LogoRCX 4RCX 6 
  • Veiligheidsinstructies
    • Gevarenniveaus
    • Algemene veiligheidsinstructies
    • Veiligheidsinstructies voor installatie
    • Veiligheidsinstructies voor dagelijkse werking
    • Veiligheid van personen en dieren
    • FCC-regels
  • Reglementair gebruik
  • Milieubescherming
  • Toebehoren en reserveonderdelen
  • Leveringsomvang
  • Symbolen op het apparaat
  • Beschrijving apparaat
    • Symbolen op het display
    • Symbolen op het bedieningspaneel
  • Inbedrijfstelling
    • Gazon voorbereiden
    • Installeren van het oplaadstation
    • Installeren van de RTK-antenne
    • Grasmaaier activeren
    • Grasmaaier verbinden met app
  • Werking
    • Wachtwoord wijzigen
    • Grasmaaier inschakelen
    • Grasmaaier uitschakelen
    • Kaart opmaken
    • Bewerkingsopties in de app
    • Firmware-update uitvoeren
  • Vervoer
  • Opslag
  • Verzorging en onderhoud
    • Apparaat reinigen
    • Mes vervangen
    • Accu vervangen
  • Hulp bij storingen
    • Het apparaat blijft op het gazon tijdens de werking.

    • Het apparaat keert terug naar het oplaadstation.

    • Het apparaat keert niet correct terug naar het oplaadstation.

    • Het apparaat werkt met de ingeschakelde regensensor, hoewel het niet regent.

    • Het apparaat positioneert zichzelf niet correct.

    • Het maaiblad is geblokkeerd.

    • Het apparaat werkt niet volgens het tijdschema.

  • Technische gegevens
    • RCX 4
    • RCX 6
  • Garantie
  • EU-conformiteitsverklaring

      RCX 4
      RCX 6 

      59796820 (09/24)

      Veiligheidsinstructies

      Lees voor het eerste gebruik van het toestel deze veiligheidsaanwijzingen, deze originele gebruiksaanwijzing, de bij het accupack geleverde veiligheidsaanwijzingen en de meegeleverde veiligheidsinstructies accupack / standaard oplader. Handel overeenkomstig. Bewaar de documentatie voor later gebruik of voor de volgende eigenaar.

      Naast de instructies in de gebruiksaanwijzing moet u ook de algemene wettelijke veiligheidsvoorschriften en de voorschriften inzake ongevallenpreventie in acht nemen.

      Gevarenniveaus

      GEVAAR

      Aanwijzing voor direct dreigend gevaar dat tot zware of dodelijke verwondingen leidt.

      WAARSCHUWING

      Aanwijzing voor een mogelijk gevaarlijke situatie die tot zware of dodelijke verwondingen kan leiden.

      VOORZICHTIG

      Aanwijzing voor een mogelijk gevaarlijke situatie die tot lichte verwondingen kan leiden.

      LET OP

      Aanwijzing voor een mogelijk gevaarlijke situatie die tot materiële schade kan leiden.

      Algemene veiligheidsinstructies

      WAARSCHUWING

      Lees alle veiligheidswaarschuwingen, instructies, illustraties en specificaties die bij dit product worden geleverd.

      Het niet opvolgen van alle onderstaande instructies kan leiden tot elektrische schokken, brand en/of ernstig letsel.

      Dit product is niet bedoeld voor gebruik door kinderen of personen met verminderde fysieke, zintuiglijke of mentale capaciteiten (die een effect kunnen hebben op de veilige omgang met het product) of gebrek aan ervaring en kennis, tenzij zij onder toezicht staan of over het gebruik van het product instructies hebben gekregen van een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid.

      WAARSCHUWING

      • Automatische grasmaaier! Blijf uit de buurt van de machine! Houd toezicht op kinderen!

      • Bewaar alle waarschuwingen en instructies voor toekomstig gebruik.

      1. Veiligheid op de werkplek

        1. Gebruik de machine niet in een explosieve omgeving, zoals in de aanwezigheid van brandbare vloeistoffen, gassen of stof. Machines veroorzaken vonken die het stof of de dampen kunnen doen ontbranden.

        2. Lees de instructies zorgvuldig. Wees vertrouwd met de bedieningselementen en het juiste gebruik van de machine.

        3. Laat de machine nooit gebruiken door mensen die niet op de hoogte zijn van deze instructies of door kinderen. Lokale voorschriften kunnen de leeftijd van de bediener en sommige functies van de machine beperken.

        4. De bediener of gebruiker is verantwoordelijk voor ongevallen of gevaren die zich voordoen voor andere personen of hun eigendom.

        5. Als het maaigebied dalingen bevat, zoals trappen, zwembaden of steile hellingen waar de robot zou kunnen vallen, moet het gevaarlijke gebied fysiek worden afgescheiden om te voorkomen dat de robot hier naartoe gaat.

      2. Elektrische veiligheid

        1. Netstekkers moeten bij het stopcontact passen. Wijzig nooit iets aan de stekker. Gebruik geen laadstekkers bij geaarde toestellen. Ongewijzigde stekkers en passende stopcontacten verminderen het risico op elektrische schokken.

        2. Vermijd lichaamscontact met geaarde oppervlakken zoals leidingen, radiatoren, fornuizen en koelkasten. Er is een verhoogd risico op elektrische schokken als je lichaam geaard is.

        3. Misbruik het snoer niet. Gebruik het snoer nooit om een apparaat te dragen, te trekken of los te koppelen. Beschadigde of verstrikte snoeren verhogen het risico op een elektrische schok.

        4. Als een apparaat met netaansluiting buiten of in een vochtige omgeving gebruikt wordt, gebruik dan een met aardlekschakelaar (RCD) beveiligde voeding. Het gebruik van een RCD vermindert het risico op elektrische schokken.

        5. Zorg voor de juiste installatie van het automatische perimeterafbakeningssysteem volgens de instructies.

        6. Controleer regelmatig het gebied waar de machine gebruikt gaat worden en verwijder alle stenen, stokken, draden, botten en andere vreemde voorwerpen.

        7. Controleer regelmatig visueel of de messen, mesbouten en maai-eenheid niet versleten of beschadigd zijn. Vervang versleten of beschadigde messen en bouten in sets om evenwicht te behouden.

        8. Wees voorzichtig bij machines met meerdere spoelen omdat het draaien van een blad andere bladen kan doen draaien.

      3. Persoonlijke veiligheid

        1. Laat de machine niet bedienen door personen die niet bekend zijn met de machine of deze instructies. Machines zijn gevaarlijk in de handen van ongetrainde gebruikers.

        2. Blijf alert, let op wat je doet en gebruik jouw gezond verstand wanneer je een apparaat bedient. Gebruik geen apparaat als je moe bent of onder invloed van drugs, alcohol of medicijnen.

        3. Verwijder een eventuele stelsleutel of sleutel voordat je de machine bedient. Een sleutel of een sleutel die aan een draaiend deel van de machine is bevestigd, kan leiden tot persoonlijk letsel.

        4. Als je de machine handmatig bedient, moet je altijd goed blijven staan en jouw evenwicht bewaren. Hierdoor kan de machine in onverwachte situaties beter onder controle worden gehouden.

        5. Laat de vertrouwdheid met het veelvuldig gebruik van machines niet toe dat je zelfgenoegzaam wordt en de veiligheidsbeginselen voor gereedschap negeert. 

      4. Machinegebruik en -onderhoud

        1. Haal de stekker uit het stopcontact en schakel het apparaat uit voordat je eventuele aanpassingen doorvoert, accessoires verwisselt of het apparaat opbergt. Dergelijke preventieve veiligheidsmaatregelen verminderen het risico dat het apparaat per ongeluk wordt gestart.

        2. Onderhoud van machines en accessoires. Controleer op foutieve uitlijning of binding van bewegende delen, breuk van onderdelen en elke andere omstandigheid die de werking van de machine kan beïnvloeden. Als er schade is, laat de machine dan repareren alvorens deze te gebruiken.

        3. Gebruik de machine en accessoires volgens deze instructies, rekening houdend met de werkomstandigheden en de uit te voeren werkzaamheden.Gebruik van de machine voor andere dan de bedoelde werkzaamheden kan leiden tot een gevaarlijke situatie.

        4. Gebruik de machine nooit met defecte afschermingen of zonder veiligheidsvoorzieningen. Bijvoorbeeld overlopers en/of grasopvangers, op hun plaats.

        5. Plaats je handen of voeten niet in de buurt van of onder draaiende onderdelen. Blijf altijd uit de buurt van de afvoeropening.

        6. Til of draag een machine nooit terwijl de motor draait.

        7. Schakel het apparaat uit

          - voordat je een verstopping verwijdert;- voordat je de machine controleert, schoonmaakt of eraan werkt.

        8. Laat de machine niet zonder toezicht werken als je weet dat er huisdieren, kinderen of mensen in de buurt zijn.

      5. Onderhoud

        1. Laat jouw machine onderhouden door een gekwalificeerde reparateur die uitsluitend originele vervangingsonderdelen gebruikt. Zo blijft de veiligheid van de machine gewaarborgd.

        2. Zorg ervoor dat alle moeren, bouten en schroeven goed aangedraaid blijven om de veilige werking van de machine te waarborgen.

        3. Controleer de grasvangkorf regelmatig op slijtage of schade.

        4. Vervang versleten of beschadigde onderdelen voor de veiligheid.

        5. Zorg ervoor dat enkel originele reserveonderdelen gebruikt worden die bij het product passen.

        6. Zorg ervoor dat accu's worden opgeladen met de juiste oplader die wordt aanbevolen door de fabrikant. Onjuist gebruik kan leiden tot elektrische schokken, oververhitting of lekkage van bijtende vloeistof uit de accu.

        7. In geval van lekkage van elektrolyt, spoel met water/neutraliseermiddel, zoek medische hulp als het in contact komt met de ogen, enz.

        8. Het onderhoud van de machine moet gebeuren volgens de instructies van de fabrikant.

      6. Gebruik van de batterij en onderhoud

        1. Laad alleen op met de door de fabrikant gespecificeerde lader. Een oplader die geschikt is voor een bepaald type batterij kan brandgevaar opleveren wanneer deze met een andere batterij wordt gebruikt.

        2. Gebruik het apparaat alleen met speciaal daarvoor bestemde batterijen. Het gebruik van andere batterijenkan gevaar voor letsel en brand opleveren.

        3. Als de batterij niet in gebruik is, houd hem dan uit de buurt van andere metalen voorwerpen, zoals paperclips, munten, sleutels, spijkers, schroeven of andere kleine metalen voorwerpen, die een verbinding kunnen maken van de ene aansluiting naar de andere. Het kortsluiten van de batterijpolen kan brandwonden of brand veroorzaken.

        4. Onder extreme omstandigheden kan er vloeistof uit de batterij komen; vermijd contact. Bij toevallig contact, spoelen met water. Als vloeistof in de ogen komt, bovendien medische hulp inroepen. Vloeistof die uit de batterij komt kan irritatie of brandwonden veroorzaken.

        5. Gebruik geen batterij of gereedschap dat beschadigd of gewijzigd is. Beschadigde of gewijzigde batterijen kunnen onvoorspelbaar gedrag vertonen met brand, explosie of kans op letsel tot gevolg.

        6. Stel een batterij of gereedschap niet bloot aan vuur of een te hoge temperatuur. Blootstelling aan vuur of temperatuur boven 130 °C kan explosie veroorzaken.

        7. Volg alle oplaadinstructies en laad de batterij of het gereedschap niet op buiten het in de instructies aangegeven temperatuurbereik. Verkeerd opladen of bij temperaturen buiten het gespecificeerde bereik kunnen de batterij beschadigen en het risico van brand vergroten.

      Veiligheidsinstructies voor installatie

      • Installeer het laadstation, inclusief accessoires, niet op een locatie onder of binnen 50 cm van brandbaar materiaal. In geval van een storing, is het mogelijk dat het laadstation en de stroomvoorziening opwarmen, waardoor brandgevaar ontstaat.

      • Plaats de stroomvoorziening niet op een hoogte waar het risico bestaat dat deze in het water terechtkomt. Zet de stroomvoorziening niet op de grond.

      • Kapsel de stroomvoorziening niet in. Condenswater kan de stroomvoorziening beschadigen en het risico op elektrische schokken vergroten.

      • Installeer het laadstation niet op plaatsen waar een risico op stilstaand water bestaat.

      Veiligheidsinstructies voor dagelijkse werking

      • Houd je handen en voeten uit de buurt van de draaiende messen. Plaats je handen of voeten niet in de buurt van of onder het product wanneer het op ON staat.

      • Gebruik de parkeermodus of zet het product op OFF als er personen, vooral kinderen of dieren, in het werkgebied zijn.

      • Zorg ervoor dat er geen voorwerpen zoals stenen, takken, gereedschap of speelgoed op het gras liggen. De messen kunnen beschadigd geraken als ze een voorwerp raken.

      • Til het product niet op of verplaats het niet wanneer het op ON staat.

      • Zorg ervoor dat het product niet botst tegen personen of dieren. Als een persoon of dier in de weg komt van het product, stop het product dan onmiddellijk.

      • Plaats geen voorwerpen bovenop het product, het laadstation of het RTK-referentiestation.

      • Gebruik het product niet als de STOP-knop niet werkt.

      • Zet het product altijd op OFF als het niet in gebruik is.

      • Gebruik het product niet samen met een pop-upsproeier. Gebruik de functie Schedule (Schema) om in te stellen dat het product en de pop-upsproeier niet tegelijkertijd werken.

      • Laat het product niet werken als er water in het werkgebied staat. Bijvoorbeeld wanneer er plassen ontstaan door hevige regen.

      • Stel het apparaat niet bloot aan water onder hoge druk.

      Veiligheid van personen en dieren

      • Breng in gebieden die toegankelijk zijn voor het publiek waarschuwingsinformatie met de volgende inhoud aan rond het maaigebied:

        LET OP

        Automatische grasmaaier! Blijf uit de buurt van het apparaat! Houd toezicht op kinderen.

      Gebruik het apparaat alleen onder de volgende omstandigheden:

      • Het apparaat is niet vuil.

      • Het apparaat vertoont geen schade of slijtage.

      • Het laadstation, de stroomvoorziening en de bijbehorende elektrische voedingskabels zijn onbeschadigd en werken naar behoren.

      FCC-regels

      Instructie

      • Dit apparaat is getest en voldoet aan de beperkingen voor een digitaal apparaat van klasse B, overeenkomstig deel 15 van de FCC-regels.

      • Deze beperkingen zijn ontworpen om voldoende bescherming te bieden tegen schadelijke storingen in woongebieden.

      • Deze uitrusting genereert, gebruikt en kan hoogfrequente stroom uitzenden. Indien deze niet geïnstalleerd en gebruikt wordt in overeenstemming met de instructies, kan deze schadelijke storingen veroorzaken in het radioverkeer.

      • Er bestaat echter geen garantie dat bij bepaalde toepassingen geen storingen zullen optreden.

      • Als dit apparaat storingen veroorzaakt bij de radio- of televisieontvangst, hetgeen kan worden vastgesteld door het apparaat uit en aan te zetten, raden wij aan de storing te verhelpen door een of meer van de volgende maatregelen:

        • Verander de positionering of locatie van de ontvangstantenne.

        • Vergroot de afstand tussen het apparaat en de ontvanger.

        • Sluit het apparaat aan op een stopcontact op een andere stroomkring dan die van de ontvanger.

        • Neem contact op met een gespecialiseerde dealer of ervaren radio/televisietechnieker.

      Instructie

      Het apparaat mag niet samen met een andere ontvangstantenne of een andere transmitter worden geïnstalleerd of gebruikt.

      Instructie

       Om aan de FCC-richtlijnen te voldoen, moet het apparaat op minstens 20 cm afstand van mensen in de buurt worden geïnstalleerd.

      Instructie

      Dit apparaat voldoet aan deel 15 van de FCC-voorschriften en aan de RSS-norm(en) voor licentievrijstelling van Industry Canada.

      De werking is onderworpen aan de volgende twee voorwaarden:

      1. Dit apparaat mag geen schadelijke interferentie veroorzaken, en

      2. Dit apparaat moet alle ontvangen storingen accepteren, inclusief storingen die een ongewenste werking kunnen veroorzaken.

      Opmerking

      Wijzigingen of aanpassingen aan deze apparatuur die niet uitdrukkelijk door Kärcher zijn goedgekeurd, kunnen de FCC-machtiging voor het gebruik van deze apparatuur ongeldig maken.

      Reglementair gebruik

      GEVAAR

      Niet-reglementair gebruik

      Levensgevaar door snijwonden

      Gebruik het apparaat alleen volgens de voorschriften.
      • Gebruik de accu-grasmaaier uitsluitend voor privé-doeleinden.

      • Het apparaat is alleen voor gebruik buiten bedoeld.

      • Het apparaat is voor het maaien van privé-gazons bedoeld.

      • Op het apparaat mag niet door personen worden gereden.

      • Het vervoer van personen en dieren is niet toegestaan.

      Elk ander gebruik is niet toegestaan. Voor schade door niet-reglementair gebruik is de gebruiker aansprakelijk.

      Milieubescherming

      De verpakkingsmaterialen zijn herbruikbaar. Verwijder verpakkingen op een milieuvriendelijke manier.

      Elektrische en elektronische apparaten bevatten waardevolle recyclebare materialen en vaak bestanddelen zoals batterijen, accu's of olie, die bij onjuiste omgang of verkeerd afvalverwijdering een potentieel gevaar voor de gezondheid van de mens en voor het milieu kunnen vormen. Voor een correcte werking van het apparaat zijn deze bestanddelen echter noodzakelijk. Voer apparaten met dit symbool niet samen met het huisvuil af.

      Instructies betreffende ingrediënten (REACH)

      Actuele informatie over ingrediënten vindt u op: www.kaercher.de/REACH

      Toebehoren en reserveonderdelen

      Gebruik alleen origineel toebehoren en originele reserveonderdelen. Deze garanderen een veilige en storingsvrije werking van het apparaat.

      Informatie over toebehoren en reserveonderdelen vindt u onder www.kaercher.com.

      Leveringsomvang

      De leveringsomvang van het apparaat is op de verpakking afgebeeld. Controleer de inhoud bij het uitpakken op volledigheid. Bij ontbrekend toebehoren of bij transportschade neemt u contact op met uw distributeur.

      Symbolen op het apparaat

      Volg alle waarschuwingen en veiligheidsaanwijzingen op. Voordat u het product gebruikt, moet u alle aanwijzingen hebben gelezen en begrepen.
      Let op weggeslingerde of vliegende voorwerpen. Houd alle toeschouwers, in het bijzonder kinderen en huisdieren, minstens 15 m uit de buurt van het werkbereik.
      Let op scherpe messen. De mesbladen blijven nog draaien nadat de motor wordt uitgeschakeld.
      Let op scherpe messen. Rijd niet op de machine.
      Gooi het apparaat niet weg met het huisvuil.

      Beschrijving apparaat

      In deze gebruiksaanwijzing wordt de maximale uitrusting beschreven. Afhankelijk van het model zijn er verschillen in de leveringsomvang (zie verpakking).


      1. LedlampenDe ledlampen geven de werkingsstatus van de robotmaaier aan.
      2. BotsingssensorAls het vermijden van zichtbare obstakels niet mogelijk is, zorgt de botsingssensor voor een veilige werking van de machine.
      3. Display met bedieningsveld
      4. STOP-toetsNOODSTOP om de maaier onmiddellijk te stoppen.
      5. RegensensorBij regen kan de regensensor de maaier terugsturen naar het oplaadstation.
      6. Stereocamera met AIDe stereocamera met AI-ondersteuning helpt de maaier om obstakels te herkennen en eromheen te gaan.
      7. OplaadcontactenDe oplaadcontacten zijn verbonden met de elektroden van het oplaadstation om de accu van de robotmaaier op te laden.
      8. MaaibladHet gazon wordt gemaaid door de roterende, draaiende mesbladen op het maaiblad.
      9. voorwielenDe voorwielen worden gebruikt om de robotmaaier aan te drijven en te besturen.
      10. AchterwielHet achterwiel wordt gebruikt voor de aandrijving en stuurinrichting van de robotmaaier.
      11. AccupakketvakInbouwplaats van het accupakket.
      12. Oplaadstation
      13. Grondpennen voor RTK-antenne
      14. Grondpennen oplaadstation
      15. Schroeven voor muurbevestiging
      16. Reservemes
      17. Reserveschroeven

      * optional

      Symbolen op het display

      Symbool
      Betekenis
      Wachtwoord instellingen
      Tijd instellingen
      Bluetooth
      WLAN

      Symbolen op het bedieningspaneel

      Symbool
      Betekenis
      AAN/UIT-toets
      START-toets/Werkstart/Menu-navigatie "boven".
      HOME-toets/Terug naar oplaadstation/Menu-navigatie "onder"
      OK-toets/Bevestigen

      Inbedrijfstelling

      GEVAAR

      Beschadigingsgevaar

      Kabels en leidingen die onbeschermd in het maaigebied liggen, kunnen beschadigd geraken!

      Laat geen kabels en leidingen onbeschermd achter in het maaigebied.

      WAARSCHUWING

      Gevaar voor verbranding

      Laad de grasmaaier niet op als de grasmaaier zelf, het oplaadapparaat of het stopcontact beschadigd is.Laad de grasmaaier niet op als de temperatuur hoger is dan 40 °C (104 °F) of lager dan 5 °C (41 °F).Onderbreek het laadproces als er sprake is van een abnormale geur, abnormaal geluid of abnormaal licht.Laad niet op in de buurt van ontvlambare of explosieve materialen.

      Instructie

      Verwijder vóór inbedrijfstelling alle beschermfolies.

      Gazon voorbereiden

      WAARSCHUWING

      Risico op letsel door scherpe mesbladen.

      De messen van de maaier kunnen ernstige snijwonden veroorzaken.

      Zorg ervoor dat kinderen en huisdieren zich niet in het maaigebied bevinden.
      1. Verwijder takken, bladeren, speelgoed, kabels, stenen of andere obstakels van het gazon

      Instructie

      Voordat de robotmaaier wordt geïnstalleerd, moet het gazon worden gemaaid tot een maximale hoogte van 10 cm en moet het maaisel worden verzameld om optimale maairesultaten en een gezond gazon te garanderen.


      Instructie

      Het maaivlak mag niet groter zijn dan 1500m² voor het model RCX 4 en 3000m² voor het model RCX 6.

      Hoge muren of bomen mogen niet meer dan 30 % van het gazonoppervlak beslaan.

      Nauwe zones die smaller zijn dan 3 meter en langer dan 5 meter mogen niet meer dan 30% van het gazonoppervlak beslaan. Daardoor wordt gewaarborgd dat het satellietpositiesignaal voldoende dekking heeft.

      Installeren van het oplaadstation

      GEVAAR

      Gevaar van letsels

      Gebruik geen beschadigde kabels of stekkers. Controleer de kabels en stekkers regelmatig!

      Instructie

      Zorg ervoor dat de grasmaaier uit het oplaadstation kan rijden en kan terugkeren zonder belemmerd te worden. Plaats het oplaadstation op een vlakke ondergrond waar het WLAN van het huis bereik heeft.


      Er mogen zich geen obstakels bevinden binnen een straal van 1,5 m.


      Zorg ervoor dat het oplaadstation stevig op een vlakke ondergrond staat.


      1. Bevestig het oplaadstation met de grondpennen op het gazon.

      2. Sluit de netkabel aan op het oplaadstation.

        Instructie

        Zorg ervoor dat het netsnoer stevig aan de grond bevestigd is.

      Installeren van de RTK-antenne

      Instructie

      Zorg ervoor dat de locatie van de RTK-antenne gedekt wordt door het WLAN van het huis.


      Instructie

      Voor een goede signaalsterkte installeer je de RTK-antenne op een open grasveld in de open lucht. Houd minstens 1,5 m afstand van gebouwen en grote obstakels zoals bomen.


      Instructie

      Plaats de RTK-antenne rechtop.


      1. Bevestig de RTK-antenne aan de grond met de grondpennen.

      2. Sluit de verlengsnoer en het oplaadapparaat aan.

        Instructie

        Zorg ervoor dat het netsnoer stevig aan de wand en grond bevestigd is.

      Controleer het satellietsignaal:

      Indicatielampje satellietontvangst
      Groen licht: goede signaalsterkte
      Oranje licht: zwakke signaalsterkte
      Rood licht: zeer zwak signaal

      Instructie

      Als het locatie-indicatielampje oranje is, raden we aan om de RTK-antenne te verplaatsen naar een geschiktere plek.

      Als het locatie-indicatielamp rood is, moet je de RTK-antenne verplaatsen naar een geschiktere plek.

      WLAN-indicatielampje
      Groen licht verbonden met WLAN, servertoegang tot stand gebracht
      Groen knipperlicht: verbindt met WLAN of niet met de server verbonden.
      Geen groen licht: Niet verbonden met WLAN.
      LoRa-indicatielampje
      Groen licht: normale communicatie tussen de robotmaaier en RTK-antenne.
      Groen knipperlicht: Verbinding is gemaakt.
      Geen groen licht: Communicatiestoring
      Indicatielampje stroom
      Groen licht: Stroomstoring
      Groen knipperlicht: Stroomverbinding tot stand gebracht
      Geen groen licht: geen stroom

      Grasmaaier activeren

      1. Plaats de grasmaaier op het oplaadstation.

        Instructie

        Zorg ervoor dat de oplaadcontacten correct verbonden zijn.

        Als de grasmaaier correct verbonden is en oplaadt, knippert het ledlichtje aan het oplaadstation.


      2. Houd de AAN/UIT-toets gedurende enkele seconden ingedrukt.

      3. Wachtwoord invoeren en bevestigen.

        Instructie

        Bevestig met "OK" na elk ingevoerd cijfer.

        Het standaardwachtwoord is "0000".

        Bij het invoeren van het wachtwoord kan de START-toets gebruikt worden als plustoets (+) en de HOME-knop als mintoets (-).

      Grasmaaier verbinden met app

      Voordat u de app downloadt, moet u ervoor zorgen dat:

      • Het apparaat op het oplaadstation staat en goed wordt opgeladen.

      • De WLAN-dekking toereikend is.

      • Het WLAN van 2,4 GHz van de router geactiveerd is.

      Downloaden van de KÄRCHER Outdoor Robots App uit de Apple App Store® of uit de ™ Store.


      • ™ en ™ zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van Google Inc.

      • ® en ® zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van Apple Inc.

      De Kärcher Outdoor Robots App biedt onder andere de volgende hoofdfuncties:

      • Grasmaaier verbinden en activeren.

      • Kaart aanmaken

      • Status en voortgang van de grasmaaier opvragen.

      • Afstandsbediening: starten, stoppen, terugkeren naar het oplaadstation

      • Weergeven en wijzigen van de werkinstellingen van de grasmaaier (maaiplan, maaihoogte, kaartbeheer).

      • Weergeven en wijzigen van de veiligheids-/functie-instellingen van de grasmaaier (pin, mesbladstop, enz.).

      • Weergeven of updaten van de firmwareversie van het apparaat, weergeven van de status van de netwerkverbinding.

      • Apparaten verwijderen, wijzigen of toevoegen.

      • Helpinformatie en ondersteuning van de klantendienst opvragen.

        Grasmaaier verbinden met KÄRCHER Outdoor Robots App:

      1. Download de KÄRCHER Home Robots App in de Apple App Store of de Google Play Store.

      2. Open de KÄRCHER Outdoor Robots App.

      3. Maak een account aan en log in.

      4. Schakel bluetooth en WLAN in op de smartphone.

      5. Scan de SN-code van het apparaat om de grasmaaier toe te voegen.

      6. Zodra de verbinding met succes voltooid is, voer je het standaardwachtwoord 0000 in. Het wachtwoord kan worden gewijzigd in de app.

      7. Volg de stap-voor-stap instructies in de app.

      Werking

      Wachtwoord wijzigen

      1. Houd de START-toets en de HOME-toets gedurende 3 seconden ingedrukt.


      2. Voer het oude wachtwoord in.

        1. Stel cijfer per cijfer in door op de START- en HOME-toetsen te drukken.

          START-toets (+):


          HOME-toets (-):


        2. Bevestig elk cijfer met OK.


      3. Voer het nieuwe wachtwoord in en bevestig met OK.

      Instructie

      Als het wachtwoord verkeerd werd ingevoerd, verschijnt "ERR" op het display.

      Grasmaaier inschakelen

      1. Houd de AAN/UIT-toets gedurende 2 seconden ingedrukt.

      2. Druk op de START-toets en bevestig met "OK".

      Instructie

      Gebruik het apparaat niet 's nachts. Het apparaat kan in het donker geen obstakels herkennen en vermijden.

      Instructie

      Houd het maaivlak vrij van rondslingerende voorwerpen om een efficiënt maaiproces te garanderen.

      Grasmaaier uitschakelen

      1. Houd de AAN/UIT-toets gedurende 3 seconden ingedrukt.

        Op het display verschijnt "bye".

      Instructie

      De grasmaaier kan niet worden uitgeschakeld als hij in het oplaadstation staat.

      Instructie

      Houd de AAN/UIT-toets gedurende 10 seconden ingedrukt om de grasmaaier opnieuw te starten.

      Kaart opmaken

      De kaart voor het werkbereik wordt opgemaakt met de app.

      Instructie

      Zorg ervoor dat zowel het oplaadstation als de RTK-antenne zich buiten het afgebakende bereik bevinden. Er mogen zich geen obstakels bevinden binnen een straal van 1,5 m vóór de RTK-antenne.


      • A: Werkbereik 1

      • B: Werkbereik 2

      • C: Overgang naar werkbereik 2

      • D: Obstakel

      • E: No-gozone

      A/B: Het werkbereik duidt de zone aan waarin de robotmaaier automatisch het gras maait. Dit bereik wordt door de gebruiker aangeduid met behulp van virtuele grenzen.

      C: Het overgangspad is een door de gebruiker vastgelegde weg tussen twee werkbereiken waar het apparaat door moet rijden. Het apparaat kan automatisch werken op dit pad maar maait geen gras.

      D: Een obstakel is een onbeweeglijk object en definieert een bereik waar de grasmaaier niet kan rijden.

      E: No-gozones definiëren bereiken waar de grasmaaier niet mag rijden. Ze worden vastgelegd door virtuele grenzen.

      Instructie

      Controleer voordat je een kaart opmaakt of de resterende batterijlooptijd meer dan 50 % bedraagt.

      1. Druk in de app op de knop "Kaart opmaken".

      2. Volg de stapsgewijze handleiding.

      Bewerkingsopties in de app

      • No-gozones en virtuele wanden vastleggen

      • Overgangen tussen werkbereiken definiëren

      • Kaarten verwijderen

      Firmware-update uitvoeren

      Als er een nieuwe firmwareversie beschikbaar is, verschijnt er een melding in de app. Het wordt aanbevolen om de update uit te voeren zodra er een nieuwe versie beschikbaar is.

      Let op de volgende punten voordat je gaat updaten:

      • Het apparaat staat in het oplaadstation.

      • Het netwerk is beschikbaar.

      • De resterende batterijlooptijd bedraagt meer dan 30 %.

      • Het komende uur is er geen maaiwerk gepland.

      Instructie

      Beweeg de grasmaaier niet tijdens het updateproces.

      1. Activeer de firmware-update via de app.

        Tijdens de update knippert het licht van de grasmaaier blauw.

        Zodra de update voltooid is, wordt het licht van de grasmaaier groen.

      Vervoer

      WAARSCHUWING

      Scherp mes

      Letsel door snijden

      Wees voorzichtig, als u het apparaat kantelt of optilt.Houd alle lichaamsdelen uit de buurt van het mes.

      GEVAAR

      Gevaar door scherpe mesbladen

      Ongecontroleerd starten van de grasmaaier kan leiden tot ernstige letsels.

      Zorg ervoor dat de grasmaaier volledig is uitgeschakeld!
      1. Het apparaat reinigen (zie

        <fct:ExternalLink>

        </fct:ExternalLink>
        ).

      2. Verpak het apparaat in de originele verpakking.

      Opslag

      VOORZICHTIG

      Niet in acht nemen van het gewicht

      Gevaar voor letsel en beschadiging

      Houd bij de opslag rekening met het gewicht van het apparaat.

      Instructie

      Bewaar het apparaat altijd droog en laad de accu volledig op.

      Verzorging en onderhoud

      WAARSCHUWING

      Scherp mes

      Letsel door snijden

      Wees voorzichtig, als u het apparaat kantelt of optilt.Houd alle lichaamsdelen uit de buurt van het mes.

      Apparaat reinigen

      LET OP

      Onjuiste reiniging

      Schade aan het apparaat

      Reinig het apparaat met een vochtige doek.Gebruik geen oplosmiddelhoudende reinigingsmiddelen.Dompel het apparaat niet onder in water.Reinig het apparaat niet met een slang of een hogedrukstraal.

      GEVAAR

      Gevaar door scherpe mesbladen

      Ongecontroleerd starten van de grasmaaier kan leiden tot ernstige letsels!

      Zorg ervoor dat de grasmaaier volledig is uitgeschakeld!

      Instructie

      Reinig het maaiblad, de behuizing, de wielen en de regensensor regelmatig met een waterslang met lage druk en een brede straal.

      Mes vervangen

      GEVAAR

      Gevaar door scherpe mesbladen

      Ongecontroleerd starten van de grasmaaier kan leiden tot ernstige letsels!

      Zorg ervoor dat de grasmaaier volledig is uitgeschakeld!

      VOORZICHTIG

      Scherp snijmes

      Letsel door snijden

      Draag veiligheidshandschoenen wanneer u aan het snijmes werkt.

      Instructie

      Om de maaiprestaties en veiligheid te garanderen, raden we aan om de schroeven en messen van de grasmaaier om de 1 - 2 maanden te vervangen bij frequent gebruik. Voor een veilig maaisysteem moet je altijd alle messen en schroeven vervangen.

      1. Apparaat uitschakelen.

      2. Draai het apparaat om op een schoon, zacht oppervlak.

      3. Draai de schroeven los en verwijder de oude messen.


      4. Plaats nieuwe messen en draai ze vast met nieuwe schroeven (1,0 Nm + 0,2 Nm).

      Accu vervangen

      Instructie

      De inbouw gebeurt in de omgekeerde volgorde.

      1. Apparaat uitschakelen.

      2. Draai het apparaat om en leg op een schoon, zacht oppervlak.

      3. Schroeven eruit draaien.

      4. Afdekking verwijderen.


      5. De elektrische stekkerverbinding afkoppelen.

      6. Accu verwijderen.

      Instructie

      De accu gaat langer mee als deze wordt opgeladen bij een temperatuur tussen 18 °C en 25 °C.

      De accu presteert het best bij een temperatuur van 20 °C +/- 5 °C.

      Hulp bij storingen

      Storingen hebben vaak oorzaken die eenvoudig met behulp van het volgende overzicht kunnen worden verholpen. Neem bij twijfel of storingen die hier niet worden vermeld contact op met de erkende klantenservice.

      • Het apparaat blijft op het gazon tijdens de werking. 

      • Het apparaat keert terug naar het oplaadstation. 

      • Het apparaat keert niet correct terug naar het oplaadstation. 

      • Het apparaat werkt met de ingeschakelde regensensor, hoewel het niet regent. 

      • Het apparaat positioneert zichzelf niet correct. 

      • Het maaiblad is geblokkeerd. 

      • Het apparaat werkt niet volgens het tijdschema. 

      Het apparaat blijft op het gazon tijdens de werking.

      Oorzaak:

      Het apparaat zit vast in een kuil in het gazon.

      Oplossing:

      1. Verplaats het apparaat handmatig en verwijder het uit de kuil.

      2. Maak de wielen schoon als er modder op zit.

      Oorzaak:

      Het RTK-signaal is zwak of het bereik is aangeduid als no-gozone.

      Oplossing:

      1. Controleer het RTK-signaal.

      2. Controleer of het bereik aangeduid is als no-gozone en geef het indien nodig vrij.

      Oorzaak:

      De terugkeer naar het oplaadstation is mislukt.

      Oplossing:

      1. Controleer het werkbereik dat al bewerkt is en verplaats het apparaat indien nodig handmatig naar het oplaadstation.

      Oorzaak:

      De RTK-antenne werd niet goed geplaatst.

      Oplossing:

      1. Controleer de positie van de RTK-antenne.

      Het apparaat keert terug naar het oplaadstation.

      Oorzaak:

      De accu is bijna leeg.

      Oplossing:

      1. Laad het apparaat op.

      Oorzaak:

      Het RTK-signaal is zwak of het bereik is aangeduid als een obstakel.

      Oplossing:

      1. Controleer het RTK-signaal.

      2. Controleer of het bereik als obstakel aangeduid is en geef het indien nodig vrij.

      Het apparaat keert niet correct terug naar het oplaadstation.

      Oorzaak:

      De code op het oplaadstation is niet correct geplaatst of is vuil.

      Oplossing:

      1. Plaats de code correct op het oplaadstation en verwijder eventueel vuil.

      Oorzaak:

      Er bevinden zich obstakels voor het oplaadstation.

      Oplossing:

      1. Verwijder de obstakels voor het oplaadstation.

      Oorzaak:

      Door een lichtbron of weerkaatsingen kan de code op het oplaadstation niet worden herkend door het apparaat.

      Oplossing:

      1. Controleer de omgeving.

      Oorzaak:

      De positie van het oplaadstation of de RTK-antennes is gewijzigd.

      Oplossing:

      1. Een nieuwe kaart opmaken via de app.

      Het apparaat werkt met de ingeschakelde regensensor, hoewel het niet regent.

      Oorzaak:

      De regensensor is ingeschakeld.

      Oplossing:

      1. Controleer in de app of de regensensor in- of uitgeschakeld is.

      2. Controleer of de regensensor vuil is.

      Het apparaat positioneert zichzelf niet correct.

      Oorzaak:

      Het RTK-signaal is zwak.

      Oplossing:

      1. Controleer of alle 4 de lampjes op de RTK-antenne een groen licht geven.

      Oorzaak:

      De RTK-antenne is niet correct geplaatst.

      Oplossing:

      1. Controleer of de RTK-antenne correct is geplaatst en plaats hem indien nodig anders.

      Oorzaak:

      Er bevinden zich obstakels voor het oplaadstation.

      Oplossing:

      1. Verwijder de obstakels voor het oplaadstation.

      2. Als het probleem zich blijft voordoen, plaats het apparaat dan handmatig in het oplaadstation en activeer de taak opnieuw.

      3. Als het probleem zich blijft voordoen, start het apparaat dan opnieuw.

      Het maaiblad is geblokkeerd.

      Oorzaak:

      Het maaiblad blokkeert door vuil.

      Oplossing:

      1. Verwijder het vuil.

      Oorzaak:

      Het gras is langer dan de toegestane lengte.

      Oplossing:

      1. Gebruik een gewone grasmaaier om het gras op de toegestane lengte te maaien.

      Oorzaak:

      Het gras is nat.

      Oplossing:

      1. Wacht na regen minstens 4 uur voordat je begint met maaien. Nat gras vermindert de maaikwaliteit en kan aan de onderkant van het apparaat blijven kleven.

      Het apparaat werkt niet volgens het tijdschema.

      Oorzaak:

      De tijdinstelling is fout.

      Oplossing:

      1. Controleer de tijdinstelling.

      Oorzaak:

      De regensensor is ingeschakeld.

      Oplossing:

      1. Controleer in de app of de regensensor in- of uitgeschakeld is.

      Oorzaak:

      De accu is leeg.

      Oplossing:

      1. Laad het apparaat op.

      Oorzaak:

      Het tijdschema is niet correct opgeslagen.

      Oplossing:

      1. Controleer het tijdschema in de app.

      Oorzaak:

      Het apparaat voert een handmatig geactiveerde taak uit.

      Oplossing:

      1. Controleer het apparaat.

      Technische gegevens

      • RCX 4 

      • RCX 6 

      RCX 4

      Gegevens capaciteit apparaat
      Draadloze verbindingen
      WLAN, Bluetooth, LoRa
      WLAN- en bluetoothfrequentieband (s)
      2400 - 2483,5 MHz
      WLAN en bluetooth max. output power
      20,0 dBm
      LoRa-frequentieband (s)
      863 - 870 MHz
      LoRa max. output power
      14,0 dBm
      Snijbreedte
      22 cm
      Snijhoogte
      20-60 mm
      Max. maaivlak
      1500 m2
      Stijging werkbereik max.
      60 (30) % (°)
      Accucapaciteit
      5 Ah
      Vastgestelde waarden volgens EN 50636-2-107
      Geluidsdrukniveau LpA
      52 dB(A)
      Onzekerheid KpA
      3 dB(A)
      Geluidsvermogensniveau LWA
      60 dB(A)
      Onzekerheid KWA
      3 dB(A)
      Afmetingen en gewichten
      Lengte x breedte x hoogte
      677 x 425 x 277 mm
      Gewicht
      12,2 kg

      RCX 6

      Gegevens capaciteit apparaat
      Draadloze verbindingen
      WLAN, bluetooth, LoRa
      WLAN- en bluetoothfrequentieband (s)
      2400 - 2483,5 MHz
      WLAN en bluetooth max. output power
      20,0 dBm
      LoRa-frequentieband (s)
      863 - 870 MHz
      LoRa max. output power
      14,0 dBm
      Snijbreedte
      35 cm
      Snijhoogte
      20-100 mm
      Max. maaivlak
      3000 m2
      Stijging werkbereik max.
      70 (35) % (°)
      Accucapaciteit
      5 Ah
      Vastgestelde waarden volgens EN 50636-2-107
      Geluidsdrukniveau LpA
      52 dB(A)
      Onzekerheid KpA
      3 dB(A)
      Geluidsvermogensniveau LWA
      60 dB(A)
      Onzekerheid KWA
      3 dB(A)
      Afmetingen en gewichten
      Lengte x breedte x hoogte
      735 x 510 x 270 mm
      Gewicht
      14,4 kg

      Garantie

      In elk land gelden de garantievoorwaarden die door onze verantwoordelijke verkoopmaatschappij zijn uitgegeven. Mogelijke storingen aan uw apparaat verhelpen we binnen de garantieperiode gratis, voor zover een materiaal- of fabricagefout de oorzaak is. Als u gebruik wilt maken van de garantie, neemt u met uw aankoopbon contact op met uw distributeur of de dichtstbijzijnde geautoriseerde klantenservice.

      Meer informatie vindt u onder: www.kaercher.com/dealersearch

      Meer informatie over de garantie (indien beschikbaar) vindt u in het servicegedeelte van uw lokale Kärcher-website onder "Downloads".

      EU-conformiteitsverklaring

      Hierbij verklaren wij dat het hieronder genoemde product voldoet aan de desbetreffende bepalingen van de vermelde richtlijnen en verordeningen. Bij een niet door ons goedgekeurde wijziging van het product verliest deze verklaring zijn geldigheid.

      Product: Robot-grasmaaier met oplaadstation

      Type: 1.269-xxx.0

      Richtlijnen en verordeningen

      2014/53/EU

      2011/65/EU

      2006/42/EC

      2009/125/EG

      (EU) 2019/1782

      (EU) 2023/1542

       

      EN 60335-1

      EN 50636-2-107

      EN 62311: 2008

      EN 62233: 2008

      EN 50563: 2011 + A1: 2013

      EN 301 489-1 V2.2.3

      EN 301 489-17 V3.2.4

      EN IEC 55014-1: 2021

      EN IEC 55014-2: 2021

      EN IEC 61000-3-2: 2019 + A1: 2021

      EN 61000-3-3: 2013 + A1: 2019 + A2: 2021

      EN 300 220-2 V3.1.1

      EN 301 489-3 V2.3.2

      EN 301 489-19 V2.2.1

      EN 300 328 V2.2.2

      EN IEC 63000: 2018

      Naam en adres

      Gevolmachtigde voor de documentatie:

      S. Reiser

      Alfred Kärcher SE & Co. KG

      Alfred-Kärcher-Str. 28 - 40

      71364 Winnenden (Germany)

      Tel.: +49 7195 14-0

      Fax: +49 7195 14-2212


      Winnenden, 2024/11/01

      De ondergetekenden handelen in opdracht en met volmacht van de directie.

      Alfred Kärcher SE & Co. KG

      Alfred-Kärcher-Str. 28 - 40

      71364 Winnenden (Germany)

      Tel.: +49 7195 14-0

      Fax: +49 7195 14-2212

      <BackPage>

       

        

       



      </BackPage>