleren.

      Oorzaak:

      Geen brandstof.

      Oplossing:

      Bediener

      1. De brandstoftoevoer controleren.

      Oorzaak:

      Afvoergas-temperatuurbegrenzer werd geactiveerd (controlelampje service knippert 4 maal)

      Oplossing:

      Bediener

      1. De apparaatschakelaar op '0' zetten.

      2. Het apparaat laten afkoelen.

      3. Het apparaat inschakelen.

      Oorzaak:

      Storing treedt herhaaldelijk op

      Oplossing:

      Bediener

      1. De klantenservice op de hoogte brengen.

      Het controlelampje Service knippert 1x

      Oorzaak:

      Lek in het hogedruksysteem

      Oplossing:

      Bediener

      1. Controleer het hogedruksysteem en de aansluitingen op lekken.

      Het controlelampje Service knippert 2x

      Oorzaak:

      Fout in de spanningsvoorziening of stroomverbruik van de motor te hoog.

      Oplossing:

      Bediener

      1. Controleer de spanningaansluiting en de netzekeringen.

      2. De klantenservice op de hoogte brengen.

      Het controlelampje service knippert 3x

      Oorzaak:

      Motor overbelast of oververhit.

      Oplossing:

      Bediener

      1. De apparaatschakelaar op '0' zetten.

      2. Het apparaat laten afkoelen.

      3. Het apparaat inschakelen.

      Oorzaak:

      Storing treedt herhaaldelijk op

      Oplossing:

      Serviceafdeling

      1. De klantenservice op de hoogte brengen.

      Het controlelampje Service knippert 4x

      Oorzaak:

      Afvoergas-temperatuurbegrenzer is geactiveerd.

      Oplossing:

      Bediener

      1. De apparaatschakelaar op '0' zetten.

      2. Het apparaat laten afkoelen.

      3. Het apparaat inschakelen.

      Oorzaak:

      Storing treedt herhaaldelijk op

      Oplossing:

      Serviceafdeling

      1. De klantenservice op de hoogte brengen.

      Het controlelampje Service knippert 5x

      Oorzaak:

      Watertekort.

      Oplossing:

      Bediener

      1. Controleer de wateraansluiting en de toevoerleidingen.

      Oorzaak:

      De reedschakelaar in de watertekortbeveiliging zit vast of de magneetzuiger is vastgelopen.

      Oplossing:

      Serviceafdeling

      1. De klantenservice op de hoogte brengen.

      Het controlelampje Service knippert 6x

      Oorzaak:

      De vlamsensor heeft de brander uitgeschakeld.

      Oplossing:

      Serviceafdeling

      1. De klantenservice op de hoogte brengen.

      Het controlelampje Service knippert 7x

      Oorzaak:

      Fout temperatuursensor wateruitlaat.

      Oplossing:

      Serviceafdeling

      1. De klantenservice op de hoogte brengen.

      Het controlelampje Service knippert 8x

      Oorzaak:

      Communicatiefout.

      Oplossing:

      Serviceafdeling

      1. De klantenservice op de hoogte brengen.

      Controlelampje service brandt

      Oorzaak:

      Onderhoud vereist.

      Het apparaat blijft werken.

      Oplossing:

      Klantenservice

      1. De klantenservice op de hoogte brengen.

      Onvoldoende of geen toevoer van reinigingsmiddel

      Oorzaak:

      Dosering te laag ingesteld.

      Oplossing:

      Bediener

      1. De dosering verhogen.

      Oorzaak:

      Reinigingsmiddelfilter verstopt of reservoir leeg (led Reinigingsmiddel brandt of knippert).

      Oplossing:

      Bediener

      1. Het filter reinigen.

      2. Reinigingsmiddel bijvullen.

      Oorzaak:

      Reinigingsmiddel-zuigslangen, -doseerventiel of -magneetventiel lekt of is verstopt.

      Oplossing:

      Bediener, klantenservice

      1. De toevoer van reinigingsmiddel controleren.

      2. Defecte of lekkende onderdelen vervangen.

      Oorzaak:

      Storing treedt herhaaldelijk op

      Oplossing:

      Bediener

      1. De klantenservice op de hoogte brengen.

      Led voor systeemonderhoud brandt

      Oorzaak:

      Systeemonderhoud verbruikt.

      Oplossing:

      Bediener

      1. Systeemonderhoud bijvullen.

      Pomp komt niet onder druk

      Oorzaak:

      Sproeier uitgespoeld.

      Oplossing:

      Bediener

      1. Sproeier vervangen.

      Oorzaak:

      Reinigingsmiddelreservoir leeg.

      Oplossing:

      Bediener

      1. Reinigingsmiddel bivullenj of het doseerventiel sluiten.

      Oorzaak:

      Niet genoeg water.

      Oplossing:

      Bediener

      1. Zorgen voor voldoende watertoevoer.

      Oorzaak:

      Schoonwaterfilter is vuil.

      Oplossing:

      Bediener

      1. Schoonwaterfilter reinigen.

      Oorzaak:

      Reinigingsmiddel-doseerventiel lekt.

      Oplossing:

      Bediener

      1. Het ventiel controleren en afdichten.

      Oorzaak:

      Reinigingsmiddelslang lekt.

      Oplossing:

      Bediener

      1. De reinigingsmiddelslangen vervangen.

      Oorzaak:

      Vlotterklep zit klem.

      Oplossing:

      Bediener

      1. Controleren of het ventiel vrij kan bewegen.

      Oorzaak:

      Veiligheidsventiel lek.

      Oplossing:

      Klantenservice

      1. De instellingen controleren.

      2. Indien nodig een nieuwe afdichting installeren.

      Oorzaak:

      Volumeregelventiel lekt of is te laag ingesteld.

      Oplossing:

      Klantenservice

      1. De onderdelen van het ventiel controleren.

      2. De onderdelen vervangen als ze beschadigd zijn, of deze reinigen als ze vuil zijn.

      Oorzaak:

      Magneetventiel drukontlasting defect.

      Oplossing:

      Klantenservice

      1. Het magneetventiel vervangen.

      Hogedrukpomp klopt, manometer zwenkt sterk

      Oorzaak:

      Trillingsdemper defect.

      Oplossing:

      Klantenservice

      1. De trillingsdemper vervangen.

      Oorzaak:

      Hogedrukpomp zuigt een kleine hoeveelheid lucht aan.

      Oplossing:

      Klantenservice

      1. Het aanzuigsysteem controleren en eventuele lekken verhelpen.

      Oorzaak:

      Reinigingsmiddelreservoir leeg en reinigingsmiddeldosering geactiveerd.

      Oplossing:

      Bediener

      1. Reinigingsmiddel bijvullen of de reinigingsmiddeldosering op 0 instellen.

      Oorzaak:

      Niet genoeg water, watertoevoer/schoonwaterfilter verstopt.

      Oplossing:

      Bediener

      1. De watertoevoer controleren.

      2. Schoonwaterfilter reinigen.

      Het apparaat schakelt voortdurend aan/uit wanneer het hogedrukpistool open is.

      Oorzaak:

      Sproeier in de straalbuis verstopt.

      Oplossing:

      Bediener

      1. De sproeier controleren en reinigen.

      Oorzaak:

      Apparaat verkalkt.

      Oplossing:

      Bediener/klantendienst

      1. Het apparaat ontkalken (zie Apparaat ontkalken)

      Oorzaak:

      Het schakelpunt van de overstroomklep is ontregeld.

      Oplossing:

      Klantenservice

      1. De overstroomklep opnieuw instellen.

      Apparaat schakelt niet uit wanneer het hogedrukpistool gesloten is

      Oorzaak:

      Lucht in de pomp.

      Oplossing:

      Bediener

      1. Het apparaat ontluchten.

      Oorzaak:

      Veiligheidsventiel of afdichting veiligheidsventiel defect.

      Oplossing:

      Serviceafdeling

      1. De veiligheidsklep of de afdichting vervangen.

      Oorzaak:

      Drukschakelaar defect.

      Oplossing:

      Serviceafdeling

      1. De klantenservice op de hoogte brengen.

      Hulp bij storingen

      • Apparaat draait niet 

      • Brander ontsteekt niet of vlam dooft tijdens de werking 

      • Het controlelampje Service knippert 1x 

      • Het controlelampje Service knippert 2x 

      • Het controlelampje service knippert 3x 

      • Het controlelampje Service knippert 4x 

      • Het controlelampje Service knippert 5x 

      • Het controlelampje Service knippert 6x 

      • Het controlelampje Service knippert 7x 

      • Het controlelampje Service knippert 8x 

      • Controlelampje service brandt 

      • Onvoldoende of geen toevoer van reinigingsmiddel 

      • Led voor systeemonderhoud brandt 

      • Pomp komt niet onder druk 

      • Hogedrukpomp klopt, manometer zwenkt sterk 

      • Het apparaat schakelt voortdurend aan/uit wanneer het hogedrukpistool open is. 

      • Apparaat schakelt niet uit wanneer het hogedrukpistool gesloten is 

      Apparaat draait niet

      Oorzaak:

      Geen spanning aanwezig op het apparaat.

      Oplossing:

      Bediener, elektricien

      1. De stekker en het stopcontact controleren.

      2. Controleren of de aangegeven spanning op het typeplaatje overeenkomt met de spanning van de stroombron.

      3. De netaansluitleiding controleren op beschadiging.

      Oorzaak:

      Veiligheidstijdschakeling in werking.

      Oplossing:

      Bediener

      1. Het apparaat op de apparaatschakelaar kort uitschakelen, en dan weer inschakelen.

      Oorzaak:

      Zekering in het regelcircuit doorgebrand.

      Oplossing:

      Klantenservice

      1. Een nieuwe zekering plaatsen. Als deze weer doorbrandt, de oorzaak van de overbelasting elimineren.

      Oorzaak:

      Drukschakelaar HD (Hoge druk) defect.

      Oplossing:

      Klantenservice

      1. De drukschakelaar controleren.

      Brander ontsteekt niet of vlam dooft tijdens de werking

      Oorzaak:

      Temperatuurregelaar te laag ingesteld.

      Oplossing:

      Bediener

      1. De temperatuurregelaar hoger instellen.

      Oorzaak:

      De schakelaar van het apparaat staat niet op warm water.

      Oplossing:

      Bediener

      1. Het apparaat op een hogere temperatuur instellen.

      Oorzaak:

      Watertekortbeveiliging in het veiligheidsblok heeft uitschakeling veroorzaakt (controlelampje service knippert 5 maal).

      Oplossing:

      Bediener

      1. Zorgen voor voldoende watertoevoer.

      2. Het apparaat op dichtheid controleren.

      Oorzaak:

      Geen brandstof.

      Oplossing:

      Bediener

      1. De brandstoftoevoer controleren.

      Oorzaak:

      Afvoergas-temperatuurbegrenzer werd geactiveerd (controlelampje service knippert 4 maal)

      Oplossing:

      Bediener

      1. De apparaatschakelaar op '0' zetten.

      2. Het apparaat laten afkoelen.

      3. Het apparaat inschakelen.

      Oorzaak:

      Storing treedt herhaaldelijk op

      Oplossing:

      Bediener

      1. De klantenservice op de hoogte brengen.

      Het controlelampje Service knippert 1x

      Oorzaak:

      Lek in het hogedruksysteem

      Oplossing:

      Bediener

      1. Controleer het hogedruksysteem en de aansluitingen op lekken.

      Het controlelampje Service knippert 2x

      Oorzaak:

      Fout in de spanningsvoorziening of stroomverbruik van de motor te hoog.

      Oplossing:

      Bediener

      1. Controleer de spanningaansluiting en de netzekeringen.

      2. De klantenservice op de hoogte brengen.

      Het controlelampje service knippert 3x

      Oorzaak:

      Motor overbelast of oververhit.

      Oplossing:

      Bediener

      1. De apparaatschakelaar op '0' zetten.

      2. Het apparaat laten afkoelen.

      3. Het apparaat inschakelen.

      Oorzaak:

      Storing treedt herhaaldelijk op

      Oplossing:

      Serviceafdeling

      1. De klantenservice op de hoogte brengen.

      Het controlelampje Service knippert 4x

      Oorzaak:

      Afvoergas-temperatuurbegrenzer is geactiveerd.

      Oplossing:

      Bediener

      1. De apparaatschakelaar op '0' zetten.

      2. Het apparaat laten afkoelen.

      3. Het apparaat inschakelen.

      Oorzaak:

      Storing treedt herhaaldelijk op

      Oplossing:

      Serviceafdeling

      1. De klantenservice op de hoogte brengen.

      Het controlelampje Service knippert 5x

      Oorzaak:

      Watertekort.

      Oplossing:

      Bediener

      1. Controleer de wateraansluiting en de toevoerleidingen.

      Oorzaak:

      De reedschakelaar in de watertekortbeveiliging zit vast of de magneetzuiger is vastgelopen.

      Oplossing:

      Serviceafdeling

      1. De klantenservice op de hoogte brengen.

      Het controlelampje Service knippert 6x

      Oorzaak:

      De vlamsensor heeft de brander uitgeschakeld.

      Oplossing:

      Serviceafdeling

      1. De klantenservice op de hoogte brengen.

      Het controlelampje Service knippert 7x

      Oorzaak:

      Fout temperatuursensor wateruitlaat.

      Oplossing:

      Serviceafdeling

      1. De klantenservice op de hoogte brengen.

      Het controlelampje Service knippert 8x

      Oorzaak:

      Communicatiefout.

      Oplossing:

      Serviceafdeling

      1. De klantenservice op de hoogte brengen.

      Controlelampje service brandt

      Oorzaak:

      Onderhoud vereist.

      Het apparaat blijft werken.

      Oplossing:

      Klantenservice

      1. De klantenservice op de hoogte brengen.

      Onvoldoende of geen toevoer van reinigingsmiddel

      Oorzaak:

      Dosering te laag ingesteld.

      Oplossing:

      Bediener

      1. De dosering verhogen.

      Oorzaak:

      Reinigingsmiddelfilter verstopt of reservoir leeg (led Reinigingsmiddel brandt of knippert).

      Oplossing:

      Bediener

      1. Het filter reinigen.

      2. Reinigingsmiddel bijvullen.

      Oorzaak:

      Reinigingsmiddel-zuigslangen, -doseerventiel of -magneetventiel lekt of is verstopt.

      Oplossing:

      Bediener, klantenservice

      1. De toevoer van reinigingsmiddel controleren.

      2. Defecte of lekkende onderdelen vervangen.

      Oorzaak:

      Storing treedt herhaaldelijk op

      Oplossing:

      Bediener

      1. De klantenservice op de hoogte brengen.

      Led voor systeemonderhoud brandt

      Oorzaak:

      Systeemonderhoud verbruikt.

      Oplossing:

      Bediener

      1. Systeemonderhoud bijvullen.

      Pomp komt niet onder druk

      Oorzaak:

      Sproeier uitgespoeld.

      Oplossing:

      Bediener

      1. Sproeier vervangen.

      Oorzaak:

      Reinigingsmiddelreservoir leeg.

      Oplossing:

      Bediener

      1. Reinigingsmiddel bivullenj of het doseerventiel sluiten.

      Oorzaak:

      Niet genoeg water.

      Oplossing:

      Bediener

      1. Zorgen voor voldoende watertoevoer.

      Oorzaak:

      Schoonwaterfilter is vuil.

      Oplossing:

      Bediener

      1. Schoonwaterfilter reinigen.

      Oorzaak:

      Reinigingsmiddel-doseerventiel lekt.

      Oplossing:

      Bediener

      1. Het ventiel controleren en afdichten.

      Oorzaak:

      Reinigingsmiddelslang lekt.

      Oplossing:

      Bediener

      1. De reinigingsmiddelslangen vervangen.

      Oorzaak:

      Vlotterklep zit klem.

      Oplossing:

      Bediener

      1. Controleren of het ventiel vrij kan bewegen.

      Oorzaak:

      Veiligheidsventiel lek.

      Oplossing:

      Klantenservice

      1. De instellingen controleren.

      2. Indien nodig een nieuwe afdichting installeren.

      Oorzaak:

      Volumeregelventiel lekt of is te laag ingesteld.

      Oplossing:

      Klantenservice

      1. De onderdelen van het ventiel controleren.

      2. De onderdelen vervangen als ze beschadigd zijn, of deze reinigen als ze vuil zijn.

      Oorzaak:

      Magneetventiel drukontlasting defect.

      Oplossing:

      Klantenservice

      1. Het magneetventiel vervangen.

      Hogedrukpomp klopt, manometer zwenkt sterk

      Oorzaak:

      Trillingsdemper defect.

      Oplossing:

      Klantenservice

      1. De trillingsdemper vervangen.

      Oorzaak:

      Hogedrukpomp zuigt een kleine hoeveelheid lucht aan.

      Oplossing:

      Klantenservice

      1. Het aanzuigsysteem controleren en eventuele lekken verhelpen.

      Oorzaak:

      Reinigingsmiddelreservoir leeg en reinigingsmiddeldosering geactiveerd.

      Oplossing:

      Bediener

      1. Reinigingsmiddel bijvullen of de reinigingsmiddeldosering op 0 instellen.

      Oorzaak:

      Niet genoeg water, watertoevoer/schoonwaterfilter verstopt.

      Oplossing:

      Bediener

      1. De watertoevoer controleren.

      2. Schoonwaterfilter reinigen.

      Het apparaat schakelt voortdurend aan/uit wanneer het hogedrukpistool open is.

      Oorzaak:

      Sproeier in de straalbuis verstopt.

      Oplossing:

      Bediener

      1. De sproeier controleren en reinigen.

      Oorzaak:

      Apparaat verkalkt.

      Oplossing:

      Bediener/klantendienst

      1. Het apparaat ontkalken (zie Apparaat ontkalken)

      Oorzaak:

      Het schakelpunt van de overstroomklep is ontregeld.

      Oplossing:

      Klantenservice

      1. De overstroomklep opnieuw instellen.

      Apparaat schakelt niet uit wanneer het hogedrukpistool gesloten is

      Oorzaak:

      Lucht in de pomp.

      Oplossing:

      Bediener

      1. Het apparaat ontluchten.

      Oorzaak:

      Veiligheidsventiel of afdichting veiligheidsventiel defect.

      Oplossing:

      Serviceafdeling

      1. De veiligheidsklep of de afdichting vervangen.

      Oorzaak:

      Drukschakelaar defect.

      Oplossing:

      Serviceafdeling

      1. De klantenservice op de hoogte brengen.

      Garantie

      In elk land gelden de garantievoorwaarden die door onze verantwoordelijke verkoopmaatschappij zijn uitgegeven. Mogelijke storingen aan uw apparaat verhelpen we binnen de garantieperiode gratis, voor zover een materiaal- of fabricagefout de oorzaak is. Als u gebruik wilt maken van de garantie, neemt u met uw aankoopbon contact op met uw distributeur of de dichtstbijzijnde geautoriseerde klantenservice.

      Meer informatie vindt u onder: www.kaercher.com/dealersearch

      Meer informatie over de garantie (indien beschikbaar) vindt u in het servicegedeelte van uw lokale Kärcher-website onder "Downloads".

      EU-conformiteitsverklaring

      Hierbij verklaren wij dat het hieronder genoemde product voldoet aan de desbetreffende bepalingen van de vermelde richtlijnen en verordeningen. Bij een niet door ons goedgekeurde wijziging van het product verliest deze verklaring zijn geldigheid.

      Product: Hogedrukreiniger ST

      Type: 1.698-xxx

      Type: 1.699-xxx

      Richtlijnen en verordeningen

      2006/42/EG (+2009/127/EG)

      2014/30/EU

      2014/68/EU

      2011/65/EU

      2009/125/EG

      (EU) 2019/1781

      Toegepaste geharmoniseerde normen

      EN 60335-1

      EN 60335-2-79

      EN 55014-1: 2017 + A11: 2020

      EN 55014-2: 1997 + A1: 2001 + A2: 2008

      EN 61000-3-2: 2014

      EN IEC 63000: 2018

      HDS 8/18-4 ST; HDS 10/21-4 ST

      EN 61000-3-3: 2013

      HDS 13/20-4 ST

      EN 61000-3-11: 2000

      Naam en adres

      Gevolmachtigde voor de documentatie:

      S. Reiser

      Alfred Kärcher SE & Co. KG

      Alfred-Kärcher-Str. 28 - 40

      71364 Winnenden (Germany)

      Tel.: +49 7195 14-0

      Fax: +49 7195 14-2212


      Winnenden, 2024/09/01

      De ondergetekenden handelen in opdracht en met volmacht van de directie.

      Alfred Kärcher SE & Co. KG

      Alfred-Kärcher-Str. 28 - 40

      71364 Winnenden (Germany)

      Tel.: +49 7195 14-0

      Fax: +49 7195 14-2212

      Technische gegevens

      • HDS 8/18-4 St 

      • HDS 10/21-4 St 

      • HDS 13/20-4 St 

      HDS 8/18-4 St

      Elektrische aansluiting
      Netspanning
      400 V
      Fase
      3 ~
      Netfrequentie
      50 Hz
      Aansluitvermogen
      5,5 kW
      Netbeveiliging (type C, gL/gG)
      16 A
      Beschermingsgraad
      IPX5
      Beschermingsklasse
      I
      Wateraansluiting
      Toevoerdebiet (min.)
      1000 (16,7) l/h (l/min)
      Toevoerdruk (max.)
      1 (10) MPa (bar)
      Toevoertemperatuur (max.)
      30 °C
      Gegevens capaciteit apparaat
      Opbrengst, water
      800 (13,3) l/h (l/min)
      Werkdruk water met standaard mondstuk
      18 (180) MPa (bar)
      Overdruk veiligheidsventiel (maximum)
      24,0 (240) MPa (bar)
      Bedrijfstemperatuur warm water (maximum)
      98 °C
      Opbrengst, reinigingsmiddel
      0-45 (0-0,75) l/h (l/min)
      Brandervermogen
      61 kW
      Watertemperatuurverhoging totaal, bij volle belasting
      65 K
      Stookolieverbruik (max.)
      5,1 kg/h
      Reactiekracht van het hogedrukpistool
      65 N
      Sproeiergrootte van de standaardsproeier
      043
      Afmetingen en gewichten
      Typisch bedrijfsgewicht
      134 kg
      Lengte
      1141 mm
      Breedte
      577 mm
      Hoogte met schoorsteenadapter
      936 mm
      Hogedrukpomp
      Inhoud
      0,5 l
      Type olie
      SAE 15W-40
      Brander
      Brandstof
      Stookolie EL of diesel
      Berekende waarden conform EN 60335-2-79
      Geluidsdrukniveau LpA
      78 dB(A)
      Onzekerheid KpA
      3 dB(A)
      Geluidsvermogensniveau LWA + onzekerheid KWA
      95 dB(A)
      Hand-arm-vibratiewaarde
      3,9 m/s2
      Onzekerheid K
      0,9 m/s2

      HDS 10/21-4 St

      Elektrische aansluiting
      Netspanning
      400 V
      Fase
      3 ~
      Netfrequentie
      50 Hz
      Aansluitvermogen
      8 kW
      Netbeveiliging (type C, gL/gG)
      25 A
      Beschermingsgraad
      IPX5
      Beschermingsklasse
      I
      Wateraansluiting
      Toevoerdebiet (min.)
      1300 (21,7) l/h (l/min)
      Toevoerdruk (max.)
      1 (10) MPa (bar)
      Toevoertemperatuur (max.)
      30 °C
      Gegevens capaciteit apparaat
      Opbrengst, water
      1000 (16,7) l/h (l/min)
      Werkdruk water met standaard mondstuk
      21 (210) MPa (bar)
      Overdruk veiligheidsventiel (maximum)
      27,0 (270) MPa (bar)
      Bedrijfstemperatuur warm water (maximum)
      98 °C
      Opbrengst, reinigingsmiddel
      0-58 (0-0,97) l/h (l/min)
      Brandervermogen
      77 kW
      Watertemperatuurverhoging totaal, bij volle belasting
      65 K
      Stookolieverbruik (max.)
      6,5 kg/h
      Reactiekracht van het hogedrukpistool
      57 N
      Sproeiergrootte van de standaardsproeier
      050
      Afmetingen en gewichten
      Typisch bedrijfsgewicht
      143 kg
      Lengte
      1141 mm
      Breedte
      577 mm
      Hoogte met schoorsteenadapter
      936 mm
      Hogedrukpomp
      Inhoud
      0,65 l
      Type olie
      SAE 15W-40
      Brander
      Brandstof
      Stookolie EL of diesel
      Berekende waarden conform EN 60335-2-79
      Geluidsdrukniveau LpA
      78 dB(A)
      Onzekerheid KpA
      3 dB(A)
      Geluidsvermogensniveau LWA + onzekerheid KWA
      95 dB(A)
      Hand-arm-vibratiewaarde
      3,8 m/s2
      Onzekerheid K
      1,3 m/s2

      HDS 13/20-4 St

      Elektrische aansluiting
      Netspanning
      400 V
      Fase
      3 ~
      Netfrequentie
      50 Hz
      Aansluitvermogen
      9,5 kW
      Netbeveiliging (type C, gL/gG)
      25 A
      Beschermingsgraad
      IPX5
      Beschermingsklasse
      I
      Maximaal toegestane netimpedantie
      0,3784 Ω
      Wateraansluiting
      Toevoerdebiet (min.)
      1500 (25) l/h (l/min)
      Toevoerdruk (max.)
      1 (10) MPa (bar)
      Toevoertemperatuur (max.)
      30 °C
      Gegevens capaciteit apparaat
      Opbrengst, water
      1300 (21,7) l/h (l/min)
      Werkdruk water met standaard mondstuk
      20 (200) MPa (bar)
      Overdruk veiligheidsventiel (maximum)
      27,0 (270) MPa (bar)
      Bedrijfstemperatuur warm water (maximum)
      98 °C
      Opbrengst, reinigingsmiddel
      0-45 (0-0,75) l/h (l/min)
      Brandervermogen
      108 kW
      Watertemperatuurverhoging totaal, bij volle belasting
      65 K
      Stookolieverbruik (max.)
      9,1 kg/h
      Reactiekracht van het hogedrukpistool
      72 N
      Sproeiergrootte van de standaardsproeier
      070
      Afmetingen en gewichten
      Typisch bedrijfsgewicht
      168 kg
      Lengte
      1141 mm
      Breedte
      577 mm
      Hoogte met schoorsteenadapter
      940 mm
      Hogedrukpomp
      Inhoud
      0,65 l
      Type olie
      SAE 15W-40
      Brander
      Brandstof
      Stookolie EL of diesel
      Berekende waarden conform EN 60335-2-79
      Geluidsdrukniveau LpA
      78 dB(A)
      Onzekerheid KpA
      3 dB(A)
      Geluidsvermogensniveau LWA + onzekerheid KWA
      95 dB(A)
      Hand-arm-vibratiewaarde
      4,8 m/s2
      Onzekerheid K
      1 m/s2

      Maatblad HDS 8/18-4 ST+HDS 10/21-4 ST


      Maatblad HDS 13/20-4 ST


      Klantenservice

      Installatietype:
      Fabrikantnr:
      Inbedrijfstelling op:
      Test uitgevoerd op:
      Bevindingen:
      Handtekening
      Test uitgevoerd op:
      Bevindingen:
      Handtekening
      Test uitgevoerd op:
      Bevindingen:
      Handtekening
      Test uitgevoerd op:
      Bevindingen:
      Handtekening
      <BackPage>

      2-2-NN-A4-GS-20906



      </BackPage>